De diaconale week staat in het teken van de zeven werken van barmhartigheid en loopt van deze vierde zondag naar het Avondmaal van 6 maart. Zes van deze werken komen uit Mattheüs 25: “Want ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op, ik was naakt, en jullie kleedden mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij, ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij toe.”

In 1207 voegde Paus Innocentius II er een zevende werk aan toe: het begraven van de doden. In de Middeleeuwen was het begraven van de doden vanwege alle heersende besmettelijke
ziekten niet zonder risico voor eigen lijf en leden. Het begraven van de doden was daarom een daad van barmhartigheid, wie de doden begroef verrichtte een daad van naastenliefde.
Paus Franciscus heeft naar aanleiding van de encycliek Laudato Si een achtste werk van barmhartigheid genoemd: “Laat ons barmhartig zijn voor ons gemeenschappelijk huis”. Hiermee wordt zorg voor de schepping bedoeld. Deze toevoeging aan de reeds bestaande zeven werken van barmhartigheid werd in een brief van 6 augustus 2015 door Paus Franciscus voorgesteld.
De woorden uit Mattheüs bieden een handvat om geloof te leven en te doen. Juist in deze werken van barmhartigheid blijkt het mogelijk om Jezus zelf te ontmoeten. Niet zozeer in degene die geeft, maar juist in de ander die jouw steun zo nodig heeft.
We hebben ervoor gekozen om voor deze diaconale week het eten geven aan wie honger heeft en drinken aan wie dorst heeft samen te nemen, en te verbinden aan de Avondmaalszondag op 6 maart. Daarnaast hebben we zorg voor de schepping toegevoegd.
Wat is diaconaat?
Onze diaconie draagt zorgt voor de diaconale arbeid in onze gemeente. De term ‘diaconaat’ is ontleend aan het Griekse woord ‘diakonia’. Dit woord is vaak uitgelegd als dienst aan de medemens in materiële nood. Het laat zich echter ook breder verstaan. De kerkorde verbindt de diaconale arbeid met barmhartigheid en gerechtigheid. Waar deze woorden geleefd worden, komt het Koninkrijk van God zichtbaar. Diaconaat is niet iets dat voorkomt uit ons geloof, maar het ís geloof: geleefd geloof.
Het eerste fundamentele begrip voor diaconaat is ‘barmhartigheid’. Bijbelse barmhartigheid heeft alles te maken met omzien naar en zorgen voor de mensen om ons heen. Hierbij gaat het enerzijds om de zorg om eerste levensbehoeften, anderzijds om verbondenheid.
Barmhartigheid – en dus ook diaconaat – is nauw verbonden met navolging en met Christus’ wederkomst en oordeel. Rabbijnen uit de tijd van Jezus wijzen op de plicht om de Naam van Eeuwige te prijzen of zegenen bij alles wat je doet – behalve bij barmhartigheid. Want barmhartig zijn ís op zichzelf al lofprijzing van Gods Naam.
Het andere fundamentele begrip is gerechtigheid. In de Bijbel betekent gerechtigheid: ‘aan je bestemming komen’, ‘aan je bedoeling beantwoorden’. Het betekent enerzijds dat gerechtigheid onze ogen opent voor onrecht. Anderzijds helpt gerechtigheid ook om barmhartigheid niet oeverloos te laten zijn. De bedding van barmhartigheid is gerechtigheid. We hoeven onszelf dus niet weg te cijferen of weg te geven, en altijd klaar te staan.
Een belangrijk begrip is dan ook ‘wederkerigheid’. De wijze waarop wij mensen tegemoet treden heeft alles met geloven te maken. De ander is immers steeds ook ‘beelddrager van God’. Die gelijkwaardigheid komt ook naar voren in het spreken over bondgenoten. Zo mogen we met elkaar optrekken, met name omdat we weet hebben van Gods genade. Diaconaat is gratis, genade en laat zo ook iets zien van de liefde van God. Genade: Gods liefde vóór alles uit.
Het is niet vreemd dat diakenen een belangrijke rol hebben bij het Avondmaal. Aan die tafel ontspringt het diaconaat. Vanuit het Avondmaal ontstaat een gemeenschap die geloof, hoop en liefde deelt. Dit met elkaar delen veronderstelt wederkerigheid. Ons geven is principieel vanuit het besef dat wij elke dag ons leven en wat wij hiervoor nodig hebben ontvangen van de Heer. Met elkaar delen rond en vanuit de Tafel van de Heer is tot eer van God en de naaste tot heil.
Maandag 28 februari: Kleed hen die geen kleding hebben
We lezen: Kolossenzen 3, 12 – 14. Omdat God u heeft uitgekozen, omdat u zijn heiligen bent en hij u liefheeft, moet u zich kleden in innig medeleven, in goedheid, bescheidenheid, zachtmoedigheid en geduld. Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft; zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven. En bovenal, kleed u in de liefde, dat is de band die u tot een volmaakte eenheid maakt.
‘Kleren maken de man’ is een bekende uitdrukking. Kleding is belangrijk. Het gaat over warmte, beschutting en over hoe je eruit ziet. In de Bijbel lezen we al in Genesis 3 dat naaktheid schaamte met zich meebrengt. Daarom is het zo van belang om goede kleding te hebben, passend bij het jaargetijde.
Paulus schrijft over het kleden in meeleven en liefde. Als we ons zó kleden, kunnen we delen als we meer dan genoeg hebben, of ontvangen als we te weinig hebben. Wat trek jij vandaag aan?
Om te doen: ga eens door je kledingkast heen. Heb je goede kleding waar je een ander mee gelukkig kunt maken? Overweeg om dit te schenken aan het Leger des Heils of aan de Kledingbank in Sliedrecht.
Ook is het fijn als er nieuwe kleding wordt bezorgd zoals ondergoed en sokken.
Om over na te denken: als het je gegeven is om warme en fijne kleding te kunnen dragen,
ervaar je dan ook dankbaarheid voor wat zo gewoon kan voelen?
Dinsdag 1 maart: Bied vluchtelingen onderdak
We lezen: Hebreeën 13, 1 en 2: Houd de onderlinge liefde in stand en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen.
Het valt niet mee als je door anderen als ‘vreemdeling’ wordt gezien. Vreemdelingen zijn al gauw in de ogen van anderen een bedreiging. Dat was al zo in de tijd van het oude Israël en in de begintijd van de christelijke kerk. Het was niet anders in de jaren van Tweede Wereldoorlog. En ook in onze tijd is hier geen uitzondering op. Mensen die huis en haard verlaten vanwege levensbedreigende situaties moeten een uiterst gevaarlijke reis maken, maar lijken vervolgens nergens welkom te zijn. In politieke discussies zijn juist de vluchtelingen vaak het kind van rekening, omdat zij als gevaar en overlast gezien worden. In het verhardende politieke klimaat in ons land wordt het steeds ingewikkelder voor ‘vreemdelingen’ om in Nederland thuis te komen.
Overigens kunnen ook groepen die al generaties lang in Nederland wonen zomaar tot vreemdeling (en dus ongewenst) gemaakt worden. Denk aan Joden, Moslims en tweede of derde generatie migranten. Of mensen die niet zomaar in het plaatje van ‘de heersende norm’ passen.
De Hebreeënbrief geeft een bijzondere kijk op gastvrijheid. Door gastvrij te zijn, zou het zomaar kunnen zijn dat je engelen ontvangen hebt. Het past ook bij wat Jezus zegt in Mattheüs 25: ‘Ik was een vreemdeling en jullie hebben mij opgenomen’.
Onze roeping is om de ander altijd in de ogen te blijven kijken en nooit te ontmenselijken. Zo kan het gebeuren dat we optrekken met engelen en Jezus zelf ontmoeten.

Om te doen: in Sliedrecht is het voor statushouders niet eenvoudig om de weg in de Nederlandse cultuur te vinden. Er gaapt een kloof tussen de verplichte scholing rond inburgering en wat nodig is om staande te blijven in de maatschappij. Wat helpt zijn buddy’s. Mensen die een keer in de zoveel tijd langs willen gaan bij statushouders om een kopje thee te drinken, Nederlands te spreken en hen wegwijs te maken in ons dorp en onze gewoonten.
De vraag van vandaag: zou je erover na willen denken of je buddy zou willen worden voor een statushouder? Of eerst maar eens een keertje een kopje thee of koffie samen drinken. Voor meer informatie of aanmelden kun je contact opnemen met Daniëlle Zwanink. Haar gegevens zijn te verkrijgen via ds. Alexander Veerman (06 83663420)
Om over na te denken: het klimaat in Nederland verhardt op verschillende manieren. Nederlanders met een migratieachtergrond, statushouders en asielzoekers ervaren dit vaak aan den lijve. Wat zou jij / u kunnen doen om hen welkom te laten voelen om zo me te bouwen aan een herbergzame wereld.
Woensdag 2 maart: Bezoek de zieken
We lezen: Marcus 1, 40 – 42 Er kwam iemand naar Hem toe die door een huidziekte onrein was; hij smeekte Hem om hulp en zei, terwijl hij op zijn knieën viel: ‘Als U wilt, kunt U mij rein maken.’ Jezus kreeg medelijden, stak zijn hand uit, raakte hem aan en zei: ‘Ik wil het, word rein.’ En meteen verdween zijn ziekte en hij was rein.
Misschien is het moeilijkste van ziekte wel de eenzaamheid. Mensen die ziek zijn – zeker als het chronisch is – raken vaak hun netwerk en hun plaats in de samenleving kwijt. Of de ziekte nu lichamelijk of psychisch is, al snel ontstaat er een kloof tussen het leven dat gewoon doorgaat en het leven dat stil gevallen of veranderd is door de ziekte.
De genezing van Jezus beginnen altijd met gezien worden. Jezus ziet de zieke mens – nee, Jezus ziet de mens. En Hij raakt de zieke aan en doorbreekt zo het isolement. Zo begint genezing. Die genezing ligt binnen onze mogelijkheden: zie die ander en doorbreek het isolement.

Om te doen: bezoek iemand in de straat, in de buurt of in de kerk die zorgen heeft vanwege psychische of lichamelijke zorgen. Of waag een belletje, stuur een kaartje. Stuur ook een kaartje naar Waerthove, Yulius, Parkzicht, of de Merwebolder.
Om over na te denken: als het je gegeven is om in een gezond lichaam en met een gezonde geest te leven, ervaar je dan ook dankbaarheid dat u/jij zomaar uit bed kunt stappen zonder pijn of een ander kunt aanspreken zonder angst? Praat eens met iemand die chronisch ziek is over hoop en verlangen.
Donderdag 3 maart Bezoek gevangenen
We lezen: Handelingen 5, 17 – 21 Daarop besloten de hogepriester en zijn medestanders, de sadduceeën, in te grijpen. Vervuld van jaloezie als ze waren, lieten ze de apostelen gevangennemen en opsluiten. ’s Nachts opende een engel van de Heer echter de deuren van de gevangenis, bracht hen naar buiten en zei: ‘Ga naar de tempel en spreek daar tot het volk over alles wat het nieuwe leven aangaat.’ De apostelen gaven hieraan gehoor en gingen bij het aanbreken van de dag naar de tempel, waar ze hun onderricht voortzetten.
ezoek de gevangenen. Dat is best een lastige opdracht. Gedetineerden hebben over het algemeen iets gedaan waardoor ze die gevangenisstraf ook verdiend hebben. In de samenleving is vaak een harde opstelling merkbaar: wie zich aan een misdaad schuldig heeft gemaakt, moet weg en wordt soms letterlijk uit het leven van de samenleving gebannen.
De Bijbel spreekt op een andere manier over schuld. God haat onrecht en veroordeelt de dader. Maar de Bijbel blijft ook altijd de mens zien.
Als wij zo de mens kunnen blijven zien (zonder de daden op een of andere manier te vergoelijken, want dan doe je ook geen recht aan de gedetineerde) vindt er op een ander niveau bevrijding plaats.
Om te doen: schrijf een kaart aan een gedetineerde. Belangrijk: schrijf op de kaart geen achternaam of plaatsnaam, onderteken alleen met je voornaam. De kaarten kunnen ingeleverd worden in de kerk, op Merwestraat 60 of Veerstoep 23. De verzamelde kaarten zullen doorgestuurd worden naar Epafras (www.epafeas.nl) die zorg zal dragen dat de kaarten bij gedetineerden in het buitenland terecht zullen komen.
Het is ook mogelijk om deze organisatie met een gift te steunen:
Epafras, Leiden, IBAN NL 38 INGB 000 5 676067
Om over na te denken: mensen kunnen fysiek gevangen zitten door daden die een gevangenisstraf rechtvaardigen.. Mensen kunnen ook gevangen zitten in het lichaam of door een verslaving. Denk eens na op welke manier jij/u zou kunnen bijdragen aan de strijd van een verslaafde tegen zijn/haar verslaving.
Vrijdag 4 maart Begraaf de doden
Zoals in de inleiding al is aangehaald, is dit werk van barmhartigheid in de Middeleeuwen toegevoegd. De kerk heeft zich in die tijd sterk gemaakt voor het recht op en het belang van een respectvolle uitvaart.
We lezen: Mattheüs 27, 57 – 60 Toen de avond gevallen was, arriveerde er een rijke man die uit Arimatea afkomstig was. Hij heette Josef en was ook een leerling van Jezus geworden. Hij meldde zich bij Pilatus en vroeg hem om het lichaam van Jezus. Hierop gaf Pilatus bevel het aan hem af te staan. Josef nam het lichaam mee, wikkelde het in zuiver linnen en legde het in het nieuwe rotsgraf dat hij voor zichzelf had laten uithouwen. Daarna rolde hij een grote steen voor de ingang van het graf en vertrok. Maria van Magdala en de andere Maria gingen tegenover het graf zitten en bleven daar achter.
Het begraven van de doden was in het oude Israël een belangrijke handeling. De overledenen werden in het graf gelegd in de verwachting van de opstanding van de doden. Het bood tegelijkertijd een plaats voor het verdriet van de overledenen. Zo ontfermde Josef van Arimetea zich over het lichaam van Jezus en waakten en treurden Maria van Magdala en Maria bij het graf.
Zorg voor de overledenen vertelt over de hoop die wij meedragen, over onze hoopvolle toekomst in Christus. Zorg voor de overledenen geeft ook ruimte voor de rouw bij de nabestaanden, en ruimte om het verdriet te delen.
Om te doen: vrijdagavond is er van 19.30 – 21.00 uur, in De Voorhof, verliescafé ‘Bakkie Troost’. Het is een ontmoetingsplek voor mensen die een verlies hebben geleden en elkaar op een laagdrempelige manier kunnen ontmoeten.
Dit is de eerste keer dat ‘Bakkie Troost’ open is. Denk gerust even mee of en hoe we dit in de komende tijd vaker kunnen doen. Opgave vooraf is niet nodig.
Om over na te denken: denk je / denkt u wel eens na over de dood? Hoe zou het afscheid vorm kunnen krijgen? Wat betekent het nadenken over de dood voor de beleving van het leven van vandaag?
Zaterdag 5 maart Zorg voor de schepping
We lezen: Genesis 9, 8 – 10 Ook zei God tegen Noach en zijn zonen: ‘Hierbij sluit Ik een verbond met jullie en met je nakomelingen, 10en met alle levende wezens die bij jullie zijn: vogels, vee en wilde dieren, met alles wat uit de ark is gekomen, alle dieren op aarde.
Zorg voor de schepping is in het christelijk geloof in het Westen ondergesneeuwd geraakt. In de vroege Middeleeuwen is de nadruk komen te liggen op het geestelijk leven, en op het perspectief van de hemel. De aarde was ondergeschikt, het doel was om in de hemel te komen. In het Joodse geloof en in de Oosters-orthodoxe kerk speelt de schepping juist een belangrijke rol in het geloofsleven. God komt terug op deze aarde die vernieuwd wordt. Onze handelingen hebben eeuwigheidswaarde.
In de Oosters-orthodoxe kerk is de schepping een icoon van God. Door naar de schepping te kijken, komt God aan het licht. Wat vertellen de bloemen en de bomen ons? Wat hebben de vlinders en de vogels ons te zeggen?
Om te doen: we verzamelen om 10.00 bij de kerk om in kleine groepjes zwerfvuil op te gaan ruimen.
Om over na te denken: hoe ziet u / zie jij onze verantwoordelijkheid voor de schepping? Hoe geeft u / geef jij daar invulling aan?
Zondag 6 maart: Avondmaalszondag “Voed de hongerigen en geef drinken aan wie dorst heeft”
We lezen: Johannes 6, 35 ‘Ik ben het brood dat leven geeft,’ zei Jezus. ‘Wie bij Mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in Mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.
Vandaag vieren we Avondmaal. De tafel van delen, de tafel van overvloed. Misschien is dat wel de diepste aanklacht aan de mensheid dat het ons niet lukt om de honger uit te bannen. We kunnen niet de wereld op onze nek nemen, maar wel binnen onze mogelijkheden delen.
Armoede in Nederland ziet er anders uit dan armoede in Afrika, maar armoede blijft armoede. Ook hier in Sliedrecht gaan kinderen naar school zonder ontbijt.
Jezus nodigt ons uit on onze levensvervulling en de volheid van leven in Hem te zoeken en te vinden. Dat kan ons helpen om onze prioriteiten te verleggen en ons levensgeluk op een andere manier in te vullen. Wat betekent het voor u / voor jou dat Jezus ons brood is?
Om te doen: neem levensmiddelen mee naar de kerk. Deze zullen doorgegeven worden aan mensen die het nodig hebben.
Om over na te denken: wie zou jij / u willen uitnodigingen om mee te eten?