Tag Archives: hoop

Een nieuw begin deel 3: De pijn, God en zinvinding

26 feb

“Wat is het een wonder dat je hier zo rondloopt”, vertrouwt een vrouw mij toe als ik de honden langs de Singel uitlaat. Ja, het is inderdaad een wonder, en zo zie ik het zelf ook. Tegelijk roept het ook vragen op. Als we immers het woord ‘wonder’ gebruiken, hebben we het over God. God die ingrijpt in onze levens, in onze werkelijkheid.

Vragen

En daar beginnen de vragen. Esther en ik hebben hier veel met elkaar over gesproken. Waarom heeft God wel in mijn leven ingegrepen en mij gered maar zoveel anderen niet? Elk antwoord op die vraag is in mijn beleving ongemakkelijk. Ik kan niet zeggen dat ik het ‘verdiende’- en zeker niet dat ik het meer zou verdienen dan een ander. Ik kan ook niet zomaar zeggen dat mijn wonderbaarlijke redding te maken heeft met Gods plan met mijn leven, dat mijn taken hier nog niet klaar zijn. Het verplaatst hooguit de vraag. Waarom maakt het onderdeel uit van Gods plan dat ik hier op aarde nog enkele jaren krijg, terwijl die jongere collega ‘gewoon’ overleed. Maakte die collega geen deel meer uit van Gods plan? Was hij klaar met zijn taak? Vond zijn partner dat ook?

Echt een wonder

Laat ik eerst nogmaals onderstrepen dat ik het een wonder vind dat ik er nog ben. Het was een wonder dat Esther mij hoorde vallen en gelijk aanwezig was, ondanks alle beperkingen die met haar meegaan. Het was een wonder dat ik op de Spoedeisende Hulp bijkwam en even aanspreekbaar was, zodat het Erasmus Medisch Centrum ondanks de eerdere weigering toch besloot om mij te opereren. Het is een wonder hoe ik uit de operatie ben gekomen, zonder noemenswaardige neurologische schade. Urenlang verbleef ik op de rand van de eeuwigheid, tussen leven en dood. Steeds weer kreeg het leven de overhand. Ik kan het dan ook niet anders zien dan dat God zelf ingreep en mij gered heeft – de tijd die mij geschonken is, is genadetijd. (Meer weten over wat er gebeurd is? Hier lees je over die eerste, heftige dagen. Hier lees je wat mij geholpen heeft om er doorheen te komen. En hier lees je het verhaal vanuit het perspectief van mijn lieve partner Esther).

Gods willekeur?

Maar wat betekent het dat mijn overleven een wonder is? Onderstreept het toch niet Gods willekeur? Nee, volgens mij juist niet. Een van de afgelopen zondagen sprak ds. Jos Aarnoudse over het wonder op de bruiloft in Kana. Hij legde uit dat Johannes zijn evangelie heeft gerangschikt rond een zevental wonderen. Deze wonderen zijn tekenen, verwijzingen, naar Gods komende Rijk van recht en gerechtigheid. Er gebeurt iets in de tijd (het bruiloftsfeest werd gered) maar de betekenis reikt zoveel verder.

Wonder als teken

Op die manier kan ik spreken over het wonder van mijn genezing. Ja, God heeft mij gered. Het betekent dat God laat zien dat Hij niet een God van ooit of een God van ver weg is. Nee, Hij werkt ook vandaag in onze buurt, in onze huizen, in onze geloofsgemeenschappen. Wat heeft het Esther en mij ontroerd en bemoedigd dat zoveel mensen vanuit zoveel kerkelijke stromingen of levensovertuigingen eendrachtig hebben gebeden. In die biddende eenheid opende zich de hemel. God werkt vandaag hier in Sliedrecht: dat Koninkrijk van God komt. Het zal anders zijn. Laten we van die hoop getuigen.

De tekst gaat verder onder de afbeelding

Belaagd – maar nooit zonder hoop

In onze gesprekken kwamen Esther en ik op een tweede gedachte. Ons leven gaat niet echt over rozen. Al vanaf het begin van onze relatie hebben we ons moeten verhouden met ziekten en beperkingen die bijna altijd een chronisch karakter kregen. Desondanks lukte het ons om ons dagelijks leven en ons werk steeds weer te leven rond geloof, hoop en liefde. We leven ons leven vanuit een optimistisch realisme – leven bij de dag en doen wat je hand vindt om te doen.

Vanaf afgelopen zomer werd het zwaar. Zoals in het Bijbelboek Job de jobstijdingen elkaar zo snel opvolgden dat de ene tijding over de andere heen rolde, zo volgden bij ons de tegenslagen elkaar ook steeds sneller op. Esther moest meerdere keren naar de SEH vanwege ernstige gezondheidsklachten. Eind oktober brak ze tot overmaat van ramp haar elleboog en werd ik door de kerkenraad gedeeltelijk van mijn werk vrijgesteld om mijn mantelzorgtaken voor mijn rekening te nemen.

Toen ik als mantelzorger eind november omviel, gaf dat ook op een existentieel niveau vragen. Het enige dat we wilden, was de hoop levend houden. Was dat teveel gevraagd? Het was een moment waarop we zomaar de hoop hadden kunnen verliezen. Het was een tijd waarin zomaar het cynisme het had kunnen winnen van de liefde en van het vertrouwen.

Maar er gebeurde iets anders. Daar waar onze stem stokte, waar de angst het lijf verkilde, stond het dorp op. Stond het Lichaam van Christus op. Wat is het bijzonder om te horen in hoeveel geloofsgemeenschappen gebeden is. We werden gedragen in gebed en praktische ondersteuning. De vlam van de hoop bleef en blijft branden.

Achteraf benoemen Esther en ik deze periode als een tijd waarin we belaagd werden. Een tijd waarin aan ons getrokken werd en we bijna kopje onder gingen. Maar dwars door het water werden we naar de overkant gebracht.

Waar God was in die tijd? God was er steeds – onder ons, rondom ons, in ons, en zichtbaar in de mensen om ons heen. Ja, we werden belaagd, maar we herinneren ons dat we gedragen werden.

Zinvinding

Wat betekent zo’n periode van verblijven op de rand van de eeuwigheid, van ziekte en herstel? Hoe gaat het met me mee? Heeft het me veranderd? Elke ingrijpende gebeurtenis landt in de ziel en kleurt de vragen, de overgave en het denken over het leven. Bij mij is het niet anders.

Het eerste dat voor mij duidelijk werd, is dat ik niet bang ben voor de dood, maar dat ik vooral wil leven. Beide hebben alles met God te maken. Ik ben ervan overtuigd dat ik door de dood heen geborgen zou zijn geweest bij God. Maar, God, wat wil ik graag leven. Het (verlangen naar het) leven heeft alles te maken met relaties. Dat is het tweede dat voor mij in deze periode scherper voor ogen is komen te staan: de kostbaarheid en waarde van vriendschap, familie en van het deel uitmaken van gemeenschappen. De kwetsbaarheid van het leven maakt ondubbelzinnig helder dat we het goede niet moeten uitstellen tot later, omdat later allang begonnen is.

Alleen de liefde maakt het leven de moeite waard.

Tot slot wil ik hier noemen dat ik nog weer veel meer ben bepaald bij dankbaarheid. We hebben onder ogen moeten zien hoe eindig ons leven kan zijn. Maar we hebben genadetijd gekregen. Hoe zou ik niet dankbaar kunnen zijn? Voor deze dag. Voor de liefde van en voor de liefste. Voor de liefde van en voor mijn gezin, mijn vrienden en familie. Voor de verrassende gemeenschappen waar we deel van uit maken. Dankbaarheid is leven met open handen.

We hebben zoveel zegen ontvangen. Wat ik hoop, is dat we ook tot zegen mogen zijn voor de mensen op ons pad.

Dit is het laatste blog van het drieluik. Dank je wel dat je het wilde lezen.

Ook zo coronamoe? Drie stappen naar hoop deel 2

25 dec

In dit blog schetste ik drie stappen om hoop te houden in deze tijd. Hoe gemakkelijk word je moedeloos nu deze tijd opnieuw gekleurd wordt door de maatregelen om verspreiding van het virus tegen te gaan.  Ik vertelde dat het mij hielp om anders te gaan kijken (niet naar mijn eigen beperkingen, maar bv naar de mensen die zo hard moeten werken in de zorg). De tweede stap heeft te maken met de vraag naar welke stemmen ik wil luisteren in deze soms zo polariserende en verhardende tijd. Ik maak de keuze om naar opbouwende stemmen te luisteren. Deze stemmen brengen hoop mee. Tot de laatste stap: wat is ook al weer mijn levensfundament? Deze tijd nodigt uit om opnieuw te leren vertrouwen op God. Van Hem is immers onze toekomst.

Hoe kan ik in deze tijd van betekenis zijn?

Goed. Ik probeer anders te kijken, goed te luisteren en stil te staan bij mijn levensfundament. Maar wat kan ik doen? Hoe kan ik mijzelf oefenen en hoe kan ik voor een ander van betekenis zijn? Een collega, ds. Jacobine Scholte de Jong, postte op Twitter een tekst die mij inspireerde: 3×3 door de corona-winter.

Leven in perspectief

De eerste manier is het indelen van onze tijd. We focussen ons al snel op de dag of de week die voor ons ligt, waardoor het zomaar kan ontbreken aan perspectief. Haar advies is om verder te kijken. In het kerkelijk jaar draait het om Pasen. Daar vinden en hervinden we ons perspectief. Het is goed om dat nu al in gedachten te nemen – we leven vanuit opstanding.

Het Kerstfeest zet ons op het spoor van Pasen, daar vindt het Kerstfeest zijn voltooiing. Dus leef deze coronatijd vanuit het perspectief van opstanding en van hoop die op ons toekomt. Breek vervolgens deze periode in kleinere stukken en bouw rust in in je week. Laat je dragen door het ritme van week – met als kroon een dag van rust, dag van opstanding. Laat je dragen door het ritme van het kerkelijk jaar – met als kroon de Opstanding.

Verbinding zoeken

De tweede manier is het verbinden aan medemensen. (Dit sluit heel goed aan bij het Kerstengelenproject van de afgelopen Adventsperiode). Zoek drie mensen om mee op trekken. Nodig drie mensen uit in je huis (of minder als het advies wordt aangepast of als je niet de anderhalve meter kunt aanhouden), om mee samen te komen, om mee of voor te bidden. Jezus zelf zei: ‘Waar twee of drie in mijn Naam samen komen, daar ben Ik in hun midden’. Coronatijd nodigt uit om te bezinnen op de kern van het Evangelie, het leven en het geloof te delen en te beleven. Het gaat in die bezinning niet perse om lessen te trekken uit wat ons overkomt of om van alles te duiden. Leven in deze tijd is soms ook gewoon uithouden en volhouden in de chaos en de duisternis.

Steun een ander en geef zo licht en hoop door

De derde manier is het zoeken van wegen om te laten zien dat we zout en licht zijn. Kies bijvoorbeeld drie dingen, organisaties of mensen om te steunen en om je voor in te zetten. Je kunt denken aan een buur, de voedselbank, ZWO, of wat dan ook voor jou goed en bemoedigend is.

Op het moment dat je actief je inzet voor een ander, verleg je je focus en ben je lichtdrager en hoopverlener. Door zo te zijn, herontdek je je eigen bron.

Het zijn drie manieren om te oefenen: in loslaten, in licht blijven zien, in leven vanuit navolging. Deze manieren helpen om vol te houden, hoop te vatten en in vrijheid te leven. Deze manieren ondersteunen ons om te oefenen in geloof, hoop en liefde. Deze manieren verbinden ons hoofd, ons hart en onze handen. Geef hoop door!

Ook zo coronamoe? Drie stappen naar hoop

24 nov

Wat had ik gehoopt dat we in alle rust en met verlangen uit konden kijken naar mooie vieringen rond Kerst. Wat keek ik uit naar al die verbindende activiteiten die op de rol stonden. Samen eten. Koffie drinken. Inloopochtenden en – middagen. Helaas worden we opnieuw ingehaald door de toenemende besmettingscijfers en de daaraan gekoppelde noodzakelijke maatregelen.

Opschalen

Maar het loopt dus anders. We hebben alweer opgeschaald in de kerk: de mondkapjes gebruiken we bij verplaatsen in de kerk, en de verplichte anderhalve meter afstand is ook weer terug van weggeweest. En bij elke activiteit stellen we de vraag: kan dit doorgaan? Is het veilig? Zorgen we gelijk voor een online alternatief? Wat gaan we vrijdag horen?

Ik merk dat het me niet onberoerd laat. Ik ben ‘coronamoe’ en vind het lastig om hoopvol te blijven. Het gedoe in de samenleving, de toenemende spanning over de te volgen koers, en het geruzie in de Tweede Kamer helpen ook niet echt, om het zacht te zeggen.

Hoop houden

Tegelijk komt er een andere gedachte bij me op. Het is nu nog meer dan ooit van belang om hoop te houden. Het komt er nu nog meer op aan om als kerk te getuigen van heilzaam samenleven, zoals de scriba van de Protestantse Kerk, René de Reuver aangeeft.

Eerste stap: opnieuw leren kijken

De volgende drie stappen heb ik gezet van coronamoe naar hoop. De eerste stap heeft te maken met goed om je heen kijken. De mensen die in de zorg werken waren al onderbezet, raakten overbelast door de vorige coronagolven, konden nauwelijks bijkomen omdat zorg moest worden ingehaald, en moeten nu deze piek het hoofd bieden. Hoe dan? Ik zie de mensen die in de ziekenhuizen belanden. Doodziek. De vraag waar in de loop van de komende dagen antwoord op gegeven kan worden: gaat hij/zij het redden? Als ik naar de zorg kijk en naar de mensen die nu ziek zijn, kan ik toch niet anders dan vragen: wat kan ik nu doen om de druk op de zorg te verkleinen?

Tweede stap: opnieuw leren luisteren

De tweede stap heeft te maken met de vraag naar welke stemmen je luistert. Het lijkt wel alsof alles uit elkaar valt. De verdeeldheid, polarisatie en chaos lijkt overal de overhand te krijgen. Hoe kan ik omgaan met al die verschillende stemmen in vriendenkringen, de politiek en de samenleving? Wat mij helpt is om de verschillende stemmen te bevragen: spreekt de persoon vanuit angst of vanuit vertrouwen? Vergroot de persoon de kloof of probeert z/hij nader tot de ander te komen? Welke toon gebruikt de persoon? Het helpt mij om naar opbouwende stemmen te luisteren. Opbouwende stemmen brengen hoop mee. Altijd.

Derde stap: ontdek je fundament

De derde stap gaat over het fundament van je eigen leven. Deze onrustige tijd is een gelegenheid om te oefenen in vertrouwen. Een gelegenheid om te oefenen in loslaten en je handen te openen voor Gods genade. We hebben elkaar nodig, we hebben de geloofsgemeenschap nodig als oefenplaats van genade – om elkaar te bemoedigen en te herinneren aan de hoop die op ons toekomt, voorbij lijden en dood. Het is Jezus zelf die ons er steeds weer aan herinnert: Wees niet bang. Stap dat woelige water maar op. Ons fundament is Christus zelf.

Wees de hoop waarvan je getuigt

Tot slot: als je houvast hebt gevonden of als je nog zoekende bent, ga iets doen voor een ander. Schrijf een kaart. Bel iemand op om te bemoedigen. Glimlach naar die ander op straat. Bid voor gevaccineerden en ongevaccineerden. Bied een kopje koffie aan. Breng soep rond. Deel uit van je hoop en wees het licht dat je bent. Sta op en schitter!

Een engel in de nacht

5 okt

Onvermijdelijk maar toch plotseling slaat de paniek toe, midden in de nacht. Het is donker. Niet op de kamer. Het licht van de ziekenhuisgang valt naar binnen. Het groene licht boven de deur. Het blauwe schijnsel van de ondersteunende apparaten. Het is donker in het hoofd. De gebeurtenissen zijn nauwelijks te bevatten en schrik voor de toekomst overrompelt en ontneemt het laatste restje hoop.

Zo kort geleden nog – was het vanmiddag? Zo kort geleden nog leek er niets aan de hand. Je voeten en handen deden wat je wilde. Als vanzelfsprekend. Je had regie over je leven, over je gaan en je staan.

Nu is alles anders. Een herseninfarct. Een lichaam dat niet meer meewerkt. Een hoofd waarin het raast en stormt. De genadeloze eenzaamheid in de nacht. Niets meer kunnen. Van het ene op het andere moment volkomen afhankelijk geworden. In alles.

En dan is daar de paniek. Als de geluiden van buiten verstommen. De stilte van de nacht indaalt. Het welt op vanuit het binnenste en barst zich een weg naar buiten. De emoties buitelen de kamer door. De toekomst – één groot schrikbeeld.

Dan is daar een gestalte. De nachtzuster. Ze brengt rust. Ze neemt de tijd, troost, vraagt en luistert.

Door haar aanwezigheid valt er licht door de gebrokenheid naar binnen. Een streepje toekomst. Hoe dun en kwetsbaar dan ook. Een streepje toekomst en het hart opent zich. Voorbij de angst. En het werd morgen.

Een God van levenden

26 feb

Het is een jaar geleden dat we snel moesten schakelen. We wisten niet wat we konden verwachten, wel dat het serieus was. Het coronavirus greep razendsnel om zich heen en op 12 maart 2020 zaten we gespannen te luisteren naar de persconferentie van premier Rutte en minister Bruins. Zondag 15 maart gingen we digitaal. We stopten met onze fysieke samenkomsten en activiteiten. Het was midden in de veertigdagentijd en we hoopten met Pasen weer samen te kunnen komen als geloofsgemeenschap.

Het liep anders. Met Pinksteren 2020 waren de diensten nog steeds digitaal. In juli kwamen voorzichtige versoepelingen. 30 mensen in de kerk. Activiteiten die schuchter werden opgepakt. 100 mensen in de kerk. Plannen maken voor het nieuwe seizoen. Zou corona terug komen of zouden de versoepelingen doorzetten?

In die periode vanaf mei ervaarde ik veel onrust. Hoe moest het verder met de geloofsgemeenschap? Hoe konden we elkaar bemoedigen en versterken in onze relatie met God en in onze onderlinge relaties? De voorzichtige versoepelingen versterkten de onrust: een kerkdienst met 30 of 100 mensen op 1,5 meter, met verplichte looproutes, met een soort onzichtbare dans om maar niet in elkaars ruimte te komen, zonder gemeentezang en zonder ontmoetingsmoment na de dienst – is dat het nu? Het miste de saamhorigheid van de tijd van voor de corona en het wekte ook niet het verlangen naar de toekomst. Voor alle duidelijkheid: ik heb bijzonder veel waardering en respect voor alle vrijwilligers die telkens activiteiten en samenkomsten mogelijk maakten en maken, en steeds weer adequaat reageren op nieuwe ontwikkelingen. En: de noodzaak van deze maatregelen staan voor mij niet ter discussie.

Het virus was nooit weg en kwam in verhevigde mate terug na de zomervakantie. Nu, een jaar later zitten we nog steeds met beperkende maatregelen die het gewone kerkelijke leven haast onmogelijk maken. Het jeugdwerk tot en met het ouderenpastoraat – hoe verder?

Een jaar lang kerk-zijn met beperkende maatregelen was en is onze eerste uitdaging. Maar er kwam en komt iets bij. Sinds het het coronavirus zich verspreidde in Nederland, is onze gemeente getroffen door een hevige golf van verlies. In het afgelopen kerkelijk jaar (van november 2019 – 22 november 2020) overleden er 19 gemeenteleden. Dat was voor onze gemeente een ingrijpend aantal. We vonden het ook moeilijk dat afscheid nemen van de overledenen en het troosten van nabestaanden door de coronamaatregelen vaak zo ingewikkeld was. In het nieuwe kerkelijk jaar nam de dood, het mis en het gedenken een steeds nadrukkelijker plaats in. Sinds 1 december zijn er 14 gemeenteleden overleden. Het slaat een gat in onze geloofsgemeenschap. Hoe kunnen we voorkomen dat de dood ook de grond onder onze voeten wegslaat?

Juist in deze tijd van rouw en schrik worden we opnieuw bepaalt bij de hoop die ons draagt en op ons toekomt. Halik (Niet zonder hoop) spreekt over hoop als de deur die naar de toekomst opengaat. Juist een crisis die je terugwerpt op je laatste houvast, doet de hoop ontvlammen. Dwars door ‘de donkere nacht van de ziel’ biedt de hoop nieuw perspectief. De christelijke hoop is verbonden met het lijden, sterven en de opstanding van Jezus Christus. God is een God van de levenden – niet de het duister, de chaos of de dood heeft het laatste woord, maar het eerste en is laatste woord is het scheppende woord van de Levende God.

In Hebreeën 12, 1 lezen we dat we door een wolk van geloofsgetuigen omringd zijn, die ons aansporen om vol te houden. Die wolk van getuigen bestaat niet alleen uit Mozes, Debora of David, maar ook uit de gemeenteleden die ons zijn voorgegaan. “…, opdat u niet de moed verliest en het opgeeft.”

Dat is het eerste dat ik meeneem uit deze periode: de uitnodiging om opnieuw ons te bepalen bij onze hoop.

Het tweede is dat we worden uitgenodigd om – opnieuw juist in deze tijd – de tekenen van de heilige Geest te herkennen. Het bruist en sprankelt in onze gemeente. De Geest werkt. De maandelijkse Bijbelstudie gaat digitaal door. Er melden zich nieuwe mensen aan waaronder mensen op hoge leeftijd. Er zijn meerdere nieuwe initiatieven voor kinderen en jongeren. Er komt een spannende podcast serie. Er is een digitale Alphacursus gestart en de reacties zijn bijzonder positief. Jonge mensen zoeken contact met onze gemeente.

Het is ongelofelijk wat er aan initiatieven leeft in onze gemeente. Wat we nu nodig hebben is gebed. En vertrouwen. We hoeven niet te wanhopen, want ook in deze tijd werkt de heilige Geest. Ook in onze gemeente.

Hoop!

28 dec

Meditatie voor de Top2000 dienst op zondag 27 december om 19.00 uur met de band 4Tune. Je kunt de dienst hier terugkijken.

In de film Shawshank Redemption zit een aangrijpend moment. De film gaat over het leven in een Amerikaanse gevangenis waar corruptie bij bewakers en directie een grote rol speelt. Het fragment speelt aan het begin van de film. Andy, de hoofdrolspeler, vertelt over de kracht en waarde van verbeelding. Verbeelding werkt in het hart en in het hoofd: daar bewaar je herinneringen, muziek, verhalen en beelden die voorbij de gevangenis gaan. Dat geeft ook moed en energie om door te gaan, om niet moedeloos te worden. De gedachte aan een wereld buiten de gevangenis, helpt om het in de gevangenis vol te houden.

Red, de andere hoofdrolspeler vraagt waar Andy het over heeft. ‘Hoop’, zegt Andy. Red antwoordt: ‘Hope is a dangerous thing’. Hoop is gevaarlijk, want het kan iemand tot waanzin drijven. Je hebt niets aan hoop als je in de gevangenis zit. Het is wat het is, wen daar maar aan. (Je kunt het fragment hier zien).

Daarmee zitten we gelijk midden in de thematiek. Is hoop een houvast die je door moeilijke tijden heen helpt of een last die je uiteindelijk slechter achterlaat? Als hoop alleen maar te maken heeft met onze werkelijkheid hier en nu, heeft Red gelijk. Dan is hoop niet meer dan uitgestelde teleurstelling. Je hoopt dat je vrij komt, maar dat gaat dus niet gebeuren. Je hoopt dat de behandeling het gewenste effect heeft, maar je krijgt te horen dat er geen mogelijkheden meer zijn. Je hoopt, maar …

Maar dat is niet de hoop waar Andy het over heeft. Hij spreekt over de kracht van verbeelding. Over de kracht van die andere werkelijkheid die je kunt oproepen. Victor Frankl en Edith Eger, die beiden overlevenden zijn van vernietigingskampen in WOII spreken ook over de kracht van hoop. Het helpt om in de chaos en duisternis overeind te blijven. Het helpt om perspectief te houden en toch op te staan, ook als de dag opnieuw inkt- en inktzwart is. . Het is opmerkelijk dat juist in de beklemming, juist in de gevangenis hoop zijn weg vindt.

Als symbool voor hoop wordt vaak een anker gebruikt. Dat is een mooi beeld. Een anker maak je nooit vast aan jezelf, altijd aan iets of iemand buiten jou. Een schipper gooit het anker niet in het ruim, een bergbeklimmer maakt een zekeringspunt niet vast aan zijn of haar eigen riem eigen riem. Wie of wat buiten jou helpt jou in tijden van chaos, teleurstelling en tegenslagen? Wie of wat biedt jou zekerheid? Het anker bewijst zijn waarde als jij los moet laten.

Hoop is niet eenvoudig, het moet bevochten worden. Hoop is niet vanzelfsprekend. Hoop gaat voorbij aan vanzelfsprekende antwoorden, lichtvaardige en goedbedoelde adviezen. Hoop verzet zich tegen onverschilligheid. Hoop verzet zich tegen cynisme. Hoop verzet zich tegen gelatenheid. Hoop verzet zich tegen zelfhandhaving.

Hoop is in de christelijke traditie Gods genade en liefde die op ons toekomt, dwars door lijden en dood heen in onze levensverhalen. Christelijke hoop vindt haar bedding in het visioen van het Rijk van God. Daarom leggen we ons niet neer bij onrecht en strijden we voor gerechtigheid. Daarom ervaren we vrijheid, ook al is ons leven tot een gevangenis geworden. Daarom kunnen we op de drempel van de dood, op de rand van de eeuwigheid, het leven en de liefde omarmen.

Dat is het wonder van Kerst. God die afgedaald is in onze levensverhalen. Hij liet zich vinden in de baby van Bethlehem, in alle kwetsbaarheid. Hij ging de weg van lijden, sterven en opstanding. There is a crack in everything, that is how the light comes in – zingt Leonard Cohen. Die hoop helpt ons om voorbij de angst te leven. Er is een nieuw, een ander perspectief.

Hebe Kohlbrugge, een verzetsstrijdster in de oorlog, vond haar drijfveren in het Johannesevangelie. Zij vond haar hoop en kracht in het zinnetje dat de waarheid je vrij maakt en dat Jezus de waarheid is. En dat, wie uit de waarheid is, naar Zijn stem luistert. Het evangelie maakt je vrij van alles wat vanzelfsprekend is. Wat je zo op het oog niet ziet. Het helpt je om verder te kijken en te zien wat je als onder “een verstikkende deken houdt”. Wie vrij is, is niet bang. En wie niet bang is, ziet scherp. Hebe Kohlbrugge zei: “Wij moeten op onze plek gaatjes in de deken prikken. En soms kan jij het enige gaatje in die deken zijn”

Hoop houdt je staande. Hoop leert je leven voorbij de angst. Dat maakt dat je werkelijk vrij leeft – ook als je omstandigheden verstikkend zijn. Wie of wat is jouw anker?

Hoop in het nieuwe normaal

3 mei

De boodschap op de persconferentie van premier Rutte op 21 april was duidelijk. De maatregelen om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, zullen voorlopig in de meeste gevallen gehandhaafd blijven. Ik ben blij voor de kinderen (en voor de gezinnen) dat zij weer naar school mogen en dat samen sporten (binnen de afspraken) weer mogelijk is. Het is goed om weer schoolstructuur te hebben en vrienden en vriendinnen te kunnen zien. Het is belangrijk om weer samen met vrienden een balletje te kunnen trappen.

5 meter Archieven | Pagina 2 van 3 | United vandekamp BV

Hard gelag

Tegelijkertijd was de boodschap voor velen ook een hard gelag. Het bezoekverbod voor instellingen blijft van kracht – hoewel het er naar uitziet dat er versoepelingen mogelijk worden. Ik begrijp de achterliggende gedachte en de noodzaak van deze maatregel, maar het maakt me ook verdrietig. Voor ouders die hun kinderen niet kunnen bezoeken en even in de armen kunnen nemen. Voor partners die niet bij hun geliefde kunnen zijn. Voor kinderen die hun ouders niet kunnen opzoeken. Voor een ieder van wie een geliefde, vriend of familielid in een instelling verblijft en even langsgaan niet tot de mogelijkheden behoort. Het maakte me verdrietig voor de mensen die in de instellingen verblijven en soms zo uitkijken naar bezoek, naar het samenzijn met wie hen lief is. Het komt aan op volhouden. Elkaar bemoedigen: houd moed!

Ik ben dankbaar voor de inzet van verzorgenden en verpleegkundigen. Wat tonen zij een liefde voor hun bewoners, cliënten en patiënten en wat doen ze enorm hun best om het contact met het thuisfront van de bewoners te onderhouden. Dank daarvoor!

Ondernemers onder druk

De boodschap was ook een hard gelag voor zoveel ondernemers. Opnieuw: ik begrijp de noodzaak van de maatregelen, maar ik zie ook de pijn en de machteloosheid bij ondernemers die het werk van misschien wel jaren of de dromen voor de toekomst in rook zien opgaan. Ik zie de zware beslissingen waar werkgevers voor staan: kunnen we de mensen nog in dienst houden of moeten we werknemers ontslaan? Ik zie de zorg en onzekerheid van wie geen werk meer heeft. Meer dan ooit komt het aan op solidariteit, op onderling omzien, op bemoedigen: houd moed!

Onze samenleving staat onder druk, zeker nu de maatregelen langer duren. Het betekent dat de extreme omstandigheden het nieuwe normaal zijn. Dit is het. Voorlopig moeten we het hiermee doen. Maar we hoeven het niet alleen te doen.

 

Tekenen van hoop

Ik ben onder de indruk van alle tekenen van meeleven en van onderling omzien. Wat gebeurt er veel dat hoop geeft. Er zijn zoveel gebaren van liefde: een berenroute voor de kinderen. Een draaiorgel voor de verzorgingshuizen. Kinderen die stoepkrijten voor oma. Kaartjes: we denken aan je. Een bloemetje: weet dat je niet vergeten wordt.

Dit zijn tekenen van hoop die helpen om vol te houden. Laten we met hart en ziel lief hebben, zeker nu het voor sommigen zo zwaar is geworden. Houd moed en heb lief!

Pasen – door onze tranen heen

10 apr

Een van de beelden die mij het meest is bijgebleven van de afgelopen weken is de geëmotioneerde Paus die voor een leeg Sint Pieterplein en in de regen sprak over een zondag van de tranen.

De tranen zitten mij ook hoog. Als ik de soms zo zware strijd van artsen, verpleegkundigen en verzorgenden zie. De tranen zitten mij hoog, als ik lees over mensen die alleen zijn in de laatste fase van hun leven. De tranen zitten mij hoog, als ik spreek met mensen uit Sliedrecht die hun partners of ouders niet meer kunnen bezoeken. Of als ik spreek met Sliedrechters die werken in ziekenhuizen en nu al zo veel te verduren krijgen, terwijl de piek nog moet komen. Of …

Ja, de tranen zitten mij hoog. Kun je in deze tijd nog wel Pasen vieren? Is het niet beter om Pasen maar gewoon uit te stellen?

Ja, de tranen zitten mij hoog – maar juist nú komt het aan op hoop. Hoop die je niet uit handen wordt geslagen, maar hoop die jou draagt, in de stormen van het leven en in de onzekerheid van ons bestaan. Hoop – juist als de aarde wankelt. Die hoop heeft alles te maken met Jezus Christus en met het feest van Pasen.

Het verhaal van de Bijbel gaat niet over hoe we een leven kunnen krijgen zonder tegenslagen. Nee, het gaat over hoe we in alle onzekerheid en in het woeden van de tijd moed en hoop houden.

Hoe? Met Goede Vrijdag gedenken we Jezus’ liefde tot het uiterste. We geloven dat door zijn lijden en sterven de machten van het kwaad en de dood zijn overwonnen. En we geloven dat door de opstanding er een nieuw perspectief is; een andere kijk op het leven, op óns leven. Het licht van Gods toekomst zet ons leven hier in een ander licht: het licht van de dragende hoop. Die hoop stijgt uit boven angst en draagt het zaadje van Gods belofte van nabijheid in zich. Het wordt zichtbaar in onze zorg voor kwetsbaren, in onze gebaren van omzien en liefde.

Opstanding is een uitnodiging, een aansporing om niet de moed te verliezen als we verteerd lijken te worden door lijden. Het is een aansporing om op te staan tegen moedeloosheid, onverschilligheid en onrecht. Niet de chaos, niet het lijden en ook niet de dood hebben het laatste woord, maar Gods liefde is het eerste en het laatste Woord.

In dát licht van de opstanding wordt in onze tranen de regenboog zichtbaar.

Het dunne draadje van de hoop

13 okt

Wonderlijk hoe een Bijbeltekst van richting kan veranderen en je opeens tot tranen toe kan ontroeren. Afgelopen zondag had ik willen preken over 1 Samuël 3, 1 -5

 De jonge Samuel diende dus de HEER, onder de hoede van Eli. Er klonken in die tijd zelden woorden van de HEER en er braken geen visioenen door. 2 Op zekere nacht lag Eli op zijn slaapplaats. Zijn ogen waren dof geworden, hij kon bijna niet meer zien. 3 Samuel lag te slapen in het heiligdom van de HEER, bij de ark van God. De godslamp watts bijna uitgedoofd. 4 Toen riep de HEER Samuel.

Afbeeldingsresultaat voor godslamp

Samuël is als jongen in dienst van de tempel getreden. Eli was in die tijd de geestelijk leider. Het was een moeilijke tijd, waarin veel misstanden plaats vonden en waarin Israël met regelmaat bedreigd werd door vijanden. Het was mijn plan om aan de hand van deze tekst iets te zeggen over onze tijd, waarin soms de stemmen van haat en angst het licht lijken te verdringen. ‘In die tijd klonken zelden nog woorden van de HEER. De Godslamp was bijna gedoofd.’ In een andere vertaling staat: nog brandde de Godslamp. Het was een lichtje in de tempel die altijd brandde en Gods aanwezigheid verbeeldde. Maar het was dun geworden. Een deken van duisternis leek het licht te verstikken en de harde stemmen van onrecht leken de woorden van God te overstemmen.

Afgelopen weekend ging het in ons gezin vreselijk fout. Esther belandde in het ziekenhuis en even vreesden we voor haar leven. Overmand door wanhoop had ze een keuze gemaakt. Het was beter om er niet te zijn. De stem van ontkenning, de pijn van jaren, het steeds weer horen: het is beter dat je er niet bent, je bent waardeloos – het overstemde de woorden van licht, woorden van hoop, woorden van haar dierbaren, woorden van God.

Als God spreekt zijn het woorden van mededogen, woorden van hoop. ‘Je bent kostbaar in mijn ogen’. ‘Met zorg heb ik je gemaakt’. Het zijn woorden tegen onrecht. Woorden die mensen weer doen opstaan. Het waren woorden die niet meer gehoord werden door die schreeuwende stemmen in haar hoofd. Dát is wat onrecht kan doen. Het kan ons het zicht op God ontnemen. Het zicht op het leven. Het kan ons doof doen worden voor de woorden die leven geven.

Nog brandde de Godslamp.

Voor mij heeft God alles te maken met hoop. Soms is die hoop flinterdun geworden. Is God nog met ons bezig? Ziet God ons wel? Slaapt Hij? Bestaat Hij überhaupt wel? Wat wij ontdekten, was dat de Godslamp brandde en nog brandt. Het licht van Christus werd zichtbaar in al die grote en kleine handelingen van mensen om ons heen. Bemoedigende kaarten, met zorg geschreven, met zorgvuldig uitgekozen Bijbelteksten. De Godslamp brandde in de praktische hulp van mensen die maaltijden verzorgden, vroegen hoe het ging. Het licht van Christus scheen over ons door al die blijken van meeleven.

En God riep Samuël.

Bij je naam geroepen. Iets daarvan hebben we ervaren. Het dunne draadje van hoop bleek volhardend krachtig, door de liefde die spreekt uit de verbondenheid, door de liefde van God. Het gaf de moed om op te staan, op weg te gaan. Talita koum... Opnieuw op die donkere weg langs de schaduwen van de dood – maar niet alleen. Omgeven door de liefde van de mensen om ons heen, door het licht van Christus, door engelen …

Storm

3 apr

Afgelopen week raasde er een storm over Nederland. Via het journaal en Facebook werden de schade en de hinder die de storm veroorzaakte zichtbaar. Ontwortelde bomen die soms al een leven lang deel uitmaakten van het uitzicht. Omvergeblazen schuttingen, Een ingestorte muur. Omgewaaide vrachtwagens. Met veel geweld kwam de regen met bakken uit de lucht, en geselde de hagel de grond. Beekjes en afvloeiingskanalen veranderden van traag stromende idyllische vergezichten in dreigende stromen. Dat is wat storm kan doen.

ontwortelde boom

Binnenstorm

In de afgelopen weken heb ik meerdere mensen gesproken die veel met zich meedragen. Soms zo onzichtbaar voor de buitenwereld. Ik moest aan hen denken toen de storm langs ons huis gierde. ‘Bij mij stormt het van binnen’ vertelde een van mijn gesprekspartners. Het is moeilijk voor te stellen wat het betekent wanneer het stormt. Maar de beelden van de schade van de storm van afgelopen week maken iets van die binnenstorm zichtbaar.

Onbeschut

Het eerste dat weggeblazen wordt, zijn de zorgvuldig geplaatste schuttingen. De muren en maskers die niet alleen de binnen- en de buitenkant van elkaar moeten scheiden, maar ook de verschillende episoden uit het levensverhaal uit elkaar houden. Als de schuttingen neergaan, ontstaat er chaos. Het ene verhaal roept het andere verhaal in herinnering. Elke orde lijkt verdwenen en de verhalen overspoelen je. Door de kracht van de binnenstorm is het (bijna) niet meer mogelijk om de buitenkant te stutten. Het kost bakken met energie, maar het lijkt een onbegonnen klus.

Ontworteld

Bomen raken ontworteld. Tot nog toe was je van een paar dingen zeker. Bepaalde levensovertuigingen. De liefde van de ander. De nabijheid van de ander. Plekken om te schuilen. Plaatsen die zekerheid boden. Maar de binnenstorm ontwortelt de bomen die jou houvast gaven. Alles lijkt om te vallen en raakt op drift. Waar vind je nog een schuilplaats? Grip?

Onbegaanbaar

Omgevallen vrachtwagens versperren de weg. Je komt tot stilstand, moet zoeken naar nieuwe wegen. De leegte die je kunt voelen. De ondraaglijke lichtheid van het bestaan. Als zelfs vrachtwagens om gaan hoe zou jij nog koers kunnen houden?

Groene weiden en vredig water zijn moerassen geworden en dreigende stromen. Waar vind je die plek waar je tot rust komt en iets van vrede ervaart?

Uithouden in de storm

De beelden van de storm haakten aan bij de verhalen van mijn gesprekspartners. Verhalen van gebrokenheid, verlies, verlatenheid. Misschien kunnen we door een luisterend oor een begin van een schuilplaats worden in het woeden van de storm. Misschien kunnen we door het uit te houden in de slagregens die de ander treffen, een houvast worden.

In ieder geval doet het me ook denken aan het scheppingsverhaal. Genesis begint met chaos. Woestheid en doodsheid. Maar als God begint te spreken, is er licht. Hoop – tegen de klippen op misschien. In Jezus is die hoop verankerd. Herschepping, een nieuw begin. Voor zijn lijdensweg zegt Hij: “Mijn vrede geef ik jullie. Verlies de moed niet.” (Johannes 14, 27). We staan op de drempel van het Paasfeest: feest van opstanding, feest van hoop. Dat de storm in je mag gaan liggen. Dat je mensen op je pad mag vinden die je trouw zijn. Dat je mag opstaan met Jezus, de Levende.