Misschien moet ik maar beginnen met een waarschuwing: lees deze overdenking niet. Het is een ongemakkelijke waarheid die zomaar gevolgen kan hebben voor de rest van uw / jouw leven. Het gaat namelijk over geld, over ruimte, over delen. Het gaat over de echte Kerstgedachte.
Pepermunt
Mijn broer en ik kregen voor de kerkdienst soms een rol pepermunt. Die mochten we dan samen delen, zodat mijn ouders ongestoord naar de dominee konden luisteren. Pepermunt was dé manier om een lange preek door te komen. Op die zeldzame zondagen dat we een hele rol kregen, was het feest. Want we hoefden nu niet uit te rekenen hoelang we met dat ene pepermuntje moesten doen – er was overvloed. Nu was er één serieus probleem. In een rol zit een oneven aantal pepermunten. Uiteindelijk leverde dat altijd strijd op. Die laatste doormidden breken? Maar wie krijgt dan de grootste helft? Soms liep de onenigheid zo hoog op dat we besloten om de laatste pepermunt maar aan de hond te geven (doe dit niet na – het is slecht voor huisdieren!).
Het kwam toentertijd niet in mij op dat ik het de ander gewoon zou kunnen gunnen.
Gunnen
Het lijkt een onschuldig voorbeeld. In mijn beleving verwijst dit echter naar een diepgeworteld menselijk probleem. Het niet kunnen en willen gunnen vertelt iets over wie wij zijn, hoe wij zijn. De angst om tekort te komen, om ruimte om te geven, om de controle te verliezen, om niet belangrijk te zijn – die angst leidt tot het krachtige mechanisme van zelfhandhaving.
De Bijbel laat zien dat wij juist in onze verwoede pogingen tot zelfhandhaving het zicht op God, op onze naaste, en op onszelf verliezen. We raken verloren doordat we zelf de controle niet uit handen durven geven, of doordat we uit angst de ander geen ruimte geven. Zonde eigenlijk. Daar gaat het verhaal van de Bijbel over: over ons, verloren door onze keuzes, verloren door de gevolgen van keuzes van anderen, en God die zich daar niet bij neerlegt. Die vanuit liefde en bewogenheid ons zoekt en thuis brengt.
Gods weg
Die weg van Gods liefde blijkt geen eenvoudige weg. Het is Jezus die naar de aarde is gekomen. “Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens” (uit de brief van Paulus aan de Filippenzen hoofdstuk 2 vers 6 en 7). Het tegenovergestelde van zelfhandhaving! Dat vieren we met Kerst: het kind, geboren in een kribbe, zal laten zien wat oprechte liefde is: liefde ten dienste van de ander. Die zijn leven geeft om ons het leven te geven…
Dat is genade: dat je zomaar krijgt waar je je leven lang zo wanhopig en hartstochtelijk naar verlangd hebt, maar wat steeds buiten je eigen vermogen lag. Gevonden door Jezus landt het besef dat je bedoeld, gekend en geliefd bent.
En die genade vraagt om een antwoord. Een leven van uitdelen van wat we ontvangen hebben. Delen, omdat ons leven genadeleven is. Mijn leven draait om Gods genade en niet meer om mijn eigen gelijk. Daarom deel ik uit: van mijn tijd, mijn geld, mijn ruimte, opdat anderen zicht mogen krijgen op de rijkdom van Gods genade.
Geef een reactie