Recensie in Kerk en Theologie van Christiane van den Berg-Seiffert Ik sta erbuiten – maar ik sta wel te kijken. De relationele dynamiek in geloofsgemeenschappen na seksuele grensoverschrijding in een pastorale relatie vanuit het perspectief van primaire slachtoffers, Boekencentrum Academic, Zoetermeer, 2015, 486 pp., ISBN: 9789023970378
Belangrijke bijdrage
Christiane van den Berg heeft met haar dissertatie een belangrijke bijdrage geleverd aan het gesprek over seksuele grensoverschrijdingen in pastorale relaties. De nauwgezette en uitvoerige verwoording van haar onderzoek geeft stem aan primaire slachtoffers. Een stem die binnen geloofsgemeenschappen vaak te weinig gehoord wordt. Van den Berg heeft17 slachtoffers gesproken over hun ervaringen. Een opvallende en pijnlijke conclusie is dat alle gesprekspartners hun plek in de geloofsgemeenschap hebben verloren. Ook in gemeenten waar de kerkenraad of (een deel van) de gemeente in eerste instantie alles in het werk stelden om recht te doen, bleek de positie van slachtoffers toch onhoudbaar. Het geeft aan hoe ingewikkeld de dynamiek in een geloofsgemeenschap kan zijn en hoe belangrijk het is om hier grip op te krijgen. De verhalen van de geïnterviewden laten zien dat vrijwel alle vrouwen pijn hebben opgelopen aan de geloofsgemeenschap. Het als noodgedwongen ervaren vertrek, voelt als een verlieservaring. De meeste vrouwen blijven de ontwikkelingen in de geloofsgemeenschap volgen, soms uit angst voor herhalingen, soms uit hoop op eerherstel. Ze zijn buiten de geloofsgemeenschap geraakt, maar blijven tot op zekere hoogte verbonden.
De eenzijdigheid van de term ‘slachtoffer’
Een belangrijke thema waar Van den Berg uitgebreid op ingaat, is of de term ‘slachtoffer’ de vrouwen voldoende recht doet. Allereerst benadrukt deze term de machteloosheid en hulpeloosheid van de betrokkene. Daarnaast geeft deze term te weinig ruimte om na te denken over de eigen verantwoordelijkheid. Tot slot kan door het gebruik van de term ‘slachtoffer’ een onuitgesproken lading meekomen die de betrokkene reduceert tot alleen deze rol. Een mens bestaat echter uit veel meer rollen (te denken valt aan gezinslid, buur, gemeentelid, etc.). Is er in de dynamiek in de gemeente ook ruimte voor die andere rollen?
Seksuele grensoverschrijdingen vragen om een heldere keuze. Christiane van den Berg plaatst deze handelingen in het discours van macht en niet in het romantische discours. Het betekent dat de grensoverschrijdende pastor ten koste van die ander zijn/haar eigen behoefte nastreeft. Dat is startpunt en uitgangspunt. Tegelijkertijd is er ook behoefte van degene die de grensoverschrijding heeft ondergaan om genuanceerder te kunnen spreken over de eigen rol en verantwoordelijkheden binnen de relatie. De discussie spitst zich niet toe op de eerste en uiteindelijke schuldvraag (die ligt bij de professional die de plicht heeft grenzen te bewaken), maar op de vraag waar vrouwen mogelijkheden hebben om de grip op hun leven terug te vinden.
Vandaar dat Van den Berg ervoor pleit om te spreken van situationeel slachtofferschap. In die bepaalde situatie met die specifieke omstandigheden is iemand slachtoffer geworden. Deze situatie kan wel op andere terreinen in haar/zijn leven doorwerken, maar definieert niet de identiteit van de persoon.
Contextuele benadering
Waar ik vragen bij heb, is de keuze om de thematiek van seksuele grensoverschrijdingen met behulp van de contextuele benadering uit te werken. Kenmerkend voor deze methode is de meervoudige partijdigheid. Enerzijds lijkt deze methode meer ruimte te bieden om de motieven en verantwoordelijkheden van de situationele slachtoffers te kunnen begrijpen, anderzijds vraagt onrecht om een heldere keuze. Juist door het beroep op meervoudige partijdigheid lijkt het toch al kwetsbare perspectief van het situationele slachtoffer verloren te gaan.
Kan een geloofsgemeenschap werkelijk helen wanneer het onrecht niet ten volle is hersteld en situationele slachtoffers of hun plek hervonden hebben of op een gezonde manier afscheid hebben moeten kunnen nemen? In die zin zou het perspectief van primaire slachtoffers meer invulling verdienen van gemeentebegeleiders.
Een prachtig, helend boek! Ik ben slachtoffer en pleit voor de contextuele benadering die van den Berg voor staat. Een contextuele (of systemische) benadering pleit voor erkennen wat er is, zodat plegers zich kunnen hernemen, slachtoffers er weer bij mogen horen en omstanders zich kunnen ontdoen van hun stilzwijgen, wat namelijk tot medeplichtigheid leidt. Dat vind ik mooi aan haar benadering. Ook goed om mijn eigen aandeel in alles te zien. Niet om mezelf te ontdoen van slachtofferschap, dat ben ik nu eenmaal. Wel heb ik kunnen leren van het misbruik. Ik ben niet meer zo aardig, niks mis mee.
Ontzettend jammer: de kerk waar de predikant die mij misbruikte nu werkt, heeft nooit iets laten horen en er is over zijn hele misbruik nooit iets naar buiten gekomen, terwijl hij toch echt als dader uit de procedure kwam. De kerkgemeenschap waartoe ik ooit behoorde houdt het ook stil. Ik voel me geofferd voor iets politieks. Daardoor voel ik me dubbel gebruikt. Ik heb daar veel pijn van maar ben vooral opgelucht dat ik me bevrijd heb. Daar hoort het opzeggen van het lidmaatschap bij. Intussen ben ik blij met alles wat mijn ouders mij leerden over kerk, samenleving en geloven. Goed om daar – zo oud als ik al ben- een eigen invulling aan te geven.