Ook dit jaar is er de mogelijkheid om belijdeniscatechese te volgen. Over het doen van belijdenis bestaan veel misverstanden die mensen soms weerhouden om serieus te onderzoeken of ze wel of geen belijdenis zouden willen doen.
Geen twijfels meer?
Een eerste misverstand is dat als je belijdenis doet, je laat zien dat je veel geloof hebt en dat je je twijfels hebt overwonnen. Het misverstand is dat er aan het belijden een status wordt gegeven: je gelooft meer of beter dan als je geen belijdenis doet. Daarnaast wordt de suggestie gewekt dat er na het belijden geen ruimte meer zou zijn voor je vragen, twijfels en aanvechting. Ook dit is niet juist. Het gaat in het geloof niet om verworven zekerheden, maar om het aangaan en groeien van een relatie. Vragen en twijfels kunnen helpen om te groeien in de relatie.
Eindpunt?
Een ander misverstand is dat belijdenis doen gezien wordt als een eindpunt. De gedachte is dat je je hebt voorbereid op het doen van belijdenis. Daar heb je catechese voor gevolgd, en met het doen van belijdenis heb je als het ware ‘het examen’ gehaald. Deze visie past niet zo goed in het Bijbels denken over God en geloven. Zoals boven is aangegeven, gaat het in het geloven om het aangaan van een relatie. Je kunt het vergelijken met het aangaan van een relatie met een partner, of met trouwen. Je zegt ‘ja’ tegen elkaar, maar gaandeweg verdiept zich de relatie. De trouwdag is geen eindpunt gebleken, maar een startpunt voor het leren kennen. Ook in de kerk gaan we ervan uit dat geloven betekent dat je je hele leven door kunt leren.
Beloofd is beloofd?
Tot slot is een misverstand dat belijden betekent beloven, en een belofte mag je nooit meer breken. Als je zo naar het doen van belijdenis kijkt, komt er een grote zwaarte in mee. Je weet immers niet hoe het in de toekomst zal zijn. Natuurlijk zeg je ergens ‘ja’ tegen, en dat houdt ook een belofte in. Maar de vergelijking met een gewone relatie kan de betekenis van deze belofte helpen verhelderen. Het is weinig mensen gegeven om altijd op een diep niveau van elkaar te houden. Er zijn momenten waarop niet de liefde de basis is onder de relatie, maar trouw. Volhouden en werken aan verbetering. Soms door teleurstelling in je partner, soms door gebeurtenissen. Het valt niet altijd mee om in slechte tijden trouw te blijven. Een belofte kan dan ondersteunend werken en je de kracht geven om door een fase heen te komen. Dat is de ene kant van een belofte. De andere kant is dat de toekomst in een relatie altijd open is. Je maakt een ontwikkeling door. Nieuwe omstandigheden kunnen inhouden dat je je beloften opnieuw wilt herijken. Het doen van belijdenis betekent niet dat je niet opnieuw over je relatie met God zou mogen nadenken.
Wat dan wel?
Wat dan wel? Belijden is ‘ja’ zeggen tegen God. De meesten van ons zijn als kind gedoopt. De doop symboliseert dat je kind van God bent. Het is een teken van het verbond tussen God en jou. Je ouders hebben de verantwoordelijkheid voor je geloofsopvoeding genomen door ‘ja’ te zeggen, en nu je belijdenis doet, neem je zelf die verantwoordelijkheid. Je staat in relatie tot God, en daar getuig je van.
Belijden is persoonlijk, maar vindt ook plaats in de kerkelijke gemeenschap. Geloven gaat om jouw persoonlijke relatie met God. Tegelijkertijd vindt de belijdenis plaats in het midden van de gemeente. Het is een openbare gebeurtenis. Met ons persoonlijk geloof staan we in de lange traditie van de kerk, en zijn we met andere gelovigen verbonden . Door het doen van belijdenis word je lid van de kerk, of verandert je lidmaatschap. Van dooplid word je belijdend lid.
De letterlijke betekenis van het Griekse woord voor ‘belijden’ is: hetzelfde zeggen, instemmen met. Met al je eigen accenten staan we in de lange traditie van de kerk. We stemmen in met het Woord van God: Gods liefde geeft ons de ruimte om op adem te komen.
Je geloof belijden betekent dat je aangeeft uit wiens hand je je leven ontvangt. Dit hoeft niet met moeilijke woorden gepaard te gaan. De eerste en kortste geloofsbelijdenis is ‘Jezus is Heer’ (Romeinen 10,9).