Zondag 28 april lazen we in de Protestantse Gemeente ’t Harde enkele verzen uit Spreuken. Het ging om de raadgevingen voor koning Lemuël (Spreuken 31, 1 – 9), gegeven door zijn moeder. Het is een prachtige oproep om als koning oog te hebben voor de armen en voor de mensen die door allerlei omstandigheden klem zijn komen te zitten. De koning wordt opgeroepen om stem te geven aan allen die geen stem meer hebben: gemarginaliseerd door omstandigheden, vluchtelingen, en mensen die het ontbreekt aan moed en kracht om op te staan. In die raadgevingen openen zich de contouren voor het koninkrijk van God, en dus ook de gedragscode voor de burgers van dat Koninkrijk.
Laat ze maar drinken
Maar er staat een verwarrende en vreemde opmerking in deze raadgevingen:
6 Geef drank aan wie een kommervol bestaan leiden,
geef wijn aan wie diep ongelukkig zijn.
7 Laat ze maar drinken en hun armoede vergeten,
moge hun gezwoeg uit hun herinnering verdwijnen.

Wordt hier nu serieus gesuggereerd dat koning Lemuël aan de mensen die moeten ploeteren, vechten tegen wanhoop en moedeloosheid, en in armoede leven, maar gewoon drank moet geven, zodat ze hun moeite vergeten? In dat geval zou het een schadelijke en verwerpelijke tekst zijn. Terecht is de slogan ‘drank maakt meer kapot dan je lief is’ de leidraad geweest in de de overheidscampagne tegen alcoholisme en drankmisbruik. In mijn pastorale praktijk heb ik de vernietigende uitwerking gezien van ‘drinken om te vergeten’. Gesprekspartners die als volwassene nog worstelen met de stemmingswisselingen van hun dronken vader of moeder in hun jeugd. De kwade dronk die afgereageerd werd en wordt op de kinderen en op de partner is nooit goed te praten. De eenzaamheid, gekwetstheid en bedreigingen waar partners mee moesten leven, laten geen enkele ruimte om vergoelijkend te spreken over dronkenschap. Ook heeft het begeleiden van een gesprekspartner met het syndroom van Korsakov diepe indruk op mij gemaakt.
Kortom: over de schadelijkheid en onwenselijkheid van alcoholisme en dronkenschap kan geen misverstand bestaan.
Maar hoe moeten we deze tekst dan lezen?
Wanneer we de Bijbel lezen, is het belangrijk om teksten in de context te lezen. Een tekst die losgemaakt wordt uit zijn verband, kan tot een wonderlijke boodschap leiden. In het boek Spreuken wordt op een waarschuwende toon over dronkenschap en drankmisbruik gesproken. Zo staat er in Spreuken 20, 1 Van wijn word je een spotter, van drank een braller, wie zich bedrinkt, verliest zijn verstand. Of deze scherpe tekst uit Spreuken 23, 31 – 35 Laat je niet verleiden door de glans van wijn, wanneer hij fonkelt in de beker. Hij glijdt zo makkelijk over de tong, 32 maar later bijt hij als een slang, spuit hij gif als een adder. Dan zie je vreemde dingen en begin je wartaal uit te slaan. Je voelt je heen en weer geslingerd door de golven, alsof je vastzit boven in het want. ‘Ik ben geslagen, maar heb niets gevoeld, ik ben afgerost, maar heb niets gemerkt. Laat ik maar eens opstaan, eerst een beker wijn.’
Dus dat is de bandbreedte van het spreken over drank in het Bijbelboek Spreuken: enerzijds de waarschuwing dat drank niet de weg is van wijsheid, en niet de weg van God. Anderzijds is er ook de ruimte om van de gaven van de schepping te genieten, ook van wijn en andere drank. En juist mensen die een leven leiden vol tegenslag, zwoegen en zwaarte mogen ook genieten van het goede van het leven. Maar goed, ben je verslavingsgevoelig of kamp je nu met een verslaving, dan is het natuurlijk zaak om je niet te laten verleiden weer te beginnen met drinken. Dat is het mooie aan de Bijbel: thema’s hebben verschillende kanten en we worden dan ook van harte uitgenodigd om in gesprek te gaan met de teksten.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
Gerelateerd
Tags: bijbel, drank, drankmisbruik, Spreuken, verslaving
Ik ben het helemaal eens met de hierboven gestelde normen wat betreft het omgaan met drank. Daarmee is echter nog niet verklaard wat deze tekst dan wel wil zeggen. Deze tekst heeft het namelijk niet over ‘het goede van de schepping nuttigen’ of ‘geniet, maar drink met mate’. Nee, deze tekst schrijft wel degelijk over drinken om te vergeten…
De context maakt duidelijk wat deze tekst zeggen wil. Lemuëls moeder geeft hier geen universele wet m.b.t. het omgaan met alcohol, maar zij wil met argumenten uit het weerbarstige leven gegrepen aan Lemuël duidelijk maken dat het voor koningen niet gepast is om te drinken! Uit het weerbarstige leven zelf wordt duidelijk dat het drinken om te vergeten beter past bij iemand die toch alleen ellende te vergeten heeft, dan bij iemand die de rechtvaardige wetgeving kan vergeten. En dat lijkt mij een zeer sterk argument van Lemuëls moeder om hem ervan te overtuigen dat drankmisbruik voor hem niet gepast is.
Dit wil uiteraard niet zeggen dat de ellendigen zomaar kunnen gaan drinken. Maar dit wil wel zeggen dat het menselijkerwijs gesproken logischer zou zijn voor hen om te drinken dan voor de koning. De les die Lemuëls moeder leert is geen les voor de ellendigen namelijk, maar voor Lemuël als koning! Als zij tot de klasse der ellendigen had behoort had zij waarschijnlijk een heel andere boodschap voor haar kinderen gehad!
Kortom, in de weerbarstige praktijk van het leven, waarin gedronken wordt tot vergetens toe: laat in deze weerbarstige praktijk van het leven, de dronkenschap beperkt worden tot de klasse der ellendigen, zodat de rechtspraak er in ieder geval niet onder lijdt. De onderdrukten hebben niets te vergeten t.o.v. de machtigen, maar de machtigen t.o.v. de onderdrukten wel! Namelijk, hun recht…
Dank je wel voor deze mooie aanvulling!
De bijbel voorziet in vele contradicties, en deze is er één van. In de tijd dat de bijbel werd geschreven was er m.b.t. het nuttigen van alcohol nog geen kennis over de lange termijn gevolgen van teveel drinken. Korsakov en alcohol dementie was er uiteraard wel, maar werd wellicht gezien als bezetting door demonen.
Ik ben het ermee eens het te zoeken in de relatie tussen de moeder en de zoon die koning is. Of dit in ieder geval in aanmerking te nemen. Zonder af te dwalen van de directe betekenis van teksten, zoiets zou een wijsheid op zichzelf kunnen betekenen. Jezus zei in ieder geval dat: ,,Wie de wil doet van mijn Vader in de hemel is mijn moeder, mijn broer en mijn zus”.
De onfaalbaarheid van de Bijbel betwijfelen, hm. In ieder geval is dat niet iets dat noodzakelijk functioneert.
In die zin, ook bij andere problemen is er wel een goede oplossing. Namelijk het Nieuwe Testament. Waarin Christus zegt gekomen te zijn, niet om de wet en de profeten op te heffen maar om die te vervullen. Dus doe anderen als jezelf gedaan wilt worden. En vertaald naar omgang met een geestelijk wezen, God hetzelfde.
Hiermee zou gedwongen zijn een probleem te accepteren zoals een tekst over drank, waar naar beste weten, inzet en bevestigde realiteit, geen goede verantwoording voor mogelijk is in feite een handelen zijn “als was Christus niet gekomen, of voor niets gestorven”. Of als het voor anderen geen probleem is en dit is aannemelijk dan geldt hetzelfde.
En wat het grote gebod zegt, dat is ook zo. Wat zou neerkomen op oprechte intenties en binnen wat realistisch fundabel en doenlijk is.
Maar het punt van God lijkt hierbij een probleem te kunnen heten omdat het niet zo is dat iedereen maar directe antwoorden van Boven kan krijgen. Door het grote gebod kan ook niet ontkend worden dat teksten uit het Oude Testament niet gesteld kunnen worden en zaken op gebaseerd die zoveel als slecht vallen. Of duidelijk te slecht vallen.
(Waar sommige grenzen liggen lijkt niet voor iedereen altijd hetzelfde te zijn)
Vanuit die redenatie blijkt er nog veel meer te zijn wat niet in deze post geplaatst kan worden zonder een reactie daarop. Maar erop neerkomt dat inhoudelijke oplossingen bestaan voor bepaalde zaken die niet algemeen bekend zijn. Waardoor een moeilijk parket niet meer nodig is. Maar het grote gebod wel in het bijzonder bevestigt zonder wat voor andere mogelijkheid dan ook.