Deze geloofsbelijdenis van Sjoukje en Anton is voorgelezen in de belijdenisdienst op Pinksterzondag 5 juni 2022
Wij geloven. En we spreken het hier in het midden van de gemeente hardop uit: wij geloven in God. We geloven voorbij de vanzelfsprekendheid en we geloven door de diepte van onze vragen en twijfels heen. Het is God die ons draagt en bij ons is.

Wat het ingewikkeld maakte om te geloven is de strijd tussen kerken, het oordeel van christenen over anderen, en de uitsluiting van medemensen. We worstelden met God door het verdriet in de wereld en in ons leven. We worstelden met God door inzichten van de wetenschap die zo haaks lijken te staan op lessen uit de Bijbel.
We vonden sporen van God in diepgravende discussies met vrienden. We ontdekten sporen van God in de vreugde en dankbaarheid van medechristenen wereldwijd. We ontdekten sporen van God in ontmoetingen in de kerk, in muziek, in de verwondering om en van het leven.
We waagden de geloofssprong: we geloven in God de Vader, Schepper van hemel en aarde. De wetten van de wetenschap onthullen de grootsheid van de werkelijkheid. Het geloof maakt ruimte voor verwondering en betekenis. Ons bestaan is niet een toevallige en willekeurige samenloop van omstandigheden, maar ons bestaan is bedoeld: we zijn gekend en geliefd.
In deze God van liefde vinden we rust omdat Hij op ons leven betrokken is, ons leidt en naar onze gebeden luistert.
Wij geloven in Jezus Christus, het gezicht van God. In zijn lijden, sterven en opstanding overwon Hij de macht en krachten van het kwaad en herstelde de relatie van God met ons. In Jezus vinden we hoop die dieper en sterker is dan de narigheid in deze wereld. Jezus wijst ons de weg van het leven zoals het bedoeld is: heb lief. Bekommer je om de kwetsbaren en de zwakkeren, bekommer je om je medemensen. Ook zij zijn geschapen door God.
Wij geloven dat wij niet voor onszelf leven. Het is de heilige Geest die ons dat steeds weer doet herinneren – God dichtbij. De heilige Geest herinnert ons aan ons nieuwe leven in Jezus Christus, opdat we steeds weer uitdelen van geloof, hoop en liefde.
Waar de Geest waait, ontstaat kerk. Geloven doe je samen, in verbondenheid. In je eentje geloven is risicovol, omdat het vuur zomaar kan doven.
Waar de Geest waait, is vergeving van zonden: de ruimte om opnieuw te mogen beginnen. Dat is de christelijke hoop.
Geloven is de bedding van ons leven. Geloven is het besef dat we deel uitmaken van Gods wereld, een veel groter geheel dan we ons konden voorstellen. Geloven is dankbaarheid: de handen openen om te ontvangen. Geloven is verwondering: de ogen openen voor Gods rijkdom. Geloven is Gods liefde toelaten in je leven en daarvan uitdelen. Geloven is je gedragen weten, tot in Gods toekomst.
