Er is veel gezegd en geschreven over de wantoestanden in Keulen in de nieuwjaarsnacht. Een van de scherpste en belangrijkste vragen is of dit seksueel misbruik samenhangt met de culturele achtergronden van de (vermoedelijke) daders. Het is om tenminste twee redenen noodzakelijk om hier goed naar te kijken. Allereerst zijn er opvallend veel meldingen van vergelijkbare seksuele intimidatie door groepen mannen die vrouwen in de menigte isoleren en belagen. Er kwamen meldingen uit andere steden in Duitsland, maar ook uit Finland, Zweden, Zwitserland en Oostenrijk. Steeds lijkt het te gaan om (voormalige) asielzoekers uit Marokko, Algerije, Syrië en Afghanistan.
De tweede reden om goed te kijken naar de culturele achtergronden is dat de seksuele grensoverschrijdingen in een aantal bijdragen worden toegeschreven aan alle (mannelijke) vluchtelingen. Vluchtelingen worden weggezet als een groep potentiële verkrachters. Ook wordt soms gewezen op de islamitische achtergrond van de verdachten. De vraag dringt zich op of de Islam seksueel wangedrag faciliteert. Door het seksueel geweld zo direct te koppelen aan een hele groep of aan een hele religie worden verschillende thema’s met elkaar verward en wordt aan de verschillende thema’s zelf geen recht gedaan. ‘Keulen’ gaat niet meer alleen over seksueel geweld, maar ook over de vluchtelingenproblematiek, de vraag naar de plek van de Islam in de Westerse samenleving en over de Nederlandse identiteit.
Simplistische retoriek over het opsluiten van mannelijke asielzoekers, pepperspray voor vrouwen tegen vluchtelingen, en het spreken over testosteronbommen, is in geen enkel opzicht behulpzaam. Het helpt het vluchtelingendebat niet verder, het vergroot de kloof in de samenleving en het draagt niet bij aan de strijd tegen seksueel geweld.
Seksueel misbruik is een maatschappelijk probleem
Seksuele intimidatie of seksueel misbruik is zelden een geïsoleerd probleem. Het gedijt in een cultuur van wegkijken, bagatelliseren en ontkennen. Vaak praten daders hun daden goed. Ze gebruiken redenaties die gelden in hun gezin of familie, die klinken in de bredere (geloofs)gemeenschap of in de culturele opvattingen van de samenleving. Bill Cosby kon jarenlang ongestoord zijn gang gaan, omdat de vrouwen die hij misbruikte niet met hun verhaal naar buiten durfden komen. In de samenleving heerst immers de opvatting dat ‘die vrouwen het wel uitgelokt zouden hebben’. In geloofsgemeenschappen kunnen daders zich bedienen van geloofstaal: ‘eer je vader en je moeder’. ‘Vrouwen zijn ondergeschikt aan de man’. In gezinnen kunnen misbruikbevorderende opvattingen voorkomen, zoals een slachtoffer van incest mij eens vertelde: ‘dochters leren van hun vader vrijen. Zo heb ik het ook geleerd – zijn mijn moeder tegen mij’.
Pas wanneer er een taal wordt aangereikt, is het voor slachtoffers mogelijk om woorden te vinden voor hun ervaringen van misbruik. Dit is bijvoorbeeld zichtbaar bij mannen die slachtoffer zijn geworden van misbruik. Toen er ruimte kwam voor misbruikverhalen door de strijd van feministen, werden mannen voornamelijk gezien als daders. Hierdoor was er nauwelijks ruimte voor mannelijke slachtoffers om met hun verhaal naar buiten te komen. Daarnaast hadden ze te maken met de opvattingen in de samenleving dat mannen ‘stoer’ horen te zijn en dat je ‘geluk’ hebt als je al vroeg ‘seksuele ervaringen’ hebt opgedaan. Hoe kun je dan nog je verhaal vertellen als je als puber door een leerkracht m/v bent misbruikt? Toen er ruimte kwam voor mannen om hun ervaringen te delen, kwam er een taal waarin de ervaringen gehoord konden worden. Ook de reactie van de samenleving bepaalt of misbruik in stand wordt gehouden of wordt aangekaart.
In de context van het misbruik speelt dus altijd het klimaat van de bredere gemeenschap en de cultuur van de samenleving een rol. Enerzijds in rationalisaties die de dader bezigt, anderzijds in de reactie van de samenleving.
Mannen onder elkaar
Het eerste dat opvalt in het seksueel misbruik in ‘Keulen’, dat de mannen in groepsverband optraden. De politie in Keulen gaat ervan uit dat het een vooropgezet plan was. Deze mannen hebben dus met elkaar zitten nadenken hoe en wanneer ze vrouwen zouden lastig vallen. De persoonlijke ethiek was niet aanwezig of ondergeschikt gemaakt aan de druk van de groep. Dit verontrustend mechanisme is ook terug te zien in de film ‘The Accused’ (1988) met Jodie Foster. Blijkbaar is het niet gemakkelijk om aan groepsdruk te ontkomen en onrecht te doorbreken.
Gender
Het tweede dat opvalt in ‘Keulen’is dat de vermeende daders uit islamitische landen komen. In diverse bijdragen wijzen schrijvers op het vele seksueel geweld in islamitische landen, met name tegen vrouwen die lichaamsdelen niet bedekt hebben. In bepaalde wijken in grote steden in Europa worden vrouwen uitgescholden en seksueel geïntimideerd door bewoners van buitenlandse komaf. Tegelijkertijd maken andere (vrouwelijke) auteurs ons erop attent dat zij zich juist in islamitische landen erg veilig hebben gevoeld en zich niet als lustobject ervaren hebben. De reacties geven dus een genuanceerd beeld.
Wat in mijn beleving echter van het grootste belang is, is hoe er gesproken wordt over vrouwen en over kwetsbare medemensen. Het vrouwbeeld dat naar voren komt in de verplichting om lichaamsdelen te bedekken, is kwetsbaar voor misbruik. De vrouw wordt immers verantwoordelijk gehouden voor ‘kuisheid’. Niet de man wordt aangesproken op zijn ongepaste verlangen en lust, maar de vrouw – alsof zij het misbruik zou uitlokken door blote enkels of schouders.
Wanneer mensen uit een cultuur komen met een andere visie op mannelijkheid en vrouwelijkheid, vraagt dat om een heldere reactie van de ontvangende samenleving. Enerzijds zal elke grensoverschrijding aangepakt moeten worden en niet verdoezelt. Anderzijds zullen asielzoekers die binnenkomen ook les moeten krijgen in de opvattingen rond gender in onze samenleving.
Een cultuur van misbruik
Seksueel misbruik is geen buitenlands probleem dat nu wordt geïmporteerd. In alle culturen en in alle lagen van de bevolking komt seksueel geweld voor. Het heeft te maken met macht, met het willen bezitten van de ander. Het heeft te maken met het botvieren van eigen verlangens en lust ten koste van de ander. In ons land is een op de drie vrouwen en een op de tien mannen slachtoffer van seksueel misbruik. Het is niet een probleem van individuen, maar een probleem van de samenleving. Om seksueel geweld te bestrijden is het belangrijk om de onderliggende patronen en mechanismen te ontrafelen. Waardoor kan het misbruik plaats vinden? Wat maakt dat het kan blijven doorgaan? Hoe reageert de samenleving op verhalen van misbruik? Wat of wie houdt het zwijgen in stand? Wie mag spreken?
Door de vluchtelingen als potentieel gevaar te bestempelen, wordt er in de eerste plaats een schijnveiligheid gecreëerd. In Nederland worden nog steeds elke dag kinderen, jongeren, vrouwen en mannen slachtoffer van huiselijk en seksueel geweld. Dit misbruik wordt niet gestopt door een zondebok van buiten aan te wijzen. Sterker nog, het werkt een goede bestrijding van seksueel geweld juist tegen.
In de tweede plaats wordt een grote groep onrecht aangedaan. Net zomin als alle dominees en priesters zedendelinquenten zijn, zijn alle mannelijke vluchtelingen verkrachters. Net zomin als alle mannen erop uit zijn om vrouwen te onderdrukken, zijn alle islamitische medemensen vrouwenhaters.
Stigmatiseren werkt averechts
Wanneer op een ongenuanceerde en aanvallende manier over een bevolkingsgroep wordt gesproken, zal die groep sneller geneigd zijn om zich te verdedigen of om de gelederen te sluiten. Het biedt niet de ruimte om het misbruik onder woorden te brengen, om te zoeken naar schadelijke culturele of religieuze veronderstellingen of om als slachtoffers naar buiten te treden. Stigmatiseren van een bevolkingsgroep, religie of cultuur ontneemt juist het broodnodige taalveld om misbruik ter sprake te brengen.
Wat nodig is, is het gesprek over de waarden van onze samenleving. Waar behoefte aan is, is onderzoek dat de risico’s van culturele opvattingen scherp en genuanceerd aan het licht brengt. Slachtoffers van seksueel misbruik willen geen speelbal worden van de discussie over vluchtelingen, maar zoeken naar erkenning en naar recht.