Met een mengeling van boosheid, verbijstering en moedeloosheid las ik vanochtend het bericht over geheime schikkingen door de Katholieke Kerk rond situaties van misbruik. Dit is een van de uitkomsten van een onderzoek van NRC Handelsblad naar de afwikkeling van misbruikzaken in de Katholieke Kerk. Van een derde van de 1045 misbruikzaken is de afhandeling niet openbaar. In de behandeling van de klachten konden slachtoffers uit verschillende routes kiezen: de officiële procedure, mediation of een schikking. De mate van geheimhouding hangt af van de gekozen route.
Tekenen voor geheimhouding
Slachtoffers die kozen voor mediation of schikkingen moesten vaak ook tekenen voor geheimhouding. Daarnaast waren er clausules opgenomen dat slachtoffers zich niet meer negatief mochten uitlaten over misbruik en over de dader(s).
Schadelijk voor het slachtoffer
Het is onbegrijpelijk waarom er gekozen is om aan bepaalde routes geheimhouding te verbinden. Om tenminste twee redenen is dit uitermate schadelijk. Allereerst is het afdwingen van geheimhouding bij slachtoffers opnieuw traumatiserend. Het afdwingen van zwijgen raakt vrijwel altijd aan de persoonlijke geschiedenis van het ondergane misbruik. Geheimhouding is immers onderdeel van het misbruik. Uit verhalen van slachtoffers komt als een rode draad naar voren dat over het misbruik gezwegen moet worden. Soms wordt het zwijgen openlijk afgedwongen, soms gebeurt dit veel subtieler. Daarnaast komt bij het slachtoffer al snel het besef dat niemand haar/hem zal geloven of dringt de overtuiging zich op dat het slachtoffer zelf schuldig is aan het misbruik.
Een eerste stap in het genezen van de gevolgen van het misbruik is het doorbreken van het geheim. De last van geheimhouding drukt vaak zwaar op slachtoffers. Wanneer derden in vertrouwen worden genomen, wanneer er aan het verhaal woorden worden gegeven, kan een begin gemaakt worden met het toe-eigenen van het verhaal. Vaak valt er een last van de schouders.
Opnieuw geheimhouding afdwingen zet het slachtoffer opnieuw klem. Het roept de vraag op: wie is er eigenlijk gebaat bij geheimhouding?
Schadelijk voor de kerk
Die vraag raakt aan de tweede reden waarom zwijgen schadelijk is. Het lijkt erop dat de kerk ervoor kiest om geheimhouding af te dwingen om het instituut te beschermen. Uiteindelijk zal het instituut door deze opgelegde geheimhouding alleen maar meer beschadigen. Ik doel dan niet eens zozeer op de imagoschade, maar met name op het risicovolle klimaat dat dus niet tegen het licht wordt gehouden. Misbruik speelt zich immers af in een bepaalde context. Hoe kon de dader vrij toegang krijgen tot het slachtoffer? In hoeverre werkten de hiërarchische structuren mee of de religieuze taal? Als er in een bepaalde context misbruik plaatsvindt, zal de vereniging, familie, kerk of instelling bij zichzelf te rade moeten gaan: hoe kunnen we dit in de toekomst voorkomen?
Commissie Deetman
Het is uitermate pijnlijk dat er tegen het uitdrukkelijke advies van de commissie Deetman gehandeld is: “openbaarheid is de hoeksteen” van een goede afwikkeling van misbruikzaken.
Strijd tegen misbruik betekent niet dat je niet meer praat over het pijnlijke verleden of dat je als instituut streeft naar nieuwe geheimhouding. Oprechte strijd tegen misbruik is het onder ogen zien van het falen van de kerk, recht doen aan slachtoffers en het kwaad van misbruik steeds opnieuw als kwaad aan de orde stellen.
Geef een reactie