Meditatie voor de viering van morgenochtend waarin we het Avondmaal zullen viern over 1 Kor. 2, 1 – 7
1 Broeders en zusters, toen ik bij u kwam om u het geheim van God te verkondigen, beschikte ook ik niet over uitzonderlijke welsprekendheid of wijsheid. 2 Ik had besloten u geen andere kennis te brengen dan die over Jezus Christus – de gekruisigde. 3 Bovendien kwam ik bij u in al mijn zwakheid en was ik angstig en onzeker. 4 De boodschap die ik verkondigde overtuigde niet door wijsheid, maar bewees zich door de kracht van de Geest, 5 want uw geloof moest niet op menselijke wijsheid steunen, maar op de kracht van God. 6 Toch is wat wij verkondigen wijsheid voor wie volwassen is in het geloof. Het is echter niet de wijsheid van deze wereld en haar machthebbers, die ten onder zullen gaan. 7 Waar wij over spreken is Gods verborgen en geheime wijsheid, een wijsheid waarover God vóór alle tijden besloten heeft dat wij door haar zouden delen in zijn luister.
Verrassende Paulus
Bang en onzeker.
Eerlijk gezegd had ik dat niet achter Paulus gezocht. Ergens roept hij bij mij het beeld op van een krachtige persoonlijkheid, overtuigd van zijn eigen visie, strijdbaar. Maar hier schrijft hij: ‘Ik was kwetsbaar, angstig en onzeker toen ik voor het eerst bij jullie kwam.’ Aandacht voor kwetsbaarheid (‘in al mijn zwakheid’). Het komt dichtbij ons eigen leven. Wie heeft niet een barst opgelopen in het bestaan? Wie heeft niet de gebrokenheid aan den lijve ondervonden? Wanneer je iemand hebt verloren aan het leven of aan de dood. Wanneer je te maken hebt gehad met verraad – kun je ooit nog een ander vertrouwen? Wanneer je op de een of andere manier onzeker bent geworden en je eigenwaarde zo dun en breekbaar is geworden. Wanneer je dingen hebt gedaan die niet meer ongedaan kunt maken. Wat blijft is je worsteling met je schuld.
In alle kwetsbaarheid
Kwetsbaar. Bang en onzeker.
Toch is hij naar Korinthe gegaan om te vertellen over die wonderlijke God. Over het mysterie. De kern van dat geheim is het kennen van Jezus Christus, de gekruisigde. Voor Paulus cirkelt het geheim van God rond de lijdende en stervende Messias. Een radicale keuze voor het gebrokene en gebutste leven. Een radicale keuze om lief te hebben tot het uiterste. Om niet met overmacht en overweldiging te komen, maar met weerloosheid, waarin de diepte en grootsheid van Gods genade zichtbaar werd. Het is een wijsheid die haaks staat op de wijsheid van deze wereld. Het is Gods wijsheid waaraan het geloof ontspringt. Het is Gods wijsheid waaraan de kwetsbare kracht mag ontlenen, de angstige vertrouwen, de onzekere hoop.
Christus kennen
‘Alles wat ik wil’, zegt Paulus, ‘Is Christus kennen’. Het is een sterk woord dat Paulus hier gebruikt. Het is een woord met verschillende betekenissen: ‘kennen’, ‘intieme omgang hebben met’, ‘liefhebben’. Dat is wat Paulus wil, waar zijn hart naar uitgaat: hij wil helemaal voor Jezus Christus leven, vervuld zijn van Zijn liefde en kracht. Het hele bestaan van Paulus – zijn voelen, denken en spreken – is op de gekruisigde Jezus gericht. “Niemand leeft voor zichzelf en niemand sterft voor zichzelf: wij leven en sterven voor God onze Heer, aan Hem behoren wij toe.”
Dat we iets van dat geheim mogen proeven als we met elkaar het Avondmaal vieren.
Geef een reactie