Deze geloofsbelijdenis van Sjoukje en Anton is voorgelezen in de belijdenisdienst op Pinksterzondag 5 juni 2022
Wij geloven. En we spreken het hier in het midden van de gemeente hardop uit: wij geloven in God. We geloven voorbij de vanzelfsprekendheid en we geloven door de diepte van onze vragen en twijfels heen. Het is God die ons draagt en bij ons is.
Wat het ingewikkeld maakte om te geloven is de strijd tussen kerken, het oordeel van christenen over anderen, en de uitsluiting van medemensen. We worstelden met God door het verdriet in de wereld en in ons leven. We worstelden met God door inzichten van de wetenschap die zo haaks lijken te staan op lessen uit de Bijbel.
We vonden sporen van God in diepgravende discussies met vrienden. We ontdekten sporen van God in de vreugde en dankbaarheid van medechristenen wereldwijd. We ontdekten sporen van God in ontmoetingen in de kerk, in muziek, in de verwondering om en van het leven.
We waagden de geloofssprong: we geloven in God de Vader, Schepper van hemel en aarde. De wetten van de wetenschap onthullen de grootsheid van de werkelijkheid. Het geloof maakt ruimte voor verwondering en betekenis. Ons bestaan is niet een toevallige en willekeurige samenloop van omstandigheden, maar ons bestaan is bedoeld: we zijn gekend en geliefd.
In deze God van liefde vinden we rust omdat Hij op ons leven betrokken is, ons leidt en naar onze gebeden luistert.
Wij geloven in Jezus Christus, het gezicht van God. In zijn lijden, sterven en opstanding overwon Hij de macht en krachten van het kwaad en herstelde de relatie van God met ons. In Jezus vinden we hoop die dieper en sterker is dan de narigheid in deze wereld. Jezus wijst ons de weg van het leven zoals het bedoeld is: heb lief. Bekommer je om de kwetsbaren en de zwakkeren, bekommer je om je medemensen. Ook zij zijn geschapen door God.
Wij geloven dat wij niet voor onszelf leven. Het is de heilige Geest die ons dat steeds weer doet herinneren – God dichtbij. De heilige Geest herinnert ons aan ons nieuwe leven in Jezus Christus, opdat we steeds weer uitdelen van geloof, hoop en liefde.
Waar de Geest waait, ontstaat kerk. Geloven doe je samen, in verbondenheid. In je eentje geloven is risicovol, omdat het vuur zomaar kan doven.
Waar de Geest waait, is vergeving van zonden: de ruimte om opnieuw te mogen beginnen. Dat is de christelijke hoop.
Geloven is de bedding van ons leven. Geloven is het besef dat we deel uitmaken van Gods wereld, een veel groter geheel dan we ons konden voorstellen. Geloven is dankbaarheid: de handen openen om te ontvangen. Geloven is verwondering: de ogen openen voor Gods rijkdom. Geloven is Gods liefde toelaten in je leven en daarvan uitdelen. Geloven is je gedragen weten, tot in Gods toekomst.
Wat waren we blij dat de kerstmusical afgelopen zaterdag (18 december 2021) door kon gaan. Dat was beslist geen vanzelfsprekendheid. Zouden de maatregelen uiteindelijk de plannen gaan dwarsbomen? Ja, er moest geanticipeerd worden op de 17.00 uur-regel. De generale repetitie en de uitvoeringen werden naar voren gehaald van vroeg in de avond naar de middag. En zo kon het toch doorgaan. De herberg zit vol!, een prachtige aansprekende kerstmusical. Ruim 30 kinderen deden aan de musical mee.
Wat is er hard gewerkt door de kinderen die elke zondag trouw kwamen repeteren, met zoveel plezier! En wat is er ook veel werk verzet door de clubleiding en door Zingen en Zo. En al die energie, al dat repeteren, resulteerde in twee ge-wel-di-ge uitvoeringen op zaterdag. De reacties van de familie die in de zaal aanwezig kon zijn en van belangstellenden die via de livestream meekeken, waren lovend.
Kijk zelf maar:
Ik was een geluksvogel, omdat ik bij beide uitvoeringen aanwezig mocht. Wat heb ik genoten van het engelenkoor, van de herders, de Romeinen, de wijzen, de herbergier Nathan en moeder Deborah en dochter Mirjam. En Jozef en Maria. Wat waren de solisten ontzettend goed! Mooie en grappige dialogen, goede muziek met aansprekende en bemoedigende teksten, en een prachtig decor.
Hartelijk dank aan iedereen die aan deze musical heeft meegewerkt: Allian, Elske, Kirsten, Jessica, Tessa, Marieke, Jelle (geluid) en Edmar (licht). En aan de kinderen. En de ouders die de nummers inmiddels konden dromen.
De anderhalve meter mag onder voorwaarden worden los gelaten. De verplichting van het houden aan de anderhalve meter wordt een dringend advies. Dat is in het kort de strekking van de laatste versoepelingen die door de overheid zijn aangekondigd. De voorwaarde is in de meeste gevallen dat er een vaccinatiebewijs of een negatieve coronatest moet worden overlegd. De overheid zoekt enerzijds een weg uit de beperkende maatregelen, maar houdt anderzijds rekening met het gegeven dat tussen de 15 en 20% van de Nederlanders niet is gevaccineerd. Ook liggen er nog relatief veel mensen in het ziekenhuis met de gevolgen van corona, terwijl de zorg al langere tijd overbelast is.
Naar aanleiding van deze versoepelingen kwam het moderamen van de landelijke PKN met een advies voor de plaatselijke gemeenten: ‘Geef elkaar de ruimte’. In het advies wordt gesproken over het aanhouden van ‘gepaste ruimte’. Het moderamen geeft aan dat een vaccinatiecheck bij de ingang van de kerk niet wenselijk is. René de Reuver: “Het past niet in het kerkelijk denken om van tevoren te controleren of iemand welkom is”.
Wat betekent dit voor onze kerk en onze vieringen?
Hierover hebben we op de kerkenraad van 20 september doorgesproken. Voordat we de uitkomst van het gesprek meedelen, is het goed om onze overwegingen nader toe te lichten. Allereerst hebben we te maken met een dilemma: er is een groot verlangen om de maatregelen om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, achter ons te laten. De fysieke afstand tussen mensen heeft ook eenzaam gemaakt. Inmiddels hebben de mensen die dat wilden de vaccinaties kunnen krijgen. Kunnen we nu niet gewoon verder met de toekomst? Het lastige is dat het coronavirus niet weg is (en ook niet meer weg zal gaan). Mensen met een kwetsbare gezondheid kunnen vatbaar blijven, met name als een te groot deel van de Nederlanders niet gevaccineerd is. De ruimte die de niet-gevaccineerden vragen, heeft gevolgen voor de ruimte die mensen met een kwetsbare gezondheid durven in te nemen. Daar komt bij dat we als kerk ook een verantwoordelijkheid hebben in het voorkomen van een extra druk op de zorg.
Als kerk moeten we ons met dit dilemma verhouden. We realiseren ons dat het niet mogelijk is om een besluit te nemen waar iedereen zich in herkend en gekend weet. Als we zouden kiezen voor terug naar het oude normaal zonder enige toetsing, betekent dat een deel van de gemeente zich onveilig of te kwetsbaar zal voelen. Als we zouden kiezen voor testen voor toegang, zou een deel van de gemeente dit als een struikelblok ervaren. Als we zouden kiezen om voorlopig maar te wachten met versoepelingen – en dus de anderhalve meter aanhouden – zou dit ook op weerstand en onbegrip stuiten.
In de visie van de kerkenraad is er dan ook maar één passende mogelijkheid in deze tussenfase. We richten de kerkzaal in in twee blokken plus de gaanderij. In het ene blok en op de gaanderij laten we de afstand tussen de kerkbezoekers los. Het is aan de bezoekers zelf of ze samen naast elkaar gaan zitten of met enige ruimte ertussen. In het andere blok houden we de anderhalve meter aan. Mensen die om wat voor reden dan ook het prettiger en veiliger vinden om de anderhalve meter afstand te houden, kunnen in dit blok plaatsnemen.
We maken nog geen gebruik van de hoofdingang. Bij de ingang via de Voorhof staat een steward klaar die nader uitleg zal geven over de blokken in de kerkzaal.
We realiseren ons dat ook deze oplossing niet ideaal is. Tegelijkertijd biedt het voor een ieder op dit moment ruimte. Laten we zo elkaar ruimte geven tot opbouw van de gemeente.
Beste gemeenteleden en vrienden van onze gemeente,
Waar staan we nu? Het is een vraag die me bezighoudt. Na een ingrijpend anderhalf jaar waarin de maatregelen om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan ons leven bepaalden, komen we nu in de fase waarin de maatregelen meer en meer worden losgelaten. Daar werd en wordt met reikhalzend verlangen naar uitgekeken. Hoe noodzakelijk de maatregelen ook waren, ze trokken ook een zware wissel op sociale verbanden in de samenleving en in onze geloofsgemeenschap.
Tegelijkertijd wordt steeds duidelijker dat het coronavirus niet zal verdwijnen. Het betekent dat we op zoek moeten gaan naar een evenwicht tussen het aanhalen van relaties en het benadrukken van veiligheid.
Waar staan we nu? Dat is een vraag die gaat over onze samenleving. Wat mag, waar doen we goed aan? Het is ook een van en voor onze gemeente. Hoe stappen we het nieuwe seizoen in? Hoe zien we onze toekomst?
Onze toekomst is niet los te zien van wat er in het afgelopen anderhalf jaar gebeurd is. Ik realiseer me dat we afscheid hebben moeten nemen van zoveel gemeenteleden. We konden niet op die manier om elkaar heen staan als we gewend waren voor de corona. Samen de toekomst tegemoet leven, is ook ruimte maken voor rouw, verlies en teleurstelling.
In de afgelopen anderhalf jaar vonden er ook veel hoopvolle en mooie gebeurtenissen plaats. We mochten verrassend veel nieuwe gemeenteleden verwelkomen. Er werden kinderen geboren, jonge mensen gingen trouwen of samenwonen. Mensen gingen met pensioen of vonden (nieuw) werk. We hebben elkaar zoveel te vertellen!
In de afgelopen anderhalf jaar is onze geloofsgemeenschap ingrijpend veranderd. Fysieke activiteiten en samenkomsten waren meestal niet meer mogelijk. Wat is er indrukwekkend veel werk verzet door talloze vrijwilligers om de vieringen digitaal mogelijk te maken en om ondanks alles vorm te geven aan het onderlinge omzien. In deze coronaperiode hebben we zelfs de plannen voor de verbouwing verder uitgewerkt en zijn we inmiddels gestart met de bovenverdieping.
Ik wil graag het regieteam, de kerkenraad, alle vrijwilligers en gemeenteleden die op welke manier dan ook hebben meegeholpen om handen en voeten te geven aan onze kerk hartelijk bedanken.
Waar staan we nu? Met die vraag begon ik. Er begint een nieuw seizoen. Een seizoen vol hoop. Wat ik ons als gemeente van harte gun, is dat het seizoen van groei mag zijn: groei in verbondenheid en in geloof. Dat gaat niet vanzelf. Het vraagt om inzet en volharding. Het vraagt om meedoen. Hoe kunnen we elkaar vasthouden en bemoedigen in deze verwarrende tijd? Wat heeft u, wat heb jij nodig? Wat zijn jullie eigen ideeën?
Het thema van dit seizoen is: van U is de toekomst. Het gaat uiteindelijk niet om onze eigen toekomst, maar om Gods toekomst met ons. Die toekomst is een toekomst vol hoop die richting geeft en beschutting biedt. Gods toekomst met ons is allang begonnen, laten we die toekomst samen delen.
Het gaat ineens snel met alle versoepelingen. In februari moesten de maatregelen om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan nog stevig worden aangescherpt, maar sinds kort werd de toon van de persconferenties steeds optimistischer. Op de laatste persconferentie van juni maakten premier Rutte en minister De Jonge bekend dat bijna alle maatregelen worden losgelaten: geen mondkapjes, meer mensen in ruimtes, horeca weer open, ruimte voor vakanties en werken op kantoor. Wat blijft zijn de hygiëneregels en de anderhalve meter afstand. Bijna alles kan weer op anderhalve meter.
De versoepelingen zijn door het interkerkelijk contact in overheidszaken (CIO) vertaald naar de kerkelijke praktijk. De nieuwe richtlijnen van het RIVM betekenen voor de geloofsgemeenschappen: samenkomen in de eredienst met meer mensen mogelijk, het dringend advies om niet te zingen vervalt en geen beperkingen meer met betrekking tot groepsgrootte binnen en buiten. De Protestantse Kerk in Nederland, aangesloten bij het CIO, heeft dit integraal overgenomen.
Wat betekent dit voor onze eigen geloofsgemeenschap? Allereerst geeft het ons weer meer ruimte. We kunnen weer een begin maken met die activiteiten die ons zo helpen om handen en voeten te geven aan geloof en aan onderlinge verbondenheid. Het samen zingen. Het samen koffiedrinken. Het samen deelnemen aan een gespreksgroep. Daar zijn we blij mee en dankbaar voor!
Het tweede is dat we als kerkenraad bewust hebben ingezet op zorgvuldig versoepelen. We hebben in de afgelopen maanden vaak gezocht naar wat wel mogelijk was binnen alle beperkingen. Nu vinden we het belangrijk om niet gelijk mee te gaan met alle mogelijkheden en juist nu in te zetten op die zorgvuldigheid – om verschillende redenen. Het is goed om te beseffen dat er nog veel onzeker is. Er doemen nieuwe varianten op die met vakantiegangers mee terug komen naar Nederland. Ook is het virus in Nederland nog niet uitgewoed. Ja, het gaat heel erg goed en de vaccinaties hebben een grote positieve impact op het tegengaan verdere verspreiding. Onze regio, Zuid-Holland zuid is op dit moment echter de enige regio die nog als ‘ernstig’ in het corona-dashboard. Juist in onze regio past het om extra waakzaam te zijn.
De andere reden om te wijzen op zorgvuldigheid heeft te maken met solidariteit. We hebben voortdurend in de coronaperiode aan de jongere generaties gevraagd om solidair te zijn met de oudere generaties. En daar is gehoor aan gegeven: het sociale leven kwam voor veel jongeren vrijwel stil te liggen. Nu vragen we solidariteit aan de oudere generaties die de vaccinaties gehad hebben. Veel jongeren wachten nog op de eerste of tweede prik. Pas als iedereen gevaccineerd is en het virus meer onder controle is, zullen we verder versoepelingen.
Het derde punt dat ik hier wil noemen als het gaat om de betekenis van de versoepelingen voor onze geloofsgemeenschap, is dat we niet terug willen naar vroeger. Niet zomaar. Deze pandemie heeft diep ingegrepen in het sociale leven. Het heeft ons veel gekost, maar heeft ons ook veel opgeleverd. We zullen op weg naar de toekomst de lessen uit de coronatijd mee moeten nemen. We kunnen niet onveranderd verder gaan. Ik denk dan aan onze tijdsbesteding: hoe waardevol was het om tijd te hebben voor het gezin, voor ontspanning of voor vrienden (ook al was dat vaak op afstand). De leeggeraakte agenda (geen vergaderingen, overleggen of gespreksgroepen), maakte ruimte voor een andere manier van tijdsbeleving. Ook is duidelijk dat onze leefstijl actief bijdraagt aan de omstandigheden waarbinnen pandemieën goed kunnen gedijen. Niets is erger dan ‘gewoon verder leven alsof er niets gebeurd is’. Tot slot hebben we als geloofsgemeenschap nieuwe wegen verkend in het afgelopen jaar. Laten we deze verkenningen en ontdekkingen niet zien als een bezigheidstherapie van toen, maar als een belangrijke stap in missionair kerk-zijn en in gemeenteopbouw.
Hoe de zorgvuldige versoepelingen er precies uitzien? Daarvoor verwijs ik graag naar de website van onze gemeente.
De kern van het christelijk geloof cirkelt rond het mysterie van het lijden en sterven van Jezus Christus voor ons. Waarom moest Jezus sterven? Wat is de betekenis van zijn lijden en dood? Op Goede Vrijdag staan we hierbij stil. Om zicht te krijgen op de diepere betekenis van Goede Vrijdag, is het van belang om vanuit het licht van de opstanding naar het lijden en sterven van Jezus te kijken. En dat geldt ook andersom: als we iets van het geheim van Pasen willen ontdekken, zullen we langs Golgotha (de plaats waar Jezus gekruisigd werd) moeten gaan.
Al in de oude kerk was er de traditie om op de drie dagen voor Pasen (triduum sacrum) stil te staan bij het geheimenis van lijden, sterven en opstanding. Ook in onze gereformeerde kerk (PKN) sluiten we dit jaar weer bij deze traditie aan en vieren we Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Stille Zaterdag op 1, 2 en 3 april. Vanwege de maatregelen om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, worden deze vieringen digitaal uitgezonden en begint de livestream om 19.00 uur om de mensen die een taak hebben in de diensten de gelegenheid te geven om voor de avondklok weer thuis te zijn. De livestream vindt u hier en hier vindt u de liturgie van deze drie dagen.
Witte donderdag 1 april om 19.00 uur
De laatste donderdag voor Pasen wordt in de kerkelijke traditie Witte Donderdag genoemd. We denken terug aan de laatste maaltijd die Jezus gebruikt heeft. Deze maaltijd stond in het teken van het Pesachfeest. Op dit feest werd de wonderlijke bevrijding van het volk Israël uit Egypte opnieuw in herinnering geroepen: vergeet Gods grote daden van bevrijding niet. De bevrijding toen bleef betekenis houden voor het Joodse volk: zoals God toentertijd ons gered heeft uit beklemming, doem, doodsheid en slavernij, zo kan Hij dat ook nu nog. Het feest hielp ook om het verlangen naar Gods toekomst levend te houden: eens zal Israël in alle vrijheid wonen in het Beloofde Land en God zal onder hen wonen.
Jezus weet dat deze maaltijd voor Hem de laatste zal zijn. Hij voegt enkele handelingen en woorden toe, die voor onze christelijke traditie van blijvende betekenis zijn. Jezus wast de voeten van de leerlingen. Hiermee zet Hij een ferme streep door ons onderscheid van hoog en laag, van meester en slaaf. Hij toont ons een weg uit de wedloop van macht en status: als je macht hebt, gebruik die dan om te dienen.
Daarnaast doet Jezus nog iets anders. Hij deelt uit van het brood – Hij breekt het en geeft het rond – en zegt daarbij: ‘Kijk, als je weer nadenkt tijdens de maaltijd over Gods bevrijding, bedenk dan dat Ik het brood ben dat gebroken wordt om jullie te redden. Telkens als je zo van dit brood eet, mag je bedenken dat Ik mijn leven geef om jou te redden’. Hetzelfde doet Jezus met de wijn die Hij rondgeeft. ‘Als je uit deze beker drinkt, bedenk dan dat ik met mijn bloed een nieuw verbond sluit’. Deze woorden hebben een diepe indruk gemaakt. In alle christelijke geloofsgemeenschappen vieren we door het jaar heen Avondmaal vanuit dit gedenken. Maar met name op deze Witte Donderdag staan we hierbij stil. De muziek wordt verzorgd door Hans Dubbeldam (orgel).
Het thema voor deze Witte Donderdag is: Ik ben er voor jou in dienende liefde. We lezen Johannes 13, 12-15, over de opdracht om elkaars voeten te wassen.
Goede Vrijdag, 2 april om 19.00 uur
In de nacht van donderdag op vrijdag wordt Jezus gevangen genomen. Als Hij tijdens de maaltijd spreekt over de opdracht om lief te hebben en over de minste durven zijn, weet Hij dat een van zijn vertrouwelingen contact heeft gezocht met de leiders van het volk die Jezus uit de weg willen ruimen. Judas verraadt Jezus en in de hof van Getsemané.
In de viering van Goede Vrijdag lezen we het lijdensevangelie, dit keer uit Johannes. We laten het evangelie zelf aan het woord en horen over de weg die Jezus gegaan is. De gevangenneming, de vrienden die op de vlucht slaan, het verhoor bij de hogepriesters, het verraad van Petrus, het verhoor bij Pilatus, het martelen, de kruisiging op Golgotha, het sterven en het begraven. De lezingen worden onderbroken door liederen of muziek. De muziek wordt verzorgd door: Margreet Burggraaf (klarinet), Florian van der Reijden (piano), Robert van Eijl (orgel en piano) en Arianna Blokland (solo).
Het thema voor deze Goede Vrijdag is: ‘Ik ben er voor jou in de diepte’. Tijdens het lezen van het lijdensevangelie zal de Paaskaars gedoofd worden.
Stille Zaterdag, 3 april om 19.00 uur
De zaterdag tussen Goede Vrijdag en Pasen is zo’n dag die misschien het beste laat omschrijven als verdoofd, onwerkelijk, een soort tussentijd. Aan de ene kant leven we met het besef van Goede Vrijdag, met het onwerkelijke nabijheid van verloren zijn, verdriet en lijden. Aan de andere kant hebben we weet van hoop door de dood heen. Stille Zaterdag is een tussentijd. Een dag van stilte en bezinning.
Met name de nacht, de wake, nodigt uit tot bezinning. Van oudsher werd de nacht van zaterdag op Paaszondag gebruikt om de Bijbelverhalen te lezen om sporen van hoop te ontdekken. We lezen in deze viering verschillende Bijbelgedeelten om hoop te wekken, om te ontdekken hoe God vanaf het begin zich met hart en ziel bekommert om onze wereld, en hoe Hij ons nooit alleen heeft gelaten.
We lezen van de schepping. Over hoe het begon. Over Gods project van liefde. We lezen over de uittocht. Over hoe God zijn volk niet alleen liet, maar onverwachts hen uit de beklemming naar de ruimte van vrijheid en liefde bracht. Dwars door het water van nood en dood naar het land van belofte. We lezen hoe profeten de hoop levend hielden in tijden van ellende en ballingschap, aanspoorden tot bekering – omkering – naar de God van het licht.
Al lezend in de oude verhalen en de profetieën, ontdekken we dat in het holst van de nacht het licht wordt geboren. Als we de oude teksten tot ons hart laten spreken, ontdekken we dat God de mensheid nooit heeft opgegeven en nooit zal opgeven. We horen over ongedachte toekomst.
Door het lezen van deze Bijbelteksten wordt hoop gewekt en kijken we verlangend uit naar het licht – het opstandingslicht. In ‘de lof van het licht’ wordt de nieuwe paaskaars binnengebracht en begint de viering van Pasen.
Tot slot gedenken we in het licht van de opstanding onze eigen doop. In de oude kerkelijke traditie was het gebruikelijk om juist in deze nacht van opstanding te dopen. We spreken in deze viering uit dat we kiezen tegen het kwaad en voor God, dat we kiezen tegen het duister, en voor het licht. We gedenken dat we met onze doop uit het water van nood en dood zijn getrokken tot een nieuw leven door Jezus Christus, die leeft. We mogen léven. Als nieuwe mensen. In de doop zegt God: Ik ben er voor jou. Als gedoopte mensen worden we uitgenodigd om Gods naam waar te maken: hoe kan ik er voor mijn medemens zijn?
Ik wens je drie mooie, waardevolle en inspirerende vieringen toe. Ik hoop dat het evangelie je ook van binnenuit verandert en het verlangen aanwakkert om meer en meer als nieuw mens je leven richting te geven. Meer weten, vragen of napraten? Je kunt via de mail met mij contact opnemen: al.veerman[at]gmail.com
Het is een jaar geleden dat we snel moesten schakelen. We wisten niet wat we konden verwachten, wel dat het serieus was. Het coronavirus greep razendsnel om zich heen en op 12 maart 2020 zaten we gespannen te luisteren naar de persconferentie van premier Rutte en minister Bruins. Zondag 15 maart gingen we digitaal. We stopten met onze fysieke samenkomsten en activiteiten. Het was midden in de veertigdagentijd en we hoopten met Pasen weer samen te kunnen komen als geloofsgemeenschap.
Het liep anders. Met Pinksteren 2020 waren de diensten nog steeds digitaal. In juli kwamen voorzichtige versoepelingen. 30 mensen in de kerk. Activiteiten die schuchter werden opgepakt. 100 mensen in de kerk. Plannen maken voor het nieuwe seizoen. Zou corona terug komen of zouden de versoepelingen doorzetten?
In die periode vanaf mei ervaarde ik veel onrust. Hoe moest het verder met de geloofsgemeenschap? Hoe konden we elkaar bemoedigen en versterken in onze relatie met God en in onze onderlinge relaties? De voorzichtige versoepelingen versterkten de onrust: een kerkdienst met 30 of 100 mensen op 1,5 meter, met verplichte looproutes, met een soort onzichtbare dans om maar niet in elkaars ruimte te komen, zonder gemeentezang en zonder ontmoetingsmoment na de dienst – is dat het nu? Het miste de saamhorigheid van de tijd van voor de corona en het wekte ook niet het verlangen naar de toekomst. Voor alle duidelijkheid: ik heb bijzonder veel waardering en respect voor alle vrijwilligers die telkens activiteiten en samenkomsten mogelijk maakten en maken, en steeds weer adequaat reageren op nieuwe ontwikkelingen. En: de noodzaak van deze maatregelen staan voor mij niet ter discussie.
Het virus was nooit weg en kwam in verhevigde mate terug na de zomervakantie. Nu, een jaar later zitten we nog steeds met beperkende maatregelen die het gewone kerkelijke leven haast onmogelijk maken. Het jeugdwerk tot en met het ouderenpastoraat – hoe verder?
Een jaar lang kerk-zijn met beperkende maatregelen was en is onze eerste uitdaging. Maar er kwam en komt iets bij. Sinds het het coronavirus zich verspreidde in Nederland, is onze gemeente getroffen door een hevige golf van verlies. In het afgelopen kerkelijk jaar (van november 2019 – 22 november 2020) overleden er 19 gemeenteleden. Dat was voor onze gemeente een ingrijpend aantal. We vonden het ook moeilijk dat afscheid nemen van de overledenen en het troosten van nabestaanden door de coronamaatregelen vaak zo ingewikkeld was. In het nieuwe kerkelijk jaar nam de dood, het mis en het gedenken een steeds nadrukkelijker plaats in. Sinds 1 december zijn er 14 gemeenteleden overleden. Het slaat een gat in onze geloofsgemeenschap. Hoe kunnen we voorkomen dat de dood ook de grond onder onze voeten wegslaat?
Juist in deze tijd van rouw en schrik worden we opnieuw bepaalt bij de hoop die ons draagt en op ons toekomt. Halik (Niet zonder hoop) spreekt over hoop als de deur die naar de toekomst opengaat. Juist een crisis die je terugwerpt op je laatste houvast, doet de hoop ontvlammen. Dwars door ‘de donkere nacht van de ziel’ biedt de hoop nieuw perspectief. De christelijke hoop is verbonden met het lijden, sterven en de opstanding van Jezus Christus. God is een God van de levenden – niet de het duister, de chaos of de dood heeft het laatste woord, maar het eerste en is laatste woord is het scheppende woord van de Levende God.
In Hebreeën 12, 1 lezen we dat we door een wolk van geloofsgetuigen omringd zijn, die ons aansporen om vol te houden. Die wolk van getuigen bestaat niet alleen uit Mozes, Debora of David, maar ook uit de gemeenteleden die ons zijn voorgegaan. “…, opdat u niet de moed verliest en het opgeeft.”
Dat is het eerste dat ik meeneem uit deze periode: de uitnodiging om opnieuw ons te bepalen bij onze hoop.
Het tweede is dat we worden uitgenodigd om – opnieuw juist in deze tijd – de tekenen van de heilige Geest te herkennen. Het bruist en sprankelt in onze gemeente. De Geest werkt. De maandelijkse Bijbelstudie gaat digitaal door. Er melden zich nieuwe mensen aan waaronder mensen op hoge leeftijd. Er zijn meerdere nieuwe initiatieven voor kinderen en jongeren. Er komt een spannende podcast serie. Er is een digitale Alphacursus gestart en de reacties zijn bijzonder positief. Jonge mensen zoeken contact met onze gemeente.
Het is ongelofelijk wat er aan initiatieven leeft in onze gemeente. Wat we nu nodig hebben is gebed. En vertrouwen. We hoeven niet te wanhopen, want ook in deze tijd werkt de heilige Geest. Ook in onze gemeente.
Zondag kerk. Als er een ding zeker is, dan is het toch wel dat op zondag de kerkdienst er is. Los van alles wat ons beroert en ontroert, los van alle hectiek en chaos in de wereld of in onszelf, is er dat houvast: zondag komt de gemeente bijeen. De zekerheid is: we leven ons leven in het ritme van de dag van de opstanding.
Zondag kerk. Zo was het altijd. Behalve die ene zondag op 1 februari 1953. In geen enkele kerk in Sliedrecht werd die zondag een dienst gehouden. In de nacht van zaterdag op zondag braken op verschillende plaatsen de dijken en werd ook Sliedrecht bedreigd door het wassende water.
Zondag kerk. Vandaag hebben we een ingrijpend, maar noodzakelijk besluit moeten nemen: de kerkdiensten zullen in de komende weken alleen digitaal te volgen zijn. De diensten gaan door omdat we het belangrijk vinden dat de lofprijzing doorgang vindt en dat het Woord opengaat. Alleen moeten we het nu op een andere manier vorm geven.
Hoe?
We komen met een kleine groep samen in de kerkzaal. De predikant, een vertegenwoordiging van de kerkenraad (die in die hoedanigheid de gemeente vertegenwoordigt) en enkele gemeenteleden met een speciale taak (geluid, beamer, pianist en koster).
De dienst zal iets meer worden toegespitst op het meeluisteren thuis en iets korter dan een uur duren. De nadruk zal meer liggen op de Schriftlezing en de uitleg en iets minder op de samenzang.
We nodigen gemeenteleden uit om samen met buren of familieleden naar de internetuitzending te kijken in kleine kringen in huiskamers – mits dit geen gezondheidsrisico’s met zich meebrengt natuurlijk.
Is deze stap nodig?
Ja, deze stap is zeker nodig. Op dit moment is de richtlijn van het RIVM dat bijeenkomsten met meer dan 100 personen verboden zijn. Het zou dus ruimte laten om bijvoorbeeld twee diensten achter elkaar te doen voor steeds 100 mensen of om de diensten in twee ruimten te laten volgen of één dienst met maximaal 100 kerkgangers.
We hebben echter laten meewegen dat die restrictie van het RIVM alles te maken heeft met de noodzaak om zoveel mogelijk de kans op besmetting te verkleinen. Een bijeenkomst van 100 mensen is in onze ogen te risicovol. We hebben ons laten overtuigen door de ontwikkelingen in Italië en Spanje. We lopen 14 dagen achter, maar de curve van vandaag gaat akelig gelijk op met de curve in Italië van 14 dagen geleden.
De situatie is ernstig. Er is een tekort aan IC-plaatsen, de artsen en verpleegkundigen zijn overbelast en er is een tekort aan medische middelen. Het betekent dat in Italië keuzes gemaakt moeten worden wie wel en wie geen behandeling zal krijgen.
We kunnen niet alert genoeg zijn. De maatregelen van nu staan in geen verhouding met de prijs die betaald zal worden als het virus niet afgeremd kan worden. Lees bijvoorbeeld dit artikel.
Voor de mensen met een kwetsbare gezondheid, voor onze ouderen en voor onze medici zijn we verplicht alles in het werk te stellen om het virus af te remmen. We zullen het samen moeten doen – de sterke draagt de zwakkere.
Plaats van hoop
Daar opent zich de ruimte van de hoop. In het besef dat we handelen vanuit zorg voor elkaar, vanuit verbondenheid en solidariteit. De hoop waar we zondag van horen en die uiteindelijk de diepere richtlijn van ons leven vormt, gaat echter nog verder. De hoop waar we van spreken en die ons zelf draagt, is die lichtstraal uit Gods toekomst die ons leven nu in een ander perspectief zet.
Daarom gaat de kerkdienst zondag door. Weliswaar in een andere vorm, maar voor iedereen te volgen. De gemeente is niet gebonden aan een gebouw, maar is zelf plaats van hoop.
Op zondag 26 januari was een zinderende spanning voelbaar in de kerk. Zou het lukken? Kun je in één dag een musical leren? Dat was immers het doel voor die zondag: Bijna zeventig kinderen en een grote groep vrijwilligers verzamelden zich in de kerk om onder leiding van theatergroep de Vliegende Speeldoos de musical Esther in te studeren. De kinderen begonnen rond 12.00 uur met het leren van de dansen, liedjes en teksten.
Om 18.00 uur ging de kerkzaal open en stroomde vol met ouders, verzorgers, opa’s en oma’s, broers en zussen, gemeenteleden en belangstellenden – met een verwachtingsvolle opwinding. Hoe zou het gaan?
De uitdaging was bijna een jaar daarvoor begonnen. De commissie Vorming en Toerusting en het Jeugdwerk lanceerden het plan om de Vliegende Speeldoos uit te nodigen om in één dag de musical Esther in te studeren en uit te voeren. De theatergroep werkt samen met Kerk in Actie: de groep is via Kerk in Actie te boeken. Het betekende dat wij als kerk ons best zouden doen om een mooi bedrag voor een van de goede doelen in te zamelen. We kozen voor een project in Colombia om werkende kinderen door onderwijs aan een betere toekomst te helpen.
Het plan werd omarmd, bijna zeventig kinderen gaven zich op en er waren veel vrijwilligers die zo ontzettend veel werk hebben verzet. Op zondag 26 januari konden we aan Kerk in Actie een check van €2300,- overhandigen, en de opbrengst van de collecte na de musical is daar nog bijgekomen.
Om 18.30 uur begon de musical: met vaart, enthousiasme en humor werd op ontroerende wijze het verhaal van Esther verteld met prachtige liedjes en mooie dansen. De boodschap was begrijpelijk en toegankelijk. Esther, een gewoon meisje kwam voor grote beslissingen te staan. Ze was bang, maar maakte toch dappere keuzes. En ze ontdekte dat ze er niet alleen voorstond, maar dat God bij haar was.
Het was een fantastische avond voor de bezoekers en een prachtige dag voor de kinderen. Ik ben onder de indruk van de kunde, het enthousiasme en het plezier van de Vliegende Speeldoos. Ik ben dankbaar voor de tomeloze inzet van de vrijwilligers. En tot slot een diepe buiging voor de kinderen!
Mooi om zo samen kerk voor het dorp te mogen zijn.
Op Pinksterzondag 9 juni 2019 deden 14 jonge mensen in de gereformeerde kerk Sliedrecht (PKN) openbare geloofsbelijdenis: Hannah, Hans, Matthias, Roel, Hendrik, Anne, Marijn, Melvin, Bernadette, Kirsten, Muriël, Wiebe, Thijmen en Elyne.
De geloofsbelijdenis van deze groep:
Wij geloven in God, hoewel we veel niet begrijpen.
God gaat immers ons begrip te boven.
Daar komt bij dat gebeurtenissen in ons leven of om ons heen
haaks lijken te staan op Gods werkelijkheid.
Hoe verhoudt God zich met het leed?
Waarom gebeuren dit soort dingen?
Het maakt dat geloven soms ook zoeken en twijfelen is.
Niet alleen twijfel aan God, maar ook aan onze eigen twijfel.
Want er is een andere kant waardoor we ook durven zeggen: ik geloof!
Wij geloven dat God de bron van liefde is.
Met deze liefde is de wereld geschapen.
Deze liefde verbindt mensen met elkaar en met God.
Deze liefde is zichtbaar geworden in Jezus Christus
in de weg die Hij gegaan is.
Liefde tot het uiterste.
Wij geloven dat we geliefd en gekend zijn.
Ons leven is niet een aaneenschakeling van toevalligheden,
maar op de een of andere manier is God met ons verbonden,
en is zijn liefde de grond die ons draagt.
Bij God vinden we rust.
God brengt ons op adem.
God is onze beschutting waar we met al onze verhalen mogen schuilen.
Wij geloven dat geloof in God zichtbaar wordt in ons doen en laten.
Gods liefde opent de weg van de vrijheid.
Die liefde en vrijheid willen we uitdragen naar onze medemens;
daar hoort bij dat we oog hebben voor medemensen,
niet oordelen
en met vertrouwen durven leven.
Het is Gods Geest die ons hierbij op het juiste spoor brengt.
Wij geloven en beamen onze doop.
Wij geloven, omdat we ontdekt hebben dat God eerst voor ons koos
en nu willen wij voor God kiezen.
Wij geloven –
maar God, houdt ons toch met uw liefde vast,
want U bent groter dan onze vragen en twijfels.
U omvat ons héle leven.