Archief | pastoraat RSS feed for this section

Rouw

11 jul

Het verlies van een dierbare zet je wereld op zijn kop. Van het ene op het andere moment ben je als het ware in een ander land: het land van de rouw. Een nieuw land waar van je de taal niet spreekt en waar je de weg niet kent. Als de dood inbreekt in het leven, dient de rouw zich aan. Altijd en overal. Hoe kun je daar mee omgaan.

Misverstanden

Er zijn verschillende misverstanden als het gaat om rouw. Een eerste misverstand is dat je ‘er over heen komt’ of dat je het verlies kunt verwerken en ‘achter je laten’. Wie afscheid moet nemen van een geliefde, draagt die persoon onder het hart. In leven en in sterven. De relatie die je met de overledene hebt, houdt niet op. De omstandigheden zijn veranderd en daar moet je je mee leren verhouden. Rouwen is niet vergeten of achterlaten, maar meenemen, en je leren verhouden met het verlies: overleven en doorléven.

Een tweede misverstand is dat er maar één juiste manier van rouwen zou zijn. Rouwen is universeel. Hoe je handen en voeten geeft aam rouw is echter persoonlijk en verschilt van persoon tot persoon. Jouw weg is uiteindelijk de goede weg.

Ruimte om te rouwen

Het valt niet mee om de weg van de rouw te gaan. Een belangrijke reden is dat het in onze samenleving lastig is om over rouw te praten. Als er weinig ruimte is in de samenleving om aandacht te besteden aan rouw, zullen rouwenden hun verhalen en emoties bij zich houden.

Daarom zijn gezamenlijke en publieke rituelen zo van belang. Het helpt om een bedding te vinden waarbinnen het verhaal van afscheid en verlies verteld kan worden.

Rouwtaken

Er is veel geschreven over rouwen en omgaan met verdriet. Het is goed om te beseffen dat niemand in een model of een mal gedrukt kan worden. Manu Keirse (Helpen bij verlies en verdriet) spreekt daarom over rouwtaken. Hij onderscheidt er vier. Deze taken lopen soms door elkaar heen. Soms dient een taak zich opnieuw aan.

De eerste rouwtaak is de werkelijkheid van het verlies onder ogen zien. Soms is het verlies niet of nauwelijks te bevatten en kost het moeite en energie om de werkelijkheid tot je door te laten dringen.

De tweede rouwtaak is de pijn van het verlies te ervaren. De pijn van het verlies is een spiegel die de kostbaarheid van je relatie weerkaatst. In het ervaren van de pijn kunnen de emoties een ongekende intensiteit hebben. De emoties kunnen verschillen: boosheid, verdriet of schuldgevoel.

De derde rouwtaak is het aanpassen aan de nieuwe situatie na het overlijden van de dierbare. Het gaat om aanpassingen in het dagelijks leven: hoe ga je verder als vriendengroep als er een vriend is weggevallen? Hoe ga je om met de lege plek aan tafel? Soms moet je ook als het ware een nieuw beeld van jezelf uitvinden. Opeens ben je weduwe. Of een ouder die een kind is verloren. Wat doet dit met je zelfbeeld, met je identiteit? Het kan ook zijn dat je je levensovertuiging of je geloof moet aanpassen aan de nieuwe situatie. Hoe kijk je naar de toekomst? Het vraagt om opnieuw vertrouwen te vinden, het herschrijven van je levensverhaal.

Dat laatste raakt tenslotte aan de vierde rouwtaak die Keirse onderscheidt: de band bewaren in de herinneringen en opnieuw leren genieten. Het gaat er niet om om je dierbare los te laten, maar wel om hem of haar anders te leren vasthouden.

Bijbelse verhalen om in te schuilen

Wat ik zelf opmerkelijk en bijzonder vind, is dat de Bijbel verhalen en geschiedenissen aanreikt die in tijden van ontreddering en wanhoop eeuwenlang mensen hebben geholpen om in duisternis en donkerte zicht te houden op het Licht en vast te houden aan hoop van Godswege.

Het scheppingsverhaal vertoont een overeenkomst met de zojuist genoemde eerste rouwtaak: de werkelijkheid van het verdriet onder ogen zien. Genesis 1 begint juist daar: in de chaos. De aarde was woest en doods. Zo kun je je voelen als je de werkelijkheid onder ogen ziet. Maar dan klinkt daar Gods stem: Er moet licht zijn. En zo wordt vanuit die chaos een ruimte gecreëerd: een hemelkoepel om onder te schuilen, en grond om op te staan.

In Jeremia lezen we hoe het volk Israël dat weggevoerd was uit het eigen land en naar een vreemd en vijandig land was gebracht. Het volk hoopte en verwachtte misschien wel dat God hen zou bevrijden en thuis zou brengen. De boodschap van Jeremia is echter een andere: ‘dit is het. Bouw huizen, sticht gezinnen. Hier blijven jullie wonen’. Maar er is ook de belofte: in die vervreemding, ben Ik bij jullie. Als je te maken krijgt met rouw, kun je je vreemdeling voelen in je eigen lijf, in je eigen leven. Het verlies kan niet meer ongedaan gemaakt worden. Met deze pijn en vervreemding moet je leven – maar niet alleen, God gaat met je mee.

Opnieuw leren leven valt niet mee. Als het volk Israël uit Egypte is bevrijd, vindt het zichzelf terug aan de oever van de Schelfzee. In hun rug komen de Egyptenaren (de pijn, de ontkenning, al het verstillende verdriet) er al weer aan. Er is echter geen weg meer. Voor hen ligt de zee met alle diepte. Dan maakt God een weg waar geen weg was, dwars door het water van nood en dood.

De belangrijkste Bijbelse verhaallijn is het Rijk van God, de toekomst die ons wenkt. Dat is het perspectief waaronder we mogen leven en schuilen. Dat is de toekomst die het mogelijk maakt om ook te kunnen genieten.

Hoe verder?

Hoe kun je rouwen, hoe werkt het? Misschien is het het meest van belang om te vertellen en om te blijven vertellen. Hoe voel je je vandaag? Voor de mensen om rouwenden heen is mijn advies: luister, luister nog een keer en blijf luisteren. Het is van onschatbare waarde.

God gaat mee. Soms wordt Hij heel nadrukkelijk ervaren. Soms ervaren rouwenden troost. Soms is God een wanhopige schreeuw verwijderd. Soms komt God aan het licht in de trouw van een medemens.

God gaat mee. Hij bewaart jouw tranen in zijn kruik (psalm 56). Jouw tranen zijn kostbaar. Of je ze in stilte hebt gehuild of samen met je vrienden. En straks wist Hij je tranen van je ogen. Liefdevol en zorgzaam.

Wij mogen schuilen in zijn naam: Ik ben bij je.

Huiselijk geweld, depressie en eenzaamheid: taak voor de kerk

8 mei

Na zes, zeven weken komt er nu enig zicht op een verlichting van de intellectuele lockdown waar Nederland sinds het uitbreken van de coroancrisis mee te maken heeft. Deze tijd is ongekend. Onze wereld is van de ene op de andere dag tot stilstand gekomen. De dagelijkse invulling van ons leven stond en staat volledig op zijn kop: bezoeken, werk, school, sport en ontspanning, niets is meer vanzelfsprekend.

Dit is waarom we drastische maatregelen nemen tegen corona | Punt.

Onzekerheid, rouw en machteloosheid

Het is een tijd waarin allerlei bestaanszekerheden onder druk zijn komen te staan. Het blijkt dat we ons leven veel minder in eigen hand en onder controle hebben dan we dachten. Belangrijke waarden als onafhankelijkheid en eigen regie blijken kwetsbaar.

We hebben te maken met het verdriet en het leed van mensen die geliefden hebben verloren of die familieleden of vrienden op de IC zagen terechtkomen. We hebben gezien hoe haast vanuit het niets onze zorg overspoeld werd met mensen die besmet waren met Covid-19, zodat het uiterste werd gevraagd van het medisch personeel.

We probeerden onze kwetsbare medemensen te beschermen. Ontroerend om te zien welke positieve kracht dit losmaakte in de samenleving. Tegelijkertijd konden we niet voorkomen dat ook in verpleeghuizen het coronavirus kon toeslaan. Ook de noodzakelijke afspraak om bezoek voorlopig niet toe te laten in instellingen trok een zware wissel op bewoners en op partners, familie en  vrienden.

Voor veel werkgevers, ondernemers en werknemers is er financiële onzekerheid en zorg.

Stress

Verlies, onzekerheid, angst en machteloosheid hebben ook effect op onze geestelijke gezondheid. Het kan stress met zich meebrengen. Nu is dat op zich gezond en normaal. Stress is een gezonde reactie op abnormale gebeurtenissen. Tegelijkertijd is het wel van belang om die stress te reguleren door het bijvoorbeeld in gesprek te brengen.

Daar komt nog iets bij: de maatregelen om verspreiding van het virus te voorkomen, treffen een kwetsbare groep die in de nieuwsberichten en in de planning van het kabinet nauwelijks aandacht krijgt. Mensen met een psychiatrische problematiek, mensen die een therapeutisch traject volgen of ambulant begeleid worden en kinderen en jongeren die gebruik maken van jeugdzorg lijken niet in beeld te zijn.

Kracht van geloofsgemeenschappen

Voor de geloofsgemeenschappen ligt hier mijn inziens een belangrijke taak. De meeste geloofsgemeenschappen hebben immers een waardevol netwerk van bezoekers. Vrijwel alle geloofsgemeenschappen hebben één of meerdere professionals in dienst die goed in staat zijn om gesprekken te voeren over betekenisverlening, zingeving, omgaan met rouw en verlies en je weg vinden in eenzaamheid.

Geloofsgemeenschappen zouden in deze fase alert moeten zijn op drie thema’s: huiselijk geweld, eenzaamheid en neerslachtigheid en suïcidale gevoelens.

Eenzaamheid

In veel geloofsgemeenschappen is het bezoekwerk ingrijpend veranderd. Huisbezoek zit er even niet in, dus er is nu veel telefonisch en digitaal contact. Ook deze contacten bieden weer nieuwe mogelijkheden. Geloofsgemeenschappen hebben appgroepen en belcirkels opgezet waardoor er ook weer een hernieuwd contact mogelijk was. In deze contacten was de eerste focus: hoe gaat de gesprekspartner om met de (praktische) gevolgen van de lockdown. Er is aandacht voor eenzaamheid en met name met verschillende (kaarten)acties wordt geprobeerd om eenzame mensen duidelijk te maken dat ze niet vergeten worden.

Neerslachtigheid en suïcidale gedachten

Zouden we niet ook een stapje verder kunnen gaan? Daar waar bezoekers trouw met een zekere regelmaat hun gesprekspartners bellen, ontstaat een vertrouwen waarbinnen zorgen en moeiten gedeeld kunnen worden. Het bezoekteam kan toegerust worden om signalen van neerslachtigheid en suïcidale gevoelens op het spoor te komen om het door te geven aan de professionals. Een ingrijpende gebeurtenis hoeft niet tot een traumatische ervaring te leiden, als er aandacht en goede zorg is. Een tijd terug schreef ik dit over omgaan met moeilijke verhalen.

Bezoekers kunnen een verschil maken door hun trouw en betrokkenheid. Als mensen neerslachtig en somber worden, kunnen suïcidale gedachten meer ruimte krijgen. Deze gedachten krijgen de ruimte om terrein te winnen als niemand het gesprek over suïcidaliteit durft aan te gaan of er naar durft te vragen. Je kunt altijd verwijzen naar 113: zijn bieden ondersteuning als je je zorgen maakt om iemand en je kunt ook zelf naar deze organisatie doorverwijzen. Meer info vind je hier op hun website. Eerder schreef ik dit artikel over de dynamiek rond suïcide en geloof.

Huiselijk geweld

Tot slot wordt er in de lockdown-tijd meer huiselijk geweld gemeld. Daar waar al sprake was van misbruik en geweld in een gezin, zijn de veilige momenten van de dag verdwenen omdat iedereen op elkaars lip zit. Daarnaast kunnen stress en spanningen ten gevolge van machteloosheid leiden tot gewelddadige uitingen in woorden of gebaren. We zullen als geloofsgemeenschappen ook hier onze verantwoordelijkheid moeten nemen. Durven we het gesprek te voeren over het omgaan met machteloosheid, ook als het ongemakkelijk wordt? De slachtoffers van geweld verdienen het dat we niet wegkijken.

Deze maanden nodigen uit om met spoed werk te maken van een blijvend toegankelijk beleid rond huiselijk geweld en seksueel misbruik. Maak werk van preventie: benoem de thematiek en de mechanismen, zorg voor vertrouwenspersonen en werk met protocollen die voor iedereen terug te vinden zijn.

Deze tijd laat zien wat de waarde van een geloofsgemeenschap kan zijn.

 

 

Stil verdriet in tijden van corona

19 mrt

De telefoon gaat. Een gemeentelid ligt in het ziekenhuis en is terminaal. Verschillende gedachten schieten door mijn hoofd. Zouden enkele weken geleden mijn gedachten alleen bij het gemeentelid en de familie zijn, nu is de eerste vraag: is het veilig?

Enkele dagen later zitten we (in zo klein mogelijke kring) om de tafel om de uitvaart voor te bereiden. We zijn verdrietig. Niet alleen om het verlies van een dierbare, maar ook om alle pijnlijke, maar noodzakelijke maatregelen om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Er komt geen fysieke condoleance. Er is geen gelegenheid om na afloop even samen wat te drinken en/of te eten. Er mogen maximaal 30 mensen bij de afscheidsplechtigheid aanwezig zijn – hoe moet je kiezen? Verdrietig, maar noodzakelijk.

Stil verdriet.

Een berichtje via Whatsapp. Een oudere uit de gemeente is overstuur. De instellingen gaan op slot. Er mag niemand meer op bezoek gaan. Zijn vrouw zit op een verpleegafdeling. Hij woont nog in het appartement. Elke dag bezocht hij trouw zijn vrouw. Nu mag het niet meer.

Dementerenden, mensen met een niet aangeboren hersenafwijking, mensen met een verstandelijke beperking. Wat kijken ze uit naar bezoek. Ze begrijpen het niet – waarom komt er niemand? Noodzakelijke maatregelen, maar wat een impact.

Stil verdriet.

Ik hoor van (groot)ouders die hun (klein)kinderen niet kunnen ontvangen. De eenzaamheid die met de isolatie meekomt. Ik hoor van de zorgen van ouders om hun kinderen die werken op de IC of verpleegafdelingen.

Stil verdriet.

Ik hoor verhalen over de ingrijpende gevolgen van het coronavirus – we zijn het verplicht aan elkaar om alles in het werk te stellen om de verspreiding van het virus tegen te houden.

En toch – en toch hoor ik van een God die trouw is. Dat we een anker hebben als we heen en weer worden geslingerd op de golven. Dat we een God hebben die met ons mee optrekt op onze levensweg, zelfs al gaat onze weg door een dal van diepe duisternis – God is daar.

Het licht van Pasen valt op ons. Dat is onze zekerheid. Onze omstandigheden veranderen voorlopig misschien niet. Maar in hoe we ons verhouden met wat op ons toekomt, opent zich de ruimte van Gods ontferming, en ontvouwt zich de hoop.

Wat is er veel stil verdriet. In psalm 56 lezen we dat God ál onze tranen ziet en opvangt. Kostbaar in zijn ogen. We zijn niet alleen.

Stil verdriet, maar niet alleen.

Omgaan met tegenslagen

24 feb

Gisteren (23 februari 2017) was de eerste bijeenkomst van de seniorenkring van dit seizoen. Deze kring is een mooie samenwerking tussen de Vriezenhof (het woonzorgcentrum in Vriezenveen) en de Ontmoetingskerk. We komen samen in een van de zalen van de Vriezenhof, en de deelnemers komen uit de Vriezenhof zelf, de aanleunwoningen en uit de kerkelijke gemeente.

Het thema was ‘omgaan met tegenslagen’. Als opening lazen we psalm 23, een bekende en aansprekende psalm van David. Met name de zin ‘Al gaat mijn weg door een donker dal, ik vrees geen gevaar, want U bent bij mij’ bepaalde ons bij de vraag: hoe gaan we om met tegenslagen? Is God dan een kracht of roept geloof juist vragen op?

Image result for storm

David

Het levensverhaal van David kleurt de weg door het donkere dal in. In die ervaringen komt hij ook dicht bij onze levensverhalen. David heeft te maken gehad met doodsangst, met verraad, met verlies van dierbaren en met schuld. Hij heeft weet van machteloosheid, van schaamte en van schuld – en van de God van recht en van genade.

Bijbelse hulpbronnen

In de Bijbel zijn verschillende lijnen te herkennen die ons kunnen helpen om een weg te vinden in de tegenslagen van het leven.

(Her)schepping

De eerste lijn die de Bijbel aanreikt is die van (her)schepping. Wanneer we dierbaren moeten loslaten of als gezondheid niet meer vanzelfsprekend is, als we met teleurstellingen te maken krijgen, kan het scheppingsverhaal helpen om weer houvast en hoop te vinden.

De aarde was woest en doods – zo kan het leven ook voelen: wat rest zijn chaos en de golven die ons overspoelen. Een oervloed die ons de adem ontneemt. Maar we lezen in de Bijbel dat zelfs in die chaos de Geest van God aanwezig is. En dan spreekt God. Zijn Woord weerspreekt de chaos en schept vaste grond en toekomst.

Doortocht

Een tweede lijn is het verhaal van de uittocht van het volk Israël. Tegenslagen kunnen je gevangen en klem zetten. Je weet niet meer hoe je verder moet met je leven. Het is God die ons roept en wegtrekt uit de beklemming en op ons weg brengt naar het Beloofde Land. Het volk Israël is nog maar een paar dagen op weg, als ze opnieuw klem komen te zitten. Het water van de Rode Zee maakt verder gaan onmogelijk, maar ondertussen komen de Egyptenaren, de spoken uit het verleden alweer als een bedreigende macht op hen af. zo kan het zijn als je probeert los te komen van gebeurtenissen die je neerdrukken en klem zetten. Maar dan maakt God een weg waar geen weg was. Dwars door de Rode Zee. Dwars door het water van nood en dood.

Ballingschap 

Een derde lijn is het verhaal van het volk Israël in ballingschap. Het volk is weggevoerd uit het Beloofde Land en leeft als vreemdeling in een ver en vijandig land. Wat verlangen de Israëlieten om terug te mogen keren. De profeet Jeremia heeft echter een andere boodschap: jullie moeten hier huizen bouwen en je vestigen. De ballingschap is onafwendbaar en moet geaccepteerd worden. Zo kan ons leven zijn. We maken dingen mee of moeten omgaan met situaties die onomkeerbaar zijn. Er volgt geen herschepping of bevrijding. We moeten onder ogen zien wat ons gebeurt en dat accepteren. Maar ook dan is daar de belofte dat God met ons mee zal gaan.

Nieuwe hemel en nieuwe aarde

Een laatste lijn, tenslotte, is het visioen van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Paulus schrijft dat het lijden van deze tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die ons te wachten staat. In het laatste Bijbelboek lezen we hoe God onder ons wil wonen en ons de tranen van de ogen wist. Een liefdevol en zorgzaam gebaar, oprechte troost.

Deze verhalen kunnen ons helpen om een weg te zoeken in de tegenslagen van het leven. In het gesprek dat volgde, was er ruimte om persoonlijke ervaringen uit te wisselen en vragen te stellen. Een waardevolle en bemoedigende ontmoeting.

Gebeden bij ziekte

15 feb

Gebeden bij ziekte

  1. Een gebed voor wie je lief is

Lieve God, bron van liefde

Nu ziekte mij beperkt,

mijn denken soms verstoort,

mijn kracht verzwakt

en mij mijn energie ontneemt,

bid ik voor wie mij lief en dierbaar zijn.

Wilt U hen zegenen met uw licht

bemoedigen met uw liefde.

Geef hen de kracht te dragen

en mij de moed om te ontvangen.

Zegen onze liefde. Amen

 

 

  1. Een gebed om licht

God van licht,

Soms is het gewoon even teveel

Te moeilijk en te zwaar

Soms zitten de tranen mij hoog

en welt een schreeuw op in mijn binnenste

Omdat de ziekte het donker maakt

Omdat het soms lastig is om moed te houden

Daarom, God, bid ik om uw licht

Tegen het donker

Tegen de chaos

Want uw licht geeft hoop

Amen

 

  1. Een dankgebed om lichtpuntjes

Lieve God,

Ik dank U om uw trouw

Ik dank U voor uw zegeningen

voor lichtpuntjes in de nacht

voor de zorg van geliefden

voor het bed om te rusten

voor de zonnestraal in mijn gezicht

voor het zachte kussen in mijn rug

voor de tederheid van mijn lief

voor het meeleven van mensen

voor het werk van de artsen

amen

 

  1. Een gebed voor de nacht

Hemelse Vader,

De zon is ondergegaan

De nacht heeft de sterren aan het licht gebracht

Aan het einde van de dag

bid ik tot U, God van licht

om uw beschuttende vleugels

om uw vrede

om uw liefdevolle geborgenheid

zodat ik mij in alle rust aan de slaap mag overgeven.

Zegen het goede van dag

en vergeef het kwade.

Zegen mijn geliefden en bewaar ons voor elkaar. Amen

 

 

  1. Een gebed in angst en nood

God,

Het water staat me aan de lippen

De golven overspoelen me

Ik raak op drift

en roep naar U

mijn God, mijn toeverlaat

U hebt de aarde gegrondvest – wees mijn rots

U zoekt wie verloren is – wees mijn Herder

U laat niet los wat uw hand is begonnen – wees mijn hulp

U bent mijn toren van kracht

U bent mijn kracht, bij U schuil ik. Amen

 

 

  1. Een gebed bij ziekte, geschreven door Sytze de Vries

Lieve God, hemelse Vader

Als wij langs de grenzen

van het leven moeten gaan,

waar ziekte ons klein maakt,

onzeker en afhankelijk,

laat ons leven dan nooit

verlopen in angst.

Laten er mensen zijn

die ons vasthouden:

wees Gij zelf aanwezig

in de handen die mij verzorgen,

in de woorden mij toegesproken,

en ontbreek mij niet

in mijn zuchten en mijn bidden,

in de liefde die blijft spreken.

 

Wees aanwezig als een vriend,

en beschut mij, en omarm mij.

Houd mij vast wanneer ik wankel,

nu de schaduw langer wordt.

 

Wees aanwezig bij ons allen,

die mij lief zijn.

Dat nooit de nacht zo diep kan zijn

of Gij zijt daar. Amen

 

 

 

Moeilijke verhalen? In gesprek met mensen met een traumatische ervaring

2 jan

Dit artikel is verschenen in Ouderlingenblad jaargang 94, nummer 1075, november 2016, pp. 14 – 18

Wat opvalt, is dat veel pastorale bezoekers verlegenheid ervaren in het omgaan met lastige verhalen die hen worden toevertrouwd. Ben ik wel de juiste persoon om hier op in te gaan? Ben ik wel voldoende toegerust? Kan ik dit wel aan? Het zijn verhalen waar je wakker van kunt liggen. 

hand geöffnet

Marja, een contactpersoon, brengt een bezoekje aan een oudere vrouw uit de kerkelijke gemeente die onlangs jarig is geweest.  De vrouw is aangenaam verrast door het bezoek. Er ontspint zich een gezellig gesprek. Als Marja naar de kinderen vraagt, vullen de ogen van de vrouw zich met tranen. Er valt een stilte. Het tikken van de klok klinkt haast oorverdovend. Haastig zoekt ze naar een mogelijkheid om de stilte te  doorbreken. Er valt haar een luchtige gebeurtenis van vorige week binnen en begint te vertellen. Al pratend komt er weer wat ontspanning in het gesprek. Als de oudere vrouw nog een kopje thee aanbiedt, bedankt Marja en neemt afscheid. Thuisgekomen blijft dit gesprek haar bezighouden. Het bezoekje dat ze morgen gepland heeft bij een andere oudere, besluit ze even uit te stellen, omdat ze er nu tegenop ziet.

Karel, een vriendelijke en rustige ouderling, is druk in de weer in zijn wijk. Hij probeert de mensen die bezoek op prijs stellen met regelmaat te bezoeken. Hij vindt het fijn om mensen bij de kerkelijke gemeente te betrekken en om hen op te beuren. Als hij op bezoek gaat bij een meelevend stel uit de gemeente, vraagt Karel belangstellend hoe het gaat. Tot zijn schrik begint de man te vertellen dat hij sinds kort in therapie is, omdat hij vroeger te maken heeft gehad met seksueel misbruik. De vrouw vult haar man aan en laat doorschemeren dat het verleden van haar man al langere tijd een zware wissel trekt op haar en het gezin.

Karel voelt zich overvallen door deze wending in het gesprek. Hij is hier niet op voorbereid. Het thema haakt ook bij hem, omdat een collega, met wie hij nauw samenwerkte, enige jaren geleden werd beschuldigd van misbruik.

Hij weet niet zo goed hoe hij moet reageren en probeert het gesprek weer een beetje naar een wat lichter onderwerp te sturen. Karel belooft binnenkort terug te komen, maar als hij naar huis loopt, is hij vooral in de war. Een week later belt hij terug en vraagt of zij contact willen opnemen met de dominee.

In de kerkelijke gemeenten zijn talloze vrijwilligers actief in het bezoekwerk. Samen geven ze handen en voeten aan het onderlinge omzien en zorg om en voor elkaar. De een doet dit door een kaartje of een bloemetje af te geven als bezoeker of contactpersoon, de ander door iets nadrukkelijker namens de kerk langs te komen als ouderling. Wat al die pastorale bezoekers gemeenschappelijk hebben, is het contact met de ander. Het kan zomaar gebeuren dat een bezoeker deelgenoot wordt van een schaduw of een zwaarte in iemands leven. Het maakt je onzeker. Je voelt je er verlegen mee.

Toch is het goed om te zoeken naar mogelijkheden voorbij de verlegenheid. Een bezoek namens de kerk kan als bemoedigend en opbouwend ervaren worden.

Voor ik de pastorale mogelijkheden nader uitwerk, wil ik eerst ingaan op traumatische ervaringen en op de gevolgen van trauma’s.

Traumatische ervaringen: verbroken verbinding

Iedereen maakt in zijn of haar leven ingrijpende gebeurtenissen mee. Het zijn gebeurtenissen die inbreken in het gewone leven, waardoor het leven nooit meer hetzelfde zal zijn als voor die ingrijpende gebeurtenis. Met opzet gebruik ik een brede term: het kan bijvoorbeeld gaan om het overlijden van een dierbare, een echtscheiding, verlies van gezondheid, verlies van betaald of onbetaald werk of om huiselijk of seksueel geweld. Deze breukervaringen moeten op de een of andere manier een plek krijgen in het levensverhaal: hoe heb je de gebeurtenis ervaringen? Hoe ga je ermee om? Wat heeft het voor je betekend?

Niet elke ingrijpende gebeurtenis leidt automatisch tot een traumatische ervaring. Een ingrijpende gebeurtenis wordt problematisch wanneer de persoon het niet kan hanteren. Je zou kunnen zeggen dat we ons levensverhaal niet meer uit kunnen vertellen. Het stokt bij die gebeurtenis. De breukervaring wordt gekenmerkt door hulpeloosheid en machteloosheid waardoor de persoon niet in staat is om de ervaring te integreren. We spreken dan van een traumatische gebeurtenis. Het onverwachte en oncontroleerbare van de gebeurtenis tast het gevoel van veiligheid en geborgenheid aan. Mensen die te maken hebben met een traumatische gebeurtenis voelen zich vaak kwetsbaar, onzeker en eenzaam.

Deep crack in old brick wall - concept image

Als je als gelovige goed in je vel steekt, voel je verbondenheid met jezelf, anderen en met God. De traumatische ervaring kan die verbondenheid verbreken. Een pastorale ontmoeting kan een bijdrage leveren aan het herstel van verbondenheid.

Valkuilen

Wanneer we geconfronteerd worden met mensen met traumatische ervaringen laat hun verhaal onszelf niet onberoerd. Misschien is dat wel de belangrijkste oorzaak dat dergelijke bezoeken als moeilijk en zwaar worden ervaren. Verhalen over tegenslag, gemis en zwaarte kunnen ons eigen geluk bevragen. Verhalen over overlijdens en over geweld raken aan ons gevoel van veiligheid. De zwaarte van een verhaal kan bij de luisteraar een gevoel van machteloosheid oproepen.

Door deze interne dynamiek kunnen we gemakkelijk in bepaalde valkuilen stappen. Een eerste valkuil is het zwijgen over de traumatische ervaring. Het omzeilen van het lastige thema wordt vaak ingegeven door het verlangen de ander even af te leiden en uit de zwaarte te halen. Achteraf blijkt dit echter averechts te werken. Zo vertelde een weduwnaar

‘Mijn vrouw is drie jaar geleden overleden. Het eerste jaar vond ik zwaar, omdat ik alles voor het eerst zonder haar moest doen. Het tweede jaar was haast nog zwaarder. Maar dit derde jaar voelt ondragelijk. Mensen vragen niet meer naar mij en mijn vrouw wordt nergens meer genoemd.’

Een tweede valkuil is het (onbewust) overnemen van de autonomie van de ander. Als we zelf iets kunnen doen, als we zelf het probleem zouden kunnen oplossen, helpt het ons met onze eigen machteloosheid. Over het algemeen is de gesprekspartner hier echter niet mee geholpen.

Een derde valkuil die ik hier wil noemen, is ‘afwezig zijn’. Misschien roept het bezoek van tevoren al zoveel op, dat het makkelijker is om maar niet te gaan. Deze angst heeft echter vaak meer te maken met de eigen onzekerheid dan met de afwijzing van de gesprekspartner. Mijn stelling is dan ook dat iedere bezoeker binnen haar / zijn eigen grenzen en mogelijkheden een positief verschil kan maken in het leven van de ander.

Herstel van verbondenheid

Een traumatische ervaring is een breukervaring. Het betekent dat er een breuk is ontstaan in het eigen levensverhaal, in de verbondenheid met anderen en de gemeenschap, en soms ook in de relatie met God. Het is meestal noodzakelijk dat in het proces van herstel een beroep wordt gedaan op professionele ondersteuners. Therapeuten kunnen helpen om psychologische mechanismen en processen te ontrafelen, predikanten kunnen zingevingsvragen verhelderen. Pastorale bezoekers kunnen veel betekenen in het herstel van verbondenheid met anderen en met de geloofsgemeenschap. Ook kunnen pastorale bezoekers bijdragen aan een veilige ruimte waar de ander met zijn / haar verhaal op adem kan komen.

Waar liggen de mogelijkheden voor pastorale bezoekers? Vaak ervaren mensen met een traumatische ervaring eenzaamheid. Niet alleen hebben zij zelf moeite hun verhaal een plek te geven, maar lijken omstanders de verlegenheid om over de ervaringen ook te vergroten. Een pastoraal bezoeker kan dat isolement doorbreken. Het gaat er niet om dat de bezoeker als het ware de diepte in duikt, maar met oprechte, luisterende aandacht aanwezig is. De ander is met haar / zijn verhaal de moeite waard. De kracht en doorwerking van een luisterend oor en een bemoedigende aanwezigheid zijn niet te onderschatten. Herstel kan alleen plaatsvinden in de context van relaties en verbondenheid.

Gespreksruimte voor gebrokenheid

De erkenning van het verhaal van de ander is in zichzelf troostend. De ander wordt met haar / zijn verhaal gezien en gehoord. Dat brengt geborgenheid met zich mee. Het gesprek wordt zo een veilige ruimte waar ook de gebrokenheid, het verlies en de pijn hun plaats mogen krijgen. Op dit punt kan een geloofsgemeenschap een belangrijk verschil maken. Juist in een geloofsgemeenschap mag en moet er ruimte en aandacht zijn voor de verhalen van gebrokenheid. Het zijn vrijplaatsen in een samenleving waarin kracht en schoonheid normerend lijken te zijn. Het biedt de broodnodige ondersteuning om het taboe op moeilijke verhalen te doorbreken en de verlegenheid te overwinnen. Het vinden van een taal of van woorden voor het verhaal dat een plek moet krijgen in de geschiedenis van de gesprekspartner is de eerste en belangrijkste stap op weg naar herstel. Pastorale bezoekers kunnen door oprechte aandacht en luisterende betrokkenheid hierin ondersteunend zijn.

Deelgenoot worden

Wat van de bezoeker verwacht mag worden, is dat hij / zij trouw zal zijn in de afspraken: zeg niets toe wat je niet waar kunt maken, en maak waar wat je toezegt.

Zijn het moeilijke verhalen? Ja, maar dat is maar een kant van het verhaal. Deze verhalen zijn ook verhalen die ons uitnodigen deelgenoot te worden van een medemens en om onszelf beter te leren kennen. De behoeften van mensen met een traumatische ervaringen liggen binnen onze mogelijkheden: de mogelijkheden van de kerkelijke gemeente en van de bezoekers. Mag ik er zijn met mijn verhaal? Wil je me helpen om me veilig te voelen? Het vraagt om een open houding en het uithouden bij de verhalen die gekwetste mensen met zich meedragen. Als de gekwetste medemens er mag zijn met haar/zijn verhaal, is dat een wereld van verschil – een opening naar nieuwe ervaringen.

 

Top vijf ongemakkelijke (pastorale) situaties

21 dec

December is een maand van terugkijken. Hieronder mijn top vijf van ongemakkelijke pastorale situaties van de afgelopen jaren. Zijn dergelijke situaties herkenbaar? Wat zijn jouw ongemakkelijke momenten?

Afbeeldingsresultaat voor oeps

 

5. Ja? En u bent?

Onlangs belde hier ’s avonds laat politie aan. Uiteindelijk bleek dat ze in een andere straat moesten zijn. Dit voorval herinnerde me aan een van mijn eerste kennismakingsbezoeken in mijn vorige gemeente. Het was donker, ik was nog niet zo bekend in het dorp en de straatverlichting werkte niet echt mee. We hadden telefonisch afgesproken. Het gemeentelid had ik nog niet ontmoet.

Na enig zoeken meende ik de straat eindelijk gevonden te hebben. Het vinden van het huisnummer en de deurbel was nog even puzzelen, maar ook dat lukte. In het donker wachtte ik tot de deur open zou gaan.

Het licht bij de deur knipte aan. Een grote man met een nieuwsgierige, maar tegelijkertijd ook afstandelijke blik nam mij van top tot teen op. Ik keek terug. Naar zijn verwarde haren, de coltrui en blote voeten. De wind voelde ineens kouder aan.

Ik stak mijn hand uit. ‘Goedenavond! Ik had gebeld om kennis te komen maken’.

‘Ja? En u bent?’

Het was dus de verkeerde straat. De straatnamen begonnen wel met dezelfde letter. Dat dan weer wel. We hebben nog even kennis gemaakt en de volgende jaren elkaar vriendelijk gegroet in onze dorpssuper. Vriendelijk, maar ook altijd een beetje ongemakkelijk.

4. Gevangen

In dorpen worden voordeuren niet perse veel gebruikt. Meestal gaat het bezoek achterom. Als predikant (en zeker bij kennismakingen) kies ik er voor om gewoon aan te bellen. Een gevolg van een minder gebruikt paadje, is dat de spinnen er vrij spel hebben. Zeker in de herfst als ze in grote getale de wind hun koers laten bepalen.

Meestal ben ik beducht op spinnenwebben, maar deze keer was ik niet alert. Met open ogen liep ik het web in. Zo goed en zo kwaad als het ging, probeerde ik de draden uit mijn gezicht te vegen.

Later, midden in het gesprek, werd mijn aandacht getrokken door een klein spinnetje. Hij kwam uit mijn haar en was aan het abseilen, maar bleef nog even hangen aan de rand van mijn bril. Wat restte was ongemakkelijk negeren.

 

3. Te liefdevolle hond

Veel mensen hebben honden. Vaak betekent dat gezelligheid en een aardige opening voor het gesprek. Soms gaat het ook wel eens een beetje anders. Er zijn honden die erg enthousiast worden van bezoek.

Zo kwam ik tijdens mijn stage een keer op een adres waar een oudere echtpaar een klein hondje had. Het hondje was niet bij me weg te slaan.  ‘O, u hebt natuurlijk zelf ook een hond – dat ruikt hij’. Nu hadden we inderdaad sinds kort een hond. Onze eerste. Plato heette hij.

Het bleef echter niet bij ruiken. Als een echte Don Juan draaide hij om mij heen en gaf op allerlei mogelijke manieren aan dat hij mij wel zag zitten. De baasjes zagen een aanhankelijke en vertederende hond, ik meer een opdringerige casanova.

Het was een ongemakkelijke situatie. Enerzijds zocht ik met volle concentratie de diepte in het gesprek, anderzijds probeerde ik uit alle macht op een onopvallende manier deze hond van mij af te houden.

Toen ik afscheid nam van het echtpaar, gaf de hond mij een knipoog en voegde me toe: “Lassata, sed non satiata”

2. Uit de kast komen

Wanneer ik bij mensen voor het eerst aanbel, ervaar ik het als een groot geschenk om binnen genodigd te worden. Het is een les die ik van mijn stagebegeleider Gerrit Jan Jans heb geleerd.

Gaandeweg heb ik echter ook ondervonden dat het van groot belang is om de hal goed in je op te nemen en de route naar buiten uit je hoofd te leren. Wat wil namelijk het geval? Sommige architecten hebben woonhuizen een ‘Hotel California-achtige uitstraling’ gegeven. “You can check-out any time you like, but you can never leave!”

Ik herinner me een goed, maar intensief gesprek. Het gesprek begon met een zekere spanning, maar eindigde bemoedigend. Misschien was het de opluchting, misschien de vermoeidheid. Misschien gewoon verstrooidheid.

Met een brede zwaai trok ik mijn jas aan, gaf een ferme hand en opende in een beweging door de buitendeur. Ik keek nog over mijn schouder en zag het verschrikte gezicht van de gastvrouw – toen ik de voorraadinloopkast instapte.

1. Met de mond vol

Het was een mooie, zwoele avond in september. Ik had nog een kennismakingsbezoek in de avond gepland. Goedgemutst fietste ik naar het adres. De late zonnestralen gaven nog warmte. Insecten dansten in de windstille schaduwen van de bomen.

Ik deed mijn fiets netjes op slot, liep naar de deur toe. Eerlijk gezegd vind ik een kennismakingsgesprek altijd een beetje spannend. Hoe zal het gesprek lopen? Ben ik echt welkom?

Ik trok mijn overhemd recht en belde resoluut aan. Kom op. De deur zwaaide open, en ik haalde diep adem. Precies op dat moment vloog er een vlieg mijn mond binnen. Mijn gesprekspartner deed een stap opzij om mij binnen te nodigen.

Wat nu? Uitspugen? Hoe komt dat over? Hoesten? Doorslikken? Doorslikken. En gauw aan het eerste kopje koffie beginnen.

Gezocht: traumatherapeuten in Twente

27 jan

Als predikant is het belangrijk om over een goed netwerk te kunnen beschikken: naar wie kun je doorverwijzen, wie kun je aanraden? Mijn gemeente is een kleine 1000 leden groot en we delen met elkaar verhalen van vreugde en verdriet. Het is bijzonder om te zien hoeveel verhalen van hoop en van wanhoop er in onze geloofsgemeenschap leven.

Cognitieve-Therapie-en-ACT

Huiselijk en seksueel geweld

Met enige regelmaat komen er mensen op mijn pad die te maken hebben (gehad) met huiselijk of seksueel geweld. Soms zijn het gemeenteleden, soms mensen uit het dorp of uit de (wijde) omgeving die mij via internet op het spoor zijn gekomen. Sommigen zijn in behandeling, anderen hebben door negatieve ervaringen de hulpverlening beëindigd, weer anderen staan op het punt om te beginnen met een traject. De verhalen die ik hoor over de hulpverlening zijn wisselend. Iemand vertelde erg veel baat te hebben gehad bij een behandeling met EMDR. Een ander geeft hoog op over een traumatherapeut die kundig en betrokken is. Andere verhalen zijn minder positief: geen ruimte om iets van de verhalen van vroeger te vertellen. Een ander voelt zich niet serieus genomen wanneer de trauma’s ter sprake komen. Weer een ander was onaangenaam verrast doordat de therapeut haar zo simplistisch benaderde.

Zoektocht naar goede hulpverlening

Een rode draad in verhalen van getraumatiseerden in hun zoektocht naar goede hulpverlening, is dat het lastig is om een therapeut te vinden die de trauma’s serieus neemt, kennis van zaken heeft, en met wie een klik ervaren wordt. Te vaak gaan jaren verloren, zoekend naar een bekwame gids in traumaland.

Het lijkt erop dat de verhalen bevestigd worden door onderzoek. Een recent onderzoek toont aan dat het zinvol is om trauma’s te behandelen bij mensen die lijden aan psychosen (lees het artikel hier). In hetzelfde artikel is te lezen dat in 95% van de gevallen PTSS gemist wordt als diagnose. Het maakt de vraag uitermate belangrijk: waar vind ik in Twente adequate hulpverlening?

Wat zijn je ervaringen?

Graag zou ik ervaringen willen horen: welke therapeuten hebben een positieve bijdrage geleverd aan herstel na trauma door huiselijk of seksueel geweld? Wil je je reactie via de mail naar mij toesturen: al.veerman@gmail.com. Mooie positieve verhalen mogen overigens ook onder deze blog verteld worden. Negatieve ervaringen mogen via de mail, maar zullen niet openbaar gemaakt worden. Deze ervaringen kunnen mij helpen om, naast de suggesties van bv huisartsen, naar de juiste hulpverleners door te verwijzen.

Alvast hartelijk dank voor het meedenken.

Suïcidaal: klem in leegte en wanhoop

9 jul

Op 28 juni 2014 besteedde Groot Nieuws Radio in Heilige Huisjes aandacht aan het taboe rond zelfdoding. Via een kort telefonisch interview heb ik ook een bijdrage mogen leveren aan dat programma (vanaf minuut 13).  Het doel van het programma is om het taboe dat rust op suïcide te doorbreken. Te vaak worstelen mensen te lang in stilte en eenzaamheid met gedachten aan zelfdoding. Wanneer je het leven niet meer ziet zitten, is het moeilijk om hier aandacht voor te vragen. De schaamte, het gevoel van falen en de angst om veroordeeld te worden maken het niet gemakkelijk om deze worsteling met anderen te delen.

donkere tunnel

Suïcide en schuld

Op verschillende manieren heb ik met suïcidaliteit te maken gehad. Het meest ingrijpend was de suïcide van Ritger, mijn  neef, de oudste zoon van mijn broer. Zijn overlijden was totaal onverwachts en de verslagenheid nauwelijks te beschrijven. Het is een gebeurtenis met een diepe impact die altijd in meer of mindere mate aanwezig zal blijven. Bij elke suïcide is er niet alleen het abrupte overlijden en het missen van wie niet gemist kan worden. Het roept echter ook vragen op, beklemmende vragen. Hadden we iets moeten doen? Hadden we het moeten zien aankomen? Ben ik schuldig?

Interne dynamiek

Die benauwende en knagende vraag naar schuld is een belangrijke vraag, die gesteld en verkend moet worden. Tegelijkertijd is het goed om mee te wegen dat bij suïcidale gedachten er vaak sprake is van een interne dynamiek die omstanders – hoe nabij die ook kunnen zijn – niet of nauwelijks meekrijgen. Mensen die worstelen met suïcidale gedachten zijn zich vaak zeer bewust van het taboe dat op suïcide rust. ‘Hoe kun jij nu zelfmoord willen plegen?! Je hebt zo’n lieve partner.’ Het gevolg is dat die suïcidale neigingen niet bespreekbaar worden. Vanwege schaamte en schuldgevoelens en vanwege het oordeel van de buitenwacht ligt het voor de hand dat suïcidale mensen niemand in vertrouwen nemen.

Tunnel

Het eenzame worstelen vergroot de kans dat diegene met suïcidale gedachten als het ware een tunnel in stapt. Meer en meer zal die persoon geloven in de gedachten die de wanhoop en leegte vergroten. Foute veronderstellingen klinken in ‘de tunnel’ aannemelijk en logisch. ‘Niemand zit op mij te wachten.’ ‘Uiteindelijk is iedereen beter af zonder mij’.  Wanneer de suïcidale persoon steeds meer in deze veronderstellingen gaat geloven, neemt de kans op een poging toe. De leegte en wanhoop is in deze fase ondragelijk.

Om mensen te kunnen ondersteunen, is het van belang om in gesprek te komen, voordat zij al te ver de tunnel zijn ingelopen. De suïcidale gedachten ontstaan ergens door. Het afwijzen of bagatelliseren van deze gedachten verhindert het gesprek over de onderliggende problematieken. In alle eerlijkheid moet ik ook zeggen dat mensen soms zo ernstig belast zijn en kampen met een zo diepe wanhoop dat de weg naar het leven niet altijd meer gevonden kan worden.

Als predikant probeer ik in die worsteling gesprekspartner te worden – zonder oordeel. Mensen veroordelen zichzelf al genoeg. Het uithouden in de wanhoop en leegte, zonder grote woorden en zonder goedkope oplossingen kan soms een tegenwicht bieden aan de tunnelvisie.

Welk Godsbeeld?

En God? Waar suïcidale mensen meestal naar zoeken is naar erkenning, naar ruimte om er te mogen zijn. Vaak zijn mensen die suïcidaal zijn, bang voor God. Het oordeel dat zij zichzelf toedichten, verbinden zij aan God: God als ultieme bron van moraal zal een ieder die zich aan het leven vergrijpt straffen. Deze visie op God is niet behulpzaam en zal de eenzaamheid eerder vergroten dan openbreken. Aan suïcidaal zijn gaat vaak een heel verhaal vooraf. Een verhaal dat uitmondt in een diepe verlorenheid en wanhoop. Het is Jezus die als ‘gelaat van God’ juist mensen heeft opgezocht en opzoekt in die wanhoop. Gods liefde reikt naar hen die in wanhoop leven en in wanhoop sterven. Als predikant probeer ik handen en voeten te geven aan die ruimte biedende liefde.

Strijd op het sterfbed

15 mei

In het pastoraat spreek ik regelmatig mensen die een groot verlies hebben geleden. Het zijn vaak intense en kwetsbare gesprekken. Op de grens van dood en leven, balancerend op de rand van het onzegbare, rakend aan de diepste emotie: liefde door de dood heen.

uitgeblazen kaars

Wanneer de dood onze levensweg kruist, krijgen woorden en gebaren extra lading. Dat geldt voor mensen die verbonden zijn met geliefden die leven op de rand van de eeuwigheid. Het geldt voor mensen die leven in het onbekende landschap van rouw nu geliefden zijn weggevallen. Het verlies, de aanwezigheid van de dood, maakt gevoelig, maakt kwetsbaar. Muren en maskers houden geen stand. Troostende aanwezigheid en woorden kunnen ongedachte kracht aanboren bij de rouwende, maar voorbarige troost, niet-invoelende teksten en goedkope oneliners kunnen diep kwetsen.

In het zoeken naar houvast en grip, krijgen de woorden en handelingen in de laatste fase van een ziekbed vaak een diepe betekenis. Ook wanneer iemand onverwacht overlijdt, zijn het soms juist de laatste woorden, het afscheid, die zo node gemist worden.

Als predikant heb ik veel ontroerende verhalen gehoord rond het sterfbed van geliefden. Intense weken of dagen van zorg en van een nabijheid die in de gezonde periode soms ondenkbaar was. Woorden of gebaren die verhaalden van liefde en verbondenheid. Een gebaar dat in de context van sterven aan een andere dimensie kan raken.

Soms overlijden mensen in alle rust. Soms getuigen mensen op het sterfbed van hun geloof in God. Soms vertellen nabestaanden dat hun geliefden vlak voor het sterven de aanwezigheid van engelen of van Jezus voelden. Of de aanwezigheid van geliefden die hen waren voorgegaan. Soms worden mij verhalen verteld van mensen die op de rand van de eeuwigheid de hemel geopend zagen. Licht. Muziek. Het zijn verhalen die van grote betekenis zijn voor de nabestaanden. Verhalen die troost en houvast bieden. Intieme verhalen om te koesteren.

Maar er worden mij ook andere verhalen toevertrouwd. Over ervaringen rond het sterfbed waarover nabestaanden soms zo moeilijk kunnen spreken.  Het in alle rust en vrede sterven wordt vaak verbonden met gelovig sterven. Maar wat betekent dat voor mensen die strijd kennen op het sterfbed?  Het roept vragen op of de overledene wel door God is opgevangen. Of zij/hij niet standvastig genoeg was in het geloof, of –  Naast het verlies sluipt soms ook verdrietige onzekerheid de herinneringen binnen. Waarom moest onze geliefde zo strijden?

Ik ben er huiverig voor om de strijd op het ziekbed al te snel te vertalen naar een geloofsstrijd.  In mijn gesprekken met terminale gemeenteleden merkte ik vaak een dubbele beweging. Enerzijds was er de overgave aan God, de rust door de dood heen opgevangen en thuisgebracht te worden. Anderzijds was er een innerlijke strijd om de mensen die achter moesten blijven los te laten. Liefde verbindt. Liefde maakt dat we met heel ons hart ons met de ander verbinden. De strijd op het doodsbed heeft soms alles te maken met de diepte van verbondenheid en verwevenheid.

Daarnaast doen ziekte en medicijnen veel met mensen.

Hoe mensen ook overlijden, in alle rust of met strijd, de liefde van God is niet afhankelijk van onze overgave en ons geloof. Gods liefde is genade – en toont ons de ruimte van Zijn hart.