Laat ik maar met een ontboezeming beginnen. Ik ben zo’n toerist. Zo iemand die wel de krenten in de pap wil proeven, maar daar ook niet al te veel moeite voor wil doen. Gewoon, het beste even meepikken en afvinken van de bucketlist (die ik alleen heb als er iets af te vinken valt).
De bloedmaan leek een eenvoudige. Het werd ruim op tijd aangekondigd. Het fenomeen zou zich voordoen op een zeer prettig tijdstip. En belangrijk: deze maansverduistering zou bijzonder goed zichtbaar zijn. Het was immers al drie maanden onbewolkt.

Wat we niet zagen
Zo ging trok ik dus vol goede moed naar de rand van Vriezenveen. De dag ervoor had ik nog een verkenning gedaan. De maan kwam zoals verwacht op het juiste moment op de juiste plaats goed zichtbaar te voorschijn. Dat zou vandaag dus niet anders zijn.
Voor de zekerheid nam ik Charly en Flower mee. Mocht op de een of andere manier de bloedmaan op een deceptie uitlopen, dan had ik een excuus. ‘Nou ja, ik loop hier natuurlijk relaxed mijn honden uit te laten enzo’.
Vol goede moed liep ik naar de Westerweilandweg. Als ergens de maan zich zou laten zien – dan toch daar. Met dat ik de brug over de beek oversteek, zie ik aan mijn linkerhand in de schemering een echte ‘maan-spotter’. Een grote camera op statief. Stoeltje erachter. Camouflagekleding.
We zaten goed. Dat was duidelijk. Tegelijkertijd bekroop me een lastig gevoel. Terwijl schuin achter mij de laatste zonnestralen de hemel een prachtige purperen gloed gaf, was er geen spoor van de maan. Waar is die maan?
Gek genoeg bekruipt mij dan het gevoel dat ik het niet goed doe. Dat ik de clou mis. Dat ik iets over het hoofd zie. De maan bijvoorbeeld. Voorzichtig stappen we verder, terwijl ik niet al te omzichtig om mij heen kijk. Hoe kun je de maan nou missen?
Dan zie ik aan de andere kant van de weg nog een maan-spotter. Met verrekijker. En kennis. Het blijkt dat hij de maan ook kwijt is. Het is een listige bewolking van de kant van Almelo. Altijd weer Almelo. De maan-spotter merkt nog op dat de maan bij Mars zichtbaar zou zijn. Maar ook van Mars geen spoor.
We vervolgen onze weg, terwijl de nacht steeds meer terrein wint en aan de zonzijde de sterren een voor een blinkend tevoorschijn komen. Van de maan geen spoor. Onderweg zie ik allerlei maan-spotters. Professionals en amateurs. Niemand ziet de maan.
We lopen terug via de Aadorpweg. Als we weer in de buurt van Vriezenveen komen, horen we opgewonden stemmen van maan-kijkers. Zo nonchalant mogelijk kijk ik om mij heen. Ik zie dus niets. Tot een maan-kijker mij enthousiast aanspreekt. ‘Heb je hem gezien? De bloedmaan?’ ‘Eh. Nee.’
Maar dan wordt de maan mij aangewezen. ‘Kijk dan! Kijk daar!’ Ik tuur en zie boven de horizon de vage contouren van de maan. Oké.
We gaan naar huis en met een biertje in de hand blijf ik nog een tijdje in de tuin zitten. De honden zitten er helemaal doorheen en blijven hijgen. Ik vraag me af of ik de maansverduistering van mijn bucketlist mag afstrepen. Het was vaag en niet rood, maar wel een verduistering, toch? Opeens komt de maan boven de schutting uit. Helder schijnt de maan in de nacht. Rechts mist nog een hapje. Maar langzaam klimt de maan en wordt meer en meer zichtbaar.
Zie ik nou een knipoog?
Geef een reactie