Gisteravond (16 april 2015) werd in de gemeenteraad van Ede gestemd over het ambtsgebed. De stemmen staakten, zodat het ambtsgebed in deze gemeenteraad voor het moment gered lijkt. Ook in andere gemeenten wordt er gediscussieerd over het ambtsgebed: is het nog wel van deze tijd? Sluit het gebed niet bij voorbaat bepaalde groepen uit die seculier of andersgelovig zijn? Het Reformatorisch Dagblad constateerde dat het ambtsgebed op zijn retour is. In 1979 sprak 58% van de gemeenten een ambtsgebed uit, in 2007 was dat 21%.
Nee tegen God
Wanneer het ambtsgebed in een gemeente ter discussie wordt gesteld, lopen de emoties al snel hoog op. De belangrijkste reden hiervoor is dat het ambtsgebed voor voorstanders tot ijkpunt van christelijk geloof wordt gemaakt. Het lijkt erop dat het ambtsgebed de inzet wordt voor de vraag of de gemeente nog wel het christelijke gedachtegoed wil aanhangen en of er nog wel ruimte is voor God. Met andere woorden: ‘nee’ tegen het ambtsgebed betekent ‘nee’ tegen God en tegen de christelijke cultuur.
Klemgezet
Tegenstanders voelen zich ondertussen klem gezet door het ambtsgebed. Er zijn raadsleden die om wat voor reden dan ook grote moeite hebben met bidden tot God. Een gebed werkt dan niet verbindend, maar leidt tot een ervaring van uitgesloten worden. Raadsleden kunnen een andere levensovertuiging hebben. Is het dan niet huichelen om mee te doen met een ambtsgebed? Het niet mee bidden (opstaan, terug trekken etc) kan ook een veel forsere lading krijgen dan in eerste instantie was bedacht. Zeker wanneer voorstanders het ambtsgebed tot inzet maken van geloof in God en van teken van de christelijke normen en waarden, wordt de tegenstander gepositioneerd als ongelovige die de christelijke cultuur zomaar opoffert.
Algemeen belang
Voor de tegenstanders van het ambtsgebed weegt over het algemeen zwaarder (dan de persoonlijke gevoelens) dat zij burgers van allerlei levensovertuigingen dienen te vertegenwoordigen. Staat een ritueel dat bij één bepaalde levensovertuiging hoort het dienen van het algemeen belang niet in de weg?
Patstelling
Een gevolg is dat de discussie in een patstelling belandt en al gauw ontaardt in felle persoonlijke aanvallen. De een zou er niet willen zijn voor alle burgers, de ander is niet gelovig of ondermijnt Gods heiligheid. De belangrijkste reden dus dat het ambtsgebed zo gevoelig ligt, is dat het gebed tot symbool van geloof in God en van de christelijke cultuur is geworden.
Waarde van het ambtsgebed
Het is goed om dan ook wat objectiever naar het ambtsgebed te kijken. In mijn beleving zou het ambtsgebed niet de meetlat moeten worden voor geloof en christelijkheid. Wanneer christelijke politici de meerderheid vormen in een Raad, hebben zij ook de verantwoordelijkheid om een bestuurlijke omgeving te creëren waar iedereen in mee kan komen en niemand wordt buitengesloten. Als het ambtsgebed leidt tot verdeeldheid en scherpe scheidslijnen, wordt dan niet het tegendeel bereikt?
Daar komt bij dat het ambtsgebed een formuliergebed is. In het voorlezen komt niet altijd evenveel beleving of vroomheid mee. Dat hoeft geen bezwaar te zijn, maar het helpt wel om het ambtsgebed ook een beetje te relativeren. Het is meer traditie dan geloof. Tradities zijn erop gericht om gezamenlijkheid en verbondenheid te bieden. Wanneer tradities dit niet meer bewerkstelligen, is het de vraag of de traditie niet toe is aan verandering. Dit roept heftige emoties op omdat voor een deel van de mensen de eigen identiteit verward wordt met de bepaalde traditie. Van politici mag verwacht worden dat zij zoeken naar eenheid en verbinding. Het moment aan het begin van de vergadering is daar een uitstekende mogelijkheid voor.
Christelijke politiek
Wanneer het gaat om het christelijke karakter van Nederland zouden christelijke politici er goed aan doen om niet te strijden voor vormen, maar om christelijke waarden in de samenleving te behouden. Solidariteit met kwetsbaren: chronisch zieken, vluchtelingen, ouderen, gehandicapten. Wat ik merk in gesprekken met christenen, andersgelovigen en seculieren, is dat de onverzoenlijke opstelling, de persoonlijke en harde aanvallen en het onbegrip voor andersgelovigen in de discussies over thema’s die christenen aan het hart gaan, veel schade berokkent aan het beeld van het christelijk geloof.
Geloven in de gemeenteraad
Ik pleit er niet voor om geloven te beperken tot de privésfeer. Integendeel, het zijn juist onze levensovertuigingen die onze idealen en waarden bepalen. Geloof gaat over ons dagelijks leven, over onze keuzes en over onze handelingen. Geloven hoort thuis in het publieke domein. Wat ik bedoel te zeggen: laten we in onze vormen en discussies ruimte maken voor andersgelovigen en seculieren, zodat we veel inhoudelijker met elkaar in gesprek kunnen gaan. Vormen zijn niet heilig, wel onze opdracht om onze naaste tot heil te zijn. Een voorbeeld hoe het zou kunnen