Het was nog vroeg toen ik vanochtend de honden uitliet. In de schemering liepen we ons gebruikelijke rondje langs het lateraalkanaal. Charly rechts, Flower links. Geïnteresseerd namen ze kennis van de laatste nieuwtjes uit de buurt en zo wandelden we rustig huiswaarts.
Ineens zag ik vanuit mijn ooghoek een kat zitten. De honden waren te druk met snuffelen om de poes op te merken. De kat loerde op een vogeltje dat in het struikgewas zat en was niet van plan om dit cadeautje op te geven. De kat maakte zich iets kleiner, maar bleef loeren naar de prooi.
De redder in mij werd wakker. Ik besloot met de honden naar de kat te lopen om het beest te verjagen en zo de prooi te bevrijden. De kat was echter beslist niet onder de indruk van ons drieën. Hij maakte zich nu groter en bleef pontificaal zitten, zonder ons nauwelijks een blik waardig te keuren.
De honden hadden inmiddels de kat opgemerkt en gingen direct achter mij staan. We stonden op iets minder dan twee meter van de kat. Nu draaide de kat zich naar ons toe en keek bijzonder geïrriteerd en geërgerd ons een voor een aan. “Ga naar huis nu het nog kan. Je hebt niets gezien … ” De rug ging omhoog. Ik hield de pas in. Straks zou dat beest ons nog gewoon aanvallen …
Op dat moment begon Charly op zijn manmoedigst te blaffen. Een diepe en zware woehwoehwoehwaf. Flower schrok hier zo van, dat ze van de weeromstuit tegen Charly uitviel met haar wat hoge wrafwrafwrafrrr. De kat trok zijn stiletto’s, zette alle haren uit en keek zo venijnig mogelijk naar Charly. “Zeg niet dat ik je niet gewaarschuwd heb”
Opeens draaide de kat zich echter om en zette het op een lopen. “Ik haat labradors” Het was het sein voor Charly en Flower om achter mijn benen vandaan te komen en twee stappen naar voren te doen. Helden zijn het, ik kan niet anders zeggen.
We zwaaiden nog even naar de opgeluchte prooi en liepen de dag tegemoet.
Leuk verhaal.