Tag Archives: Keulen

Een cultuur van misbruik

21 jan

Er is veel gezegd en geschreven over de wantoestanden in Keulen in de nieuwjaarsnacht. Een van de scherpste en belangrijkste vragen is of dit seksueel misbruik samenhangt met de culturele achtergronden van de (vermoedelijke) daders. Het is om tenminste twee redenen noodzakelijk om hier goed naar te kijken. Allereerst zijn er opvallend veel meldingen van vergelijkbare seksuele intimidatie door groepen mannen die vrouwen in de menigte isoleren en belagen. Er kwamen meldingen uit andere steden in Duitsland, maar ook uit Finland, Zweden, Zwitserland en Oostenrijk. Steeds lijkt het te gaan om (voormalige) asielzoekers uit Marokko, Algerije, Syrië en Afghanistan.

De tweede reden om goed te kijken naar de culturele achtergronden is dat de seksuele grensoverschrijdingen in een aantal bijdragen worden toegeschreven aan alle (mannelijke) vluchtelingen. Vluchtelingen worden weggezet als een groep potentiële verkrachters. Ook wordt soms gewezen op de islamitische achtergrond van de verdachten. De vraag dringt zich op of de Islam seksueel wangedrag faciliteert. Door het seksueel geweld zo direct te koppelen aan een hele groep of aan een hele religie worden verschillende thema’s met elkaar verward en wordt aan de verschillende thema’s zelf geen recht gedaan. ‘Keulen’ gaat niet meer alleen over seksueel geweld, maar ook over de vluchtelingenproblematiek, de vraag naar de plek van de Islam in de Westerse samenleving en over de Nederlandse identiteit.

Simplistische retoriek over het opsluiten van mannelijke asielzoekers, pepperspray voor vrouwen tegen vluchtelingen, en het spreken over testosteronbommen, is in geen enkel opzicht behulpzaam. Het helpt het vluchtelingendebat niet verder, het vergroot de kloof in de samenleving en het draagt niet bij aan de strijd tegen seksueel geweld.

Seksueel misbruik is een maatschappelijk probleem

Seksuele intimidatie of seksueel misbruik is zelden een geïsoleerd probleem. Het gedijt in een cultuur van wegkijken, bagatelliseren en ontkennen. Vaak praten daders hun daden goed. Ze gebruiken redenaties die gelden in hun gezin of familie, die klinken in de bredere (geloofs)gemeenschap of in de culturele opvattingen van de samenleving. Bill Cosby kon jarenlang ongestoord zijn gang gaan, omdat de vrouwen die hij misbruikte niet met hun verhaal naar buiten durfden komen. In de samenleving heerst immers de opvatting dat ‘die vrouwen het wel uitgelokt zouden hebben’.  In geloofsgemeenschappen kunnen daders zich bedienen van geloofstaal: ‘eer je vader en je moeder’.  ‘Vrouwen zijn ondergeschikt aan de man’.  In gezinnen kunnen misbruikbevorderende opvattingen voorkomen, zoals een slachtoffer van incest mij eens vertelde: ‘dochters leren van hun vader vrijen. Zo heb ik het ook geleerd – zijn mijn moeder tegen mij’.

Pas wanneer er een taal wordt aangereikt, is het voor slachtoffers mogelijk om woorden te vinden voor hun ervaringen van misbruik. Dit is bijvoorbeeld zichtbaar bij mannen die slachtoffer zijn geworden van misbruik. Toen er ruimte kwam voor misbruikverhalen door de strijd van feministen, werden mannen voornamelijk gezien als daders. Hierdoor was er nauwelijks ruimte voor mannelijke slachtoffers om met hun verhaal naar buiten te komen. Daarnaast hadden ze te maken met de opvattingen in de samenleving dat mannen ‘stoer’ horen te zijn en dat je ‘geluk’ hebt als je al vroeg ‘seksuele ervaringen’ hebt opgedaan. Hoe kun je dan nog je verhaal vertellen als je als puber door een leerkracht m/v bent misbruikt? Toen er ruimte kwam voor mannen om hun ervaringen te delen, kwam er een taal waarin de ervaringen gehoord konden worden. Ook de reactie van de samenleving bepaalt of misbruik in stand wordt gehouden of wordt aangekaart.

In de context van het misbruik speelt dus altijd het klimaat van de bredere gemeenschap en de cultuur van de samenleving een rol. Enerzijds in rationalisaties die de dader bezigt, anderzijds in de reactie van de samenleving.

Mannen onder elkaar

Het eerste dat opvalt in het seksueel misbruik in ‘Keulen’, dat de mannen in groepsverband optraden. De politie in Keulen gaat ervan uit dat het een vooropgezet plan was. Deze mannen hebben dus met elkaar zitten nadenken hoe en wanneer ze vrouwen zouden lastig vallen. De persoonlijke ethiek was niet aanwezig of ondergeschikt gemaakt aan de druk van de groep. Dit verontrustend mechanisme is ook terug te zien in de film ‘The Accused’ (1988) met Jodie Foster. Blijkbaar is het niet gemakkelijk om aan groepsdruk te ontkomen en onrecht te doorbreken.

Gender

Het tweede dat opvalt in ‘Keulen’is dat de vermeende daders uit islamitische landen komen. In diverse bijdragen wijzen schrijvers op het vele seksueel geweld in islamitische landen, met name tegen vrouwen die lichaamsdelen niet bedekt hebben. In bepaalde wijken in grote steden in Europa worden vrouwen uitgescholden en seksueel geïntimideerd door bewoners van buitenlandse komaf. Tegelijkertijd maken andere (vrouwelijke) auteurs ons erop attent dat zij zich juist in islamitische landen erg veilig hebben gevoeld en zich niet als lustobject ervaren hebben. De reacties geven dus een genuanceerd beeld.

Wat in mijn beleving echter van het grootste belang is, is hoe er gesproken wordt over vrouwen en over kwetsbare medemensen. Het vrouwbeeld dat naar voren komt in de verplichting om lichaamsdelen te bedekken, is kwetsbaar voor misbruik. De vrouw wordt immers verantwoordelijk gehouden voor ‘kuisheid’. Niet de man wordt aangesproken op zijn ongepaste verlangen en lust, maar de vrouw – alsof zij het misbruik zou uitlokken door blote enkels of schouders.

Wanneer mensen uit een cultuur komen met een andere visie op mannelijkheid en vrouwelijkheid, vraagt dat om een heldere reactie van de ontvangende samenleving. Enerzijds zal elke grensoverschrijding aangepakt moeten worden en niet verdoezelt. Anderzijds zullen asielzoekers die binnenkomen ook les moeten krijgen in de opvattingen rond gender in onze samenleving.

Een cultuur van misbruik

Seksueel misbruik is geen buitenlands probleem dat nu wordt geïmporteerd. In alle culturen en in alle lagen van de bevolking komt seksueel geweld voor. Het heeft te maken met macht, met het willen  bezitten van de ander. Het heeft te maken met het botvieren van eigen verlangens en lust ten koste van de ander. In ons land is een op de drie vrouwen en een op de tien mannen slachtoffer van seksueel misbruik. Het is niet een probleem van individuen, maar een probleem van de samenleving. Om seksueel geweld te bestrijden is het belangrijk om de onderliggende patronen en mechanismen te ontrafelen. Waardoor kan het misbruik plaats vinden? Wat maakt dat het kan blijven doorgaan? Hoe reageert de samenleving op verhalen van misbruik? Wat of wie houdt het zwijgen in stand? Wie mag spreken?

Door de vluchtelingen als potentieel gevaar te bestempelen, wordt er in de eerste plaats een schijnveiligheid gecreëerd. In Nederland worden nog steeds elke dag kinderen, jongeren, vrouwen en mannen slachtoffer van huiselijk en seksueel geweld. Dit misbruik wordt niet gestopt door een zondebok van buiten aan te wijzen. Sterker nog, het werkt een goede bestrijding van seksueel geweld juist tegen.

In de tweede plaats wordt een grote groep onrecht aangedaan. Net zomin als alle dominees en priesters zedendelinquenten zijn, zijn alle mannelijke vluchtelingen verkrachters. Net zomin als alle mannen erop uit zijn om vrouwen te onderdrukken, zijn alle islamitische medemensen vrouwenhaters.

Stigmatiseren werkt averechts

Wanneer op een ongenuanceerde en aanvallende manier over een bevolkingsgroep wordt gesproken, zal die groep sneller geneigd zijn om zich te verdedigen of om de gelederen te sluiten. Het biedt niet de ruimte om het misbruik onder woorden te brengen, om te zoeken naar schadelijke culturele of religieuze veronderstellingen of om als slachtoffers naar buiten te treden. Stigmatiseren van een bevolkingsgroep, religie of cultuur ontneemt juist het broodnodige taalveld om misbruik ter sprake te brengen.

Wat nodig is, is het gesprek over de waarden van onze samenleving. Waar behoefte aan is, is onderzoek dat de risico’s van culturele opvattingen scherp en genuanceerd aan het licht brengt. Slachtoffers van seksueel misbruik willen geen speelbal worden van de discussie over vluchtelingen, maar zoeken naar erkenning en naar recht.

 

Enkele gedachten naar aanleiding van ‘Keulen’

10 jan

Een paar dagen geleden schreef ik een blog over wat mij opviel in de reacties op de massale aanrandingen in meerdere steden in Duitsland in de nacht van Oud en Nieuw. Inmiddels wordt er steeds meer bekend over de omvang van de aanrandingen en over de falende communicatie van de politietop. Het blijft lastig in te schatten welke berichten op de sociale media betrouwbaar zijn. Ondertussen neemt het aantal reacties toe van mensen die wijzen op het gevaar van vluchtelingen (is dit de vijfde colonne?). Tegelijkertijd zijn er ook intense reacties te lezen van slachtoffers van seksueel geweld die zich door de manier waarop het geweld tegen vrouwen gekaapt wordt voor de discussie over buitenlanders, misbruikt voelen. Het roept enkele overwegingen op.

Feiten benoemen en laten staan

Allereerst is het belangrijk dat feiten benoemd moeten worden. Afgaande op berichten in kranten was het vanaf het begin bij de politie duidelijk dat de daders gezocht moeten worden onder asielzoekers en buitenlandse bendes. Het is schadelijk dat de politietop geprobeerd heeft om dit in eerste instantie onder de pet te houden. Transparantie, betrouwbaarheid en zorgvuldigheid zijn in dergelijke situaties uitermate belangrijk. Nu werkt het als een boemerang tegen de politie en tegen de asielzoekers. Het gegeven dat het om asielzoekers gaat, dient geaccepteerd te worden. Het misbruik door deze groep vermoedelijke asielzoekers/buitenlanders wordt immers niet minder ernstig of bedreigend wanneer er de nadruk op wordt gelegd dat ook in ónze cultuur seksisme en seksueel geweld veelvuldig voorkomt. Voor je het weet wordt het misbruik in Duitsland gebagatelliseerd.

De daders moeten aangepakt worden. Seksueel geweld kan diepe sporen achterlaten en is ontoelaatbaar. Als mensen asiel zoeken, zou men mogen verwachten dat zij hun best doen om in het nieuwe thuisland te aarden. Dat asielzoekers nog voordat ze asiel gekregen hebben zich zo misdragen en daar niet op aanspreekbaar lijken te zijn, vraagt om een scherpe en heldere reactie van de rechtsstaat.

Wanneer op een zo grote schaal zo doelbewust vrouwen worden aangerand, roept dit ook vragen op naar de achtergronden van deze groep. Heeft het te maken met morele ontsporingen? Maakt het onderdeel uit van de religieuze of culturele achtergrond van daders? Het zijn belangrijke vragen die gesteld en beantwoord moeten worden.

Seksueel geweld is in alle culturen een groot probleem

In de tweede plaats komt er een wonderlijke dubbele moraal naar voren. In veel reacties klinkt boosheid door naar de buitenlandse daders. “Ze moeten van onze vrouwen afblijven!” “Wij gaan een burgerwacht opzetten om onze vrouwen te beschermen”. Het zijn deze reacties waar meerdere vrouwen die in hun leven te maken hebben gehad met seksueel geweld, scherp op reageren. Overal, in alle culturen, in alle lagen van de bevolking, in alle religieuze en in alle seculiere verbanden worden vrouwen, kinderen en ook mannen slachtoffer van seksueel geweld. Dit zeg ik dus niet om de aanrandingen in Duitsland te bagatelliseren, maar om de selectieve verontwaardiging aan de kaak te stellen. In Nederland is een op de drie vrouwen en een op de tien mannen slachtoffer van fysiek seksueel geweld (Bron Movisie).

In mijn pastorale praktijk en via contacten op internet heb ik talloze verhalen gehoord van mensen die slachtoffer zijn geworden van misbruik. Soms werden ze lastig gevallen door groepen, soms wisten ze dat veel meer mensen afwisten van het misbruik. We weten dat seksuele intimidatie op scholen en op de werkvloer op grote schaal voorkomt.

De vrouwen die reageren maken een belangrijk punt. Terecht moet het seksueel geweld in Duitsland veroordeeld worden. Vervolgens is het niet terecht om het thema van seksueel geweld te gijzelen voor deze situatie en te beperken tot buitenlandse mannen als daders en witte vrouwen als slachtoffer. Seksueel geweld is in alle culturen een groot probleem.

Niet alle vluchtelingen zijn verkrachters

Het is pijnlijk en stigmatiserend dat deze open deur steeds opnieuw benoemd moet worden. Een rondgang langs 33 gemeenten die een groot AZC op hun grondgebied hebben staan, leert dat er weinig tot geen incidenten zijn. “Een gemiddelde wijk met 600 inwoners zorgt voor meer problemen.” Opnieuw: het gaat niet om het bagatelliseren van de aanrandingen in Duitsland, maar wel over het voeren van een zuiver en eerlijk debat.

Alleen als we recht doen aan de feiten, los van onze eigen (verborgen) agenda’s kunnen we op een constructieve manier werken aan een veilige samenleving.

Twee valkuilen bij het reageren op ‘Keulen’

6 jan

Bij de viering van Oud en Nieuw in Keulen ging het gruwelijk mis. Een grote groep mannen belaagde andere feestvierders, onder andere met vuurwerk. Nadat de politie het plein had schoongeveegd om rellen te voorkomen, kwamen de mannen in kleinere groepen terug en vielen groepsgewijs tegen de honderd vrouwen aan. Ze werden seksueel geïntimideerd en beroofd. In ieder geval één vrouw heeft aangifte gedaan van verkrachting. De politie zelf spreekt van een nieuwe dimensie van criminaliteit. Volgens ooggetuigen en de politie gaat het om jonge mannen van ‘Arabische en Noord-Afrikaanse origine’.

Het is een schokkende gebeurtenis. Seksuele intimidatie en seksueel misbruik raken aan de kern van je mens-zijn en zijn uitermate ernstige vormen van geweld. Ook het gegeven dat een zo grote groep zich gezamenlijk schuldig maakt deze grensoverschrijdingen is verontrustend en vraagt om een snelle en krachtige reactie.

‘Dames, pas toch een beetje op!’

De burgemeester van Keulen, Henriëtte Beker, gaf in haar persconferentie enkele pijnlijke en schadelijke tips. ‘Vrouwen, blijf op een armlengte van onbekende mannen’ en ‘ga niet alleen op pad’. Het zijn tips die vaders en moeders aan hun uitgaande kinderen mogen meegeven, maar van een burgemeester mag iets anders worden verwacht. Uitgangspunt moet zijn dat onze steden veilig zijn voor onze vrouwen, kinderen en mannen. De oorzaak van de wantoestanden in Keulen ligt niet in het gedrag van de vrouwen, maar in het gedrag van de mannen.

Zeker in de omstandigheden in Keulen is elke ‘tip’ aan vrouwen onzinnig. Het ging immers om een grote en bedreigende groep mannen. Dan ben je ook als groepje vrouwen kwetsbaar. En daarnaast: ervaringen met seksueel misbruik maken duidelijk dat slachtoffers niet of nauwelijks bij machte zijn het misbruik te voorkomen.

Door vrouwen in deze situatie op te roepen om ‘een armlengte afstand’ te houden, wordt (tenminste een deel) van de schuld bij de vrouwen gelegd. Het betekent dus ook dat mannen een excuus in de schoot geworpen krijgen: ‘tja, ze stond echt hartstikke dichtbij, zeker geen armlengte. Dus, tja, wat kun je dan anders?’ Dit is een uiterst risicovolle weg. Is de volgende stap dat vrouwen niet meer in korte rokjes mogen lopen? Niet meer mogen lachen in het openbaar? Van justitie en overheid moet verwacht worden dat zij ondubbelzinnig de grensoverschrijders aanspreken en niet degenen die de grensoverschrijding hebben ondergaan. In een eerder blog heb ik hier ook over geschreven: Had je maar geen vrouw moeten zijn.

Dat is de eerste valkuil: het aanspreken van slachtoffers in plaats van de daders.

‘Het zijn de buitenlanders!’

Een tweede reflex rond seksueel misbruik is het zoeken naar een zondebok. Het is altijd lastig gebleken om aandacht te vragen voor seksueel misbruik. Om allerlei redenen wordt er gezwegen over dit grote kwaad. Wanneer er niet gezwegen kan worden, zoals bij grote zedenzaken rond pedoseksuelen, ontstaat er vaak een grote volkswoede. Zelfs voor slachtoffers is die woede soms bedreigend. Het helpt in ieder geval niet om structureel tot oplossingen te komen rond seksueel misbruik. Veel meer is het een mechanisme om het kwaad uit onze samenleving te verdrijven zonder dat de samenleving hoeft te veranderen: de zondebok wordt geofferd.

In de reacties op de gebeurtenissen in Keulen komen meerdere sociale vraagstukken bij elkaar. Omdat het volgens getuigen gaat om mensen van Arabische en Noord-Afrikaanse origine, wordt de scherpe discussie over vluchtelingen, buitenlanders en terroristen ook op de Keulse gebeurtenissen betrokken. Dit is een tweede valkuil die een hypotheek legt op het onderzoek in Keulen en op het gesprek over vluchtelingen en over de verschillende culturen in onze samenlevingen.

Het is onwenselijk en onjuist om gedrag van een groep op een groter geheel te betrekken. Wel is het duidelijk dat er verschillende visies op mannelijkheid en vrouwelijkheid zijn. Daar zou het gesprek over moeten gaan: over grenzen en verantwoordelijkheden in ónze samenleving, over de onopgeefbare openbare ruimte voor vrouwen om vrouw te zijn. Het is aan ons om te laten zien hoe vrijheid en rechtstaat werken.

Zelf ben ik benieuwd naar de uitkomsten van het politieonderzoek.