Tijdens een van onze wandelingen in Duitsland passeerden we een pelgrimsweg. Het bordje over de ‘Lebenswege’ raakte mij.
God die in Jezus zijn solidariteit en betrokkenheid heeft getoond. In de diepte ben je niet aan je lot overgelaten. tot in de diepste duisternis is het Licht voor de wereld afgedaald. Op de bodem van ons bestaan laat God zich vinden – juist daar.
Welk lijden gaat met je mee? Waar ben je bang voor? Welk verdriet heeft zich vastgezet in je hart? Welke last ligt er op je schouders?
Existentiële vragen. Het is een geschenk dat er ruimte wordt geboden voor deze levensvragen. In een schitterende omgeving, langs een helling die beproeft. In de stilte van de schoonheid.
Het is een geschenk dat deze vragen gesteld worden in de beschutting van het gedicht dat doet denken aan psalm 131.
‘Bei Gott bin ich
geborgen, still wie
ein Kind. Bei ihm ist
Trost und Heil. Ja
hin zu Gott verzehrt
sich meine Seele,
kehrt Frieden ein.’
De moeilijke vragen maken ruimte voor de verhalen. Die ruimte brengt Gods heil en troost aan het licht. Soms in de schoonheid van de schepping. Soms in de arm op de schouder, in het luisterend oor. Soms in het stille zuchten van de wind – aangeraakt door de Eeuwige.
Moge Gods vrede met je meegaan op je levenspad.
Geef een reactie