Inleiding
Zondag 19 maart ging ik in de ochtenddienst in onze eigen kerk voor. Het thema van deze dienst was ‘in de ban van …’ naar aanleiding van Marcus 5, 1-20. In dit Bijbelverhaal geneest Jezus een man die bezeten wordt door een aantal kwade geesten die zichzelf ‘Legio’ noemen. In de overdenking wilde ik duidelijk maken dat we meer op de bezeten man lijken omdat we in onze tijd ook te maken hebben met machten en krachten die ons in bezit kunnen nemen. Bevrijding vinden we bij Jezus die het kloppend hart van ons bestaan wil zijn. (Terugkijken kan hier )
Methode
Vooraf aan de eredienst heb ik aan 8 mensen een vragenlijst uitgedeeld met de vraag om die zelf of met partner of gezin in te vullen tijdens of gelijk na de dienst. Alle formulieren zijn terug gekomen.
De deelnemers komen uit segment 2 of 3.
De winst van deze feedback begint al bij de bereidheid van hoorders om de vragenlijst in te vullen. De bereidheid tot invullen maakt al dat de hoorders op (nog) betrokkenere wijze in de dienst zitten. Daarnaast hebben sommigen de vragen samen ingevuld. Dit betekent dat ze ook samen over de viering hebben doorgesproken, wat sowieso al winst is. Tot slot helpt de feedback mij weer verder in mijn rol als prediker en komt de feedback (als het goed is) de gemeente ook weer ten goede.
De vragenlijst
De vragenlijst telt 10 vragen en ruimte voor ‘overige opmerkingen’.
- Ervaar/ voel ik in dit verhaal wat geloven is – word ik daarin meegenomen?
- Begrijp ik wat er bedoeld wordt?
- Gaat het over mijn situatie, over de plek waar ik woon?
- Voel ik me serieus genomen in het verhaal, met mijn vragen en ervaringen?
- Kan ik hier iets mee in mijn dagelijks leven en in onze actualiteit– is het toepasbaar, relevant?
- Wordt me duidelijker wat de kern van het geloof is?
- Is er openheid in het verhaal, zonder dat alles al voor me wordt ingevuld?
- Is de verteller geloofwaardig, echt?
- Word ik uitgenodigd om op een of andere manier zelf in actie te komen?
- Is het me duidelijk wat de spreker met dit verhaal wil bereiken?
- Overige opmerkingen
Wat ik met deze vragen wil achterhalen, is of de bedoeling van de viering overkomt, het raakt aan het leven van de hoorders en of de viering de hoorders ook verder helpt op de weg van het geloof.
Drie thema’s zijn in de vragen van belang: allereerst de vertolking van en door de voorganger. Een eredienst is voor alles communicatie. Als voorganger is het mijn wens dat ik mag bijdragen aan het creëren van ruimte waarbinnen hoorders iets van en aan God kunnen opdoen. Daarnaast communiceer ik in de liturgische teksten (bemoediging, gebeden, zegen), de gekozen liederen en de uitleg van de Bijbeltekst Gods boodschap. Staat mijn vertolking het horen van die boodschap in de weg of bied ik voldoende ruimte?
Het tweede thema dat bij het eerste nauw aansluit, is de vraag of ik de situatie van de hoorders voldoende meeweeg. Weet ik met welke dilemma’s, thema’s en verlangens de hoorders te maken hebben? Het mag duidelijk zijn, dat als ik geen of onvoldoende feeling heb met de leefwereld van de hoorders, het voor hen een grotere opgave wordt om de boodschap naar het eigen leven te vertalen.
Het laatste thema is de vraag naar geloof. In het beleidsplan van de kerk hebben we het voornemen opgenomen dat we mogen groeien in geloof, in onderlinge verbondenheid en in missionaire presentie. Werken de zondagse erediensten mee in de groei van geloof?
Uitkomsten
Op de vragen uit de vragenlijst kon gereageerd worden met ‘ja’, ‘nee’ of ‘een beetje’. Daarnaast was er de mogelijkheid om een toelichting te geven. De meeste deelnemers hebben meerdere antwoorden toegelicht.
Vraag: Ja nee een beetje
1. IIIII III
2. IIIIII II
3. III I IIII
4. IIIII I II
5. IIIII III
6. IIII I III
7. IIIII III
8. IIIIIIII
9. IIIII III
10. IIIII III
De meeste respondenten reageren positief als het om het eerste thema gaat (vertolking en presentatie). Hierbij is het goed om te bedenken dat ik maar enkele personen om reactie gevraagd heb waardoor deelnemers zouden kunnen ervaren dat de enquête niet geheel anoniem ingevuld kon worden. Daarnaast is er een behoorlijke gunnende factor (tweede preek na mijn ziekte). Concreet betekent dit dat ik de ‘opmerkingen tussen de regels’ probeer het juiste gewicht te geven.
Een van de respondenten merkte op:
“Het thema van de dienst (demonen, bezeten zijn, bevrijding door Jezus) is voor de meeste christenen wel bekend. Maar voor anderen was misschien meer toelichting nodig geweest.”
Een ander gaf aan:
“Ik voelde mij tot rust komen in de dienst. Maar ik weet niet zo goed met wie ik mij kan verplaatsen in het verhaal. Ik ben niet de bezetene. Maar ik ben ook niet iemand uit het dorp die de bezetene wil vastbinden.”
De meeste respondenten gaven aan het verhaal goed te kunnen volgen, maar in de opmerkingen kwam ook mee dat de lengte van het betoog niet helpt om de boodschap mee te nemen.
Deze reacties helpen mij om in de voorbereiding meer na te denken over de hoorders (kan iedereen meekomen, moeten er dingen worden toegelicht?) en over de vraag hoe ik het Bijbelverhaal op een bredere en uitnodigendere manier naar onze tijd kan brengen.
Dat brengt me gelijk bij het tweede thema. Weeg ik de omstandigheden van de hoorders voldoende mee in mijn overdenking? Relatief veel respondenten gaven aan dat het ‘een beetje’ over hun situatie ging en een respondent gaf aan dat het niet over de eigen situatie ging.
“Ik voel me niet geketend. Ik voel me eerder de dorpeling die soms niet weet wat je voor de geketende kunt doen. Wat wilde Jezus deze mensen nu leren? Dat vind ik lastig bij dit soort preken. Het voelt vaak als zwaar en donker.”
Deze reactie is een uitnodiging om meer na te denken over de verschillende posities van de hoorders. Vaak focus ik me (vanuit mijn biografie) op degenen die lijden onder onrecht of aan het leven. Daarnaast richt ik me op omstanders die wie lijdt niet altijd behulpzaam tegemoet treden. Het is echter niet altijd zo zwart/wit. Hoe kan ik de hoorders meenemen die ook wel zien wat er mis is en bewogen zijn. Welk woord van bemoediging en troost spreekt de tekst voor hen?
Het derde thema waar ik me in deze feedback op richt, is de vraag naar geloof. Dat is sowieso een lastige – als was het alleen maar omdat we de erediensten niet vaak vanuit deze vraag benaderen. Daar komt bij dat ‘geloof’ niet voor iedereen even duidelijk is (soms zijn er meer vragen en twijfels, of zijn er juist krachtige zekerheden). Wat kun je dan zeggen over ‘groei in geloof’?
Naast de bemoedigende opmerkingen noteer ik een aantal kanttekeningen:
“Hoe moet je verder als je ergens tegenaan loopt? Bij wie kan je dan terecht?”
“Het doel van de preek mag duidelijker benoemd worden”
“De aansporing om zelf in actie te komen, wordt gemist”
“In de preek zat niet echt een aanzet om hier verder mee te gaan. Maar je kunt natuurlijk altijd zelf verder denken of praten.”
“Op zich word ik wel uitgenodigd om in actie te komen, maar ik weet niet zo goed hoe ik dat in mijn specifieke situatie moet doen.”
“Heb ik de preek goed geïnterpreteerd? Dat weet ik niet zeker.”
De feedback op het derde thema zet me aan het denken. De reacties cirkelen om verschillende vragen: wat is nu de kern van de boodschap was en wat zegt dat over het geloof? Hoe kan ik met de boodschap verder: welke actie kan ik ondernemen? En: wat als ik vragen heb?
Sommige opmerkingen nodigen mij uit om scherper en strakker te denken vanuit de hoofdgedachte van de overdenking – ik ga ervan uit dat dit de andere twee thema’s ook ten goede komt.
De eredienst van samen
De enquête en de aangeleverde feedback nodigt uit om aan de slag te gaan met een eredienst van samen. Vaak werkt de voorganger zelf de liturgie en de uitleg uit. De hoorders gaan vrij onbevangen en onvoorbereid naar de kerk en worden soms overvallen door het thema of de uitleg. De boodschap haalt niet altijd de koffie thuis na de kerkdienst.
Zou dat anders kunnen voor wie dat zou willen? Het lijkt me mooi om in onze kerkapp de Bijbeltekst van tevoren te publiceren. Er is ruimte om gedachten te delen, voorbeden te noemen en misschien liederen aan te reiken. Na de eredienst is er ruimte om aan elkaar mee te geven wat je mee hebt genomen uit de eredienst of om vragen te delen. In mijn beleving was het nu al waardevol om gedachten over de dienst op te schrijven en te delen.
De eredienst is de plek van aanbidding aan God. Die aanbidding wint aan intensiteit als het van ons samen is.
