Tag Archives: licht

Gebed om licht in het duister

21 jan

God van licht,

We roepen tot U

Soms zonder woorden

We roepen tot U

Maar onze stem is hees

We roepen tot U

Maar we weten niet wat we moeten zeggen

We roepen tot U

vanuit een wereld waarin de machtige maar lijkt te kunnen beschikken

over het lichaam en het leven van de ander

vanuit een wereld waarin een mens zomaar

een gebruiksvoorwerp kan zijn

waarin kinderen en vrouwen vogelvrij zijn

O, God van licht – om uw ontferming, om licht in het duister

We zijn verbijsterd en geschrokken

Van de onthullingen rond The Voice of Holland

En we bidden voor de vrouwen die hun verhaal deelden

We bidden voor de vrouwen die in stilte lijden

We bidden voor de vrouwen en de mannen

in wie het verleden wakker is geroepen

en de nachten nu zwaar zijn

de dagen moedeloos

We bidden voor al die kinderen, vrouwen en mannen

die vandaag te maken hebben met seksuele grensoverschrijdingen

in de sport, op het werk, in het gezin, in de kerk

om Uw licht

om recht en een weg uit het misbruik.

Wij bidden

dat zij in Uw licht mogen opstaan

erkenning vinden als zij hun verleden aan het licht brengen.

We bidden voor de mensen die meelijden

Als collega

Als partner

Als kind

Als vriend

Om ruimte

Om een schouder

We bidden voor onze samenleving

Waar hebben we onze kinderen en vrouwen

Uit het oog verloren

En leefden we alleen nog maar voor onszelf?

We bidden voor onze samenleving

Dat recht en gerechtigheid hun plek mogen krijgen

Dat wij willen veranderen

en leven naar uw licht toe

om licht in het duister

God, waar slachtoffers zijn, zijn ook daders

Geef dat we ruimte mogen voelen voor gerechtvaardigde woede

Geef dat we ons nooit verliezen in goedkope genade

of in haat

Geef ook dat daders tot inkeer komen en het geheim doorbreken

Dat we daden blijven veroordelen maar de mens in uw hand durven leggen.

God van licht

Wees met uw licht aanwezig

En verlicht onze duisternis met uw recht, met uw ontferming

De tekst loopt door na de afbeelding

Samen tegen misbruik
Na de onthullingen over The Voice of Holland in het programma BOOS van Tim Hofland en alle commotie en emotie die daarop volgden, hadden we behoefte om samen op te staan tegen misbruik. Ds. Janneke Nijboer, ds. Almatine Leene, ds. Esther Veerman (Stichting Kunst uit geweld) en ik zochten om in woorden en beelden in verbondenheid stem te geven aan wie lijdt en leed door geweld en misbruik. We deden afgelopen weekend (22/23 januari 2022) een oproep op Twitter om aan te sluiten en op je eigen plek, op je eigen manier in een wens, gebed of een licht in dit duister te brengen.

Janneke Nijboer schreef dit gedicht. Esther Veerman plaatste dit lied.

Ook zo coronamoe? Drie stappen naar hoop

24 nov

Wat had ik gehoopt dat we in alle rust en met verlangen uit konden kijken naar mooie vieringen rond Kerst. Wat keek ik uit naar al die verbindende activiteiten die op de rol stonden. Samen eten. Koffie drinken. Inloopochtenden en – middagen. Helaas worden we opnieuw ingehaald door de toenemende besmettingscijfers en de daaraan gekoppelde noodzakelijke maatregelen.

Opschalen

Maar het loopt dus anders. We hebben alweer opgeschaald in de kerk: de mondkapjes gebruiken we bij verplaatsen in de kerk, en de verplichte anderhalve meter afstand is ook weer terug van weggeweest. En bij elke activiteit stellen we de vraag: kan dit doorgaan? Is het veilig? Zorgen we gelijk voor een online alternatief? Wat gaan we vrijdag horen?

Ik merk dat het me niet onberoerd laat. Ik ben ‘coronamoe’ en vind het lastig om hoopvol te blijven. Het gedoe in de samenleving, de toenemende spanning over de te volgen koers, en het geruzie in de Tweede Kamer helpen ook niet echt, om het zacht te zeggen.

Hoop houden

Tegelijk komt er een andere gedachte bij me op. Het is nu nog meer dan ooit van belang om hoop te houden. Het komt er nu nog meer op aan om als kerk te getuigen van heilzaam samenleven, zoals de scriba van de Protestantse Kerk, René de Reuver aangeeft.

Eerste stap: opnieuw leren kijken

De volgende drie stappen heb ik gezet van coronamoe naar hoop. De eerste stap heeft te maken met goed om je heen kijken. De mensen die in de zorg werken waren al onderbezet, raakten overbelast door de vorige coronagolven, konden nauwelijks bijkomen omdat zorg moest worden ingehaald, en moeten nu deze piek het hoofd bieden. Hoe dan? Ik zie de mensen die in de ziekenhuizen belanden. Doodziek. De vraag waar in de loop van de komende dagen antwoord op gegeven kan worden: gaat hij/zij het redden? Als ik naar de zorg kijk en naar de mensen die nu ziek zijn, kan ik toch niet anders dan vragen: wat kan ik nu doen om de druk op de zorg te verkleinen?

Tweede stap: opnieuw leren luisteren

De tweede stap heeft te maken met de vraag naar welke stemmen je luistert. Het lijkt wel alsof alles uit elkaar valt. De verdeeldheid, polarisatie en chaos lijkt overal de overhand te krijgen. Hoe kan ik omgaan met al die verschillende stemmen in vriendenkringen, de politiek en de samenleving? Wat mij helpt is om de verschillende stemmen te bevragen: spreekt de persoon vanuit angst of vanuit vertrouwen? Vergroot de persoon de kloof of probeert z/hij nader tot de ander te komen? Welke toon gebruikt de persoon? Het helpt mij om naar opbouwende stemmen te luisteren. Opbouwende stemmen brengen hoop mee. Altijd.

Derde stap: ontdek je fundament

De derde stap gaat over het fundament van je eigen leven. Deze onrustige tijd is een gelegenheid om te oefenen in vertrouwen. Een gelegenheid om te oefenen in loslaten en je handen te openen voor Gods genade. We hebben elkaar nodig, we hebben de geloofsgemeenschap nodig als oefenplaats van genade – om elkaar te bemoedigen en te herinneren aan de hoop die op ons toekomt, voorbij lijden en dood. Het is Jezus zelf die ons er steeds weer aan herinnert: Wees niet bang. Stap dat woelige water maar op. Ons fundament is Christus zelf.

Wees de hoop waarvan je getuigt

Tot slot: als je houvast hebt gevonden of als je nog zoekende bent, ga iets doen voor een ander. Schrijf een kaart. Bel iemand op om te bemoedigen. Glimlach naar die ander op straat. Bid voor gevaccineerden en ongevaccineerden. Bied een kopje koffie aan. Breng soep rond. Deel uit van je hoop en wees het licht dat je bent. Sta op en schitter!

Vijf teksten over ‘Wie is Jezus?’ Leesrooster voor gezinnen

28 jan

Dit blog is eerder gepubliceerd als leesrooster ter voorbereiding op de scholenzondag met CBS Rehoboth op 8 februari 2015. 

‘Wie is Jezus?’ Het is een belangwekkende vraag, omdat Jezus in het christelijk geloof heel erg belangrijk is. Al in het Oude Testament kun je lezen hoe iedereen met reikhalzend verlangen uitkeek naar de komst van de Messias – de Redder die de weg naar God weer zou herstellen. In de boeken van de profeten lees je hoe die verwachting zindert en tintelt: “Kijk, er gaat iets nieuws beginnen!” De vier evangelisten (Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes) vertellen dat Jezus de Messias is. Je kunt lezen over de bijzondere geboorte van Jezus in de stal, over de blijdschap van de herders in het veld. Je kunt lezen over het lijden en sterven van Jezus en over zijn opstanding. Wat je ook kunt lezen, is dat Jezus de levens van mensen die Hij tegenkomt, verandert.  Zoals de levens van de leerlingen die alles achter zich lieten om Jezus te volgen. De leerlingen waren diep onder de indruk van wat ze zagen: Jezus trok rond en genas zieken, gaf mensen die zich verloren voelden weer hoop en vertelde over het Koninkrijk van God. Petrus weet het zeker: “U bent Christus, de langverwachte Redder”. Wie is Jezus voor jou?

Maandag: Jezus is … het levend Water steen in het water Lezen: Johannes 4, 10 – 14 Jezus zei tegen de Samaritaanse vrouw: ‘Als u wist wat God wil geven, en wie het is die u om water vraagt, zou u hém erom vragen en dan zou hij u levend water geven.’ ‘Maar heer,’ zei de vrouw, ‘u hebt geen emmer, en de put is diep – waar wilt u dan levend water vandaan halen? U kunt toch niet meer dan Jakob, onze voorvader? Hij heeft ons die put gegeven en er zelf nog uit gedronken, en ook zijn zonen en zijn vee.’ ‘Iedereen die dit water drinkt zal weer dorst krijgen,’ zei Jezus, ‘maar wie het water drinkt dat ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.’

Het is een bijzondere ontmoeting bij de put, in de buurt van het plaatsje Sichar. Jezus is op reis. Hij is moe geworden en heeft dorst. Hij gaat zitten in de schaduw van de bomen bij de put. Er komt een vrouw aanlopen, een Samaritaanse vrouw. Nu moet je weten dat in die tijd Joden en Samaritanen het niet zo goed met elkaar konden vinden. Dus wanneer Jezus de vrouw aanspreekt en vraagt om water, is de vrouw erg verbaasd. Ze raken in gesprek. Al snel gaat het niet meer over dorst hebben, maar over diepere dingen. De vrouw zoekt naar houvast, ze wil graag schuilen bij God. Voor haar is de put erg belangrijk. Het is namelijk een hele oude put. Lang geleden gegraven door Jacob – weet je nog wie dat is? Hij was de vader van Jozef die onderkoning van Egypte is geworden. De put was erg diep. Het water herinnerde de vrouw aan God die voor Jacob en voor Jozef had gezorgd. Maar ze moest wel steeds ver lopen voor deze put en dan was het water ook nog eens heel ver weg. Maar Jezus zegt: ‘Ik ben het levende Water. Ik ben dichtbij. Ik kom naar jou toe, en als je Mij in je hart sluit, dan krijg je de heilige Geest. Dan word je zelf een bron voor andere mensen!’

Vraag: wat geeft jou energie?

Gebed: Here Jezus, dank U wel dat U dichtbij ons wilt zijn en voor ons wilt zorgen. Wilt U mij helpen om U in mijn hart te sluiten zodat ik rust vind, en ook iets van uw liefde aan andere mensen mag laten zien? Amen

Dinsdag: Jezus is: de ware Wijnstok wijnstok Lezen: Johannes 15, 1 – 5 (Jezus zegt:) ‘Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer. Iedere rank aan mij die geen vrucht draagt snijdt hij weg, en iedere rank die wel vrucht draagt snoeit hij bij, opdat hij meer vruchten draagt. Jullie zijn al rein door alles wat ik tegen jullie gezegd heb. Blijf in mij, dan blijf ik in jullie. Een rank die niet aan de wijnstok blijft, kan uit zichzelf geen vrucht dragen. Zo kunnen jullie geen vrucht dragen als jullie niet in mij blijven. Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in mij blijft en ik in hem, zal hij veel vrucht dragen. Maar zonder mij kun je niets doen.’

Een tijdje geleden ben ik naar een tuincentrum geweest om meer te leren over enten. Je kunt een stekje vastmaken op een onderstam. Het stekje kan zonder die onderstam helemaal niets. Zonder die stam zal het stekje verwelken. Niet groeien, niet bloeien en zeker geen vrucht dragen. Als het stekje goed vastgemaakt is op de onderstam, dan krijgt het stekje de levenssappen van die stam. De onderstam heeft goede wortels, zit dus stevig vat en heeft voldoende voedsel. En zo kan dat kleine stekje gaan groeien, bloeien en ook nog een vruchten voortbrengen! Jezus zegt: ‘Zo wil Ik ook voor jou zorgen. Ik ben de wijnstok, de onderstam. Jullie zijn de stekjes. Als je op Mij geënt bent, dan gebeurt er iets. Je bent geworteld in Mij: Ik geef je houvast en stevigheid’. Als je gelukkig bent, maar ook als je bang of verdrietig bent, mag je erop vertrouwen dat Jezus je vasthoudt. Als je zo verbonden bent met Jezus, krijg je ook de kracht om je leven te leven en om vrucht te dragen. Een prachtig leven, omdat je met Jezus verbonden bent!

Vraag: met wie voel jij je verbonden?

Gebed: Here Jezus, dank U wel dat wij ons helemaal met U mogen verbinden, zoals dat stekje op de onderstam. Wilt U mij helpen om te groeien in verbondenheid met U? Amen

Woensdag: Jezus is … de goede Herder zoekplaat-goede-herder Lezen: Johannes 10,  11 – 15 (Jezus zegt) ‘Ik ben de goede herder. Een goede herder geeft zijn leven voor de schapen. Een huurling, iemand die geen herder is, en die niet de eigenaar van de schapen is, laat de schapen in de steek en slaat op de vlucht zodra hij een wolf ziet aankomen. De wolf valt de kudde aan en jaagt de schapen uiteen; de man is een huurling en de schapen kunnen hem niets schelen. Ik ben de goede herder. Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen mij, zoals de Vader mij kent en ik de Vader ken. Ik geef mijn leven voor de schapen.’

Kobus schrikt. Hij kijkt om zich heen en spitst zijn oren. Maar hoe hij zich ook inspant, hij hoort alleen het ruisen van de wind in de bomen. Hij hoort niets van de andere schapen. De herder die er anders altijd is, ziet hij ook niet meer. Snel rent hij een stuk naar het midden van het weiland, maar hij ziet nog steeds niemand. Of toch? Daar in de verte? Zo snel als zijn pootjes hem kunnen dragen rent hij naar de bomen, tussen de struiken en langs de oever van een riviertje. Door een onoplettendheid rolt hij pardoes de helling af en komt met een plof tot stilstand in het water. Hij krabbelt weer overeind, maar hij heeft geen idee waar hij is. Hij ziet de zon langzaam achter de bergen wegzakken. Koud en angstig zoekt Kobus een plekje voor de nacht. In een holte in de oever vindt hij beschutting en gaat hij liggen. Het is al donker als hij opeens de stem van de herder hoort. De herder is Kobus komen zoeken! Kobus begint te roepen, en de herder sluit Kobus liefdevol in zijn armen. ‘Kom maar kleintje. Ik heb je gemist. Ik zag je niet toen ik de schapen in de stal deed. Ik ben je gelijk gaan zoeken’. Zo is Jezus de goede Herder. Soms kunnen we verfwalen of een andere weg gaan. Misschien zijn we Jezus een tijdje vergeten, gewoon, omdat we het druk hebben of we heel gelukkig zijn. Misschien voel je je wel eens verloren en denk je dat niemand weet wat er in je omgaat en waar je eigenlijk bent. Jezus heeft belooft dat Hij als goede Herder naar jou op zoek wil gaan en jou wil vinden. Hij mist de schapen die verdwaalt zijn, en Hij houdt zoveel van ons, dat Hij alles geeft om ons te redden.

Vraag: ben je wel eens verdwaald?

Gebed: Here Jezus, dank U wel dat U de goede Herder bent die ons mist als we verdwaald zijn of als we ons verloren voelen. Dank U wel dat U ons zoekt en ons vindt. Geef dat we ons meer en meer op U als Herder richten, zodat we onze weg met U als Herder en gids durven gaan. Amen

Donderdag: Jezus is … het Licht van de  wereld licht in het duister Lezen: Johannes 8, 12 Jezus nam opnieuw het woord. Hij zei: ‘Ik ben het licht voor de wereld. Wie mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft.’

Jens is onrustig. Hij woelt heen en weer in zijn bed. Hij verstopt zich diep onder de deken en doet zijn kussen op zijn hoofd. Het helpt niets. Het is net of hij allerlei geluiden hoort. Hij voelt zijn hart bonken. Tranen branden achter zijn ogen. Voorzichtig schuift hij zijn kussen opzij en doet zijn ogen open. Niets. Hij ziet gewoon niets. Hij knijpt zijn ogen stijf dicht en spert ze gelijk weer wagenwijd open. Maar hij ziet helemaal niets. Fluisterend begint hij te roepen: ‘Mama? Mama!’ Gelukkig hoort zijn moeder hem. ‘Wat is er, Jens?’ vraagt mama, terwijl ze de lamp aandoet. Jens is zo blij dat zijn moeder er is, dat hij niets kan zeggen. ‘Ben je bang’? Jens knikt, terwijl hij met grote ogen zijn moeder aankijkt. ‘Het is ook wel erg donker, vind je niet?’ Ze geeft Jens een knuffel, stopt hem lekker in en doet een klein nachtlampje aan. ‘Nu is het niet meer zo donker. Als je je een beetje alleen voelt, kijk je maar naar het lichtje, dan weet je dat je niet alleen bent’. Jens knikt. Hij begint te knikkebollen. Nog voordat zijn moeder de kamer uit is, valt hij in slaap.

Vraag: wat helpt jou als je bang bent?

Gebed: Here Jezus, dank U wel dat U het licht van de wereld bent. Dank U wel dat U naar de aarde bent gekomen, om het licht te zijn, hoe donker het soms om ons heen en in ons kan zijn. Geef dat we op uw licht leren vertrouwen en mogen weten dat we niet alleen zijn. Amen

Vrijdag: Jezus is … het Lam van God lam Lezen: Johannes 1, 29 – 35   De volgende dag zag hij Jezus naar zich toe komen, en hij zei: ‘Daar is het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt. Hij is het over wie ik zei: “Na mij komt iemand die meer is dan ik, want hij was er vóór mij.” Ook ik wist niet wie hij was, maar ik kwam met water dopen opdat hij aan Israël geopenbaard zou worden.’ En Johannes getuigde: ‘Ik heb de Geest als een duif uit de hemel zien neerdalen, en hij bleef op hem rusten. Nog wist ik niet wie hij was, maar hij die mij gezonden heeft om met water te dopen, zei tegen mij: “Wanneer je ziet dat de Geest op iemand neerdaalt en blijft rusten, dan is dat degene die doopt met de heilige Geest.” En dat heb ik gezien, en ik getuig dat hij de Zoon van God is.’ De volgende dag stond Johannes er weer met twee van zijn leerlingen.  Toen hij Jezus voorbij zag komen, zei hij: ‘Daar is het lam van God.’

Mirjam houdt de hand van haar moeder stevig vast. Samen met haar broertje Ruben en haar vader zijn ze naar de tempel gegaan. Het is vandaag een bijzondere dag. De priester heeft een lammetje gekozen die straks de woestijn in wordt gestuurd. De priester legt zijn handen op het lam als een teken dat alle zonden van het volk Israël op dat lam worden gelegd. Vader en moeder hebben uitgelegd dat iedereen moet nadenken wat je fout hebt gedaan. Als je anderen tekort hebt gedaan of gekwetst hebt, moet je dat gaan goed maken. Zo verzoenen de mensen zich met elkaar. De schuld wordt nu ook tegen God uitgesproken. Op die manier kunnen de Israëlieten weer opnieuw beginnen. Als Johannes de Doper Jezus ziet, weet hij dat Jezus de zonden van de wereld op zich zal nemen en weg zal dragen. Door Jezus mogen we opnieuw beginnen en thuiskomen bij God, onze Vader.

Vraag: vind jij het moeilijk om het weer goed te maken als je verkeerds hebt gedaan?

Gebed: Here Jezus, dank U wel dat U ons helpt om opnieuw te mogen beginnen. Wilt U ons helpen om het goed te maken als we anderen hebben gekwetst of beschadigd. Wilt U ons helpen om te leren hoe we in uw licht kunnen wandelen. En als we zondigen, Heer, dat we met onze zonden tot U mogen gaan. Amen

Bang in het donker

30 apr

Er was eens een kleine mol die een groot probleem had. Hij was bang in het donker. Barend was de kleinste mol van het weiland, en kon ook niet zo goed graven. Hij hield ook helemaal niet van graven, want als hij met een nieuwe tunnel begon, werd hij altijd al heel snel bang. Want hoe dieper hij groef, hoe donkerder het werd.

Op een dag besloot Barend dat het genoeg was. Hij zou het aan zijn broers en zussen gaan vertellen, dat hij niet langer in gangen wilde rond schuifelen en in het donkere hol wilde wonen. Hij was wel bang wat zijn vader en moeder ervan zouden vinden, maar hij was banger voor het donker. Hij trok zijn stoute schoenen aan, en ging naar de eetkamer, waar de familie juist om de tafel was gaan zitten. Moeder diende net een prachtige worm op, met weidekruidensaus. Het lievelingseten van Barend.

Zodra hij binnen kwam, voelde iedereen dat er wat was. Met een zucht zei Barend:  “Ik wíl niet meer onder de grond wonen. Ik houd niet van het donker en ik ben bang. Ik pak mijn spulletjes en ga in de wei kijken.”

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

“Ach”, zei moeder en keek haar zoontje vriendelijk aan. “Ben je al die tijd al bang geweest?” Nog voordat Barend kon antwoorden, schoof vader Mol met een geïrriteerd gebaar zijn bord opzij en stond op. Hij keek zijn zoon aan en zei: “Opa was de beste graver van de hele weide. Nog steeds spreekt iedereen vol bewondering over hem. Ik wou dat je iets meer van hem had.” Hij draaide zich om en liep weg. “Nou dat helpt”, zei moeder. “Weet je, vader was vroeger ook vaak bang in het donker. Maar hij mocht er nooit over praten opa. Hij heeft zich altijd heel eenzaam gevoeld. Weet je wat, ik ga straks even met hem praten, en dan biedt hij zijn excuses wel aan.”

‘Is Barend clausrofi- claustrofro – he, hoe heet dat ook al weer?’ Vroeg Barends kleine zusje. “Claustrofobisch? Ben je bang voor de tunnels, Barend”. “Nee”, zei Barend, “nee, het is meer dat ik niet alleen durf te zijn. En juist in het donker voel ik me zo eenzaam.”

“Maar daar kunnen we je mee helpen”, zei moeder. “Weet je, je vader en ik houden heel veel van je. We willen niet dat je je zo eenzaam voelt. Verken de gangen maar, en vertrouw er maar op dat als je roept, dat we er direct aankomen. Je bent niet alleen.”  Barend haalde opgelucht adem. Het was fijn om zo te kunnen vertellen wat er in hem omging. Toch was hij er niet helemaal gerust op. Het was nog steeds donker in de tunnels. “Weet je wat”, zei moeder. “Je mag vandaag met Willie de vuurvlieg spelen in de grote zaal. Dan voel je je niet alleen, en is het ook lang zo donker niet meer.”

 

Aan het licht gebracht

21 dec

Af en toe kan het gebeuren dat je overvallen wordt door de duisternis. Laatst nog, toen ik onze hond Flower uitliet in het bos. We begonnen aan onze wandeling toen het nog licht was – hoewel, het was al wel bewolkt en somber. Gaandeweg de wandeling werd het donkerder. De schaduwen verdiepten zich. Het pad werd een vage kronkelende streep in een toenemende duisternis. Van schemer naar duisternis ging opeens snel. Alleen de bomen staken nog donker af tegen de zwarte en bewolkte hemel. Verder kon ik geen hand meer voor ogen zien.

In dat donker voelde ik me alleen. Het was lastig om de weg te kunnen onderscheiden, om te weten waar ik was en waar ik naartoe moest. Struikelend vervolgde ik mijn weg en haalde opgelucht adem toen ik in de verte licht zag.

Figuurlijk kan het ook zo voelen. Door gebeurtenissen die je hebt meegemaakt, door teleurstellingen, door ziekte of verlies. Of gewoon, omdat je het gevoel hebt dat er meer zou moeten zijn en dat je zoekt naar bestemming en doel in je leven. Ronddolen in duisternis. Dwalen in een leven dat beheerst wordt door angst. Daarover spreekt de profeet Jesaja (9,1): Het volk dat in duisternis ronddoolt ziet een schitterend licht. Zij die in het donker wonen worden door een helder licht beschenen.

ontluikend licht

Dat kan raken aan een diep verlangen. Als dat eens zou kunnen – niet langer eenzaam. Niet langer de weg kwijt zijn. Niet langer tasten, zoekend naar houvast. Niet langer – maar zien, en gezien worden. Weten dat je er mag zijn, dat je er toe doet. Het licht dat vertrouwen wekt.

Wat is dat licht waar Jesaja over spreekt? Of wie? In het evangelie van Johannes (1,5) lezen we over dat licht: Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen. Johannes spreekt hier over Jezus Christus, als klein en kwetsbaar mens in onze wereld gekomen. Hij is gekomen in onze duisternis, in onze pijn en verlangen, in ons zoeken en dwalen, als het licht. Hij is gekomen om hen aan het licht te brengen, die in deze wereld ten onder dreigen te gaan. De kwetsbare en gebutste mensen. De vermoeiden en verdwaalden. Kostbaar in zijn ogen. Jezus is het licht van de wereld en heeft ons aan het licht gebracht. Troostend licht: geborgenheid en ruimte om op adem te komen.

Tegelijkertijd brengt dit licht van Jezus Christus nog iets anders mee: we worden opgeroepen om ons sterk te maken voor de strijd tegen onrecht. Zo lezen we in Johannes 3: 20 Wie kwaad doet, haat het licht; hij schuwt het licht omdat anders zijn daden bekend worden. 21 Maar wie oprecht handelt zoekt het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet.’ Dat is de uitnodiging met Kerst: we worden weggeroepen uit de duisternis naar Gods wonderbaarlijke licht. Jezus Christus reikt ons de hand en is met ons bewogen. Moge zijn licht over u schijnen!