Tag Archives: dader

Offer de zondebok en andere dadermechanismen

26 mrt

Het ging snel. In de eerste uren na de onthulling volgden er nog vergoelijkende opmerkingen: ‘hij bedoelde het niet zo’. ‘Het was een grapje.’ ‘Ach, een kwajongensstreek.’ Maar al snel overheersten verontwaardiging en boosheid. Van een gevierde en veelbelovende bekende Nederlander, is Bilal Wahib ineens een paria. Vandaag was zelfs te lezen dat pedojagers naar hem op jacht gaan.

Wat ik zelf het pijnlijkst vind, is dat in alle reacties en ontwikkelingen wel over en in naam van het slachtoffer gesproken wordt, maar niet met hem. Wordt hij zo niet (opnieuw) gebruikt voor visies, meningen en gewin van anderen? Daarnaast komt de heftige commotie en de scherpe toon de strijd tegen seksueel misbruik niet ten goede. Sterker nog, het past in de strategieën van een samenleving die liever geen misbruik wil zien en niet dieper naar zichzelf wil kijken. Een paar gedachten:

Het eerste is dat de handelingen van Balil Wahib verwerpelijk en schadelijk zijn. Of het een grap of een vooropgezette plan is in eerste instantie niet interessant (wel als het gaat om een eventuele strafmaat en het inschatten van de kans op recidive). Het is een ongewenste grensoverschrijding die schadelijk is voor het slachtoffer. Balil Wahib had zijn minderjarige fan moeten beschermen. Hij heeft zich geen rekenschap gegeven van zijn machtspositie, van de kwetsbaarheid van kinderen, het schadelijke van het uitlokken van seksuele handelingen en de dimensie van zoveel anderen die meekijken. Uit verhalen weten we dat de impact van sexting bijzonder fors kan zijn: het kan leiden tot een gebrek aan eigenwaarde, wantrouwen van medemensen en tot het onvermogen om nog toekomst te kunnen zien. Het vraagt om een krachtige veroordeling van de handelingen en om steun voor het slachtoffer. Er moet recht worden gedaan.

Het tweede dat opvalt is dat in eerste instantie een deel van de reacties inzetten op damage control van het merk Bilal. Als acteur, presentator en zanger liften veel belangen mee op het imago van Bilal. De eerste dag na de onthulling kreeg Bilal de ruimte om zijn spijt te betuigen. In de kringen rond Bilal werd met name generaliserend en bagatelliserend over de misbruikende grensoverschrijding gesproken. ‘Een grap’. ‘Kwajongens’. En daarin klinkt door: zijn we allemaal niet wel eens een beetje kwajongens, en maken we niet allemaal wel eens een keertje een grap die misschien net even over de rand is? En: kom op, jongens, hoe erg is het nu helemaal? Deze generaliserende en bagatelliserende reacties dienen het belang van de dader (en van de samenleving die liever niet met lastige en pijnlijke verhalen wordt geconfronteerd).

Daar komt nog iets bij, en dat is een derde gedachte. Mensen die zich schuldig maken aan misbruik, hebben over het algemeen direct na de onthulling veel spijt. Er is tijd nodig om te ontdekken of de spijt betrekking heeft op de onthulling en de ontstane commotie of op de veroorzaakte schade. Zelfs als de spijt en de erkenning van schuld terecht is, vraagt het om tijd voordat de dader de ruimte krijgt om die spijt in de media (of op welke platform dan ook) uit te spreken. Eerst zal het slachtoffer de ruimte moeten krijgen om te onderkennen wat er precies gebeurd is en wat dat betekent. Welke consequenties heeft het? Welke emoties roept het op? Het helpt niet als het slachtoffer voorzichtig boos begint te worden, dat z/hij ziet dat de schuldbewuste dader een podium krijgt.

Het was dan ook goed en heilzaam dat meerdere mensen uitspraken dat het perspectief van het slachtoffer uit het oog werd verloren en dat welke grensoverschrijding dan ook nooit onschuldig is.

Mijn laatste gedachte gaat over de woede die almaar groter en heftiger wordt richting Bilal Wahib. Het lijkt erop dat er geen enkele ruimte meer is voor hem. Niet alleen zeggen alle partners de samenwerking met hem op (vanuit welke motieven?), maar ook staan er moraalridders op die het heft en het recht in eigen hand willen nemen. Pedojagers. Dit is niets anders dan het offeren van een zondebok.

Girard heeft bijzonder interessante dingen geschreven over het zondebokmechanisme. Door de zondebok uit de samenleving te verbannen (of te doden) tracht men de veiligheid in de samenleving weer te herstellen. De onveiligheid in en de dreiging naar de samenleving wordt op de zondebok gelegd. Als deze is verdwenen, is de harmonie weer hersteld en kunnen we verder met de rest van ons leven.

Dit mechanisme ontslaat ons van de verplichting om naar onszelf en onze samenleving te kijken. Wat zijn de mechanismen onder en achter misbruik? Hoe gaan we om met lichamelijkheid, intimiteit en seksualiteit? Waar leren we over gezonde grenzen? Hoe gaan we om met macht en status? Hoe gaan we om met alle mogelijkheden die het internet biedt? Hoe maken we onze samenleving écht veiliger?

Tot slot. Goede zorg voor het slachtoffer en de strijd tegen misbruik vragen ook om een juiste omgang met daders. Dat betekent dat er recht gedaan moet worden. Er moet erkenning zijn voor wat de dader heeft aangedaan en aangericht. Vervolgens zullen we als samenleving ook dienen in te zien dat een dader meer is dan zijn daden en dat een dader ook weer terugkomt in de samenleving.

De strijd tegen misbruik vraagt om goede zorg voor het slachtoffer. En de juiste zorg voor de dader.

Wat moeten we met die daderpredikanten?

23 aug

Worden predikanten die zich schuldig hebben gemaakt aan seksueel misbruik onevenredig hard gestraft? In een opiniestuk in Trouw (‘Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen’ 18 augustus 2015) betoogt emeritus-predikant Gerard Zuidberg dat dit inderdaad zo is.

Daders zonder perspectief?

Als vertrouwenspersoon heeft hij met veel veroordeelde predikanten te maken gehad. Het kwaad van misbruik en de noodzaak van straf staan wat Zuidberg betreft niet ter discussie, maar hij vraagt aandacht voor het gegeven dat daders elk perspectief wordt ontnomen om hun leven op enig moment weer op te bouwen.  Het oordeel vanuit kerk en samenleving is hard, het wantrouwen groot en begeleiding ontbreekt volgens Zuidberg. Het gevolg is niet alleen een blijvende reputatieschade, maar ook een isolement voor daderpredikanten.

Aandacht voor daders

Zuidberg vraagt terecht aandacht voor dit probleem. De Protestantse Kerk in Nederland onderkent dit overigens ook. Naast aandacht voor slachtoffers en kerkelijke gemeenten is er wel degelijk ook aandacht voor daders.

Zonder zonde?

In het vervolg van zijn betoog ontspoort Zuidberg echter, waardoor hij het tegenovergestelde bewerkstelligt. Zijn redenering lijkt het misbruik te bagatelliseren en te vergoelijken. Wat is die redenering? Allereerst vraagt hij zich af of anderen wel zouden mogen oordelen. “Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen”. Hij veronderstelt dat iedereen die optreedt tegen daders ook zelf wel iets te verbergen heeft. “Is er dan geen enkel moment in hun leven waarop zij op subtiele manieren misbruik hebben gemaakt van kwetsbare mensen?” Alleen wie volstrekt integer zou zijn, zou mogen oordelen, wat Zuidberg betreft. En die integere persoon bestaat natuurlijk niet …

Daarnaast maakt Zuidberg zich boos over het feit dat misbruik wél de media bereikt, maar alle andere vormen van disfunctioneren en wangedrag nauwelijks. Volgens hem is dit “met modder gooien”, met imagoschade tot gevolg.

Misbruik heeft ingrijpende gevolgen

Door deze argumentatie lijkt het erop dat Zuidberg geen weet heeft van de mogelijke gevolgen van seksueel misbruik. Wanneer iemand binnen een pastorale relatie misbruikt wordt, heeft dit vaak een grote impact op het slachtoffer. De kwetsbaarheid van het slachtoffer wordt misbruikt of het slachtoffer wordt zo gemanipuleerd dat z/hij kwetsbaar en machteloos wordt. Het misbruik heeft tot gevolg dat de meeste slachtoffers worstelen met eigenwaarde, grote moeite hebben om anderen te vertrouwen en moeite krijgen met geloof en kerk. Vaak kampen slachtoffers jarenlang met de psychische, lichamelijke, relationele en spirituele gevolgen.

Gevolgen voor gemeente

Ook voor omstanders is het ingrijpend wanneer een voorganger die het vertrouwen heeft ontvangen op basis van ambt, rol en positie zich schuldig blijkt te hebben gemaakt aan misbruik. Het kan niet anders dan dat dat vragen oproept: was het leven van deze pastor één grote leugen? Wat betekent het misbruik voor hoe we terugkijken op onze trouwviering? Op de uitvaart van onze ouders? Op de doopdienst? Met terugwerkende kracht zullen omstanders de contacten en handelingen van de voorganger herwaarderen. Dat is een logisch en onvermijdelijk gevolg van de handelingen van de grensoverschrijdende voorganger zelf.

Misbruik door een voorganger raakt ook aan de kerk en aan God. De voorganger vertegenwoordigt de kerk. Misbruik is het diepste verraad van het ontvangen vertrouwen.

Terechte aandacht voor misbruik

In die zin is het volkomen terecht dat er veel aandacht uitgaat naar verhalen van misbruik. Er zijn verschillende vormen van wangedrag door voorgangers: financieel, machtsmisbruik en seksueel misbruik. Zonder de ernst van de andere vormen tekort te willen doen, mag duidelijk zijn dat seksueel misbruik het diepst ingrijpt in mensenlevens en in de kerkelijke gemeente.

Een verrassend en wonderlijk argument is de verwijzing van Zuidberg naar de uitspraak van Jezus dat wie zonder zonde is, de eerste steen moet werpen. Het leidt af van waar het over zou moeten gaan. Daarnaast neigt het naar het bagatelliseren en vergoelijken van het misbruik. Iedereen maakt immers fouten?

Realisatie

Hoe dan wel? Om te beginnen heeft Zuidberg echt een punt. In onze samenleving is het moeilijk om verhalen van misbruik aan het licht te brengen. Hoewel onderzoeken keer op keer laten zien dat misbruik veelvuldig voorkomt, een maatschappelijk probleem is dat in alle lagen van de bevolking voorkomt, blijft de aandacht voor deze problematiek achter. De onderzoeken laten immers zien dat onze kinderen en kwetsbare naasten veel minder veilig zijn dan we denken. Gezinnen, scholen, kerken – nergens blijken kinderen en kwetsbare mensen zomaar veilig te zijn. Een reflex is om dan maar weg te kijken.

Wanneer echter een situatie van misbruik aan het licht komt en niet ontkend kan worden, reageert de samenleving over het algemeen met grote woede. De dader wordt tot zondebok gemaakt en uit de samenleving gestoten om gevoelens van onveiligheid en machteloosheid kwijt te kunnen raken. Door de dader uit te bannen, wordt de status quo van non-realisatie hersteld. Uiteindelijk is dit negatief voor dader, samenleving én slachtoffer.

Het begint dus bij het durven realiseren dat misbruik voorkomt in onze vertrouwde kringen. Het vraagt om openheid, ruimte voor slachtoffers om hun verhaal te mogen doen, preventie en beleid om in situaties van misbruik te kunnen handelen. Het is erg belangrijk dat er recht geschiedt.

Het betekent dat er dus ook oog moet zijn voor de bestrafte dader die weer terug komt in de samenleving. Die terugkeer zal goed begeleid dienen te worden, waarbij er ten volle rekening wordt gehouden met de slachtoffers die de dader heeft gemaakt. Bagatelliseren en vergoelijken dient de aandacht voor misbruik niet. Voor overwegingen rond een mogelijke terugkeer van de dader zie: Wolf of zondebok

Ondertussen in Nederland – over seksueel misbruik

28 aug

Afgelopen nacht kon ik niet slapen. Ik dacht aan de 1400 meisjes in Rotherham, Engeland, die in de afgelopen jaren geleden hebben onder stelselmatig seksueel misbruik. Gevangen in een verschrikkelijk web van seksueel misbruik.  Meisjes die worden uitgeleverd aan mannen. Bij het woord ‘uitgeleverd’ huiver ik. Wie leveren uit? Het zijn vaders, broers, moeders, vertrouwenspersonen – het zijn de mensen op wie het kind had moeten kunnen vertrouwen. Het zijn de mensen die de plicht, de roeping hadden om onvoorwaardelijk van het meisje te houden. Wat een diep verraad.

door Esther Veerman

door Esther Veerman

Rotherham

Afgelopen nacht lag ik wakker, en dacht aan de meisjes in Rotherham. Niet alleen werden en worden ze op een gruwelijke manier misbruikt, maar ook werden ze niet geloofd. Het niet geloofd worden – hoe verschrikkelijk moet dat zijn? Hoe diep wordt dan je eenzaamheid? Er was niemand die aan de bel trok. Velen waren op de hoogte of konden op de hoogte zijn geweest, maar er werd opzettelijk de andere kant uit gekeken. Een cultuur van ontkenning. In die cultuur kon het misbruik verschrikkelijke vormen aannemen.

Ook in Nederland

Vannacht kon ik de slaap niet vatten. Ik moest denken aan al die jongens, meisjes en volwassenen die op dit moment te maken hebben met misbruik. Elk jaar worden 62.000 kinderen voor de eerste keer slachtoffer van een vorm van seksueel geweld. Ik moest denken aan al die mensen die slachtoffer zijn geworden van seksueel misbruik en worstelen met de gevolgen. Ik moet denken aan de verstikkende eenzaamheid, omdat het zo zwaar en ongelofelijk angstig is om met je verhaal naar buiten te komen. Wat doet het met je, wanneer je niet geloofd wordt, wanneer je gezegd wordt te zwijgen, wanneer je ontdekt dat er een cultuur heerst van zwijgen, ontkennen en de andere kant opkijken.

Geen geïsoleerd probleem

We mogen niet langer onze ogen sluiten. Seksueel misbruik is niet een geïsoleerd probleem van een gestoorde gek of een zieke groep. Seksueel misbruik komt zo breed voor in de samenleving, dat het blijkbaar diep in onze cultuur is verankerd. Dat is het eerste waar we van doordrongen moeten raken. Misbruik komt in alle lagen van de bevolking voor, en in het overgrote deel van het misbruik is de dader een bekende van het slachtoffer. Het meeste misbruik vindt binnen onze eigen gezinnen plaats.

Cultuur van zwijgen

Waarom wordt er zo vaak en gemakkelijk in alle toonaarden gezwegen over misbruik? Dat daders zwijgen ligt voor de hand. Wanneer een situatie van misbruik uitkomt, valt de hele samenleving over de dader heen. De extreme verontwaardiging is geen meeleven met het slachtoffer, maar een ultieme manier om het kwaad te bezweren. De dader is het geïdentificeerde kwaad en moet worden uitgedreven. Er is geen ruimte om na te denken over het klimaat waarbinnen het misbruik kon ontstaan.

Slachtoffers zwijgen omdat ze vaak loyaal zijn aan de daders. Het zijn immers vaak bekenden. Kun je je broer, oom, vader of tante aangeven? Daarnaast gaat misbruik vaak gepaard met dreiging. Daders bedreigen of manipuleren slachtoffers, zodat ze veel moeten overwinnen om het verhaal naar buiten te durven brengen. Tot slot moeten slachtoffers ook de eigen schaamte overwinnen. Slachtoffers voelen zich vaak schuldig over het misbruik en schamen zich voor wat hen is aangedaan. Blaming the victim, ongeloof en onbegrip verergeren de schaamte.

De omstanders zwijgen omdat de verhalen van misbruik de idylle van veiligheid op het spel zetten. Gezinnen blijken niet zonder meer de hoeksteen van de samenleving te zijn. Sportverenigingen, kerkelijke gemeenschappen, instellingen, scholen en crèches blijken veel minder veilig dan gedacht. Ontkennen en de andere kant op kijken is een manier om de idylle in stand te houden. De nadruk om te vergeven of om het misbruik met de mantel der liefde te bedekken zijn middelen om het zwijgen in stand te houden. Het aanhoren en geloven van de verhalen van de slachtoffers vraagt om ingrijpen, om handelend optreden. Het vraagt om naar onze eigen houding en onze eigen rol te kijken. Luisteren naar het slachtoffer vraagt om betrokkenheid. Neutraal blijven speelt de dader in de kaart en houdt het klimaat waarbinnen het misbruik kan woekeren in stand

Het is tijd om wakker te liggen en op te staan.

Seksueel misbruik – brief aan de dader

18 jun

Een tijdje geleden heb ik onderstaande column geschreven voor Huis aan Huis. Ik moest er weer aan denken omdat ik de laatste tijd zo vaak verhalen hoor van mensen die in hun leven te maken hebben gehad met huiselijk geweld of met seksueel misbruik. Geweld werkt zo schadelijk door in mensenlevens: het ondermijnt eigenwaarde, vertrouwen in andere mensen en onteigent soms het lichaam van het slachtoffer. Zo vaak ook hebben slachtoffers te maken met onbegrip en pijnlijke reacties van omstanders – vrienden, kennissen, familie, de kerk. En wat me steeds te binnen komt: de verhalen van slachtoffers vertellen ook dat er zoveel mensen dader zijn. Waarom doe je dat? Je kunt geen liefde afdwingen van je partner. Je kunt geen genegenheid in een kind slaan. Stop met wat je aan het doen bent, en zoek hulp.

Dat is ook de strekking van onderstaande brief aan de dader:

Campagne Huiselijk Geweld

Beste dader,

De afgelopen week zijn er verschrikkelijke verhalen in het nieuws gekomen: op peuterspeelzalen in Amsterdam heeft Robert M op grove wijze jonge kinderen misbruikt. Een Nederlander is opgepakt die deel uitmaakte van een groot kinderpornonetwerk. Misschien vervullen dergelijke verhalen jou ook wel met afschuw. En je hebt gelijk: hoe gewetenloos moet je zijn om dit te doen?

Toch wil ik je vragen nog eens goed na te denken over het lijden van die kinderen. Als je ’s avonds op zoek gaat naar plaatjes of filmpjes van kinderen en jongeren, denk je dan ook na over de pijn en het leed van die kinderen? Besef je wel dat Robert M dit alleen maar doet, omdat het zo lucratief is, omdat hij hier veel geld mee kan verdienen? Zolang jij blijft genieten van deze beelden, zullen mensen als Robert M kinderen blijven misbruiken.

Misschien herken je jezelf helemaal niet in mensen als Robert M. Zo gewetenloos en crimineel ben ik toch niet? Beste dader, graag wil ik wat cijfers met je bespreken. Uit onderzoek is gebleken dat 1 op de 3 vrouwen en 1 op de 10 mannen voor hun 18de levensjaar te maken hebben gehad met ongewenste seksuele grensoverschrijdingen. Velen van deze mensen lijden nog dagelijks onder het misbruik, vaak in stilte. Meestal is de dader een bekende van het slachtoffer. Als ik die cijfers hoor, denk ik steeds: hoeveel daders zijn er wel niet? Als de commissie Deetman spreekt over 1800 meldingen, hoeveel daders zijn er dan? Als in een documentaire over kinderprostitutie naar voren komt dat meisjes in Thailand, soms heel jong nog, 30 toeristen per dag moeten bevredigen – over hoeveel daders spreken we dan niet?

Inderdaad: er zijn grote verschillen in wat daders doen. Maar elke vorm van seksueel misbruik is beschadigend! Misschien zeg je dat wat jij doet niet zo erg is: je bent niet uit op macht, en je dwingt je kinderen niet. Ik zou je willen uitnodigen om eens in de ogen te kijken van je slachtoffer: haar / zijn angst en pijn te zien. Je zou eens moeten gaan praten met therapeuten die slachtoffers helpen om het levensverhaal een plek te geven. De gevolgen van wat jij doet, zijn enorm en verschrikkelijk! Als je ‘alleen maar’ kinderpornoplaatsjes kijkt, houd jij het misbruik in stand. Misbruik is vernietigend.

Beste dader, met klem roep ik je op: zoek hulp! Wat jij doet met kinderen mag niet, mag nooit! Laat dit mijn boodschap zijn: stop met het misbruik, erken wat je gedaan hebt. Geef ruimte aan gerechtigheid.

Een ongelukkig antwoord op de verkeerde vraag.

1 jan

Hieronder de onverkorte versie van het artikel in Trouw van 7 oktober 2011 onder de kop:  Dader misbruik moet niet zijn schuld etaleren.

In de Trouw van zaterdag jl. was te lezen dat de Protestantse Kerk daders van seksueel misbruik publiekelijk boete wil laten doen. Op die manier moeten daders zich verantwoorden tegenover de kerkelijke gemeente en het slachtoffer. Dit stelde ds. Plaisier voor in reactie op een reportage van de EO (De vijfde dag, donderdag 29 september) over seksueel misbruik binnen protestantse kerken en evangelische geloofsgemeenschappen.

In mijn beleving is dit een ongelukkig antwoord op de verkeerde vraag. De reportage van de EO probeerde te achterhalen waarom zoveel mensen wel melding maken van seksueel misbruik door ambtsdragers (300 meldingen), terwijl dit uiteindelijk maar tot enkele officiële klachten (9) heeft geleid. Uit de verhalen van de slachtoffers kwam naar voren dat de weg van het kerkrecht buitengewoon zwaar is. Voor veel slachtoffers is deze weg dan ook geen optie.

In de afgelopen jaren heeft de Protestantse Kerk in Nederland veel energie gestoken in het bespreekbaar maken en aan de orde stellen van seksueel misbruik door ambtsdragers. Er is een protocol gepubliceerd en opgestuurd naar alle gemeenten, er zijn meerdere brochures geschreven, in de bepalingen bij de kerkorde is speciaal aandacht voor misbruik door ambtsdragers, en de interkerkelijke stichting tegen seksueel misbruik in pastorale relaties (SMPR) beschikt over een netwerk van vertrouwenspersonen om slachtoffers te ondersteunen.  Desondanks  laten de cijfers van de EO een pijnlijke lacune zien.

Waar blijven de slachtoffers in onze kerken? Wordt er recht gedaan? Worden de daders ter verantwoording geroepen? Deze cijfers zijn extra pijnlijk wanneer ik me bedenk dat de Protestantse Kerk zich met name is gaan richten op misbruik door ambtsdragers – en dan met name op misbruik door predikanten. Vrijwilligers in de kerk die zich schuldig maken aan misbruik is nog een redelijk onontgonnen gebied. We hebben ontzettend veel vrijwilligers die actief zijn binnen het jeugdwerk. Deze vrijwilligers hoeven geen verklaring van goed gedrag te overleggen.

Daarnaast had de Protestantse Kerk enkele jaren geleden geweldig veel kennis in huis als het gaat om misbruik en geloof. Helaas zijn met het afstoten van de Regionale Dienstencentra ook de meeste van deze groepen verdwenen.

Daar had ds. Plaisier over kunnen spreken: hoe maken we onze kerken veiliger? Hoe kunnen we op een proactieve manier werken aan preventie? Hoe dragen we er zorg voor dat er naar slachtoffers geluisterd wordt en dat er recht gedaan wordt?

Het antwoord van de secretaris van de PKN ging echter over boetedoening door daders als een mogelijkheid de doofpotcultuur te doorbreken. Het is de vraag of een openbare boetedoening wel een goed idee is. Boetedoening sluit aan bij dadermechanismen. In eerste instantie zal een dader ontkennen, vervolgens bagatelliseren en tot slot spijt betuigen om zijn / haar leven weer op te kunnen pakken. De dader krijgt een podium aangereikt waarop hij zijn schuldbesef mag etaleren. Dit is een risicovolle strategie: daders vertellen niet altijd het hele verhaal. In mijn onderzoek (Ontredderd, 2005) deed een predikant vier of vijf keer een poging om tot een openbare schuldbelijdenis te komen. De kerkenraad en gemeente wilden hem graag weer in de armen sluiten, maar telkens bleken er zich nog nieuwe slachtoffers te melden, waar de schuldbelijdenis niet over repte.

De vraag die zich opdringt en waar we mee aan de slag moeten is: hoe kunnen we beter recht doen aan slachtoffers binnen de kerk?