Het gesprek over homoseksualiteit maakt veel emoties los. Niet alleen in de kerk, maar ook in samenlevingen: de vraag of het huwelijk opengesteld zou moeten worden voor homoseksuele relaties blijkt soms een splijtzwam. De discussie over homoseksualiteit is een beladen thema geworden, omdat het een identity marker is geworden in het spanningsveld tussen behoudend en liberaal of tussen kerk en wereld. Wat het gesprek over homoseksualiteit ingewikkeld maakt, is dat de persoonlijke verhalen van mensen inzet zijn geworden in bredere discussies over de kleur van een kerk of de staat van een samenleving. Het is spijtig dat deze discussies zo met elkaar verweven zijn geraakt. Hierdoor kan de discussie mensen verwonden en dus onrecht veroorzaken. Het gaat immers om persoonlijke verhalen van concrete mensen. De vraag die leidend zou moeten zijn is: hoe gaan we met elkaar om?
Een waardevolle bijdrage voor het gesprek is het boek Adam en Evert. De spanning tussen kerk en homoseksualiteit. Ruard Ganzevoort, Erik Olsman, Mark van der Laan. Kampen: Ten Have, 2010. Dit boek geeft veel bruikbare informatie en handvatten om met elkaar in gesprek te gaan. Hieronder volgt een uitgebreide samenvatting:
Wat is precies het probleem?
Het lijkt een wonderlijke vraag: het probleem is immers homoseksualiteit, want dat gaat toch tegen Gods wil in? Toch is het goed om die vraag te stellen. Niet alleen omdat er meer te vertellen valt over de wil van God, maar ook omdat er merkwaardige kanten zitten aan de felle bezwaren tegen homoseksualiteit. Het lijkt erop dat het in het licht van de Bijbel een ondergeschikt probleem is: de hele discussie spitst zich toe op dezelfde zeven teksten, terwijl niet eens bij alle zeven duidelijk is dat ze over homoseksualiteit gaan.
Andere zaken wegen in de Bijbel zoveel zwaarder: ze wordt er scherp geageerd tegen hebzucht, en gewaarschuwd voor rijkdom. De hele Bijbel door is liefde een groot thema, geconcretiseerd in bv de opdracht de tong in toom te houden. Hoe komt het dat in kerken som zo mild gesproken wordt over hebzucht en roddel, maar zo fel over homoseksualiteit?
Daarnaast blijkt dat homoseksualiteit in de kerkgeschiedenis lang niet altijd als een probleem werd gezien. Volgens historicus John Boswell bestonden er zelfs liturgische vormen om intieme relaties tussen mannen (of soms tussen vrouwen) te wijden. Hoewel sommige critici van mening zijn dat Boswell regelmatig te ver gaat in zijn conclusies, toont hij wel aan dat homoseksualiteit in de kerkgeschiedenis lang niet altijd problematisch was, en als men het wel een probleem vond, dan werd het relatief onbelangrijk geacht.
Wat is er veranderd? In delen van de kerk is homoseksualiteit in feite onaanvaardbaar. Wanneer er ruimte wordt geboden voor homoseksualiteit (zoals toen de PKN de mogelijkheid bood om homoseksuele relaties te zegenen) is er vaak ook sprake van fel verzet. Heeft dit alleen te maken met ruimte voor andere vormen van samenleven, of raakt het aan iets diepers? Verschillende theorieën proberen aan te tonen dat homoseksualiteit een uiting is van onbevestigde mannelijkheid / vrouwelijkheid, een vorm van zelfliefde of narcisme. Homoseksualiteit wordt gezien als een gevaarlijke aantasting van de heilige ordening van de wereld van mannelijkheid en vrouwelijkheid. Daarnaast leggen sommige schrijvers er de nadruk op dat homoseksualiteit de zichtbare zonde is van het verval (geestelijk en ethisch) van de wereld. In de strijd tegen homoseksualiteit gaat het dus uiteindelijk om een strijd tegen geestelijk verval.
In gesprekken over homoseksualiteit komt vaak de vraag naar de oorzaak op. Uitgaande van de theorieën moet de conclusie luiden dat we het eigenlijk niet weten. Het is in ieder geval te eenvoudig om te denken dat het aangeleerd gedrag is, er is ook een biologische oorsprong. Deskundigen zijn het erover eens dat de anders gerichtheid al heel vroeg vastligt en moeilijk veranderd kan worden.
Overigens is de vraag naar de homoseksuele gerichtheid of geaardheid een relatief nieuwe vraag. Het gedrag, de handelingen zijn er altijd geweest, maar pas in de vorige eeuw ging men daar dieper over nadenken en kwam men tot de conclusie dat het met identiteit te maken heeft. Maar waarom zoeken naar een oorzaak van homoseksualiteit? Dit heeft alles te maken met het feit dat het vreemd is. Homoseksualiteit wijkt af van wat gewoon is, en ontstaat in heteroseksuele gezinnen. Op die manier is homoseksualiteit een vreemde indringer die vraagt om een verklaring en indien mogelijk om een verandering.
Helpt het om de oorzaak te weten? Dat is maar de vraag. Het zoeken naar oorzaken is een weg die tot nog toe weinig heeft opgeleverd.
Beelden over homoseksualiteit
In de verschillende stromingen komen verschillende beelden of ideeën naar voren om homoseksualiteit te waarderen. Deze beelden zijn niet neutraal, maar geven richting aan ons denken en spreken.
Homoseksualiteit als voorbeeld van de gebrokenheid van de schepping. Deze seksualiteit is niet in overeenstemming met de scheppingsorde van God. Daarom valt de homoseksuele relatie buiten de grenzen van de Bijbel, en is het een weg die van God afdwaalt.
Homoseksualiteit kan niet, want het is zonde: het gaat in tegen Gods wil. Wie echter zijn zonde belijdt en zich bekeert, kan rekenen op Gods genade. Telkens weer. “Het is beter duizend keer te struikelen op de goede weg, dan te wandelen op de verkeerde weg.” Soms is er overigens ruimte voor een nuance: een homorelatie als noodoplossing (Bert Loonstra in Hij heeft een vriend.)
Dit beeld sluit aan bij het beeld van de zonde, maar benadrukt de strijd die er te voeren is, met als doel de overwinning. Het gaat om het grotere gevecht tussen goed en kwaad. De vraag is: aan welke kant vecht je mee? De strijd dient niet beperkt te worden tot het omgaan met homoseksuele gevoelens: ook andere christenen moeten dit geestelijke gevecht leveren, ieder op zijn / haar eigen wijze.
Wanneer homoseksualiteit als een ziekte wordt gezien, dient men zich te richten op genezing. Het lastige van dit beeld is, dat er vaak wordt teruggegrepen op achterliggende oorzaken van de ziekte (psychologisch, opvoeding) die aantoonbaar niet juist kunnen zijn (tenminste niet als geldend voor de hele groep). Genezing gaat via een therapeutische methode.
Homoseksualiteit wordt in dit beeld wel gezien als anders, maar er komt geen oordeel in mee: het is niet verkeerd. Homoseksualiteit is een variatie in de schepping; daarnaast is er aandacht voor de problemen van het anders-zijn in kerk en maatschappij.
In dit beeld is het serieus nemen van eigen gevoelens belangrijk. Er komt geen oordeel in mee: homoseksuele gevoelens zijn gewoon goed. Deze gevoelens vormen de basis van iemands identiteit. In sommige kerken wordt dit beeld verbonden met de roeping van Jezus om trouw te blijven aan zichzelf en aan zijn roeping. Zowel heteroseksuelen als homoseksuelen zijn een geschenk van God.
Wat levert dit overzicht op? De zes beelden zijn verschillende perspectieven op homoseksualiteit. In al die beelden komt ook een visie mee. Bij alle beelden kunnen belangrijke inzichten meekomen, maar ook kritische vragen gesteld worden. Een opvallend gegeven is dat veel homoseksuelen de kerk de rug toekeren. Dat zou tot nadenken moeten stemmen. Zou het kunnen zijn dat de manier waarop de kerken tobben met homoseksualiteit schadelijk is voor de mensen zelf? De kerk hoeft niet alles goed te vinden, maar het is wel de vraag hoe de kerken niet bij voorbaat een struikelblok zijn, maar homo’s ook verder kunnen helpen in hun geloof.
Wat zegt de Bijbel?
Het is de moeite waard om de teksten goed te lezen en daarbij de volgende vragen te stellen:
– Wat zou de gedachte achter deze tekst zijn in de oorspronkelijke context?
– Wat zou deze tekst kunnen betekenen voor het gesprek over geloof en homoseksualiteit in onze tijd en context?
– Hoe centraal (op een schaal van 1 – 10) is deze tekst voor het gesprek vandaag de dag?
– En als gevolg daarvan: welke teksten zijn centraler en welke minder centraal?
- Gen. 19, 1 – 29 en Richt. 19, 1 – 30
De twee vreemdelingen die bij Lot komen in Sodom. Richteren 19 is het verhaal van een brute groepsverkrachting en moord op een vrouw. De meeste uitleggers zijn het erover eens dat deze verhalen niet erg relevant zijn voor het gesprek over homoseksualiteit.
- Leviticus 18, 22 en Leviticus 20,13
22 Je mag niet het bed delen met een man zoals met een vrouw, dat is gruwelijk.13 Wie met een man het bed deelt als met een vrouw, begaat een gruweldaad. Beiden moeten ter dood gebracht worden en hebben hun dood aan zichzelf te wijten.
Deze teksten zijn in de discussie vrij centraal, in ieder geval bij de mensen die homoseksualiteit afwijzen. In de alternatieve uitleg wordt benadrukt dat homoseksualiteit sterkt verbonden was met heidense tempelpraktijken in Kanaän. Het woord ‘gruwel’ wordt gewoonlijk eerder geassocieerd met iets ritueels onrein, dan met iets intrinsiek kwaads, zoals diefstal of moord. Toch staat dit verbod in Lev 18 tussen twee andere geboden waar we ons nog onverkort aan houden. Het is dus te kort door de bocht om de teksten helemaal buiten haakjes te plaatsen of om ze geheel van toepassing te achten. Gaat deze tekst over een gelijkwaardige relatie van liefde en trouw?
- 1 Kor. 6, 9-11 en 1 Tim 1, 10
Weet u niet dat wie onrecht doet geen deel zal hebben aan het koninkrijk van God? Vergis u niet. Ontuchtplegers noch afgodendienaars, overspeligen, schandknapen noch knapenschenders, 10 dieven noch geldwolven, dronkaards, lasteraars noch uitbuiters zullen deel hebben aan het koninkrijk van God. 11 Sommigen van u zijn dat ooit geweest, maar u bent gereinigd, u bent geheiligd, u bent rechtvaardig verklaard in de naam van de Heer Jezus Christus en door de Geest van onze God.
10 ontuchtplegers, knapenschenders, slavenhandelaars, leugenaars en plegers van meineed. De wet is er voor alles wat indruist tegen de heilzame leer,
In de Nederlandse vertaling gaat het over knapenschenders, maar in verschillende andere talen spreken moderne vertalingen letterlijk over homoseksuelen. De boodschap lijkt duidelijk: homoseksualiteit maakt deel uit van een lijst zonden die in het Rijk van God geen plaats hebben. Volgens de alternatieve uitleg zijn de woorden minder eenduidig en helder dan in eerste instantie lijkt. Zo is het bijvoorbeeld veelzeggend dat theologen uit de begintijd van de kerk die homoseksualiteit veroordeelden niet teruggrepen op deze tekst. Andere uitleggers dienen de alternatievelingen van repliek door te stellen dat het gekozen woord door Paulus is geleend van de Griekse vertaling van Lev 20, 13. Weer andere uitleggers suggereren dat deze passages eerder verwijzen naar pedofilie en mannelijke prostitutie.
26 Daarom heeft God hen uitgeleverd aan onterende verlangens. De vrouwen hebben de natuurlijke omgang verruild voor de tegennatuurlijke, 27 en ook de mannen hebben de natuurlijke omgang met vrouwen losgelaten en zijn in hartstocht voor elkaar ontbrand. Mannen plegen ontucht met mannen; zo worden ze ervoor gestraft dat ze van God zijn afgedwaald.
Dit is de belangrijkste passage in de Bijbel waarin specifiek over homoseksualiteit wordt gesproken. Volgens de traditionele uitleg is de kern van de zonde dat mensen in opstand komen tegen God. Homoseksualiteit is geen ergere zonde dan de andere, maar het is wel de scherpste illustratie van de ontsporing die ontstaat als mensen God verlaten. De alternatieve uitleg gaan met name in op de vraag wat natuurlijk en tegennatuurlijk is. De opmerking dat een homoseksueel die als hetero leeft tegennatuurlijk leeft, is een te individualistische opvatting van ‘natuur’. Een andere tegenwerping snijdt meer hout: het begrip natuur heeft bij Paulus niet altijd het gewicht dat de traditionele uitleg eraan geeft. (Vgl 1 Kor 11,14 of Rom 11,24).
Naast de min of meer expliciete teksten wordt ook vaak verwezen naar het scheppingsverhaal. Deze teksten worden gezien als scheppingsorde, de structuur die God bij de schepping aan het menselijk bestaan heeft meegegeven. Er is dus een heteroseksuele grondstructuur die onder meer te maken heeft met de voortplanting. Daar kan een homoseksuele relatie dus per definitie niet aan voldoen. De alternatieve uitleg wijst erop dat er staat: mannelijk en vrouwelijk. Dat kan erop wijzen dat het niet gaat om een individuele opdracht om vruchtbaar te zijn, maar om een collectieve. De mensheid moet zich uitbreiden, maar dat wil niet zeggen dat ieder individu zich ook moet voortplanten. Het is de vraag of Genesis 1 en 2 zo expliciet heteroseksueel moeten lezen. Het gaat in Genesis 1 – 3 in de kern om een verklaring van het menselijk leven en onze relatie met God.
Een opvallend punt is dat Jezus zelf niets zegt over homoseksualiteit. Dit zou erop kunnen duiden dat het voor Jezus ondenkbaar was. Of het was voor Hem geen thema.
- Galaten 3, 26 – 28 en Romeinen 14, 1 – 12
Onderscheid valt weg in Jezus. En Romeinen 14 laat zien hoe we met wijsheid om moeten gaan met ingewikkelde thema’s.
Hoe lezen we de Bijbel? Hermeneutiek
Er ligt een kloof van 20, 30 eeuwen tussen het ontstaan van de teksten en onze tijd. We hebben een aantal vragen te beantwoorden als we vanuit Bijbelteksten over homoseksualiteit en geloof willen nadenken. De eerste vraag gaat over de begrippen en woorden en dus over de reikwijdte van de tekst. Gaan de teksten over wat we vandaag de dag homoseksualiteit noemen? Soms kunnen we het eens zijn over de betekenis van de tekst, maar verschillen over de vraag of het betrekking heeft op wat wij vandaag onder homoseksualiteit verstaan.
De tweede vraag is in hoeverre de teksten letterlijk moeten worden opgevolgd. Ook mensen die elke Bijbeltekst letterlijk nemen, blijken hier selectief mee om te gaan. (Deut 21, 18-21; Deut 22,22; Num. 15,32; opvallende verschillen in strafmaat: we vinden lang niet alles verwerpelijk wat toentertijd als kwaad werd gezien). Ditzelfde geldt ook voor teksten uit het Nieuwe Testament: Hand 15, 29. Het gaat dus om de vraag welke punten bepalend zijn voor je identiteit.
De derde vraag is of de manier waarop de Bijbel over homoseksualiteit spreekt, bedoeld is om ons iets voor te schrijven of aansluit bij de toenmalige ideeën en cultuur. (Vgl de platte aarde: in de Bijbel wordt de aarde voorgesteld als een plat vlak. We hebben ons laten overtuigen dat de Bijbel hier gebruikt maakt van het toen geldende wereldbeeld. Het loslaten van de ‘platte aarde’ heeft niet geleid tot een verminderende zeggingskracht van de Bijbel).
De vierde vraag is hoe de werking van een tekst in de toenmalige context zich verhoudt tot de betekenis van nu. Zo kunnen we vanuit de situatie van toen begrijpen dat de Bijbel slavernij accepteert als deel van de werkelijkheid, terwijl we tegelijkertijd de strijd tegen slavernij zien als een Bijbelse plicht. Paulus was in zijn schrijven soms meer pragmatisch dan principieel. De uitdaging is dan ook om te ontdekken hoe de Bijbel inspeelt op de concrete situatie en daar antwoord op geeft. Als de situatie veranderd is, verandert ook de toepassing van de teksten (vgl de positie van de vrouw in de gemeente).
Het is dus lastig om tot een eenduidige lezing te komen van Bijbelteksten rond het thema van homoseksualiteit. Het blijkt in de praktijk dat gelovige lezers de Bijbel verschillend lezen. Waar de Bijbel in ieder geval helder over is, is onze verantwoordelijkheid voor elkaar. Dat wordt met name duidelijk als het gaat om kwetsbare en uitgesloten mensen. Zelfs als we fundamenteel van mening verschillen over de toelaatbaarheid van homoseksuele handelingen, dan nog kunnen we tot geen andere conclusie komen dan dat we elkaar zorg en liefde verschuldigd zijn. Als onze overtuiging leidt tot het beschadigen van de ander, dan gaat er iets fout.
Tot slot
De uitdaging waar gemeenschappen voor staan, is niet zozeer het overtuigen van de andere partij (wat in ieder geval duidelijk is, is dat toename in heftigheid van de discussie ook toename in het eigen gelijk inhoudt), maar veeleer het aangaan van de dialoog: wat betekent de mening van de ander? Wat is heilig voor de gesprekspartner en waarom? Is er aandacht voor de pijn die in deze discussies kan worden opgelopen? Wat van belang is, is dat het over ménsen gaat – dat mogen we nooit vergeten. Kunnen we bouwen aan een geloofsgemeenschap waar ruimte is voor de verhalen, het heilige en de pijn van alle partijen?
Tags: Ganzevoort, homoseksualiteit, kerk, spanning. Adam en Evert