Leesrooster scholendienst Rehoboth

5 mrt

Leesrooster themaweekJij bent mijn held!’

Een samenwerking van CBS Rehoboth en de Ontmoetingskerk

Inleiding

Heb jij een held? Spaar je plaatjes van iemand of van een groep? Heb je posters en foto’s van bekende mensen? Misschien ben je fan van K3 of van Kasper Dolberg van Ajax, of van Hidde ter Avest van FC Twente, of van –  nou ja, vul zelf maar in.

Wat denk je, zouden je ouders ook helden hebben? Vraag maar eens.

Related image

Wat maakt iemand tot een held? Ben je een held als je iets heel goed kunt? Als je heel dapper bent, of heel sterk? Misschien zijn helden wel de mensen die jou helpen om dromen waar te maken of om keuzes te maken.

Zou jij voor iemand anders een held kunnen zijn? Ik heb een keertje een buurjongen gehad die erg bang was voor water. Toen hij 6 jaar was, ging hij op zwemles. Hij durfde het water niet in, echt waar. En weet wat er toen gebeurde? Hij deed het toch! Hij overwon zijn angst en vertrouwde op de badjuf. Misschien is dat wel wat een held tot een held maakt: je angst durven overwinnen en te leren vertrouwen.

Daar gaan deze Bijbelverhalen ook over. Lees je mee?

Maandag 6 maart: Roept God mij?!

Lezen: Exodus 4, 10 – 14

10 Maar Mozes antwoordde: ‘Neemt u mij niet kwalijk, Heer, maar ik ben geen goed spreker. Dat is altijd al zo geweest, en daar is geen verandering in gekomen nu u tegen mij, uw dienaar, gesproken hebt. Ik kan nooit de juiste woorden vinden.’ 11 De HEER zei: ‘Wie heeft de mens een mond gegeven? Wie maakt iemand stom of doof, ziende of blind? Wie anders dan ik, de HEER? 12 Ga nu, ik zal bij je zijn als je moet spreken en je de woorden in de mond leggen.’

13 Maar Mozes hield vol: ‘Neemt u mij niet kwalijk, Heer, stuur toch iemand anders, wie u maar wilt.’ 14 Nu werd de HEER kwaad op Mozes. ‘Je hebt toch een broer, de Leviet Aäron!’ zei hij. ‘Ik weet dat hij welbespraakt is. Hij is al naar je onderweg en zal blij zijn je te zien. 15 Vertel jij hem wat hij moet zeggen. Ik zal bij jullie zijn als je moet spreken en jullie ingeven wat je moet doen.

Image result for mozes

We vallen een beetje midden in een spannend verhaal. Het is eigenlijk een wonder dat Mozes nog leeft. Mozes was gevlucht en was ergens anders overnieuw begonnen. Waarom hij gevlucht was? Nou, Mozes was opgegroeid in het paleis van de koning van Egypte. Maar eigenlijk was hij geen Egyptenaar, maar een Israëliet (lees het maar eens na in de Bijbel). De Egyptenaren waren de baas en hadden meestal een hekel aan de Israëlieten. Die moesten heel hard werken en werden op allerlei manier gepest. Dat maakte Mozes zo kwaad, dat hij op een keer een Egyptenaar dood had geslagen. Geschrokken vluchtte Mozes weg uit Egypte.

In de woestijn is hij een nieuw leven begonnen. Hij is getrouwd, heeft kinderen en een baan. Als herder zorgt hij voor de schapen.

Op een van de tochten met de schapen wordt hij door God geroepen. God zegt tegen Mozes: ‘Jij moet de leider worden van Israël en hen uit Egypte weghalen’.  Mozes schrikt zich echt een ongeluk. ‘Ik?!’ denkt hij in paniek. Hij verzint allerlei tegenwerpingen. ‘Ik kan het niet, ik durf het niet’. Toch blijft God in Mozes geloven. ‘Mozes’, zegt God. ‘Jij kunt het, want Ik ga met je mee’.

Maar dan komt het hoge woord eruit. ‘Ik kan niet zo goed spreken. Ik vergeet wat ik wil zeggen, Ik haal woorden door elkaar. Ik kan het gewoon niet’. Maar dan zegt God: ‘Toch blijf ik in jou geloven. Ik zal je broer meesturen, zodat hij jou kan helpen’.

Vraag: Herken je dat, dat je wel eens iets moest doen wat je eigenlijk niet durfde? of waarvan je dacht dat je het niet zo kunnen, maar dat het toch gelukt is? Hebben je ouders ook wel eens zoiets meegemaakt?

Gebed: Lieve Vader in de hemel, dank U wel dat U ons roept en met ons mee gaat in de dingen die we doen. Wilt U ons helpen om angsten te overwinnen en met vertrouwen te leven? Amen

Dinsdag 7 maart: Een handvol is genoeg

Lezen: Rechters 7, 8 – 10

 Gideon hield dus alleen die driehonderd man bij zich en stuurde de rest van de Israëlieten weg, elk naar zijn eigen woonplaats. Maar eerst had hij hun proviand overgenomen, en al hun ramshoorns. Het kamp van de Midjanieten lag beneden hem, in de vallei. 9 Die nacht zei de HEER tegen Gideon: ‘Het is zover! Doe een aanval op hun kamp; ik geef het je in handen. 10 En als je geen aanval durft te wagen, sluip dan met je knecht Pura naar beneden.

Image result for gideon

 In de tijd dat Gideon leefde, ging het niet goed met Israël. Elk jaar, als de oogst op het land stond en bijna binnengehaald kon worden, kwamen er vijanden die alles kapot maakten. De Israëlieten waren niet in staat om zich te verdedigen. Al zeven lange jaren achter elkaar werden de oogsten vernietigd en werd er van alles geroofd. Er heerste bittere armoede in Israël.

Maar dan komt er een engel bij Gideon. ‘Jij moet Israël redden’. Ergens is Gideon er niet helemaal gerust op. Hij vraagt een paar keer om een teken aan God of Hij hem echt wil helpen. En dan verzamelt Gideon een heel leger. Hij vraagt aan alle mannen in Israël die kunnen vechten, om hem te helpen. God heeft echter andere plannen. Het gaat niet om de grote van het leger, maar om het vertrouwen op God. Het leger van Gideon wordt steeds kleiner. Tot slot heeft Gideon nog maar 300 soldaten over. Driehonderd! Kun je daarmee de vijand ooit verslaan?

God begrijpt goed dat Gideon bang is. Bang zijn is op zich niet erg. ‘Sluip vannacht maar met je knecht naar het legerkamp van de vijand. Luister maar wat daar gezegd wordt’. Met deze God durft Gideon het te wagen. Een klein leger tegen een overmacht. Toch weet Gideon Israël weer te bevrijden van de vijanden. Er breekt een rustige periode aan. Door Gods hulp!

Vraag: wanneer voel jij je veilig? Voel je je ook wel eens niet zo veilig? Wat doe je dan?

Gebed: Lieve God, dank U wel dat U dicht bij ons wilt zijn. Ook als we ons misschien een beetje alleen voelen, weten we dat U bij ons bent. Wilt U ons helpen om te groeien in vertrouwen op U? Amen

Woensdag 8 maart: Een spannend begin

Lezen: Ruth 1, 16 – 19

Maar Ruth antwoordde: ‘Vraag me toch niet langer u te verlaten en terug te gaan, weg van u. Waar u gaat, zal ik gaan, waar u slaapt, zal ik slapen; uw volk is mijn volk en uw God is mijn God. 17 Waar u sterft, zal ook ik sterven, en daar zal ik begraven worden. De HEER is mijn getuige: alleen de dood zal mij van u scheiden!’ 18 Noömi zag dat Ruth vastbesloten was om met haar mee te gaan en drong niet langer aan. 19 Zo gingen zij samen verder, tot in Betlehem. Hun aankomst in Betlehem baarde veel opzien.

Image result for ruth

Ruth weet het zeker. ‘Ik ga met U mee, moeder’. Ze houdt veel van haar schoonmoeder, bij haar voelt ze zich thuis. Ze hebben samen veel meegemaakt. Steeds was Noömi er om voor haar te zorgen. Nu wil Ruth ook graag voor haar schoonmoeder zorgen.

Zo gaan ze samen op weg. Op weg naar Israël, het land van Noömi. Bij elke stap laat Ruth haar vertrouwde omgeving achter haar. Hoewel ze blij is dat ze met haar schoonmoeder mee gaat, valt het Ruth ook zwaar. hoe zullen de mensen in haar nieuwe land op haar reageren? Zullen ze haar accepteren? Je moet weten dat Ruth geboren en opgegroeid is in Moab, een buurland van Israël. Vaak maken de twee landen ruzie met elkaar. Zou Ruth vriendelijk ontvangen worden?

Ruth en Noömi gaan in Bethlehem wonen, de plaats waar Noömi vandaan komt. Het valt in het begin niet mee. Maar als Ruth Boaz ontmoet die vriendelijk en zorgzaam is, verandert haar leven. Ze was eerst bezorgd, maar toch bleef ze vertrouwen. Misschien is dat wel wat echt dapper is: ook als je niet weet hoe het verder gaat, toch blijven vertrouwen dat God met je mee gaat en voor jou wil zorgen.

Vraag: Ken jij mensen die uit een ander land komen? En je ouders?

Gebed: Hemelse Vader, we bidden voor alle mensen die op de vlucht zijn. Voor alle mensen die in een nieuwe omgeving opnieuw moeten beginnen. Wilt U dicht bij hen zijn en hen mensen geven die vriendelijk en zorgzaam zijn? Amen

Donderdag 9 maart: Wie of wat is jouw Goliath?

Lezen: 1 Samuël 17, 38 – 41

Saul gaf hem zijn eigen uitrusting en hielp hem die aan te doen: een bronzen helm voor op zijn hoofd en een borstkuras. 39 Ten slotte gordde David het zwaard om en probeerde een paar passen te lopen, omdat hij aan zo’n zware uitrusting niet gewend was. ‘Ik kan hier niet mee lopen,’ zei hij tegen Saul, ‘ik ben dat niet gewend.’ En hij deed de uitrusting weer af. 40 Hij pakte zijn stok, zocht vijf ronde stenen uit de rivierbedding en stopte die in zijn herderstas. Toen liep hij op de Filistijn af, zijn slinger in de hand. 41 Met zware stappen kwam de Filistijn op David af, voorafgegaan door zijn schildknecht.

Image result for David en goliath

David is nog niet zo oud als hij in het legerkamp van de Israëlieten komt om wat spullen naar zijn oudere broers te brengen. Israël is in oorlog met de Filistijnen en de broers moeten meevechten. Als David in het kamp rondloopt, hoort hij de grootste en sterkste soldaat van de Filistijnen de Israëlieten uitdagen, uitschelden en uitjouwen. Goliath heet hij. David wordt kwaad. Dit kan en mag niet. Hij wil deze Goliath een lesje leren.

Als Saul, de koning van Israël dit hoort, wil hij David helpen. Maar met de wapenrusting van Saul kan David helemaal niet uit de voeten. Nee, hij doet het harnas weer uit en gaat op Goliath af met waar hij goed in is en wat voor handen is. En in het vertrouwen op God.

Vraag: Goliath kan ook staan voor een moeilijkheid of een spannende uitdaging die je onder ogen moet zien. Wat is jouw Goliath? Wat of wie helpt jou?

Gebed: Lieve God, wilt U mij helpen om moeilijkheden te overwinnen en op U te vertrouwen? Amen

Vrijdag 9 maart: Jezus ons licht en leven

Lezen: Johannes 8, 12

Jezus nam opnieuw het woord. Hij zei: ‘Ik ben het licht voor de wereld. Wie mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft.’

Image result for jezus het licht

Jens is onrustig. Hij woelt heen en weer in zijn bed. Hij verstopt zich diep onder de deken en doet zijn kussen op zijn hoofd. Het helpt niets. Het is net of hij allerlei geluiden hoort. Hij voelt zijn hart bonken. Tranen branden achter zijn ogen. Voorzichtig schuift hij zijn kussen opzij en doet zijn ogen open. Niets. Hij ziet gewoon niets. Hij knijpt zijn ogen stijf dicht en spert ze gelijk weer wagenwijd open. Maar hij ziet helemaal niets. Fluisterend begint hij te roepen: ‘Mama? Mama!’ Gelukkig hoort zijn moeder hem. ‘Wat is er, Jens?’ vraagt mama, terwijl ze de lamp aandoet. Jens is zo blij dat zijn moeder er is, dat hij niets kan zeggen. ‘Ben je bang’? Jens knikt, terwijl hij met grote ogen zijn moeder aankijkt. ‘Het is ook wel erg donker, vind je niet?’ Ze geeft Jens een knuffel, stopt hem lekker in en doet een klein nachtlampje aan. ‘Nu is het niet meer zo donker. Als je je een beetje alleen voelt, kijk je maar naar het lichtje, dan weet je dat je niet alleen bent’. Jens knikt. Hij begint te knikkebollen. Nog voordat zijn moeder de kamer uit is, valt hij in slaap.

Vraag: wat helpt jou als je bang bent?

Gebed: Here Jezus, dank U wel dat U het licht van de wereld bent. Dank U wel dat U naar de aarde bent gekomen, om het licht te zijn, hoe donker het soms om ons heen en in ons kan zijn. Geef dat we op uw licht leren vertrouwen en mogen weten dat we niet alleen zijn. Amen

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: