Tag Archives: misbruik

Pek en veren?

3 mei

Mijn twittertijdlijn loopt vol met verontwaardigde reacties. Een persvoorlichter van GroenLinks is ontslagen nadat hij zich schuldig had gemaakt aan aanranding van een stagiaire. Nu, een jaar later, heeft hij een nieuwe baan: persvoorlichter van Liesbeth van Tongeren, stadsbestuurder in Den Haag namens GroenLinks. De felle en harde reacties roepen bij mij enkele gedachten op. Vandaar een blog.

Hypocriet

Wat ik zelf opmerkelijk vind, is dat een aantal mensen die nu scherp en verontwaardigd reageren op de tweede kans voor de persvoorlichter, in de achterliggende periode niet minder scherp en fel reageerden op de #MeToo-onthullingen. Mensen die hun verhaal deelden, werden weggezet als zeurkousen die maar moesten leren incasseren. Als je al geen geintje meer mag maken of een onschuldige aanraking opeens als grensoverschrijding wordt gezien –

Ik zou me kunnen voorstellen dat deze mensen de tweede kans voor de persvoorlichter zouden toejuichen. Eindelijk gerechtigheid immers. Het pakt dus anders uit. Het gaat in de reacties niet alleen om die ongewenste grensoverschrijdingen, maar er spelen ook allerlei andere motieven mee in de verontwaardiging (met name het beschuldigen van GroenLinks van hypocrisie). Deze situatie wordt aangegrepen om ten koste van personen te willen scoren.

De dynamiek hoort echter ook bij hoe wij als samenleving omgaan met ongewenste grensoverschrijdingen en seksueel misbruik.

Bij ons gebeurt het niet

Mensen die te maken hebben (gehad) met ongewenste grensoverschrijdingen lijden niet alleen aan de gevolgen van die ervaringen, maar ook aan het zwijgen van de samenleving. Het is en blijft voor slachtoffers een hele klus om hun verhaal te doen en daar erkenning voor te krijgen.

Dit heeft allereerst te maken met het gegeven dat mensen die te maken hebben met huiselijk geweld en/of seksueel misbruik zich vaak schuldig voelen en zich schamen. De grensoverschrijdingen hebben vaak een negatieve invloed op het gevoel van eigenwaarde. Die negatieve gevoelens versterken het schaamtegevoel. Het valt dus niet mee om deze innerlijke dynamiek te overwinnen en je verhaal te doen.

In de tweede plaats willen omstanders verhalen van misbruik en geweld liever niet horen. Te vaak krijgen slachtoffers te horen dat ze zelf schuldig zijn. Te vaak wordt daders de hand boven het hoofd gehouden. Te vaak zoeken omstanders naar een snelle manier om deze lastige verhalen niet echt onder ogen te hoeven zien.

Verhalen van seksueel misbruik versplinteren de idylle dat onze samenleving, onze straat, onze vereniging, onze kerk, onze politieke partij of onze familie veilig en goed is. Misbruik komt overal voor. En elk onderzoek laat zien dat het vaker voorkomt dan we dachten en dat het dichterbij is dan we ooit vermoed hadden.

Een greep uit de nieuwsberichten van de afgelopen maand: het aantal meldingen van kinderporno is verdubbeld. Al honderden meldingen van seksueel misbruik bij Jehova’s Getuigen. Na de uitzending van de documentaire Leaving Neverland was er een toename van het aantal meldingen bij hulpverlenende instanties. Een atletiekcoach wordt aangehouden vanwege misbruik.

Verhalen van ongewenste grensoverschrijdingen, van huiselijk geweld en van seksueel misbruik tonen een harde en confronterende werkelijkheid: het komt ongelofelijk veel voor en de gevolgen kunnen hevig zijn en een leven lang meegaan.

Zondebok

Hoe moeten we met deze werkelijkheid omgaan? Wat moeten we doen als het niet meer lukt om de ogen te sluiten? Als het niet meer lukt om de lastige verhalen te bagatelliseren of te generaliseren? Wat als het niet meer lukt om het slachtoffer het zwijgen op te leggen? Wat dan voor de hand ligt, is om de geïdentificeerde dader (schuldig of niet) uit de samenleving te verbannen. De dader moet verdwijnen (lynchen als het kan) en mag in ieder geval nooit meer in de openbaarheid treden. Op die manier wordt de veiligheid gevoelsmatig weer hersteld en kunnen we als samenleving verder leven alsof er niets aan de hand is.

Waar het op aan komt is enerzijds recht doen aan wat er gebeurd is: erkenning van het verhaal van het slachtoffer, en een oordeel over de handelingen van de dader. Voor dat laatste hebben we gelukkig de rechterlijke macht en niet het volksgericht. Anderzijds zullen we als samenleving na moeten denken over drie dingen: over hoe we slachtoffers kunnen ondersteunen,  over de vraag waarom in onze samenleving zoveel misbruik voorkomt en over de vraag wat we met daders aanmoeten.

Een tweede kans?

Iemand die veroordeeld is van een zedendelict, heeft zijn straf uitgezeten en zal zijn / haar weg weer moeten zoeken in de samenleving. Wat daarin van belang is dat de kans op recidive goed wordt ingeschat en dat er alles aan gedaan wordt om te voorkomen dat een zedendelinquent nieuwe slachtoffers maakt.

Tegelijkertijd is het ook onzinnig om iemand na zijn vrijlating alsnog elke vorm van toekomst te ontzeggen. Ja, natuurlijk. Slachtoffers hebben soms levenslang. Soms gaan de gevolgen van geweld en misbruik zo ver dat het leven geen houvast meer biedt en alleen maar zwaarte betekent. Het vraagt dus om een evenwicht tussen het aangedane leed, de gerechtelijke straf en het terugvinden van de weg naar het leven door zowel het slachtoffer als de dader.

Een tijd terug heb ik dit artikel geschreven over de haken en ogen van een tweede kans voor een zedendelinquent.

Geef erkenning en ruimte!

Laten we met elkaar bouwen aan een veilige samenleving door ruimte te maken voor slachtoffers om met hun verhalen naar buiten te komen. #Metoo heeft hier een belangrijke functie in. We kunnen werken aan een veilige samenleving door misbruik bespreekbaar te maken, door heldere grenzen te durven trekken en door na te denken over onze cultuur.

Hoe komt het toch dat kinderen, vrouwen en mannen niet zomaar veilig zijn? Waarom reageren we vaak zo lauw en gelaten op verhalen over en onderzoeken naar misbruik? Waar blijft onze verontwaardiging? Waar blijft ons verlangen om te onderzoeken waar onze eigen context misbruik faciliteert of juist aan de kaak stelt?

Ons spreken en ons handelen maken een verschil.

#MeToo wijst op ongemakkelijke werkelijkheid

25 feb

Dit artikel is verschenen in CW – het christelijk opinieblad, jaargang 65 nummer 25, 8 december 2017. De afbeelding is een schilderij van Esther Veerman ‘De schreeuw’

Afbeeldingsresultaat voor esther veerman

Inleiding

Enkele weken geleden ging de hashtag #metoo de hele wereld over. De Amerikaanse actrice Alyssa Milano riep via de sociale media op verhalen van seksuele intimidatie te delen. Daarna werd hier wereldwijd veelvuldig gehoor aangegeven. Ook in Nederland deelden vrouwen en mannen onder deze hashtag ervaringen met ongewenste grensoverschrijdingen. Welk ongemak gaat er schuil achter deze twittercampagne? Wat is de waarde ervan?

De reacties op deze campagne lopen sterk uiteen. Sommigen juichen deze mogelijkheid toe om verhalen te mogen delen. Anderen zouden graag willen dat het delen stopt. Liever vandaag dan morgen, omdat de verhalen over grensoverschrijdingen de wankele balans in hun eigen leven verstoort. Weer anderen reageren scherp en afwijzend. Zijn al die verhalen niet overtrokken? Worden er niet gewoon oude rekeningen vereffend? Mensen worden nu publiekelijk aan de schandpaal genageld. Mag dat zomaar? Is het een terugval in nieuwe preutsheid? Mag je nu ook al niet meer flirten? Bij sommigen roept het ook een vermoeidheid op: ‘Val ons niet lastig met je eigen issues’.

Wat in ieder geval uit al die reacties valt op te maken, is dat er verwarring is over de thema’s waar de metoo-campagne aan raakt: intimiteit, seksualiteit, macht, misbruik en de rol van onze samenleving. Dat laat zien dat deze campagne noodzakelijk en belangrijk is. In dit artikel wil ik proberen om de campagne te duiden.

Niet nieuw

Het eerste punt is, dat deze verhalen niet nieuw zijn. Vanaf de jaren ’80 zijn er in Nederland meerdere onderzoeken gedaan naar seksueel misbruik. De uitkomsten van deze onderzoeken laten steeds zien dat de gevolgen van misbruik ernstig kunnen zijn en dat opvallend veel mensen te maken hebben gehad met een vorm van misbruik. Recente onderzoeken naar huiselijk en seksueel geweld bevestigen de uitkomsten. Hierbij valt te denken aan onderzoeken in opdracht van het Ministerie van Justitie, het onderzoek van de commissie Samson, het onderzoek van de commissie Deetman, onderzoek in opdracht van de EU, en aan het recente onderzoek van De Vries naar misbruik binnen de sport.

Wanneer er verhalen van misbruik boven tafel komen en er volgt een onderzoek dan blijken de cijfers nooit mee te vallen. In sportverenigingen, op de scouting, in kerken, in bedrijven, in de jeugdzorg, in instellingen voor mensen met beperkingen – de onderzoeken laten steeds opnieuw zien dat seksueel misbruik een groot probleem is.

Zelfs de hashtag bestaat al meer dan tien jaar. De activiste Tarana Burke met de hashtag ‘MeToo’ begonnen om aandacht te vragen voor seksueel geweld tegen zwarte vrouwen. De verhalen die nu gedeeld worden onthullen dus niet een nieuw probleem, maar een kwaad dat al lang met ons meegaat. Wat nieuw is, is dat vrouwen en mannen nu de ruimte ervaren om hun verhalen massaal te delen.

Slippertje

Dat roept vervolgens de vraag op hoe we de verhalen moeten interpreteren. Klopt het wel om deze verhalen onder de noemer van seksueel misbruik te brengen? Misschien is dit wel de kern van de discussie. Wanneer is er sprake van misbruik? Wanneer worden grenzen overschreden? Uit de praktijk blijkt dat seksuele handelingen lang niet altijd eenduidig beoordeeld worden. Wat voor de een een slippertje was of een avontuurtje, blijkt voor de ander soms een ongewenste grensoverschrijding te zijn geweest.

De vraag hoe een handeling benoemd en gedefinieerd wordt, heeft belangrijke gevolgen. De definitie van het seksueel grensoverschrijdend handelen bepaalt immers niet alleen of eventuele signalen herkend kunnen worden, maar bepaalt tot op zekere hoogte ook binnen welk taalveld deze problematiek ter sprake komt. Het maakt immers veel uit of het handelen van bijvoorbeeld een docent op een Hogeschool wordt geïnterpreteerd als (te) joviaal optreden, als overspel, als het overschrijden van professionele grenzen, als seksueel misbruik of als een combinatie van deze dimensies. Met andere woorden: het spreken over de seksuele handelingen van bijvoorbeeld een predikant is niet waardevrij.

Macht

Daar komt nog iets bij. Een ongewenste grensoverschrijding is niet een bepaalde (mislukte) vorm van intimiteit of seksualiteit, maar een vorm van machtsmisbruik met seksuele middelen. Het mag duidelijk zijn dat mensen die zich schuldig maken aan ongewenste grensoverschrijdingen zich niet per definitie bewust zijn van machtsmisbruik. Het motief is vaak gelegen in het zoeken naar geborgenheid of in seksueel verlangen. Waar de ander echter geen toestemming geeft of niet in staat is om te weigeren, is er sprake van seksueel misbruik. In concrete situaties kunnen de grenzen diffuus zijn, maar het ethische principe is helder.

Laat ik, om het concreet te maken, twee situaties uit de kerkelijke context beschrijven die tijdens de MeToo-campagne naar voren kwamen.

Een vrouw heeft vriendschappelijk contact met haar predikant. Zij geniet erg van de aandacht die hij aan haar geeft. Het geeft haar het gevoel dat ze bijzonder is en er toe doet. In haar huwelijk is ze niet gelukkig en ze verlangt naar bevestiging. De predikant en zij gaan steeds verder en ze krijgen een verhouding. Enkele malen probeert de vrouw de verhouding te beëindigen, maar ze slaagt hier niet in. Aan de ene kant blijft ze verlangen naar de aandacht, aan de andere kant is ze ongelukkiger dan ooit. Als zij ontdekt dat hij met nog meer vrouwen een verhouding heeft, knapt er iets in haar. Ze voelt zich gebruikt door de predikant. Achteraf geeft ze aan dat ze zocht naar genegenheid, niet naar seks. Ze voelt zich verantwoordelijk voor haar aandeel, maar was niet bij machte om haar grenzen te bewaken bij de predikant.

Schaamte

Een andere vrouw vertelt dat zij als tiener door een man uit de kerk betast is. Op dat moment verloor ze een deel van zichzelf, van haar lijf en van haar vertrouwen. Ze voelde zich schuldig over wat er gebeurde en schaamde zich zo erg dat ze het aan niemand durfde te vertellen. Als een loden last droeg ze haar geheim mee. Het tastte haar zelfvertrouwen aan, maakte haar onzeker en kwetsbaar. De mensen zagen een sterke en stoere vrouw, maar zijzelf had amper de kracht om haar masker op te houden.

Beide vrouwen durfden door de metoo-campagne met hun verhaal naar buiten te komen en om hulp te vragen.

Het is opmerkelijk dat nu zoveel vrouwen en mannen aan deze campagne meedoen. Dat is verheugend, omdat zij de ruimte ervaren om hun verhaal te doen. Dat is een groot winstpunt van de metoo-campagne. Want het valt niet mee voor slachtoffers om te vertellen van negatieve seksuele ervaringen.

Wie te maken heeft gehad met seksuele intimidatie of seksueel misbruik kan daar ingrijpende gevolgen aan overhouden. Slachtoffers voelen zich vaak minderwaardig en hebben moeite om anderen te vertrouwen.

Slachtoffers vertellen dat zij kampen met schuld- en schaamtegevoelens, ook slachtoffers van relatief onschuldige grensoverschrijdingen. De schaamte over het misbruik en de gedachte schuldig te zijn aan het misbruik weerhouden mensen ervan om over het misbruik te spreken. Soms waren de ervaringen zo overweldigend dat slachtoffers de herinneringen wegdrukken en soms langere tijd niet meer over die herinneringen kunnen beschikken. Ja, de nachtmerries en herbelevingen zijn er, maar het verhaal ontbreekt.

Ruimte

Die schaamte kan alleen doorbroken worden als er ruimte komt voor het verhaal. Erkenning. Daar begint heelwording. Het doorbreken van het geheim en het zwijgen is noodzakelijk om te kunnen beginnen met herstel. Dat is een waardevol winstpunt van deze campagne: het helpt mensen om het geheim dat op de schouders drukte te doorbreken.

Om het verhaal te kunnen vertellen is het dus nodig om een weg te vinden in de schaamte- en schuldgevoelens. Daarnaast maken omstanders het verschil of verhalen verteld kunnen worden of niet. Het klimaat en de cultuur van de samenleving bepalen mede of er een ruimte is. In de Eerste Wereldoorlog leden veel soldaten aan zogenaamde shellshock. De voortdurende bombardementen op de loopgraven en de altijd aanwezige dreiging maakten dat soldaten geestelijk instorten. Dit werd echter niet erkend door de legerleiding. Soldaten die leden aan een shellshock werden gezien als laf of als deserteurs. Sommige van hen zijn ook terechtgesteld tijdens de oorlog.

Pas jaren later was er de ruimte om opnieuw naar deze slachtoffers van de oorlog te kijken. Toen werden de symptomen in een ander perspectief geplaatst. Het werd niet langer gezien als lafheid, maar als een posttraumatische stressstoornis ten gevolge van de voortdurende blootstelling aan levensgevaar. Pas toen ontstond er de ruimte voor de soldaten om te herstellen.

Zo werkt het ook met de verhalen van seksuele intimidatie en misbruik. Zolang we het gewoon vinden om seksueel getinte geintjes te maken ten koste van anderen, zolang we accepteren dat jonge vrouwen in het uitgaansleven vrijwel altijd te maken hebben met ongewenste aanrakingen, zolang wij onze eigen behoeften voorop plaatsen, zal er geen ruimte zijn om seksueel misbruik bespreekbaar te maken. Juist die kleine en geniepige grensoverschrijdingen (zei hij dit nu echt?) effenen enerzijds het pad naar misbruik en anderzijds maken ze het lastiger voor slachtoffers om met hun verhaal naar buiten te komen.

Als signalen worden weggelachen, als slachtoffers worden weggezet als aanstellers, als slachtoffers zelf verantwoordelijk worden gehouden, als er geen taal wordt aangereikt om over de grensoverschrijdingen te vertellen – hoe kan een slachtoffer dan ooit de erkenning kringen die z/hij nodig heeft?

Reflectie

De #MeToo campagne onthult. Pijnlijke, lastige en zware verhalen worden aan het licht gebracht. Dat is wat onthullen is: wat verborgen was, komt aan het licht. Maar die verhalen roepen ook weerstand, woede, ongemak en vermoeidheid op.

Erkenning van de verhalen vraagt om een kritische kijk op onszelf en op onze samenleving. Waar versterken onze opmerkingen en handelingen het klimaat waarin ongewenste grensoverschrijdingen plaats kunnen vinden? Hoe kunnen we meewerken aan een veilige samenleving?

Wanneer we slachtoffers opnieuw het zwijgen opleggen, doen we hen ernstig tekort en houden we het kwaad in stand. Het is ook niet helpend om vooral op de juridische weg te wijzen. We zullen het gesprek moeten zoeken en bereid moeten zijn om te veranderen.

Het gaat er niet om om mannen als potentiële daders weg te zetten, maar om mannen en vrouwen de tools te geven om grenzen te stellen en grenzen van anderen te aanvaarden.

Doorbreek het zwijgen

20 nov

Vandaag (19 november 2018) was ik aanwezig bij de opening van de tentoonstelling ‘Kracht uit geweld’. De gemeente Gooi en Vechtstreek had in het kader van de week tegen kindermishandeling de stichting Kunst uit geweld uitgenodigd om een tentoonstelling te organiseren in de bibliotheek van Huizen.

in de wereld. Door Esther

In de wereld. Door Esther

Wethouder Hoelscher opende de tentoonstelling en vroeg in zijn toespraak aandacht voor de eenzaamheid van slachtoffers van geweld, Niet alleen draag je de gevolgen van verwaarlozing, geweld of misbruik met je mee, maar je raakt ook geïsoleerd. Want aan wie kan je je verhaal vertellen? Wie zal jou geloven? De wethouder was geraakt door de eenzaamheid die in zoveel kunstwerken naar voren komt. “Ik kan me niet indenken hoe dat voelt. We moeten dit echt bespreekbaar maken.”

Een van de kunstenaars droeg vervolgens een gedicht voor, waarin de kwetsbare hoop werd verwoord. Het leven stopt niet bij die momenten van geweld. De kracht om te overleven is ongedacht groot. Daar waar mensen weer leren vertrouwen, opent zich de weg naar het leven.

overzicht

Tentoonstelling in de bibliotheek te Huizen

De kunstuitingen vertellen een verhaal. Het verhaal waarin de woorden vaak nog ontbreken. Wat gebeurd is, is onuitsprekelijk. Wat heeft plaatsgevonden, wordt verzwegen – door de samenleving, door de dader, door het slachtoffer. Het beeld gaat aan het verhaal vooraf. Dat er geen taal en geen woorden zijn, betekent niet dat misbruik dus wel mee zou vallen. De schilderijen laten de verwoestende doorwerking van het geweld zien. Het zwijgen van de samenleving vergroot de schurende pijn van de slachtoffers.

De week tegen kindermishandeling is in het leven geroepen om het zwijgen te doorbreken. De verhalen van de slachtoffers onderstrepen het belang van aandacht voor deze thematiek en de noodzaak om alles op alles te zetten om kinderen te redden uit situaties van misbruik en om misbruik te voorkomen.

Doorbreek het zwijgen.

doorbreek het zwijgen

Spiegel. Door Mariska

 

Zwijg niet langer

16 aug

Het nieuws van de afgelopen week uit Pennsylvania laat mij niet los. Het ontneemt mij de adem. De kwaadaardigheid van de misbruikers. Het enorme aantal kinderen dat misbruikt is. Het toedekken door medepriesters. Het wegkijken, vergoelijken en faciliteren door het kerkelijk bestuur.

IMG_20170807_185414

De gevolgen van seksueel misbruik kunnen bijzonder ingrijpend zijn. De onteigening van het lichaam, het isolement en de eenzaamheid, de schaamte en schuldgevoelens, het verlies van eigenwaarde en zelfvertrouwen. Zoveel kinderen die door toedoen van priesters de levensvreugde hebben verloren en voor wie het leven zwaar en donker werd – ik kan er niet bij. Wat is de kinderen onbeschrijfelijk veel leed aangedaan.

En dan lees je in de verslagen dat andere priesters ervan afwisten. Dat de kerkleiding willens en wetens de daders beschermde en dus kinderen uitleverde. Hoe is dat mogelijk?

In de kerk. Door priesters. Dat raakt aan een extra dimensie. Die van de ziel. Het raakt aan de wereld van geloof. Van die God die opeens niet meer aan jouw kant staat, maar aan de kant van de dader. Van die god die maakt dat je je nog dieper schaamt, nog meer worstelt met schuld – tot in eeuwigheid. Dát, dat is die priesters, de kerk, en ja, ook mij als voorganger in de kerk, zo aan te rekenen.

Het gebeurde, het gebeurt in de kerk. De kerk zou die veilige plaats moeten zijn. De kerk zou de plek moeten zijn waar de Heilige woont. Waar de beschuttende vleugels zich beschermend om gekwetste, kwetsbare en gebutste mensen heen vouwen. De kerk zou die plek moeten zijn – veilig, heilig, vredig en steunend.

Het is niet te bevatten en verbijsterend dat zoveel kwaadaardigheid zo lang in het hart van de kerk kon voortwoekeren.

We kunnen niet meer gewoon naar de kerk zonder rekenschap te geven. We kunnen niet meer gewoon samenkomen en zingen en bidden, zonder de liefde te laten spreken. De Bijbelse liefde die onrecht aan de kaak stelt, die het kwaad kwaad noemt, en die zich ontfermt over kwetsbaren.

We zullen voor Gods aangezicht boete moeten doen en ons inkeren. Hoe veilig is onze geloofsgemeenschap? Hoe gaan we om met macht? Kunnen slachtoffers met hun verhaal naar buiten komen en krijgen ze onze erkenning?

We zullen moeten opstaan tegen onrecht. Opstaan voor wie slachtoffer is geworden van misbruik.We moeten opstaan voor onze kinderen.

Kunnen we nog geloofwaardig spreken? Ik weet het niet. Niet zomaar.

Zeven popnummers op weg naar herstel

17 jan

Soms komt er een nummer voorbij die raakt in je ziel en je hart. Het nummer verwoordt een verhaal of een gevoel dat je met je meedraagt, maar waar je misschien nog geen taal voor had. De muziek helpt om de maskers en muren in je binnenste te omzeilen, om het gedicht daar te brengen waar het misschien iets van hoop doet herleven. Herkenning, erkenning, emotie, hoop, wanhoop en toekomst. Het kan zomaar meekomen met muziek.

Overigens is muziek heel persoonlijk. Waar de een stil van wordt, loopt de ander gillend weg. Wat voor de een rust brengt, kan voor een ander een bron van onrust zijn.

Hieronder heb ik zeven popnummers samengevoegd, die in mijn beleving iets vertellen over (de gevolgen van) geweld en die mij raken.

Play dead

Het eerste nummer is van Björk: Play dead. De verwarring en met name de eenzaamheid raken me diep. Een plek zonder licht en lucht. Een plek zonder liefde. Haat en angst. Wat kun je anders dan doen alsof je er niet bent? Doen alsof je dood bent?

Darling, stop confusing me
With your wishful thinking
Hopeful embraces
Don’t you understand?
I have to go through this
I belong to here
Where no one cares
And no one loves
No light, no air to live in
A place called hate
The city of fear
I play dead
It stops the hurting
I play dead
And the hurting stops

 

Last resort

Het tweede nummer is van Papa Roach Last resort. Het is een stevig nummer, maar dat past ook goed bij de pijn waar het nummer over gaat. Veel mensen die te maken hebben gehad met verwaarlozing of geweld, gaan op enig moment automutileren, verwaarlozen hun lichaam of krijgen een eetstoornis. Het snijden en jezelf pijn doen zijn soms uitingen van omgaan met (onterechte) schuldgevoelens of is een laatste houvast, een laatste vorm om te voelen en te weten dat je er nog bent.

Cut my life into pieces
I’ve reached my last resort
Suffocation, no breathing
Don’t give a fuck if I cut my arm, bleeding
Do you even care if I die bleeding?

 

Numb

Het derde nummer vertelt hoe verwaarlozing of geweld je ook op de een of andere manier buiten de werkelijkheid plaatsen. Het is niet alsof je geen contact meer kunt maken – met jezelf, met de ander. Niets voelen. Maar op de een of andere manier ben je jezelf kwijt geraakt.

I’ve become so numb, I can’t feel you there
Become so tired, so much more aware
By becoming this all I want to do
Is be more like me and be less like you

 

 

Not gonna die

Dit nummer van Skillet raakt mij steeds weer diep, ook vanwege de clip. De strijd om niet op te geven, om een weg te vinden in alles waar je mee worstelt, is zwaar. Het is een gevecht dat je zelf moet aangaan. Maar wat is het belangrijk en nodig dat er bondgenoten zijn. Het is een strijd op de rand van leven en dood.

Tegelijkertijd is deze strijd ook het begin van ommekeer, van het terugvinden van de eigenheid in je leven.

This is how it feels when you take your life back
This is how it feels when you finally fight back
When life pushes me I push harder
What doesn’t kill me makes me stronger

 

 

Broken wings

De weg van overleven naar leven is niet eenvoudig. Het nummer van Mr. Mister raakt me, juist vanwege de gebroken vleugels. Binnen de gebrokenheid, met onze eigen kwetsbaarheid moeten we opnieuw leren om in vrijheid te leven, opnieuw leren om te vliegen.

Weet je nog wanneer je sterren plukte, zonnestralen streelde, met de vlinders van bloem naar bloem fladderde? Die vrijheid terugvinden of voor het eerst vinden –

So take these broken wings
And learn to fly again
Learn to live so free
When we hear the voices sing
The book of love will open up
And let us in

 

Untraveled road

Op weg gaan na een aangrijpende gebeurtenis is in zekere zin een nieuw avontuur. Het betekent namelijk dat je de gebaande wegen achter je laat en je de ruimte van het leven durft te verkennen. Ongebaande wegen. Een nieuw pad. Jouw pad. De weg van jouw vrijheid. Jouw vonk die het vuur ontsteekt, jouw geloof dat een nieuw begin mogelijk maakt.

Bedenk: het licht schijnt helderder in de nacht.

‘Cause one voice is enough to make sleeping giants wake up
To make armies put their hands up and watch whole nations stand up
It’s one belief, one spark, one faith and one restart
And we can reboot the whole chart before it all falls apart

So stand up, shout it out, and put ‘em in the air if you like it loud
We only got one shot, so let’s make it count, it’s a take down, nobody can stop us now
Stand up, shout it out, sing it loud, so the world can’t drown us out
And before we depart, let’s leave a mark ‘cause light shines brighter in the dark

 

Alive

Tot slot dit nummer van Sia. Alive. Je leeft. De adem in je longen, de grond onder de voeten. Dat besef – dat gun ik je van harte. De demonen hadden en hebben niet het laatste woord.

Leef!

I had a one-way ticket to a place where all the demons go
Where the wind don’t change
And nothing in the ground can ever grow
No hope, just lies
And you’re taught to cry into your pillow
But I survived
I’m still breathing, I’m still breathing
I’m still breathing, I’m still breathing
I’m alive

 

 

Alledaags misbruik

28 nov

Op maandagochtend mag ik graag de columns van Marijn de Vries lezen. Ze heeft de gave om op een aansprekende manier van binnenuit over de prestaties van sporters te schrijven. Vanochtend las ik haar column echter met tranen in mijn ogen. De columniste reageerde op de verhalen over seksueel misbruik in het Engelse voetbal. Een oud-profvoetballer bracht naar buiten dat hij als kind jarenlang was misbruikt door de trainer. Meerdere voetballers meldden zich vervolgens. Het inderhaast opgerichte meldpunt zijn inmiddels meer dan 100 meldingen binnengekomen. Een van de voetballers die met zijn verhaal naar buiten is gekomen, Unsworth, vertelt dat hij tussen de vijftig en honderd keer is verkracht door zijn jeugdtrainer.  Unsworth zat gevangen in het web van misbruik.  “Ik wist dat het verkeerd was, maar ik wilde zo graag voetballen”.

Afbeeldingsresultaat voor vrouwenwielrennen 2014

Eigen ervaringen

In haar column vertelt Marijn de Vries over haar eigen ervaringen. Hoe ze door de ploegleider werd geïntimideerd, vernederd en afgesnauwd. Hoe ze door de mechanieker werd klemgereden en bedreigd. Hoe ze door de masseur werd misbruikt. “Ik twijfelde aan mezelf. Liet hem begaan, want ik wilde geen gedoe. En ik was notabene 30!”

Dat is wat ongewenste grensoverschrijdingen met mensen doen: ze maken onzeker, kwetsbaar. Ze onteigenen het lichaam. Het misbruik roept gevoelens van schaamte op, waardoor het nog weer lastiger wordt om met je verhaal naar buiten te komen.

Veilige sport

Naar aanleiding van drie sporters die in 1996 naar buiten kwamen met hun verhaal dat zij door hun trainer seksueel waren geïntimideerd, is er een Vertrouwenspunt Sport voor volwassenen opgericht. Ook wordt er door het Ministerie van VWS hard gewerkt aan een veilig sportklimaat, onder andere door preventie en het verplicht stellen om een Verklaring omtrent gedrag te vragen voor vrijwilligers die met kinderen en jongeren werken.

Alledaags misbruik

Wat opvalt in de verhalen over misbruik is het alledaagse, het terloopse. Het zit diep in de genen van onze samenleving. Het is niet alleen maar de pedoseksueel in de grote stad, maar het zijn ook onze buren, familieleden, kennissen en vrienden. We zullen de cirkel van misbruik moeten doorbreken door het geheim te doorbreken. Door niet langer te zwijgen. Door te vertellen over de ernstige gevolgen van dergelijke grensoverschrijdingen. Door de ander niet langer weg te laten komen met ‘het was maar een geintje’. ‘Iedereen doet het toch’. ‘Ik bedoel het niet zo’. We zullen een heldere grens moeten trekken – voor onszelf, voor onze kinderen.

Doorbreek het zwijgen

Ik heb de column van Marijn de Vries met tranen in mijn ogen gelezen. Ze wilde dolgraag fietsen. Koersen. Ondertussen maakten mensen om haar heen misbruik van hun macht, misbruik van haar. Waar macht is, kan het zo gemakkelijk ontaarden in misbruik. Kijk niet weg, maar spreek je uit.

Partner van een geweldgetroffene: secundaire traumatisering?

10 apr

Op vrijdag 27 februari 2015 mocht ik een workshop verzorgen op het interdisciplinair symposium ‘De weg naar heelwording: gidsen in het landschap van trauma, dissociatie en zingeving’. De kernvraag voor mijn workshop was: wat is de impact van verhalen van geweld en misbruik op de ‘gezonde’ partner? Helpt het om de gevolgen voor de partner in termen van secundaire traumatisering te beschrijven?

Steen in de vijver

De veronderstelling is dat seksueel misbruik niet alleen gevolgen heeft voor het directe slachtoffer, maar ook voor de personen om de direct betrokkenen heen. Vergelijk het beeld van kringen in de vijver. De steen die de kringen veroorzaakt, is de schokkende gebeurtenis. De kringen staan voor het effect dat de gebeurtenis heeft op de omgeving. Hoe dichter bij de inslag hoe meer golfslag.

Traumatisering bij indirect getroffenen

In de traumaliteratuur zijn voldoende aanknopingspunten te vinden om ook ervaringen van niet direct betrokkenen in termen van traumatisering te beschrijven, namelijk als een secundair of indirect trauma. De theorie over het indirecte trauma wordt over het algemeen gebruikt om de impact van traumatische gebeurtenissen op hulpverleners, om de impact van de confrontatie van therapeuten met getraumatiseerde cliënten en om de impact van een direct trauma op significante derden  te benoemen.

De theorie over indirect trauma benadrukt met name de rol van betekenistoekenning en integratie, en in mindere mate het benoemen van symptomen. Een fundamentele veronderstelling in deze theorie is dat een indirect trauma beschadigingen veroorzaakt in het referentiekader van een therapeut, met betrekking tot zijn/haar identiteit, wereldbeeld en spiritualiteit. Wel is er een verschil in het niveau van traumatisering, vandaar het spreken over secundaire traumatisering.

Een niet te integreren gebeurtenis

In de traumaliteratuur blijkt het begrip ‘trauma’ een moeilijk te definiëren begrip. Een van de problemen is dat de gevolgen van een trauma niet uitsluitend afhangen van de gebeurtenis alleen. De persoonlijke geschiedenis, contextfactoren en de aanwezigheid van hulpbronnen bepalen mede de beleving van de ernst van een trauma. Daarnaast blijkt, dat het begrip ‘trauma’ betrekking kan hebben op een breed scala aan gebeurtenissen en situaties.  Het gaat om een subjectieve ervaring van een gebeurtenis of situatie waarbij de persoon niet (meer) in staat is om de ervaring te hanteren.  Met andere woorden: bij een traumatische gebeurtenis is er sprake van een ervaring van hulpeloosheid ten opzichte van de gebeurtenis, waaraan men zich overgeleverd voelt. Hierdoor is men niet in staat om de ervaring te integreren, waardoor psychologische verdedigingsstrategieën geactiveerd worden. Traumatische gebeurtenissen worden gekenmerkt door het onverwachte en het oncontroleerbare, waardoor het gevoel van veiligheid en geborgenheid wordt aangetast. Daardoor voelt men zich kwetsbaar en onzeker.

Kernelementen van trauma

Wat zijn de constitutieve elementen van trauma? Binnen de traumaliteratuur zijn verschillende benaderingen te onderscheiden die de nadruk op diverse aspecten van het trauma leggen. Een eerste benadering wordt geboden in de DSM-IV.  Dit handboek beschrijft het posttraumatisch stress-syndroom aan de hand van de manifeste gevolgen van de beleving van een trauma. De kenmerkende symptomen van een posttraumatisch stress-syndroom zijn het herbeleven van het trauma, het vermijden van prikkels die bij het trauma horen of afstompen van de reactiviteit en verhoogde prikkelbaarheid.

Een tweede benadering wordt geboden door Kleber & Brom, die drie centrale elementen van een trauma onderscheiden: machteloosheid of hulpeloosheid, een acute ontwrichting van iemands bestaan, en een extreem onbehagen.  De ervaring van machteloosheid of hulpeloosheid wordt overigens door vrijwel alle auteurs als een centraal element beschreven.  Judith Herman benadrukt dat een trauma niet alleen de intra-psychische wereld van een individu beïnvloedt, maar ook de relaties van de persoon.  Slachtoffers van geweld hebben vaak moeite om relaties aan te gaan met anderen, omdat het geïnternaliseerde en cultureel verankerde vermogen tot vertrouwen is beschadigd.

Een derde benadering wordt geboden door Janoff-Bulman’s theorie van de ‘assumptive worlds’. Traumatische gebeurtenissen beschadigen drie fundamentele aannames met betrekking tot het wereldbeeld (de wereld is betekenisvol, geordend en te begrijpen) tot de ander (de ander is te vertrouwen) en tot het zelfbeeld (ik ben competent en waardevol). Wanneer deze aannames worden vernietigd, zal de persoon zich onzeker, onveilig en kwetsbaar voelen.

Een laatste onderscheid wordt geboden door DePrince & Freyd, die naast het paradigma van de angst (focus op hulpeloosheid) en het paradigma van het vernietigde wereldbeeld, het paradigma van trauma door verraad  onderscheiden. De winst van zowel de benadering van Janoff-Bulman als van Freyd is dat zij het zich verraden voelen niet zien als een expliciete emotie, maar als een cognitieve reactie om de traumatische gebeurtenis te kunnen hanteren. Door het verraad te expliciteren, wordt ook de relationele dimensie van het trauma benadrukt.

In een overzicht:

Auteur:             kernelementen

DSM-IV:                              herbeleving, vermijden, verhoogde prikkelbaarheid.

Kleber & Brom:                  hulpeloosheid, ontwrichting en onbehagen.

Herman:                              machteloosheid, beschadigd vertrouwen.

Janoff-Bulman:                 beschadigd beeld van zelf, ander  en wereld.

Freyd:                                  verraad.

Partner

De impact van het bericht dat de partner te maken heeft (gehad) met seksueel misbruik, zal per persoon verschillen. De context van de ‘gezonde’ partner maakt een belangrijk verschil. Gezond staat tussen aanhalingstekens, omdat een deel van de partners (onbewust) voor een geweldsgetroffene ‘kiest’ vanwege onvervulde behoeften. Soms uit zich dat in een reddersrol, soms in een daderrol waarin het geweld wordt herhaald.

Daarnaast maakt de verbondenheid tussen beide partners uit: hoe goed is de relatie? Ook is bepalend wat de impact van het misbruik op de geweldsgetroffene is. Hoe ernstiger de gevolgen voor de geweldsgetroffene, hoe groter de kans dat de partner secundair getraumatiseerd raakt. De eigen draagkracht, de aard van de relatie, de impact van het misbruik op de geweldsgetroffene, de toegang tot hulpbronnen en begrip voor de gevolgen bepalen de impact op de partner.

Eigen ervaring

In mijn eigen geschiedenis herken ik meerdere elementen uit de verschillende omschrijvingen van trauma. Met name de moeite om deze episode te integreren is een belangrijke rode draad gebleken.

Het moment dat Esther mij vertelde dat zij in haar jeugd te maken heeft gehad met seksueel misbruik kwam als een totale verrassing. Mijn eerste reactie was ongeloof en het bagatelliseren van de ernst.

De eerste periode na deze onthulling werd gekenmerkt door vermijden, onbehagen en toenemende ontwrichting van ons dagelijks leven. Esther werd kwetsbaarder en in toenemende mate afhankelijk, zonder dat we dit koppelden aan het verleden van misbruik. Wel raakten we meer en meer met elkaar verknoopt. Als ‘redder’ gaf ik steeds meer eigen ruimte op om voor Esther te zorgen, waardoor haar afhankelijkheid toenam.

Na de geboorte van onze zoon werd de ernst van de gevolgen van het misbruik in alle hevigheid zichtbaar. Het betekende dat relaties onder spanning raakten en soms werden beëindigd (familie, vrienden). Het bracht het gevoel van in de steek gelaten worden en eenzaamheid mee.

In deze fase ging het met Esther erg slecht. Haar verleden kwam mij erg dicht op de huid. Ik werd neerslachtig, verloor mijn geloof, het vertrouwen in medemensen (op enkele uitzonderingen na) en miste toekomstperspectief. In de eerste drie jaar na de geboorte van onze zoon was Esther met grote regelmaat opgenomen. Het gaf mij een gevoel van machteloosheid en hulpeloosheid dat ik haar niet kon helpen. Dieptepunt was het moment dat zij zo suïcidaal was en ik mij realiseerde dat ik haar niet kon tegenhouden, dat ik bereid was haar te laten gaan opdat ze niet eenzaam zou hoeven te sterven.

Voor Esther betekende dit een omslagpunt. Ze vocht zich uit de diepte een weg terug en werd predikant. Haar verleden van misbruik en van de relatief recente opnames besloot zij op de nieuwe woon– en werkplek voor haar te houden. Dat bracht een al bestaand probleem scherp aan het licht: ik kon niet beschikken over mijn eigen verhaal als partner van een geweldsgetroffene. Enerzijds had ik last van neerslachtigheid en van de zwaarte van Esthers levensverhaal, anderzijds kon ik er niet vrij over beschikken.

Na vier jaar stortte Esther in en diende haar misbruikverleden zich in alle hevigheid aan. Ik veranderde in die tijd van werkplek, moest zorg dragen voor onze zoon van 10 jaar die psychisch belast raakte en voor Esther die in een diep dal belandde. Hoewel Esther ervoor koos om niet langer over het verleden te zwijgen, was er logischerwijze weinig ruimte voor mijn eigen verhaal. De meeste aandacht ging naar Esther en als het over mijn pijn ging, riep dat bij Esther een schuldgevoel op. Daarnaast kon ik de emoties van Esther nauwelijks aan. Ik moest mij noodzakelijkerwijze afsluiten voor het verdriet en de wanhoop van mijn geliefde. Zelfbeheersing en controle werden mijn tweede natuur. De diepe emoties van woede, verdriet en wanhoop ging ik in stilte aan.

In de jaren die volgden bleef het lange tijd onverminderd slecht gaan met Esther. Wat in die fase erg zwaar was, waren de suïcidepogingen waardoor Esther enkele malen op de Spoedeisende Hulp belandde. Onze zoon, die toen inmiddels 13 was, stortte in die tijd ook in. Het misbruikverhaal had een centrale plek in ons gezin ingenomen. We moesten onze toekomstverwachtingen en onze dromen bijstellen. We moesten opnieuw een weg leren zoeken in intimiteit en seksualiteit.

Wat was helpend?

Het vermogen om bij de dag te leven was heilzaam. Mensen die het met mij en met ons uithielden waren van levensbelang. Collega’s die mij adviseerden om te scheiden waren desastreus. Hulpverleners die geloof hielden in Esther en de kracht van Esther zelf. Hulpverleners die onze zoon weer bij zijn eigen kracht kregen waren goud waard.

Kernwoorden waren: trouw, vertrouwen, erkenning, ruimte en leven bij de dag.

Is het ook behulpzaam om te spreken in termen van secundaire traumatisering? In mijn beleving helpt het om de dynamieken en processen te begrijpen. Begrip is het eerste handvat op weg naar herstel.

Van ‘huiselijk geweld’ naar ‘veilig thuis’

2 feb

Afgelopen donderdag (29 januari 2015) werkte ik mee aan een symposium over huiselijk en seksueel geweld in kerkelijke context. Het symposium was georganiseerd door het Maatschappelijk Activeringswerk van de PKN in samenwerking met Veilig Thuis. Veilig Thuis is het nieuwe samenwerkingsverband van Steunpunt Huiselijk Geweld en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. In het Steunpunt Huiselijk Geweld waren in een eerder stadium al meerdere organisaties samengegaan die zich sterk maakten voor de strijd tegen de verschillende vormen van geweld.

door Esther Veerman

door Esther Veerman

Ruimte voor ernstige vormen van misbruik?

Wat ik persoonlijk intrigerend vind, is dat de problematiek van geweld niet meer wordt benoemd in de naamgeving van organisaties of symposia, maar het doel dat wordt nagestreefd: ‘Veilig thuis’, ‘veilige kerk’, ‘veilig jeugdwerk’.  Op zich is hier natuurlijk niets mis mee. Waar ik me wel zorgen om maak, is dat door deze naamswijzigingen het steeds lastiger wordt om aandacht te vragen voor de ernstige vormen van geweld.

Het Steunpunt Huiselijk Geweld stond voor de moeilijke taak om drie verschillende vormen van geweld onder de aandacht te brengen: psychisch, fysiek en seksueel geweld. Alle drie specifieke vormen van geweld die ernstige gevolgen kunnen hebben. Tegelijkertijd is ook duidelijk dat het tegengaan van seksueel geweld om een andere aanpak vraagt dan het tegengaan van psychisch en fysiek geweld. Een gevolg van het containerbegrip ‘huiselijk geweld’ was dat er minder aandacht leek te zijn voor seksueel geweld. In voorlichting waar ik samen mocht werken met het Steunpunt Huiselijk Geweld, merkte ik dat het Steunpunt het zwaartepunt legde bij ‘de klap’. Niet alleen leek er meer aandacht uit te gaan naar ‘mildere’ vormen van geweld, ook werd het principe van meervoudige partijdigheid gehanteerd.

Samen verder

Een belangrijke ontwikkeling bij de aanpak van huiselijk geweld is dat niet de veroordeling en de schuldvraag de boventoon voert, maar de vraag hoe het zover is gekomen dat er sprake is van huiselijk geweld. Veel plegers van huiselijk geweld geven aan dat zij uit machteloosheid hebben gehandeld. Deze gezinnen zijn gebaat bij een meer neutrale benadering: het geweld is afkeurenswaardig, maar de leidende hulpvraag is: hoe kunnen het gezin met elkaar weer verder. Hoe kan het thuis voor iedereen weer veilig worden?

Risico’s

Deze benadering brengt echter ook risico’s met zich mee. Onderzoeken hebben aangetoond dat 1 op de 7 vrouwen en 1 op de 10 mannen, als kind te maken hebben gehad met een vorm van seksueel misbruik. In de campagne moet ‘Veilig thuis’ de aandacht verdelen over ouderenmishandeling (waaronder financiële uitbuiting), partnergeweld, geweld door ‘opvoedonmacht (schelden en slaan) en seksueel misbruik. Opvoedonmacht vraagt om een andere benadering dan incest. Bij de laatste vorm van huiselijk geweld zal veel nadrukkelijker over onrecht worden gesproken. Bij de eerste vorm van geweld zal meer ruimte zijn voor begrip. Wanneer de focus van Veilig thuis komt te liggen bij het incidentele geweld en ‘mildere’ vormen van geweld, zal het lastiger worden om aandacht te vragen voor seksueel misbruik. Is er nog ruimte voor een morele stellingname?

Een tweede risico is dat de processen van dader en slachtoffer niet gelijktijdig zullen verlopen, terwijl wel wordt ingezet op het gesprek met hen beiden. Wanneer een dader tot inzicht komt (of wanneer een dader m/v door  -gedeeltelijk- schuld te erkennen hoopt om de episode snel achter zich te kunnen laten) zal het kwartje snel vallen en zal de dader open staan voor veranderingen. Vaak is de dader ook toegankelijker in de gesprekken: h/zij wil immers verder, is schuldbewust en zoekt naar verontschuldigingen. Slachtoffers hebben vaak tijd nodig om te beseffen wat de gevolgen zijn van het geweld en kunnen pas echt met hun verhaal naar buiten komen wanneer ze zich veilig voelen. Dit proces kost tijd, en maakt dat slachtoffers niet altijd ‘gemakkelijke’ gesprekspartners zijn: ze zoeken bevestiging, erkenning en veiligheid.

 

Aandacht blijven vragen voor morele stellingname

De ontwikkelingen rond huiselijk geweld hebben positieve kanten in zich. Veel stellen en gezinnen zijn gebaat bij een nuchtere en open houding ten opzichte van de misstanden in het gezin. Door die opstelling kunnen ze het geweld onder ogen zien en lukt het hen vaak om te veranderen. Het lijkt er op dat de behoefte om met allen in gesprek te raken soms belangrijker gevonden wordt dan een heldere stellingname. Zo sprak een hulpverlener over ‘degene de klap geeft, en degene die de klap ontvangt’.  Ontvangen is een actieve handeling. Door zo te spreken over geweld kan het voor slachtoffers lastiger worden om met hun verhaal naar buiten te komen. Is het dan toch mijn schuld?

 

“Komt dat echt door vroeger?”- de gevolgen van kindermishandeling op lange termijn

1 dec

Op 17 november 2014 organiseerde Stichting Geheim Geweld een themadag over de gevolgen van kindermishandeling op lange termijn. Kindermishandeling is een breed begrip: het gaat over verwaarlozing, fysieke mishandeling en seksueel misbruik, of een combinatie hiervan. Wanneer mensen in hun jeugd te maken hebben gehad met mishandeling, leeft vaak de behoefte om het verleden af te sluiten en achter zich te laten. Het is een mechanisme dat ook in de maatschappij sterk aanwezig is. Niet langer achterom kijken, maar vooruit, naar de toekomst die je zelf handen en voeten kunt geven.

Zwijgen is een doodlopende weg

Zwijgen is een doodlopende weg

Onverklaarbare klachten

Helaas blijkt dit mechanisme van vergeten en verzwijgen vaak niet te werken. Op volwassen leeftijd kampen slachtoffers van kindermishandeling geregeld met onverklaarbare angsten, met moeite om relaties aan te gaan of vast te houden, met een laag zelfbeeld en met wantrouwen naar medemensen. Het blijkt dat de lichamelijke en geestelijke klappen die mensen in hun jeugd hebben opgelopen kunnen leiden tot psychische problemen die een leven lang meegaan.

Om het geweld te kunnen overleven, maken slachtoffers gebruik van overlevingsstrategieën. Manieren om de bedreigende en moeilijke periode door te kunnen komen. Deze patronen of overlevingsmechanismen zijn in de context van geweld noodzaak. Het laat de kracht en overlevingsdrang van slachtoffers zien. Buiten de context van de mishandeling zijn deze patronen echter minder adequaat en kunnen zelfs een tegenovergesteld effect hebben. Vandaar dat dit het thema was op de lotgenotendag van de Stichting Geheim Geweld: ‘Patronen doorbreken’.

In de inleiding op de themadag gaf de voorzitter van de stichting, mr. Gretha Kostwinder, aan dat er in de samenleving een gebrek is aan begrip en aandacht voor de gevolgen van mishandeling op lange termijn. Dr. Elise van de Putte en prof. dr. Bernet Elzinga bevestigden in hun lezingen de noodzaak van goede aandacht voor die gevolgen, zodat overleven leven kan worden.

Narratieve geneeskunde

Dr. Van de Putte is kinderarts sociale pediatrie en lid van de Taskforce Kindermishandeling en Seksueel Misbruik. In haar betoog benadrukt ze het belang van het erkennen en herkennen van de doorwerking van trauma’s in de kindertijd. Narratieve geneeskunde vraagt niet alleen naar de klachten waarmee mensen zich bij de arts melden, maar vraagt ook naar het levensverhaal van de patiënt en eventueel van de nabije zorgverleners.  Verschillende studies laten een aantoonbare relatie zien tussen mishandeling en gevolgen op de lange termijn. Die gevolgen betreffen niet alleen psychische klachten zoals angsten en depressies, maar ook lichamelijke klachten, zoals bewegingsklachten, onverklaarbare vermoeidheid en dergelijke.

Een belangrijk aandachtspunt in de narratieve geneeskunde is het hechtingspatroon van de patiënt. Ruim de helft van de patiënten vertoont een veilig (autonoom en adaptief) hechtingspatroon. Het betekent dus dat de andere helft te maken heeft met een hechtingspatroon dat in meer of mindere mate onveilig is. Dat heeft gevolgen op twee niveaus: de arts zal goede aandacht moeten besteden aan rust en ruimte tijdens de contacten met de patiënt. Daarnaast zal de observatie van het hechtingspatroon licht kunnen laten schijnen over de klachten waarmee de patiënt binnen is gekomen.

Kindermishandeling is terug te zien in het brein

Prof.dr. Bernet Elzinga, hoogleraar stressgerelateerde stoornissen,  vertelt op deze themadag meer van de invloed van traumatische ervaringen in de kindertijd op de ontwikkeling van het brein. Door een gezonde intieme relatie met ouders ontwikkelt een kind het vermogen om eigen emoties te reguleren, veiligheid en geborgenheid te ervaren, empathische te reageren, een ander te vertrouwen en om positief over zichzelf te kunnen denken. Wanneer er sprake van het ontbreken van die gezonde intieme relatie ontwikkelt een kind angsten en het vermogen tot dissociatie.

De gevolgen kunnen zo totaal zijn, omdat gedragingen niet alleen cognitief te verklaren zijn, maar ook terug te lezen zijn in het brein. Het brein is in ontwikkeling tot tussen het twintigste en vijfentwintigste levensjaar. Verwaarlozing, mishandeling en misbruik beïnvloeden die ontwikkeling. Zo is de amygdala het deel van de hersens dat dreiging detecteert. In een veilige omgeving is de amygdala relatief bescheiden ontwikkeld. Wanneer kinderen veel dreiging ervaren, blijkt de amygdala zich sterker te ontwikkelen. Het betekent dat een volwassene die te maken heeft gehad met kindermishandeling veel gevoeliger is voor dreiging. De hersenen geven niet of veel later dan bij gezonde mensen het ‘sein veilig’. Dat is een van de redenen waarom mensen die in hun jeugd traumatische ervaringen hebben meegemaakt veel meer stress ervaren.

Overigens benadrukt de hoogleraar dat deze ontwikkelingen ook weer omkeerbaar zijn, met goede therapie en aandacht voor het verleden.

Lotgenoten

In dat kader wijst Hameeda Lakho, de oprichter en directeur van de Stichting Geheim Geweld op het belang van lotgenotencontact. De stichting biedt ook een digitaal platform. Lotgenotencontact biedt een thuis met gelijkgestemden, een thuis met begrip. Het delen van kennis en inzicht kan ondersteunend zijn om het vol te houden in het dagelijks leven. Het is een opstap om de regie weer terug te krijgen over het eigen leven en te groeien in eigen kracht. Om die reden heeft Hameeda Lakho de Stichting Kunst uit geweld uitgenodigd om tijdens de themadag een aantal kunstwerken te laten zien.

Steeds weer is het weerkerend refrein: erken de verhalen en onderken hoe diep kindermishandeling in een mensenleven ingrijpt.

Had je maar geen vrouw moeten zijn

19 sep

Deze week kwam ik een opmerkelijk bericht tegen. De Thaise premier en bevelhebber van het leger, Prayut Chan-O-Cha, reageerde op de moord op twee Britse toeristen. In een interview stond hij stil bij het gegeven dat Thailand veel minder veilig is dan toeristen denken. In het interview zegt hij: “There are always problems with tourist safety. They think our country is beautiful and is safe so they can do whatever they want, they can wear bikinis and walk everywhere. But can they be safe in bikinis… unless they are not beautiful?”

In deze opmerking klinkt de opvatting door dat er een helder verband is tussen geweld en (vrouwelijke) schoonheid. Vrouwelijkheid in de openbare ruimte kan leiden tot geweld en misbruik. Het is een opvatting die breed gedragen wordt. In Thailand is het geweld tegen vrouwen een groot probleem. Na ophef in de media over recent geweld tegen vrouwen heeft de Thaise overheid enige tijd geleden besloten om aparte vrouwenwagons in te zetten. Deze oplossing ligt in het verlengde van de visie van de premier: schoonheid kan geweld uitlokken.

doodlopend spoor

De vrouwenwagons lijken een snelle manier om de veiligheid van vrouwen te herstellen, maar door de onderliggende vooronderstellingen is het op termijn schadelijker voor de veiligheid van vrouwen. Geweld wordt niet veroorzaakt door het uiterlijk of het voorkomen van slachtoffers, maar door het machtsdenken van daders. Geweld kan niet succesvol bestreden worden door vrouwen uit het publieke domein te verwijderen of door vrouwen zo te kleden dat elke verwijzing naar vrouwelijkheid aan het oog is onttrokken.

Geweld wordt niet veroorzaakt, omdat een vrouw in het openbaar lacht, maar omdat een dader zich niet wenst in te houden. Geweld wordt niet veroorzaakt, omdat een vrouw een rokje draagt, maar omdat de dader geen grenzen wenst te accepteren.

Wanneer we geweld willen beteugelen en seksueel misbruik willen bestrijden, zullen we de mechanismen en processen die rond misbruik spelen dienen te ontrafelen. Het is niet behulpzaam om slachtoffers verantwoordelijk te houden voor het misbruik. Het past precies bij de rationalisaties van de daders: slachtoffers lokken het zelf uit. Juist in landen waar de ‘zedelijkheid’ hoog in het vaandel staar en vrouwelijkheid uit de publieke ruimte is verbannen, zijn ongewenste grensoverschrijdingen aan de orde van de dag. Mannen menen zich het recht toe te kunnen eigenen om vrouwen uit te schelden voor hoer of om hen lastig te vallen, omdat vrouwen zich in hun ogen verleidelijk zouden gedragen.

Deze visie vergroot het verlammende schuldgevoel waar veel slachtoffers mee worstelen. Had ik het kunnen voorkomen? Had ik me anders moeten gedragen? Anders moeten kleden? Schaamte en schuldgevoelens zijn veel voorkomende gevolgen van seksueel misbruik. Het raakt het slachtoffer immers in de kern van haar of zijn bestaan. Het omgaan met het overweldigende gevoel van machteloosheid, kan de behoefte bij het slachtoffer versterken om de controle over zijn of har leven terug te nemen door zichzelf schuldig te houden. De (onjuiste maar verklaarbare) gedachte is dat als je schuld hebt, je op een ander moment de situatie zou kunnen veranderen. Je zou het misbruik kunnen voorkomen door je anders te kleden, anders te kijken, etc.

De echte oorzaak van seksueel geweld ligt echter niet bij de slachtoffers, maar bij de daders. Veiligheid kan alleen hervonden worden wanneer de attitude van (potentiële) daders verandert. Dit vraagt om een verandering van maatschappelijke en culturele opvattingen die het geweld faciliteren. Wanneer vrouwen en kinderen als minderwaardig worden gezien en wanneer seksisme kan floreren, zal de onveiligheid alleen maar toenemen.

De onveiligheid in een samenleving wordt vergroot door aparte treinwagons en door verhullende kleding voor vrouwen, omdat deze oplossingen de opvatting ondersteunen dat vrouwen ten diepste zelf het geweld uitlokken. Het vergroot de onveiligheid waar deze maatregelen niet mogelijk zijn of niet opgevolgd worden. De ruimte voor de rationalisatie van daders (kijk nou, ze vraagt er toch zelf om – waarom zit ze anders niet in een aparte vrouwenwagon?) wordt groter gemaakt. Ook houdt deze visie geen rekening met het gegeven dat ook mannen slachtoffer worden van seksueel misbruik. Er spelen dus andere mechanismen.

Het kwaad van misbruik zit diep in samenlevingen. Het is niet uit te drijven door vrouwen uit het straatbeeld te verwijderen of door daders die gepakt worden als monsters af te schilderen en te demoniseren. Het kwaad is veel banaler. Veiligheid herstellen we door de gelijkwaardigheid van alle mensen te benadrukken, alert te zijn op seksisme en seksuele intimidatie en de grenzen van elkaar te respecteren.