Archief | kerk RSS feed for this section

Verslag feedback op de eredienst van 19 maart 2023

28 mrt

Inleiding

Zondag 19 maart ging ik in de ochtenddienst in onze eigen kerk voor. Het thema van deze dienst was ‘in de ban van …’ naar aanleiding van Marcus 5, 1-20. In dit Bijbelverhaal geneest Jezus een man die bezeten wordt door een aantal kwade geesten die zichzelf ‘Legio’ noemen. In de overdenking wilde ik duidelijk maken dat we meer op de bezeten man lijken omdat we in onze tijd ook te maken hebben met machten en krachten die ons in bezit kunnen nemen. Bevrijding vinden we bij Jezus die het kloppend hart van ons bestaan wil zijn. (Terugkijken kan hier )

Methode

Vooraf aan de eredienst heb ik aan 8 mensen een vragenlijst uitgedeeld met de vraag om die zelf of met partner of gezin in te vullen tijdens of gelijk na de dienst. Alle formulieren zijn terug gekomen.

De deelnemers komen uit segment 2 of 3.

De winst van deze feedback begint al bij de bereidheid van hoorders om de vragenlijst in te vullen. De bereidheid tot invullen maakt al dat de hoorders op (nog) betrokkenere wijze in de dienst zitten. Daarnaast hebben sommigen de vragen samen ingevuld. Dit betekent dat ze ook samen over de viering hebben doorgesproken, wat sowieso al winst is. Tot slot helpt de feedback mij weer verder in mijn rol als prediker en komt de feedback (als het goed is) de gemeente ook weer ten goede.

De vragenlijst

De vragenlijst telt 10 vragen en ruimte voor ‘overige opmerkingen’.

  1. Ervaar/ voel ik in dit verhaal wat geloven is – word ik daarin meegenomen?
  2. Begrijp ik wat er bedoeld wordt?
  3. Gaat het over mijn situatie, over de plek waar ik woon?
  4. Voel ik me serieus genomen in het verhaal, met mijn vragen en ervaringen?
  5. Kan ik hier iets mee in mijn dagelijks leven en in onze actualiteit– is het toepasbaar, relevant?
  6. Wordt me duidelijker wat de kern van het geloof is?
  7. Is er openheid in het verhaal, zonder dat alles al voor me wordt ingevuld?
  8. Is de verteller geloofwaardig, echt?
  9. Word ik uitgenodigd om op een of andere manier zelf in actie te komen?
  10. Is het me duidelijk wat de spreker met dit verhaal wil bereiken?
  11. Overige opmerkingen

Wat ik met deze vragen wil achterhalen, is of de bedoeling van de viering overkomt, het raakt aan het leven van de hoorders en of de viering de hoorders ook verder helpt op de weg van het geloof.

Drie thema’s zijn in de vragen van belang: allereerst de vertolking van en door de voorganger. Een eredienst is voor alles communicatie. Als voorganger is het mijn wens dat ik mag bijdragen aan het creëren van ruimte waarbinnen hoorders iets van en aan God kunnen opdoen. Daarnaast communiceer ik in de liturgische teksten (bemoediging, gebeden, zegen), de gekozen liederen en de uitleg van de Bijbeltekst Gods boodschap. Staat mijn vertolking het horen van die boodschap in de weg of bied ik voldoende ruimte?

Het tweede thema dat bij het eerste nauw aansluit, is de vraag of ik de situatie van de hoorders voldoende meeweeg. Weet ik met welke dilemma’s, thema’s en verlangens de hoorders te maken hebben? Het mag duidelijk zijn, dat als ik geen of onvoldoende feeling heb met de leefwereld van de hoorders, het voor hen een grotere opgave wordt om de boodschap naar het eigen leven te vertalen.

Het laatste thema is de vraag naar geloof. In het beleidsplan van de kerk hebben we het voornemen opgenomen dat we mogen groeien in geloof, in onderlinge verbondenheid en in missionaire presentie. Werken de zondagse erediensten mee in de groei van geloof?

Uitkomsten

Op de vragen uit de vragenlijst kon gereageerd worden met ‘ja’, ‘nee’ of ‘een beetje’. Daarnaast was er de mogelijkheid om een toelichting te geven. De meeste deelnemers hebben meerdere antwoorden toegelicht.

Vraag:             Ja         nee       een beetje

1.                     IIIII                 III

2.                     IIIIII               II

3.                     III        I           IIII

4.                     IIIII     I           II

5.                     IIIII                 III

6.                     IIII      I           III

7.                     IIIII                 III

8.                     IIIIIIII

9.                     IIIII                 III

10.                   IIIII                 III

De meeste respondenten reageren positief als het om het eerste thema gaat (vertolking en presentatie). Hierbij is het goed om te bedenken dat ik maar enkele personen om reactie gevraagd heb waardoor deelnemers zouden kunnen ervaren dat de enquête niet geheel anoniem ingevuld kon worden. Daarnaast is er een behoorlijke gunnende factor (tweede preek na mijn ziekte). Concreet betekent dit dat ik de ‘opmerkingen tussen de regels’ probeer het juiste gewicht te geven.

Een van de respondenten merkte op:

“Het thema van de dienst (demonen, bezeten zijn, bevrijding door Jezus) is voor de meeste christenen wel bekend. Maar voor anderen was misschien meer toelichting nodig geweest.”

Een ander gaf aan:

“Ik voelde mij tot rust komen in de dienst. Maar ik weet niet zo goed met wie ik mij kan verplaatsen in het verhaal. Ik ben niet de bezetene. Maar ik ben ook niet iemand uit het dorp die de bezetene wil vastbinden.”

De meeste respondenten gaven aan het verhaal goed te kunnen volgen, maar in de opmerkingen kwam ook mee dat de lengte van het betoog niet helpt om de boodschap mee te nemen.

Deze reacties helpen mij om in de voorbereiding meer na te denken over de hoorders (kan iedereen meekomen, moeten er dingen worden toegelicht?) en over de vraag hoe ik het Bijbelverhaal op een bredere en uitnodigendere manier naar onze tijd kan brengen.

Dat brengt me gelijk bij het tweede thema. Weeg ik de omstandigheden van de hoorders voldoende mee in mijn overdenking? Relatief veel respondenten gaven aan dat het ‘een beetje’ over hun situatie ging en een respondent gaf aan dat het niet over de eigen situatie ging.

“Ik voel me niet geketend. Ik voel me eerder de dorpeling die soms niet weet wat je voor de geketende kunt doen. Wat wilde Jezus deze mensen nu leren? Dat vind ik lastig bij dit soort preken. Het voelt vaak als zwaar en donker.”

Deze reactie is een uitnodiging om meer na te denken over de verschillende posities van de hoorders. Vaak focus ik me (vanuit mijn biografie) op degenen die lijden onder onrecht of aan het leven. Daarnaast richt ik me op omstanders die wie lijdt niet altijd behulpzaam tegemoet treden. Het is echter niet altijd zo zwart/wit. Hoe kan ik de hoorders meenemen die ook wel zien wat er mis is en bewogen zijn. Welk woord van bemoediging en troost spreekt de tekst voor hen?

Het derde thema waar ik me in deze feedback op richt, is de vraag naar geloof. Dat is sowieso een lastige – als was het alleen maar omdat we de erediensten niet vaak vanuit deze vraag benaderen. Daar komt bij dat ‘geloof’ niet voor iedereen even duidelijk is (soms zijn er meer vragen en twijfels, of zijn er juist krachtige zekerheden). Wat kun je dan zeggen over ‘groei in geloof’?

Naast de bemoedigende opmerkingen noteer ik een aantal kanttekeningen:

“Hoe moet je verder als je ergens tegenaan loopt? Bij wie kan je dan terecht?”

“Het doel van de preek mag duidelijker benoemd worden”

“De aansporing om zelf in actie te komen, wordt gemist”

“In de preek zat niet echt een aanzet om hier verder mee te gaan. Maar je kunt natuurlijk altijd zelf verder denken of praten.”

“Op zich word ik wel uitgenodigd om in actie te komen, maar ik weet niet zo goed hoe ik dat in mijn specifieke situatie moet doen.”

“Heb ik de preek goed geïnterpreteerd? Dat weet ik niet zeker.”

De feedback op het derde thema zet me aan het denken. De reacties cirkelen om verschillende  vragen: wat is nu de kern van de boodschap was en wat zegt dat over het geloof? Hoe kan ik met de boodschap verder: welke actie kan ik ondernemen? En: wat als ik vragen heb?

Sommige opmerkingen nodigen mij uit om scherper en strakker te denken vanuit de hoofdgedachte van de overdenking – ik ga ervan uit dat dit de andere twee thema’s ook ten goede komt.

De eredienst van samen

De enquête en de aangeleverde feedback nodigt uit om aan de slag te gaan met een eredienst van samen. Vaak werkt de voorganger zelf de liturgie en de uitleg uit. De hoorders gaan vrij onbevangen en onvoorbereid naar de kerk en worden soms overvallen door het thema of de uitleg. De boodschap haalt niet altijd de koffie thuis na de kerkdienst.

Zou dat anders kunnen voor wie dat zou willen? Het lijkt me mooi om in onze kerkapp de Bijbeltekst van tevoren te publiceren. Er is ruimte om gedachten te delen, voorbeden te noemen en misschien liederen aan te reiken. Na de eredienst is er ruimte om aan elkaar mee te geven wat je mee hebt genomen uit de eredienst of om vragen te delen. In mijn beleving was het nu al waardevol om gedachten over de dienst op te schrijven en te delen.

De eredienst is de plek van aanbidding aan God. Die aanbidding wint aan intensiteit als het van ons samen is.

Geloofsbelijdenis: het geloof als de bedding van ons leven

5 jun

Deze geloofsbelijdenis van Sjoukje en Anton is voorgelezen in de belijdenisdienst op Pinksterzondag 5 juni 2022

Wij geloven. En we spreken het hier in het midden van de gemeente hardop uit: wij geloven in God. We geloven voorbij de vanzelfsprekendheid en we geloven door de diepte van onze vragen en twijfels heen. Het is God die ons draagt en bij ons is.

Wat het ingewikkeld maakte om te geloven is de strijd tussen kerken, het oordeel van christenen over anderen, en de uitsluiting van medemensen. We worstelden met God door het verdriet in de wereld en in ons leven. We worstelden met God door inzichten van de wetenschap die zo haaks lijken te staan op lessen uit de Bijbel.

We vonden sporen van God in diepgravende discussies met vrienden. We ontdekten sporen van God in de vreugde en dankbaarheid van medechristenen wereldwijd. We ontdekten sporen van God in ontmoetingen in de kerk, in muziek, in de verwondering om en van het leven.

We waagden de geloofssprong: we geloven in God de Vader, Schepper van hemel en aarde. De wetten van de wetenschap onthullen de grootsheid van de werkelijkheid. Het geloof maakt ruimte voor verwondering en betekenis. Ons bestaan is niet een toevallige en willekeurige samenloop van omstandigheden, maar ons bestaan is bedoeld: we zijn gekend en geliefd.

In deze God van liefde vinden we rust omdat Hij op ons leven betrokken is, ons leidt en naar onze gebeden luistert.

Wij geloven in Jezus Christus, het gezicht van God. In zijn lijden, sterven en opstanding overwon Hij de macht en krachten van het kwaad en herstelde de relatie van God met ons. In Jezus vinden we hoop die dieper en sterker is dan de narigheid in deze wereld. Jezus wijst ons de weg van het leven zoals het bedoeld is: heb lief. Bekommer je om de kwetsbaren en de zwakkeren, bekommer je om je medemensen. Ook zij zijn geschapen door God.

Wij geloven dat wij niet voor onszelf leven. Het is de heilige Geest die ons dat steeds weer doet herinneren – God dichtbij. De heilige Geest herinnert ons aan ons nieuwe leven in Jezus Christus, opdat we steeds weer uitdelen van geloof, hoop en liefde.

Waar de Geest waait, ontstaat kerk. Geloven doe je samen, in verbondenheid. In je eentje geloven is risicovol, omdat het vuur zomaar kan doven.

Waar de Geest waait, is vergeving van zonden: de ruimte om opnieuw te mogen beginnen. Dat is de christelijke hoop.

Geloven is de bedding van ons leven. Geloven is het besef dat we deel uitmaken van Gods wereld, een veel groter geheel dan we ons konden voorstellen. Geloven is dankbaarheid: de handen openen om te ontvangen. Geloven is verwondering: de ogen openen voor Gods rijkdom. Geloven is Gods liefde toelaten in je leven en daarvan uitdelen. Geloven is je gedragen weten, tot in Gods toekomst.

Diaconale week in de gereformeerde kerk

25 feb

De diaconale week staat in het teken van de zeven werken van barmhartigheid en loopt van deze vierde zondag naar het Avondmaal van 6 maart.  Zes van deze werken komen uit Mattheüs 25: “Want ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op, ik was naakt, en jullie kleedden mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij, ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij toe.”

In 1207 voegde Paus Innocentius II er een zevende werk aan toe: het begraven van de doden. In de Middeleeuwen was het begraven van de doden vanwege alle heersende besmettelijke

ziekten niet zonder risico voor eigen lijf en leden. Het begraven van de doden was daarom een daad van barmhartigheid, wie de doden begroef verrichtte een daad van naastenliefde.

Paus Franciscus heeft naar aanleiding van de encycliek Laudato Si een achtste werk van barmhartigheid genoemd: “Laat ons barmhartig zijn voor ons gemeenschappelijk huis”. Hiermee wordt zorg voor de schepping bedoeld. Deze toevoeging aan de reeds bestaande zeven werken van barmhartigheid werd in een brief van 6 augustus 2015 door Paus Franciscus voorgesteld.

De woorden uit Mattheüs bieden een handvat om geloof te leven en te doen. Juist in deze werken van barmhartigheid blijkt het mogelijk om Jezus zelf te ontmoeten. Niet zozeer in degene die geeft, maar juist in de ander die jouw steun zo nodig heeft.

We hebben ervoor gekozen om voor deze diaconale week het eten geven aan wie honger heeft en drinken aan wie dorst heeft samen te nemen, en te verbinden aan de Avondmaalszondag op 6 maart. Daarnaast hebben we zorg voor de schepping toegevoegd.

Wat is diaconaat?

Onze diaconie draagt zorgt voor de diaconale arbeid in onze gemeente. De term ‘diaconaat’ is ontleend aan het Griekse woord ‘diakonia’. Dit woord is vaak uitgelegd als dienst aan de medemens in materiële nood. Het laat zich echter ook breder verstaan. De kerkorde verbindt de diaconale arbeid met barmhartigheid en gerechtigheid. Waar deze woorden geleefd worden, komt het Koninkrijk van God zichtbaar. Diaconaat is niet iets dat voorkomt uit ons geloof, maar het ís geloof: geleefd geloof.

Het eerste fundamentele begrip voor diaconaat is ‘barmhartigheid’. Bijbelse barmhartigheid heeft alles te maken met omzien naar en zorgen voor de mensen om ons heen. Hierbij gaat het enerzijds om de zorg om eerste levensbehoeften, anderzijds om verbondenheid.

Barmhartigheid – en dus ook diaconaat – is nauw verbonden met navolging en met Christus’ wederkomst en oordeel. Rabbijnen uit de tijd van Jezus wijzen op de plicht om de Naam van Eeuwige te prijzen of zegenen bij alles wat je doet – behalve bij barmhartigheid. Want barmhartig zijn ís op zichzelf al lofprijzing van Gods Naam.

Het andere fundamentele begrip is gerechtigheid. In de Bijbel betekent gerechtigheid: ‘aan je bestemming komen’, ‘aan je bedoeling beantwoorden’. Het betekent enerzijds dat gerechtigheid onze ogen opent voor onrecht. Anderzijds helpt gerechtigheid ook om barmhartigheid niet oeverloos te laten zijn. De bedding van barmhartigheid is gerechtigheid. We hoeven onszelf dus niet weg te cijferen of weg te geven, en altijd klaar te staan.

Een belangrijk begrip is dan ook ‘wederkerigheid’. De wijze waarop wij mensen tegemoet treden heeft alles met geloven te maken. De ander is immers steeds ook ‘beelddrager van God’. Die gelijkwaardigheid komt ook naar voren in het spreken over bondgenoten. Zo mogen we met elkaar optrekken, met name omdat we weet hebben van Gods genade. Diaconaat is gratis, genade en laat zo ook iets zien van de liefde van God. Genade: Gods liefde vóór alles uit.

Het is niet vreemd dat diakenen een belangrijke rol hebben bij het Avondmaal. Aan die tafel ontspringt het diaconaat. Vanuit het Avondmaal ontstaat een gemeenschap die geloof, hoop en liefde deelt. Dit met elkaar delen veronderstelt wederkerigheid. Ons geven is principieel vanuit het besef dat wij elke dag ons leven en wat wij hiervoor nodig hebben ontvangen van de Heer. Met elkaar delen rond en vanuit de Tafel van de Heer is tot eer van God en de naaste tot heil.

Maandag 28 februari: Kleed hen die geen kleding hebben

We lezen: Kolossenzen 3, 12 – 14. Omdat God u heeft uitgekozen, omdat u zijn heiligen bent en hij u liefheeft, moet u zich kleden in innig medeleven, in goedheid, bescheidenheid, zachtmoedigheid en geduld. Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft; zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven. En bovenal, kleed u in de liefde, dat is de band die u tot een volmaakte eenheid maakt.

‘Kleren maken de man’ is een bekende uitdrukking. Kleding is belangrijk. Het gaat over warmte, beschutting en over hoe je eruit ziet. In de Bijbel lezen we al in Genesis 3 dat naaktheid schaamte met zich meebrengt. Daarom is het zo van belang om goede kleding te hebben, passend bij het jaargetijde.
Paulus schrijft over het kleden in meeleven en liefde. Als we ons zó kleden, kunnen we delen als we meer dan genoeg hebben, of ontvangen als we te weinig hebben. Wat trek jij vandaag aan?

Om te doen: ga eens door je kledingkast heen. Heb je goede kleding waar je een ander mee gelukkig kunt maken? Overweeg om dit te schenken aan het Leger des Heils of aan de Kledingbank in Sliedrecht.
Ook is het fijn als er nieuwe kleding wordt bezorgd zoals ondergoed en sokken.

Om over na te denken: als het je gegeven is om warme en fijne kleding te kunnen dragen,
ervaar je dan ook dankbaarheid voor wat zo gewoon kan voelen?

Dinsdag 1 maart: Bied vluchtelingen onderdak

We lezen: Hebreeën 13, 1 en 2:  Houd de onderlinge liefde in stand en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen.

Het valt niet mee als je door anderen als ‘vreemdeling’ wordt gezien. Vreemdelingen zijn al gauw in de ogen van anderen een bedreiging. Dat was al zo in de tijd van het oude Israël en in de begintijd van de christelijke kerk. Het was niet anders in de jaren van Tweede Wereldoorlog. En ook in onze tijd is hier geen uitzondering op. Mensen die huis en haard verlaten vanwege levensbedreigende situaties moeten een uiterst gevaarlijke reis maken, maar lijken vervolgens nergens welkom te zijn. In politieke discussies zijn juist de vluchtelingen vaak het kind van rekening, omdat zij als gevaar en overlast gezien worden. In het verhardende politieke klimaat in ons land wordt het steeds ingewikkelder voor ‘vreemdelingen’ om in Nederland thuis te komen.

Overigens kunnen ook groepen die al generaties lang in Nederland wonen zomaar tot vreemdeling (en dus ongewenst) gemaakt worden. Denk aan Joden, Moslims en tweede of derde generatie migranten. Of mensen die niet zomaar in het plaatje van ‘de heersende norm’ passen.

De Hebreeënbrief geeft een bijzondere kijk op gastvrijheid. Door gastvrij te zijn, zou het zomaar kunnen zijn dat je engelen ontvangen hebt. Het past ook bij wat Jezus zegt in Mattheüs 25: ‘Ik was een vreemdeling en jullie hebben mij opgenomen’.

Onze roeping is om de ander altijd in de ogen te blijven kijken en nooit te ontmenselijken. Zo kan het gebeuren dat we optrekken met engelen en Jezus zelf ontmoeten.

Om te doen: in Sliedrecht is het voor statushouders niet eenvoudig om de weg in de Nederlandse cultuur te vinden. Er gaapt een kloof tussen de verplichte scholing rond inburgering en wat nodig is om staande te blijven in de maatschappij. Wat helpt zijn buddy’s. Mensen die een keer in de zoveel tijd langs willen gaan bij statushouders om een kopje thee te drinken, Nederlands te spreken en hen wegwijs te maken in ons dorp en onze gewoonten.

De vraag van vandaag: zou je erover na willen denken of je buddy zou willen worden voor een statushouder? Of eerst maar eens een keertje een kopje thee of koffie samen drinken. Voor meer informatie of aanmelden kun je contact opnemen met Daniëlle Zwanink. Haar gegevens zijn te verkrijgen via ds. Alexander Veerman (06 83663420)

Om over na te denken: het klimaat in Nederland verhardt op verschillende manieren. Nederlanders met een migratieachtergrond, statushouders en asielzoekers ervaren dit vaak aan den lijve. Wat zou jij / u kunnen doen om hen welkom te laten voelen om zo me te bouwen aan een herbergzame wereld.

Woensdag 2 maart: Bezoek de zieken

We lezen: Marcus 1, 40 – 42 Er kwam iemand naar Hem toe die door een huidziekte onrein was; hij smeekte Hem om hulp en zei, terwijl hij op zijn knieën viel: ‘Als U wilt, kunt U mij rein maken.’ Jezus kreeg medelijden, stak zijn hand uit, raakte hem aan en zei: ‘Ik wil het, word rein.’ En meteen verdween zijn ziekte en hij was rein.

Misschien is het moeilijkste van ziekte wel de eenzaamheid. Mensen die ziek zijn – zeker als het chronisch is – raken vaak hun netwerk en hun plaats in de samenleving kwijt. Of de ziekte nu lichamelijk of psychisch is, al snel ontstaat er een kloof tussen het leven dat gewoon doorgaat en het leven dat stil gevallen of veranderd is door de ziekte.

De genezing van Jezus beginnen altijd met gezien worden. Jezus ziet de zieke mens – nee, Jezus ziet de mens. En Hij raakt de zieke aan en doorbreekt zo het isolement. Zo begint genezing. Die genezing ligt binnen onze mogelijkheden: zie die ander en doorbreek het isolement.

Om te doen: bezoek iemand in de straat, in de buurt of in de kerk die zorgen heeft vanwege psychische of lichamelijke zorgen. Of waag een belletje, stuur een kaartje. Stuur ook een kaartje naar Waerthove, Yulius, Parkzicht, of de Merwebolder.

Om over na te denken: als het je gegeven is om in een gezond lichaam en met een  gezonde geest te leven, ervaar je dan ook dankbaarheid dat u/jij zomaar uit bed kunt stappen zonder pijn of een ander kunt aanspreken zonder angst? Praat eens met iemand die chronisch ziek is over hoop en verlangen.

Donderdag 3 maart Bezoek gevangenen

We lezen: Handelingen 5, 17 – 21 Daarop besloten de hogepriester en zijn medestanders, de sadduceeën, in te grijpen. Vervuld van jaloezie als ze waren, lieten ze de apostelen gevangennemen en opsluiten. ’s Nachts opende een engel van de Heer echter de deuren van de gevangenis, bracht hen naar buiten en zei: ‘Ga naar de tempel en spreek daar tot het volk over alles wat het nieuwe leven aangaat.’ De apostelen gaven hieraan gehoor en gingen bij het aanbreken van de dag naar de tempel, waar ze hun onderricht voortzetten.

ezoek de gevangenen. Dat is best een lastige opdracht. Gedetineerden hebben over het algemeen iets gedaan waardoor ze die gevangenisstraf ook verdiend hebben. In de samenleving is vaak een harde opstelling merkbaar: wie zich aan een misdaad schuldig heeft gemaakt, moet weg en wordt soms letterlijk uit het leven van de samenleving gebannen.

De Bijbel spreekt op een andere manier over schuld. God haat onrecht en veroordeelt de dader. Maar de Bijbel blijft ook altijd de mens zien.

Als wij zo de mens kunnen blijven zien (zonder de daden op een of andere manier te vergoelijken, want dan doe je ook geen recht aan de gedetineerde) vindt er op een ander niveau bevrijding plaats.

Om te doen: schrijf een kaart aan een gedetineerde. Belangrijk: schrijf op de kaart geen achternaam of plaatsnaam, onderteken alleen met je voornaam. De kaarten kunnen ingeleverd worden in de kerk, op Merwestraat 60 of Veerstoep 23. De verzamelde kaarten zullen doorgestuurd worden naar Epafras (www.epafeas.nl) die zorg zal dragen dat de kaarten bij gedetineerden in het buitenland terecht zullen komen.

Het is ook mogelijk om deze organisatie met een gift te steunen:
Epafras, Leiden, IBAN NL 38 INGB 000 5 676067

Om over na te denken: mensen kunnen fysiek gevangen zitten door daden die een gevangenisstraf rechtvaardigen.. Mensen kunnen ook gevangen zitten in het lichaam of door een verslaving. Denk eens na op welke manier jij/u zou kunnen bijdragen aan de strijd van een verslaafde tegen zijn/haar verslaving.

Vrijdag 4 maart Begraaf de doden

Zoals in de inleiding al is aangehaald, is dit werk van barmhartigheid in de Middeleeuwen toegevoegd. De kerk heeft zich in die tijd sterk gemaakt voor het recht op en het belang van een respectvolle uitvaart.

We lezen: Mattheüs 27, 57 – 60 Toen de avond gevallen was, arriveerde er een rijke man die uit Arimatea afkomstig was. Hij heette Josef en was ook een leerling van Jezus geworden. Hij meldde zich bij Pilatus en vroeg hem om het lichaam van Jezus. Hierop gaf Pilatus bevel het aan hem af te staan. Josef nam het lichaam mee, wikkelde het in zuiver linnen en legde het in het nieuwe rotsgraf dat hij voor zichzelf had laten uithouwen. Daarna rolde hij een grote steen voor de ingang van het graf en vertrok. Maria van Magdala en de andere Maria gingen tegenover het graf zitten en bleven daar achter.

Het begraven van de doden was in het oude Israël een belangrijke handeling. De overledenen werden in het graf gelegd in de verwachting van de opstanding van de doden. Het bood tegelijkertijd een plaats voor het verdriet van de overledenen. Zo ontfermde Josef van Arimetea zich over het lichaam van Jezus en waakten en treurden Maria van Magdala en Maria bij het graf.

Zorg voor de overledenen vertelt over de hoop die wij meedragen, over onze hoopvolle toekomst in Christus. Zorg voor de overledenen geeft ook ruimte voor de rouw bij de nabestaanden, en ruimte om het verdriet te delen.

Om te doen: vrijdagavond is er van 19.30 – 21.00 uur, in De Voorhof, verliescafé ‘Bakkie Troost’. Het is een ontmoetingsplek voor mensen die een verlies hebben geleden en elkaar op een laagdrempelige manier kunnen ontmoeten.

Dit is de eerste keer dat ‘Bakkie Troost’ open is. Denk gerust even mee of en hoe we dit in de komende tijd vaker kunnen doen. Opgave vooraf is niet nodig.

Om over na te denken: denk je / denkt u wel eens na over de dood? Hoe zou het afscheid vorm kunnen krijgen? Wat betekent het nadenken over de dood voor de beleving van het leven van vandaag?

Zaterdag 5 maart Zorg voor de schepping

We lezen: Genesis 9, 8 – 10 Ook zei God tegen Noach en zijn zonen: ‘Hierbij sluit Ik een verbond met jullie en met je nakomelingen, 10en met alle levende wezens die bij jullie zijn: vogels, vee en wilde dieren, met alles wat uit de ark is gekomen, alle dieren op aarde.

Zorg voor de schepping is in het christelijk geloof in het Westen ondergesneeuwd geraakt. In de vroege Middeleeuwen is de nadruk komen te liggen op het geestelijk leven, en op het perspectief van de hemel. De aarde was ondergeschikt, het doel was om in de hemel te komen. In het Joodse geloof en in de Oosters-orthodoxe kerk speelt de schepping juist een belangrijke rol in het geloofsleven. God komt terug op deze aarde die vernieuwd wordt. Onze handelingen hebben eeuwigheidswaarde.

In de Oosters-orthodoxe kerk is de schepping een icoon van God. Door naar de schepping te kijken, komt God aan het licht. Wat vertellen de bloemen en de bomen ons? Wat hebben de vlinders en de vogels ons te zeggen?

Om te doen: we verzamelen om 10.00 bij de kerk om in kleine groepjes zwerfvuil op te gaan ruimen.

Om over na te denken: hoe ziet u / zie jij onze verantwoordelijkheid voor de schepping? Hoe geeft u / geef jij daar invulling aan?

Zondag 6 maart: Avondmaalszondag Voed de hongerigen en geef drinken aan wie dorst heeft”

We lezen: Johannes 6, 35 ‘Ik ben het brood dat leven geeft,’ zei Jezus. ‘Wie bij Mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in Mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.

Vandaag vieren we Avondmaal. De tafel van delen, de tafel van overvloed. Misschien is dat wel de diepste aanklacht aan de mensheid dat het ons niet lukt om de honger uit te bannen. We kunnen niet de wereld op onze nek nemen, maar wel binnen onze mogelijkheden delen.

Armoede in Nederland ziet er anders uit dan armoede in Afrika, maar armoede blijft armoede. Ook hier in Sliedrecht gaan kinderen naar school zonder ontbijt.

Jezus nodigt ons uit on onze levensvervulling en de volheid van leven in Hem te zoeken en te vinden. Dat kan ons helpen om onze prioriteiten te verleggen en ons levensgeluk op een andere manier in te vullen. Wat betekent het voor u / voor jou dat Jezus ons brood is?

Om te doen: neem levensmiddelen mee naar de kerk. Deze zullen doorgegeven worden aan mensen die het nodig hebben.

Om over na te denken: wie zou jij / u willen uitnodigingen om mee te eten?

Vieren in tijden van duisternis – over de kracht van de eredienst

25 feb

Gisteren, 24 februari, stonden we op met het verschrikkelijke en ondenkbare nieuws dat Rusland Oekraine was binnengevallen. Oorlog in Europa. De beelden van gevechten, van mensen op de vlucht, van burgers die klem zitten tussen angst en onzekerheid en van de moed van de wanhoop ontnamen en ontnemen mij de adem. Sinds gisterochtend ben ik onrustig en kan me slecht concentreren. Ik moet denken aan de kinderen en jongeren die deze oorlogservaring met zich mee zullen gaan dragen en opgroeien met de ruïnes van kapotgeschoten dromen. Ik moet denken aan de jonge mensen die aan het front hun leven op het spel zetten. Aan regeringsleiders die in deze chaos de juiste reactie moeten geven.

Wat me raakt, is hoe het leven van de ene op de andere dag zo ingrijpend kan veranderen. Wat me bezighoudt, is hoe een wereldleider met een te groot ego en een hart van steen (Stijn De Paepe, Poetin & Co) met mensenlevens speelt als met pionnen op een schaakbord. Hoe kun je nog bidden als machtigen maar doen wat hen goeddunkt? Hoe kun je nog zingen als wie klein en kwetsbaar is naamloos verloren gaat?

Dit is echter precies waar het in het geloof op aan komt en waar het in de eredienst om gaat. Het Woord van God: ‘Er moet licht zijn’ terwijl de aarde woest en doods was. Er moet licht zijn – omdat de krachten en machten van chaos en duisternis niet het eerste en zeker niet het laatste woord. In de eredienst worden we herinnerd aan ons fundament. In de eredienst ontdekken we steeds opnieuw dat we geen speelbal op de golven zijn of pionnen in de hand van machthebbers, maar dat we gedragen worden door God die ons hier laat delen in zijn toekomst vol van hoop.

In de eredienst leren we om onze wankelmoedigheid, wanhoop, onverschilligheid en cynisme af te leggen, en ons te kleden in de liefde van Christus. Onze omstandigheden zullen niet veranderen, maar wel worden we opnieuw bepaald bij ons perspectief. En als we Jezus Christus in de ogen kijken, dan kúnnen we de chaos weerstaan en over water lopen.

In de eredienst maken we gebruik van een liturgie. De rituelen, woorden en stiltes brengen de rauwheid en schrik van ons leven in de ruimte van Gods ontferming. De liturgie brengt de aarde bij de hemel en de hemel bij de aarde.

Juist in tijden van duisternis worden we naar de eredienst geroepen. We hervinden onze bedding in Gods liefde en worden aangespoord de krachten van het kwaad te weerstaan.

Daarom durf ik zondag voor te gaan. Niet met de moed der wanhoop, wel met de hoop die door lijden en dood op mij toekomt. Daarom durf ik zondag te zingen. Omdat Gods Geest mij op adem brengt.

Gebed om licht in het duister

21 jan

God van licht,

We roepen tot U

Soms zonder woorden

We roepen tot U

Maar onze stem is hees

We roepen tot U

Maar we weten niet wat we moeten zeggen

We roepen tot U

vanuit een wereld waarin de machtige maar lijkt te kunnen beschikken

over het lichaam en het leven van de ander

vanuit een wereld waarin een mens zomaar

een gebruiksvoorwerp kan zijn

waarin kinderen en vrouwen vogelvrij zijn

O, God van licht – om uw ontferming, om licht in het duister

We zijn verbijsterd en geschrokken

Van de onthullingen rond The Voice of Holland

En we bidden voor de vrouwen die hun verhaal deelden

We bidden voor de vrouwen die in stilte lijden

We bidden voor de vrouwen en de mannen

in wie het verleden wakker is geroepen

en de nachten nu zwaar zijn

de dagen moedeloos

We bidden voor al die kinderen, vrouwen en mannen

die vandaag te maken hebben met seksuele grensoverschrijdingen

in de sport, op het werk, in het gezin, in de kerk

om Uw licht

om recht en een weg uit het misbruik.

Wij bidden

dat zij in Uw licht mogen opstaan

erkenning vinden als zij hun verleden aan het licht brengen.

We bidden voor de mensen die meelijden

Als collega

Als partner

Als kind

Als vriend

Om ruimte

Om een schouder

We bidden voor onze samenleving

Waar hebben we onze kinderen en vrouwen

Uit het oog verloren

En leefden we alleen nog maar voor onszelf?

We bidden voor onze samenleving

Dat recht en gerechtigheid hun plek mogen krijgen

Dat wij willen veranderen

en leven naar uw licht toe

om licht in het duister

God, waar slachtoffers zijn, zijn ook daders

Geef dat we ruimte mogen voelen voor gerechtvaardigde woede

Geef dat we ons nooit verliezen in goedkope genade

of in haat

Geef ook dat daders tot inkeer komen en het geheim doorbreken

Dat we daden blijven veroordelen maar de mens in uw hand durven leggen.

God van licht

Wees met uw licht aanwezig

En verlicht onze duisternis met uw recht, met uw ontferming

De tekst loopt door na de afbeelding

Samen tegen misbruik
Na de onthullingen over The Voice of Holland in het programma BOOS van Tim Hofland en alle commotie en emotie die daarop volgden, hadden we behoefte om samen op te staan tegen misbruik. Ds. Janneke Nijboer, ds. Almatine Leene, ds. Esther Veerman (Stichting Kunst uit geweld) en ik zochten om in woorden en beelden in verbondenheid stem te geven aan wie lijdt en leed door geweld en misbruik. We deden afgelopen weekend (22/23 januari 2022) een oproep op Twitter om aan te sluiten en op je eigen plek, op je eigen manier in een wens, gebed of een licht in dit duister te brengen.

Janneke Nijboer schreef dit gedicht. Esther Veerman plaatste dit lied.

Kerstmusical enthousiast ontvangen

19 dec

Wat waren we blij dat de kerstmusical afgelopen zaterdag (18 december 2021) door kon gaan. Dat was beslist geen vanzelfsprekendheid. Zouden de maatregelen uiteindelijk de plannen gaan dwarsbomen? Ja, er moest geanticipeerd worden op de 17.00 uur-regel. De generale repetitie en de uitvoeringen werden naar voren gehaald van vroeg in de avond naar de middag. En zo kon het toch doorgaan. De herberg zit vol!, een prachtige aansprekende kerstmusical. Ruim 30 kinderen deden aan de musical mee.

Wat is er hard gewerkt door de kinderen die elke zondag trouw kwamen repeteren, met zoveel plezier! En wat is er ook veel werk verzet door de clubleiding en door Zingen en Zo. En al die energie, al dat repeteren, resulteerde in twee ge-wel-di-ge uitvoeringen op zaterdag. De reacties van de familie die in de zaal aanwezig kon zijn en van belangstellenden die via de livestream meekeken, waren lovend.

Kijk zelf maar:

Ik was een geluksvogel, omdat ik bij beide uitvoeringen aanwezig mocht. Wat heb ik genoten van het engelenkoor, van de herders, de Romeinen, de wijzen, de herbergier Nathan en moeder Deborah en dochter Mirjam. En Jozef en Maria. Wat waren de solisten ontzettend goed! Mooie en grappige dialogen, goede muziek met aansprekende en bemoedigende teksten, en een prachtig decor.

Hartelijk dank aan iedereen die aan deze musical heeft meegewerkt: Allian, Elske, Kirsten, Jessica, Tessa, Marieke, Jelle (geluid) en Edmar (licht). En aan de kinderen. En de ouders die de nummers inmiddels konden dromen.

We kijken uit naar een vervolg!

Wij geloven in een God die zich laat vinden

28 nov

Zondag 28 november 2021 beleden 5 gemeenteleden het geloof. Dit is de gezamenlijke geloofsbelijdenis van Hans, Elvira, Melissa, Arjan en Maartje

Wij geloven in een God die zich laat vinden.

We gingen op weg.

Het was een zoektocht

Een ontdekkingstocht.

We gingen op weg vanuit verschillende startpunten

met verschillende achtergronden,

verschillende vragen.

Maar we ontdekten: God laat zich vinden.

In de ruimte van God vinden we

kracht en rust

steun in donkere tijden

redding en die laatste strohalm

warmte en bewogenheid.

Het is Gods liefde voor ons

en de helende werking van zijn vergeving

die ons op de benen zetten

die het fundament zijn van ons levenshuis.

Deze God en Vader

is de schepper van ons leven

waardoor we weten dat we geliefd en bedoeld zijn

we zijn waardevol in Gods ogen

want we zijn Gods kinderen.

Geloven in God

is durven vertrouwen

en een relatie aangaan – in geloof

wandelen op de weg van het Koninkrijk

de weg die Jezus gegaan is

de weg van lijden, sterven en opstanding

de weg van dienende liefde.

God laat zich vinden, maar is niet te vatten

God is groter dan ons denken

God is groter dan onze vragen en twijfels

God is groter dan onze onzekerheid

In Hem zijn wij volkomen

en komen wij thuis

De reis gaat verder

maar nooit alleen

God gaat met ons mee.

De preek was weer niets – en andere kansen om te groeien in geloof

22 okt

Een tijdje terug was er wat commotie in protestants domineeland. Paus Franciscus meldde dat een preek niet langer dan 10 minuten zou moeten duren. “Een preek is niet bedoeld om de toehoorders te kwellen, maar om hun hart te raken”, aldus de Paus.

Het is goed om met elkaar na te denken over de waarde van de preek. Hoe vaak komt de preek niet even ter sprake tijdens het kopje koffie? En daar liggen kansen! In het komend seizoen willen we inzetten op de vraag hoe we kunnen groeien in geloof en in onderlinge verbondenheid. Ik ben benieuwd wat uw / jouw ideeën, gedachten en verlangens zijn. Ik heb zelf enkele kansen op een rijtje gezet:

  1. De preek was weer niets / wat was het een fijne preek

Het was een mooie doordeweekse dag. Ik was op bezoek bij een gemeentelid. Door het open raam kwamen geluiden naar binnen die deden vermoeden dat de zomer nog lang niet voorbij was. Zonnestralen wandelden door de woonkamer. “Ja”, zei mijn gesprekspartner, “We praten niet zo snel over diepere dingen. Het kan gebeuren dat iemand zegt ‘de preek was weer niets’ of: ‘het was een fijne preek’, maar daar blijft het ook bij”.

In mijn beleving liggen hier prachtige kansen. Als iemand de preek helemaal niets vond, zit hier een verlangen of een visie achter. Degene die dit zegt, verwacht iets van een preek. Zelfs een nietszeggende preek kan een opening bieden voor een verdiepend gesprek dat ons helpt te groeien in ons geloof. In plaats van de opmerking voor lief te nemen, zouden we kunnen vragen: ‘Wat is je verlangen?’ Of: ‘Vertel eens, wat maakt een preek goed voor jou?’

(Tekst loopt verder na de afbeelding)

  • Samen koffie drinken – de ziel heeft ook dorst

De tweede kans is het koffiedrinken na de dienst. Veel mensen gaven aan dit erg gemist te hebben tijdens de coronaperiode en erg blij te zijn dat we nu weer samen koffie kunnen drinken. Toch is het goed om hier twee kanttekeningen bij te maken. Allereerst geven verschillende gemeenteleden aan dat ze koffiedrinken aan zich voorbij laten gaan. Zeker als mensen alleen zijn, geven ze aan dat ze het lastig vinden om zomaar aan een tafeltje bij anderen te gaan zitten. Vaak lijkt het erop dat elke tafel vaste stamgasten kent, die het samen zo goed hebben dat ‘nieuwkomers’ zich niet altijd welkom voelen. Het is een uitnodiging voor de gevestigde koffiedrinkers om goed om zich heen te kijken of iedereen gezien wordt en mee kan doen. In de tweede plaats geven verschillende koffiedrinkers aan dat de gesprekken na de dienst vaak een zekere mate van oppervlakkigheid kennen. De gesprekken gaan niet vaak verder dan koetjes en kalfjes. Wat zou het een kans zijn om juist na de viering onder het genot van een kopje koffie na te praten over de dienst en te vertellen wat een gebed, een woord, de zegen voor je heeft betekend. Zou het een idee zijn om op elke tafel een Kletspot met verdiepende en verbindende vragen neer te zetten?

  • Doe mee met een kring of een andere activiteit

Een mooie manier om te groeien in geloof en in verbondenheid, is om deel te nemen aan een kring of een andere activiteit. Niets is opbouwender en inspirerender dan samen na te denken over geloof en leven en om ervaringen te delen. Nu zou het kunnen zijn dat een tijdstip niet uitkomt of dat je liever over een ander onderwerp of op een andere manier over een onderwerp spreekt. Geef het aan. Er zijn vast andere gemeenteleden met dezelfde vragen en verlangens. Hoe mooi is het om samen te groeien in geloof en in verbondenheid?

  • Maak tijd in het gezin

Vaak zijn we te druk, te moe of hebben we te weinig inspiratie om in ons eigen gezin werk te maken van groei in geloof en in verbondenheid. Tegelijkertijd is het bijzonder verrijkend en bemoedigend als het ons lukt om in ons eigen gezin samen te bidden of samen te spreken over wat ons ten diepste bezighoudt. Tijd maken voor geloof en leven is verdieping van verbondenheid en zal altijd lonen.

  • Oefen in volharden

Tot slot: als groei in geloof en verbondenheid eenvoudig zou zijn, zouden we er geen aandacht voor te hoeven vragen. Het tegendeel is echter waar. Er is veel in ons leven dat ons weerhoudt om tijd en aandacht te schenken aan groei. Daarom komt het aan op volharden. Gewoon beginnen en stug volhouden. Israël was op weg naar het Beloofde Land, maar moest eerst 40 jaar door de woestijn trekken. Een hele generatie zou sterven en niet zien waarom die woestijnreis nodig was. Toch hielden ze vol. Misschien zullen ook wij niet zien waarom we volhouden en volharden. Maar we doen het in vertrouwen op God. We doen het in de overtuiging dat we iets door te geven hebben aan onze jongeren. We doen het in de hoop dat de toekomst van God is.

Een eigen bijdrage voor de VOG – is dat erg?

16 okt

In 2019 besloot de synode (het landelijk bestuur) van de Protestantse Kerk in Nederland om de Verklaring omtrent Gedrag (VOG) in kerkelijke gemeenten verplicht te stellen voor vrijwilligers die werken met kwetsbare mensen. Het was één van de maatregelen om plaatselijke gemeenten aan te sporen om werk te maken van een veiligheid binnen de gemeente. Op de website veiligekerk.nl die werd gelanceerd, is een stappenplan te vinden op weg naar een veilige kerk.

Wat bijzonder was, was dat de plaatselijke geloofsgemeenschappen gebruik konden maken van de regeling om de VOG gratis te verkrijgen. Aan de gratis VOG zijn wel enkele voorwaarden verbonden: zo moet er preventief beleid ontwikkeld worden en moeten er vertrouwenspersonen in de gemeente zijn aangesteld. Het verplichtende karakter, gekoppeld aan deze voorwaarden bieden een goede mogelijkheid om gemeenten over de streep te trekken om werk te maken van de strijd tegen ongewenste grensoverschrijdingen. In dit blog heb ik dat uiteengezet.

Belang van de VOG

Dit weekend liet de PKN echter in een bericht weten dat er een einde komt aan de gratis VOG. Vanaf januari 2022 zal er een eigen bijdrage voor de VOG gevraagd worden. Nu is de vraag: is dat erg?

Misschien is het goed om eerst iets te vertellen over de ambivalentie rond de VOG. De plaatselijke geloofsgemeenschappen staan niet in de rij om de VOG te omarmen. De VOG vergroot immers nauwelijks de veiligheid in de plaatselijke gemeente. Alleen als iemand veroordeeld is, zal een VOG geweigerd worden. Iedereen die nog niet betrapt is of pas in de eigen gemeente zich schuldig maakt aan misbruik, zal gewoon een VOG krijgen. Met andere woorden: de VOG biedt geen veiligheid.

Ook zien veel gemeenten op tegen de dynamiek die in de eigen gelederen kan ontstaan. Sommige vrijwilligers doen al jarenlang hun taken in de gemeente. Het vragen om een VOG kan voelen als wantrouwen waardoor er ook vrijwilligers af haken. Gemeenten die worstelen om het hoofd boven water te houden, kunnen dit missen als kiespijn. Tot slot blijkt in de meeste gemeenten de strijd tegen misbruik sowieso geen prioriteit te hebben.

De andere kant is dat er wel een belangrijk signaal van uit gaat: als we vrijwilligers om een VOG vragen, geven we aan dat we echt werk maken van de veilige kerk. Daarnaast sluiten we aan bij de ontwikkelingen in de samenleving. Binnen zorg en onderwijs is het allang gebruikelijk om te vragen om een VOG. Juist de gratis VOG kan gemeenten helpen om beleid vorm te geven en werk te maken van vertrouwenspersonen.

Eigen bijdrage

Nu komt er dus een einde aan de mogelijkheid om een gratis VOG aan te vragen. De PKN biedt nog de mogelijkheid om snel (vóór 31 december van dit jaar) een VOG aan te vragen, maar in dit soort situaties is haastige spoed zeker niet goed. Beleid maken rond veilige kerk vraagt om een overwogen tijdspad waarin de gemeente wordt meegenomen. Daarnaast moeten er belangrijke vragen beantwoord worden: wie komen in aanmerking voor de gratis VOG, hoe kunnen we voldoen aan de voorwaarden en wie gaat de VOG regelen voor de plaatselijke gemeente? Als dit niet goed doordacht wordt, zal het beleidsvoornemen averechts werken.

Daar komt nog iets bij:in november 2019 werd de VOG verplicht. Tegelijkertijd bleef het behoorlijk stil. Er zijn maar een paar gemeenten die gebruik hebben gemaakt van deze mogelijkheid. En dat is toch echt een gemiste kans.

Actie gevraagd

Het is mijns inziens spijtig dat er een eigen bijdrage gevraagd gaat worden voor de VOG. Juist in deze tijd komen er zoveel verhalen naar boven die het noodzakelijk maken om als landelijke kerk in actie te komen: enkele jaren geleden kwam Resister Tear met een peiling onder christelijke vrouwen. 70% van de vrouwen bleek zich onveilig te voelen in de kerk. Uit een recent onderzoek blijkt dat seksisme in de kerk een serieus probleem is. Nu is seksisme geen misbruik, maar biedt wel de voedingsbodem voor seksuele grensoverschrijdingen. Onderzoeken binnen de sportwereld en de danswereld laten zien dat misstanden in de haarvaten van onze samenleving zitten.

Juist nu zou de kerk een statement moeten maken en met vaart werken aan een veilige kerk. Misschien gebeurt dit ook en heb ik het niet gezien. Dat is natuurlijk mogelijk. Maar het signaal dat meekomt in de eigen bijdrage voor de VOG helpt niet. In die zin vind ik het inderdaad erg.

Ook vandaag zijn er weer mensen misbruikt in een christelijke context. Elke gemeente moet aan de slag met de veiligheid en met de strijd tegen misbruik. De eigen bijdrage voor de VOG is overigens geen enkel excuus om niet te werken aan een veilige gemeente. Luister eens naar de verhalen van mensen die te maken hebben gehad met geweld of misbruik. Die verhalen vragen om een dubbele inzet: laat zien aan welke kant je als gemeente staat. Maak beleid, zorg voor vertrouwenspersonen. Ook dit is werken aan Gods Koninkrijk.

Geef elkaar de ruimte

24 sep

De anderhalve meter mag onder voorwaarden worden los gelaten. De verplichting van het houden aan de anderhalve meter wordt een dringend advies. Dat is in het kort de strekking van de laatste versoepelingen die door de overheid zijn aangekondigd. De voorwaarde is in de meeste gevallen dat er een vaccinatiebewijs of een negatieve coronatest moet worden overlegd. De overheid zoekt enerzijds een weg uit de beperkende maatregelen, maar houdt anderzijds rekening met het gegeven dat tussen de 15 en 20% van de Nederlanders niet is gevaccineerd. Ook liggen er nog relatief veel mensen in het ziekenhuis met de gevolgen van corona, terwijl de zorg al langere tijd overbelast is.

Naar aanleiding van deze versoepelingen kwam het moderamen van de landelijke PKN met een advies voor de plaatselijke gemeenten:  ‘Geef elkaar de ruimte’. In het advies wordt gesproken over het aanhouden van ‘gepaste ruimte’. Het moderamen geeft aan dat een vaccinatiecheck bij de ingang van de kerk niet wenselijk is. René de Reuver: “Het past niet in het kerkelijk denken om van tevoren te controleren of iemand welkom is”.

Wat betekent dit voor onze kerk en onze vieringen?

Hierover hebben we op de kerkenraad van 20 september doorgesproken. Voordat we de uitkomst van het gesprek meedelen, is het goed om onze overwegingen nader toe te lichten. Allereerst hebben we te maken met een dilemma: er is een groot verlangen om de maatregelen om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, achter ons te laten. De fysieke afstand tussen mensen heeft ook eenzaam gemaakt. Inmiddels hebben de mensen die dat wilden de vaccinaties kunnen krijgen. Kunnen we nu niet gewoon verder met de toekomst? Het lastige is dat het coronavirus niet weg is (en ook niet meer weg zal gaan). Mensen met een kwetsbare gezondheid kunnen vatbaar blijven, met name als een te groot deel van de Nederlanders niet gevaccineerd is. De ruimte die de niet-gevaccineerden vragen, heeft gevolgen voor de ruimte die mensen met een kwetsbare gezondheid durven in te nemen. Daar komt bij dat we als kerk ook een verantwoordelijkheid hebben in het voorkomen van een extra druk op de zorg.

Als kerk moeten we ons met dit dilemma verhouden. We realiseren ons dat het niet mogelijk is om een besluit te nemen waar iedereen zich in herkend en gekend weet. Als we zouden kiezen voor terug naar het oude normaal zonder enige toetsing, betekent dat een deel van de gemeente zich onveilig of te kwetsbaar zal voelen. Als we zouden kiezen voor testen voor toegang, zou een deel van de gemeente dit als een struikelblok ervaren. Als we zouden kiezen om voorlopig maar te wachten met versoepelingen – en dus de anderhalve meter aanhouden – zou dit ook op weerstand en onbegrip stuiten.

In de visie van de kerkenraad is er dan ook maar één passende mogelijkheid in deze tussenfase. We richten de kerkzaal in in twee blokken plus de gaanderij. In het ene blok en op de gaanderij laten we de afstand tussen de kerkbezoekers los. Het is aan de bezoekers zelf of ze samen naast elkaar gaan zitten of met enige ruimte ertussen. In het andere blok houden we de anderhalve meter aan. Mensen die om wat voor reden dan ook het prettiger en veiliger vinden om de anderhalve meter afstand te houden, kunnen in dit blok plaatsnemen.

We maken nog geen gebruik van de hoofdingang. Bij de ingang via de Voorhof staat een steward klaar die nader uitleg zal geven over de blokken in de kerkzaal.

We realiseren ons dat ook deze oplossing niet ideaal is. Tegelijkertijd biedt het voor een ieder op dit moment ruimte. Laten we zo elkaar ruimte geven tot opbouw van de gemeente.