Onlangs werd ik deelgenoot van een verdrietig en pijnlijk levensverhaal. Een vrouw zocht contact met mij, omdat zij in haar jeugd misbruikt was in een ‘goed’ christelijk gezin. Al langere tijd volgde ze therapie om de verschrikkelijke ervaringen en de gevolgen van het misbruik een plaats te kunnen geven in haar levensverhaal. Binnen de therapie liep ze tegen grenzen aan. De gelovige context waarbinnen het misbruik plaats had, werkte door in de trauma’s. De kerkelijke stemmen, de Bijbelteksten en de taal van het geloof werken tot op de dag van vandaag door in haar kwetsbaar bestaan. Al jaren geleden had ze zich bevrijd uit haar kerk. Ze had geprobeerd om God ook achter zich te laten – God die aan de kant van de daders stond, die haar klein en afhankelijk had gehouden. Maar gaandeweg in de therapie begon de context van geloof en kerk meer en meer een hardnekkige en negatieve rol te spelen. Hoe kun je bevrijd worden van een kerk die je de rug hebt toegekeerd en van een God in wie je niet meer gelooft? Jammer genoeg is het niet een op zichzelf staand verhaal en dragen velen trauma’s met zich mee, opgedaan in een kerkelijke context. En daarmee heb je soms een probleem erbij…
Verwond in de ziel
Wanneer misbruik in een kerkelijke setting plaatsvindt, komt er een dimensie bij – een dimensie die om zorgvuldige aandacht vraagt. Het is soms niet voldoende om de kerk vaarwel te zeggen of om niet langer in God te geloven. Deze stap getuigt van de innerlijke kracht van een slachtoffer en daarnaast kan de afstand noodzakelijk zijn om terug te kunnen kijken. Maar soms is er meer nodig. De woorden die in de gelovige context gesproken zijn, raken aan de ziel. ‘God’ gaat over goed en kwaad. Over chaos en schepping. Over oordeel, einde en begin. In een gelovige context omvat ‘God’ het hele leven. Een goddelijke legitimatie van de handelingen van de dader verzwaart de trauma’s en kan het slachtoffer op een diep innerlijk niveau verwarren. Hoewel je kunt besluiten om kerk en God de rug toe te keren, maar de geloofstaal, de religieuze angsten en twijfels kunnen zich al diep van binnen hebben vastgezet. Een lastig probleem dat erbij kan komen, is dat veel mensen wel behoefte hebben aan een religieus kader. Niets is ook een beetje weinig. Het kan dan belangrijk zijn om de kluwen te ontwarren, zodat er eventueel ook ruimte kan komen voor wat er goed was in de relatie van het slachtoffer met God.
Schuld en schuldgevoel
De taal van de kerk sluit vaak beter aan bij de behoeften van de dader dan bij die van het slachtoffer. In de kerk ligt vaak de nadruk op genade, vergeving, verzoening, schuld en zonde. Wanneer iemand concrete fouten of misdaden heeft begaan, past deze taal binnen die ervaringen. Vergeving past bij concrete schuld, en de belofte van een nieuw begin (in de kerk soms zo naïef en ondoordacht verkondigd) is voor de dader goed nieuws wanneer vergeven toedekken in plaats van onthullen betekent. Het slachtoffer kan door de nadruk op vergeving in een kramp terecht komen. Vrijwel alle slachtoffers lijden aan gevoelens van minderwaardigheid en worstelen met schuldgevoel. Het ligt voor de hand om in een kerkelijke setting deze gevoelens (ik ben slecht en ik voel me schuldig) te vertalen als: ik ben zondig. Alleen is de vergeving vervolgens onbereikbaar, omdat het schuldgevoel en de minderwaardigheid niet weggenomen worden door het verkondigen van genade. Voor het slachtoffer zou het heilzaam zijn wanneer in de kerk gesproken wordt over recht en gerechtigheid. Wanneer duidelijk wordt gemaakt dat God aan de kant van de kwetsbare en machteloze staat. Maar dit betekent allereerst dat de kerk moet erkennen dat het kwaad van misbruik ook binnen de eigen kring voorkomt.
Demonen
Wat vaak schokkend is in verhalen van mensen die in een kerkelijke setting te maken hebben gekregen met misbruik, is het totale gebrek aan steun, begrip en betrokkenheid van de kerkelijke gemeente voor slachtoffers.Een van de manieren om niet te hoeven zien, om de werkelijke mechanismen van geweld in de eigen gemeente onder ogen te zien, is het herbenoemen van gebeurtenissen. Zo kan het voorkomen dat slachtoffers vanwege ernstig misbruik (vaak als kind in het ‘veilige’ gezin) als overlevingsstrategie al op jonge leeftijd een dissociatieve stoornis ontwikkelen. Om de overweldigende gebeurtenissen het hoofd te kunnen bieden, ontstaan er meerdere ‘delen’ die het misbruik ondergaan en later de trauma’s of emoties bewaren. Deze verschillende delen communiceren met elkaar. Met andere woorden: mensen die slachtoffer zijn geworden van misbruik kunnen stemmen horen. Het komt voor, wanneer slachtoffers de moed hebben dit te vertellen aan ouderlingen, voorgangers of familieleden, deze stemmen worden geïnterpreteerd als ‘demonen’. Binnen bevrijdingspastoraat een actueel risico. Er zijn verhalen bekend dat slachtoffers onderworpen werden aan een duivelsuitdrijving. De stemmen werden geïnterpreteerd als demonen, dus als vertegenwoordiging van het kwaad. Er werden geen vragen gesteld, en er werd niet onderzocht of er psychische oorzaken zouden kunnen zijn voor de stemmen. Het zal geen verrassing zijn dat dergelijke uitdrijving uitermate traumatisch doorwerken. Het roept de vraag op waarom sommige kerkelijke gemeenten zo schadelijk handelen naar slachtoffers; en waarom er zo weinig aandacht is voor mogelijk psychische problemen of voor de mogelijkheid van misbruik.
Jij moet vergeven!
Een ander weerkerende reflex in kerkelijke kringen is de grote nadruk op moeten vergeven. Een vrouw vertelde dat zij de moed had gevonden om na jaren van misbruik naar de politie te stappen. Het had effect: de dader werd gearresteerd en veroordeeld. Wonderlijk genoeg werd de vrouw verweten niet de kerkelijke weg gevolgd te hebben, maar de vuile was aan de wereld had getoond. Problemen, conflicten en zonden dienen in de eigen kerkelijke gemeenschap te worden opgelost. Toen deze dader na twee jaar weer ‘berouwvol’ in de kerkelijke gemeente zijn plaats terugvond, werd de vrouw gedwongen om hem te vergeven. Toen zij dit weigerde, werd zij als haatdragend en zondig aan de kant gezet.
Niet willen zien, niet willen weten
De rode draad in dergelijke verhalen is dat de kerk grote moeite heeft om het seksueel misbruik onder ogen te zien. De kerkelijke taal sluit aan bij de behoefte om het misbruik bagatelliseren of te ontkennen. Een radicale keuze voor slachtoffers (wat in zou houden dat de idylle van een veilige gemeenschap moet worden opgegeven) blijkt voor velen veel te ingewikkeld. Omstanders willen liever neutraal blijven. Maar het zijn juist de omstanders (familie, hulpverleners, kerkelijke gemeenschappen, samenleving) die het verschil kunnen maken. Bij de gratie van omstanders kan misbruik blijven voortbestaan. Judith Herman schreef in Trauma en herstel. De gevolgen van geweld. dat neutraliteit niet bestaat als het om geweld gaat. Neutraliteit betekent kiezen voor de dader. Hij/zij heeft er belang bij dat mensen niet zien, niet willen horen en niet willen weten. Het slachtoffer vraagt om betrokkenheid, om steun en om erkenning. Kerkelijke gemeenten neigen naar neutraliteit, of geven in ieder geval er blijk van niet te (willen?) begrijpen welke mechanismen en welke pijn schuil gaan achter de verhalen van slachtoffers. De nadruk op vergeving, het zoeken naar een andere uitweg dan het onder ogen zien van seksueel misbruik en het in de kou laten staan van het slachtoffer komt helaas vaker voor dan gedacht. Opnieuw: het begint bij de bewustwording van de problematiek van seksueel misbruik, ook in onze eigen kerken.
Kansen voor de kerk
Valt er niets meer over te zeggen? Heeft de kerk geen antwoord op seksueel misbruik? In mijn beleving biedt de Bijbel heldere aanknopingspunten om misbruik aan de kaak te stellen. Een belangrijke Bijbelse lijn is de strijd tegen onrecht en de solidariteit met de gekwetsten en met mensen in de kantlijn van de samenleving. De Bijbel spreekt over kwaad – het is goed om misbruik ook als kwaad te benoemen, en duidelijk te maken aan welke kant God staat. Vanuit deze keuze om te strijden tegen onrecht, erkenning te geven aan slachtoffers en te werken aan plek om op adem te komen, kan ruimte ontstaan voor heling. Vanuit die veiligheid kan de kluwen ontward worden: welke rol heeft ‘God’ gespeeld in het misbruik? Misschien is het heilzamer om op adem te komen, vrij van kerk en geloof, dan te vrezen voor een god in wie je niet meer gelooft.
Ik heb het stuk doorgelezen,maar vind nog steeds de zwijg cultuur van de kerken ernstig.Veel slachtoffers durven niet te praten en lijden in stilte verder. Omdat ze bang zijn om uitgestoten te worden ,uit hun gemeenschap !!
Klopt. Op dit moment brengt een AiO deze problematiek in beeld. Het blijkt voor slachtoffers bijna niet mogelijk om na het vertellen van hun verhaal in de geloofsgemeneschap een plek te houden. Daar valt nog veel werk te verzetten.
Er is een naam voor de verzameling religie-gerelateerde klachten die lijken op PTSS. In navolging van dr. Marlene Winell noem ik deze klachten: Religieus Trauma Syndroom.
Ik schrijf er meerdere stukjes over op mijn site http://dogmavrij.nl Misschien interessant om te lezen? Meepraten mag ook, graag! Dogmavrij wil een platform van verhalen zijn.
http://dogmavrij.nl/2015/12/15/autoritaire-religie-en-traumatisering/