(Bij mijn afscheid van de Protestantse Gemeente ‘t Harde mochten de kinderen hun lievelingsverhaal uit de Bijbel kiezen. Dit is de keuze van Rick, Joost, Juul en Ruben)
Beste Rick, Joost, Juul en Ruben, wat gaaf dat jullie het verhaal van Noach zo mooi vinden. Als Noach zijn verhaal vertelt, ben ik altijd een en al oor. Maar ja, Noach is dan ook mijn opa. Mijn naam is Tubal. Ik ben de kleinzoon van Noach. We zitten in de tent en kijken uit over de vallei. Het is maar goed dat we binnen zitten, want de regen valt met bakken uit de hemel. Bliksemschichten doorklieven de donkere lucht.
Mijn opa is stil. Ik zie hem peinzen. Met zijn handen ondersteunt hij zijn hoofd, terwijl hij naar de kleine stroompjes kijkt die naar beneden kolken en gaandeweg de helling veranderen in snelstromende beekjes. Noach kijkt omhoog, naar de lucht. Ik kijk naar zijn ogen. Naar zijn vriendelijke en rustige oogopslag, naar het vertrouwen dat zijn ogen uitstralen.
Noach staat op en stapt de regen in. Hij wenkt mij om naast hem te komen staan. Met zijn stok wijst hij naar het westen, waar de wolken openbreken. De zon breekt door en zonnestralen vallen de vallei binnen. De zon schijnt op de regen en een prachtige regenboog omspant het dal. Boven de heldere regenboog wordt nog een tweede boog zichtbaar.
‘Mooi, he’ fluistert mijn opa. ‘Een dubbele regenboog!’ We staan samen in de regen. Mijn opa pakt mijn hand en hij opent zijn andere hand naar de hemel. ‘Dank U wel’, hoor ik Noach zeggen.
We stappen de tent weer in, onze haren nat van de regen. Ik kijk mijn opa vragend aan. Noach begint te vertellen.
‘Als ik de regenboog zie, denk ik aan God. Aan zijn zorg voor ons, aan zijn trouw en liefde. Je weet dat er een hele grote overstroming is geweest, he. God heeft mij van tevoren gewaarschuwd. Hij vertelde mij dat ik een hele grote boot moest bouwen, een ark. Het ging namelijk helemaal niet goed met de mensen en met de aarde. De mensen zorgden heel slecht voor de dieren en deden ook elkaar kwaad. Niemand was meer veilig.
God wilde voor zijn schepping zorgen en het kwaad stoppen. De boot die ik ging maken, moest zo groot worden dat van alle dieren er twee mee konden in de ark.
Ik was uitermate verbaasd. Waarom kwam God naar mij toe? Hoe kon ik ooit een zo grote boot bouwen? Hoe zouden die dieren in de ark komen? Ik liet de vragen maar en begon aan mijn opdracht. Jouw vader en ooms hielpen vaak mee. Sem, Cham en Jafet waren fijne zoons. De mensen in de omgeving verklaarden ons voor gek. Wie bouwt er nu een boot op het droge? En nog wel een zo grote boot?
We werkten weken, maanden en jaren aan de boot. Telkens waarschuwde ik de mensen die kwamen kijken voor wat komen ging. Niemand nam mij serieus.
Op een ochtend toen de zon nog maar net de eerste stralen op de boot liet vallen, die nog maar net klaar was, voelden we de aarde beven. We sprongen uit ons bed en keken naar buiten. Een grote stofwolk hing boven de vlakte. Door het stof heen zagen we silhouetten bewegen. Eerst konden we het niet zo goed zien, maar opeens zagen we wat die stofwolken veroorzaakten.
Dieren. Honderden dieren. Twee giraffen staken met hun lange nekken boven alles uit. Twee olifanten liepen voorop. Twee stokstaartjes renden rondjes om twee runderen. Allerlei soorten vogels vlogen tjilpend en kwetterend rond de gazelles en zebra’s. We keken onze ogen uit. Er kwamen allemaal mensen op het geluid af en met verbazing zagen we hoe de dieren vanzelf de ark inliepen.
Ondertussen begon het te regenen. Eerst sloegen we er geen acht op, maar het begon steeds harder te regenen. Het water kwam met bakken uit de lucht. Ik riep tegen mijn vrouw en mijn zonen en schoondochters dat ze snel hun spullen moesten pakken en in de boot moesten stappen.
Ik ging als laatste naar binnen. Ik kon nog net voorkomen dat een schildpad klem kwam te zitten tussen de deur.
We voelden de ark loskomen van de grond. Hij begon te drijven. Het bleef regenen. Alles stond onder water en wij dreven op de golven, in weer en wind. Het duurde lang. De regen hield wel 40 dagen aan. Maandenlang bleef het land overstroomd. Wat duurde het lang en wat was het moeilijk om niet moedeloos te worden.
Maar opeens voelden we de ark vastlopen. Het water was aan het zakken! Het werd droog en wij, wij mochten eindelijk naar buiten en de grond weer onder onze voeten voelen. Heerlijk! We dankten God op onze knieën.
Toen we omhoog keken, zagen we een regenboog. De helderste en mooiste die we ooit gezien hadden. Zulke mooie en hartverwarmende kleuren. God zei: “Dit is een teken van mijn liefde en trouw aan jullie en aan de hele schepping. Ik zal het nooit meer zo hard laten regenen, en ik zal altijd goed voor jullie zorgen”.’
‘Dus, Tubal’, besluit mijn opa, ‘als ik die regenboog zie, dan denk ik aan hoe God ons gered heeft. Dan herinner ik me hoeveel God van de schepping houdt. Dan weet ik dat God altijd trouw zal zijn.’
Opa wil nog meer vertellen. Maar het is inmiddels droog geworden. Ik roep ‘dag opa’ want ik wil nu eerst rennen.
Bijzonder mooi , 39 jaar geleden was mijn man gered van de dood, terwijl hij in een kelder met water viel.. ben wel dankbaar.
Dat was vast een erg angstig en spannend moment
Inderdaad niet alleen Leidens ontzet, het water had man ook gered.. . Wens je een gezegende Zondag.
super mooi Alexander denk dat Rick hier heel blij mee is gaan het hem komend weekend voorlezen
succes met de andere verhalen
Dank je wel!
Hoi Alexander, ik heb het verhaal net aan Kyamo voorgelezen en ik moest je van hem laten weten dat hij het echt mooi geschreven vindt.
Leuk om te horen, dank je wel. En de hartelijke groeten!