Afgelopen zondag vond er in Parijs een grote demonstratie plaats. Sinds 1984 was het niet meer voorgekomen dat zoveel mensen aan een protestmars meededen. Maar liefst 340.000 mensen waren naar de Franse hoofdstad gekomen om te demonstreren tegen de openstelling van het huwelijk voor homoseksuelen. Wat deze demonstratie extra bijzonder maakte, was dat allerlei groeperingen gezamenlijk optrokken, die in andere omstandigheden vaak lijnrecht tegenover elkaar staan: extreemrechts, moslims en katholieken vinden elkaar in de strijd tegen – ja waartegen eigenlijk?
“We komen op voor de kinderen”
De initiatiefneemster van deze betoging is Virginie Tellenne. Zij bezweert helemaal niets tegen homoseksuelen te hebben, maar alleen te strijden tegen de openstelling van het huwelijk. Haar belangrijkste argument is dat een gezin hoort te bestaan uit vader en moeder; haar initiatief is dus niet gericht tegen homoseksuelen, maar voor kinderen. De veronderstelling is dat kinderen slechter af zijn wanneer zij opgroeien bij homoseksuele ouders. Het huwelijk is hierin van belang, omdat door het huwelijk het recht op adoptie kan worden verworven.
Openstelling als emancipatie
Misschien is het goed om eerst een pas op de plaats te maken voordat ik inga op de vraag of kinderen beter af zijn bij heteroseksuele ouders. Het gaat allereerst om het openstellen van het huwelijk zelf. Waarom heeft bijvoorbeeld Nederland deze stap in 2001 al gezet? Wat is de reden dat in allerlei landen (België, Canada, Spanje, verschillende Staten van de VS) het huwelijk wordt opengesteld? De voornaamste reden voor overheden om hieraan mee te werken is het non-discriminatie beginsel. Gelijke rechten voor iedereen. In elke samenleving en in elke cultuur hebben homoseksuelen een lange weg af moeten leggen om ruimte te verwerven – als die ruimte hen al gegeven wordt.
In Nederland heeft het proces van emancipatie van homoseksuelen geleid tot openstellen van het huwelijk. Emancipatie is het streven naar een volwaardige plaats in de samenleving vanuit een achtergestelde positie. Dit kan via gelijkgerechtigdheid, zelfstandigheid of de formele toekenning van gelijke rechten, gelijkstelling voor de wet. Het openstellen van het huwelijk is de erkenning van de overheid dat homoseksuelen dezelfde rechten en plichten hebben als heteroseksuelen. Los van de visie van religies of groeperingen die er mogen zijn, zorgt de overheid voor gelijkstelling van de rechten van homoseksuelen aan die van heteroseksuelen. Dat is de vraag die aan de orde is van de kant van homoseksuelen: erkent de overheid ons als gelijkwaardige burgers met gelijke rechten – zonder onderscheid?
Uiteindelijk betekent de visie van Tellenne dat zij homoseksuelen gedoogt, maar niet erkent.
Maar de kinderen dan?
Vervolgens nodigt het argument van Tellenne (en van de demonstranten) tot een scherpe doordenking. Want als het recht van een kind op zowel een vader als een moeder, van zo grote waarde wordt geacht, roept dat enkele vragen op. Mogen kinderen eigenlijk wel opgroeien in een eenoudergezin? Mag een kind wel blijven wonen in een gezin waarin de vader of de moeder door omstandigheden veel afwezig is? Zou het echtparen niet veel moeilijker moeten worden gemaakt om te scheiden? Is het wel verantwoord dat Jeugdzorg kinderen in een instelling plaatst?
Wat in deze argumentatie van Tellenne echter echt fout gaat, is dat het plaatje belangrijker wordt geacht dan de waarden. Ik bedoel dit: het plaatje is van doorslaggevend belang: als er maar een vader en een moeder is, is het allemaal in orde. Er wordt geen vraag gesteld naar de waarden die in het gezin worden voorgeleefd. We weten dat 1 op de 7 mensen als kind te maken heeft gehad met seksueel misbruik binnen het gezin. Heteroseksuele gezinnen, wel te verstaan. We weten dat binnen de context van de Katholieke Kerk op grote schaal kinderen zijn misbruikt. In plaats van het benoemen van de echte pijnpunten en het echt zorgen maken om het welzijn van de kinderen, wordt er een nieuwe vijand gecreëerd: het homoseksuele gezin.
Het sluit aan de gedachten van de Paus over de natuurlijke orde. Het plaatje – zoals het hoort volgens de natuur – is van beslissende betekenis. Niet de voorgeleefde waarden, zoals onvoorwaardelijke liefde en trouw.
Wat overigens te denken zou moeten geven, is dat in ieder geval in Nederland Jeugdzorg homoseksuele stellen voldoende vertrouwt om als pleegouders te fungeren.
Tot slot
Het openstellen van het huwelijk voor homoseksuelen heeft te maken met het streven naar gelijke rechten voor homoseksuelen. Door de focus te verschuiven naar het beschermen van de kinderen, wordt de discussie vertroebeld. Als deze 340.000 demonstranten zich echt zorgen zouden maken om de kinderen, zouden ze er beter aan doen om niet te denken in het ‘natuurlijke’ plaatje, maar handen en voeten geven aan de strijd tegen het fysiek, psychisch of seksueel mishandelen van kinderen.
We weten niet of homoseksuele echtparen hun kinderen slechter opvoeden. Daar zijn in ieder geval geen aanwijzingen voor. Wat ik wel weet is dat heteroseksuele gezinnen niet zomaar veilig zijn, omdat er nu eenmaal een vader en een moeder zijn. Kinderen willen geen kloppend plaatje, maar onvoorwaardelijke liefde in een veilige context.