Dit artikel is gepubliceerd in het Christelijk Weekblad 2013
Tegenover me zit een oudere man. Hij kijkt me aan met vriendelijke, maar droevige ogen. De groeven in zijn gezicht verraden niet alleen een leven van hard werken, maar ook van verdriet. Met zachte stem vertelt hij over zijn zoon die hij zo lang al niet gezien heeft. Enige jaren geleden overleed zijn eerste vrouw en toen hij een nieuwe relatie kreeg, begonnen de verwijten. Zijn zoon vond dat zijn vader te snel aan een nieuwe relatie begon en te weinig ruimte liet om te rouwen om het verlies van zijn moeder. De man had vol onbegrip en boosheid gereageerd – mocht hij dan niet meer gelukkig worden? Door de onverzoenlijke houding van vader en zoon verdiepte het conflict zich, zodat zij elkaar al twee jaar niet meer hebben gezien. Het pijnlijke is dat zijn kleinzoon over enkele weken zal trouwen. Zijn vraag aan mij: ‘Wat moet ik nu?’ 
Weerbarstige praktijk
Het is een verhaal dat niet op zichzelf staat. In de pastorale praktijk stuit ik geregeld op de weerbarstige verhalen van conflicten, van onvergeeflijke schuld, van gekwetste en beschadigde mensen vanwege onomkeerbare verwijdering. Opvallend is dat de pijn die opgelopen wordt gedurende het proces van geruzie en het zoeken naar het eigen gelijk soms vele malen groter is dan de eigenlijke oorzaak van het conflict.
Het roept de vraag op waarom dit gebeurt. Hoe komt het dat conflicten zo gemakkelijk lijken te ontaarden en onoplosbaar blijken? Wat maakt dat we eerder geneigd zijn de ander te kwetsen dan te zoeken naar een opbouwend gesprek dat ruimte biedt?
Voor een deel hangt dit samen met de behoefte aan genoegdoening en wraak. Wanneer je tekort bent gekomen of gekwetst bent, groeit de terechte behoefte om recht gedaan te worden. Erkenning van de pijn, ruimte voor herstel en berouw zijn voorwaarden om eventueel afstand te kunnen nemen van die genoegdoening.
Daarnaast raken deze conflicten aan een diepe laag: doe ik er toe? Het raakt aan de existentiële angst geen ruimte te hebben om te leven, geen bestaansgrond te ervaren. Het verlangen om geliefd te zijn, een verschil te maken en gekend te zijn, maakt ook kwetsbaar. Juist in nabije relaties in gezinnen of tussen (ex)partners kunnen de conflicten door de onverzoenlijke opstelling van beide partijen enorm oplopen.
Er is dus sprake van een wonderlijke tegenstelling: het verlangen naar ruimte en eigenwaarde verandert door conflicten in een beklemmende situatie waarin angst en wantrouwen leidend zijn geworden. Hoe kan deze situatie ooit veranderen?
Gods antwoord op schuld
Het lijkt erop dat de stem van Lamech in ons eigen leven en in onze wereld de beslissende stem is geworden: “Kaïn wordt zeven maal gewroken, Lamech zevenenzeventig maal” (Gen. 4, 24). Zorg voor jezelf, want wie zou het anders doen? Het is dit patroon dat doorbroken is door Gods liefdevolle omzien naar de mens. In de hele Bijbel is deze beweging zichtbaar, van de eerste tot de laatste bladzijde: God zoekt de mens en laat niet los wat zijn hand is begonnen. Gods reddende liefde centreert zich in het lijden en sterven én in de opstanding van Jezus Christus. Aan het kruis hield Jezus tot in de diepte van de dood zowel God als ons mensen vast. Zo toonde Hij dat Hij onze Middelaar is. In de opstanding klinkt Gods onvoorwaardelijke ja-woord. Hoewel wij Gods nabijheid in Jezus niet wilden en konden verdragen, wekte God Jezus op als eersteling van de nieuwe schepping. Kruis en opstanding horen onlosmakelijk bij elkaar. De weg die Jezus gegaan is, is onderdeel van de redding van Godswege.
Diettrich Bonhoeffer spreekt in zijn boek Navolging over de consequentie van deze ‘dure genade’. De onverwachte en diepe liefde van God doorbreekt onze angst en onze schadelijke mechanismen tot zelfbehoud. In het licht van deze God mogen we op adem komen en vinden we grond onder de voeten: we zijn gekend en geliefd. Deze verrassende hoop biedt bevrijding uit onze beklemming en ruimte om in vrijheid opnieuw ons leven vorm te geven.
Als we dit tot ons laten doordringen, kan het niet anders dan dat we met liefde en overtuiging werk maken van onze roeping tot navolging. De Bijbel geeft hoog op van de mens: in Johannes lezen we dat “de grootheid van de Vader zichtbaar zal worden wanneer jullie veel vrucht dragen”(Joh. 15, 8). Door Gods verzoenende liefde opent zich een weg die ruimte en toekomst biedt. In de brieven in het Nieuwe Testament vinden we allerlei oproepen om op een andere manier vorm te geven aan ons leven: geen kwaad met kwaad vergelden. En: als we worden uitgescholden, moeten we niet terugschelden, maar zegenen. We worden opgeroepen niet alleen het goede te doen voor onze vrienden, maar juist voor hen die onze ruimte willen inperken. Daar maakt navolging een verschil. Het is een weg die lijkt in te gaan tegen onze natuur en onze reflexen, maar die uiteindelijk ruimte maakt. Deze weg van navolging, van zoeken naar verzoening in ons eigen dagelijks leven leidt ons weg uit de beklemming van angst, en brengt ons in de ruimte van Gods liefdevolle aanvaarding.
Valkuilen: verzoening als toedekken van onrecht
Is verzoening dus hét antwoord op weerbarstige conflicten? Dat antwoord is te kort door de bocht. Het is van belang om goed te kijken naar de onderliggende oorzaak van het conflict. Wanneer er sprake is van geweld of van andere vormen van onrecht, kan de nadruk op verzoening tot extra spanning en tot meer pijn leiden.
In situaties van onrecht zal er eerst recht gedaan moeten worden. Dat betekent tenminste dat degene die slachtoffer is geworden van onrecht de ruimte moet krijgen om het verhaal te vertellen, en de emoties die het verhaal met zich meebrengt te mogen voelen. Het roepen om recht is een voluit Bijbels roepen.
In deze context betekent liefde: het aan het licht brengen van het onrecht. Ruimte maken voor de pijn en het verdriet. Voorbarige verzoening veroorzaakt beklemming en benauwdheid, omdat het ontbreekt aan ruimte voor het verhaal. Waar verzoening wordt opgedrongen, zullen slachtoffers beschadigd raken. Waar mensen worstelen met schuldgevoelens en schaamte, zal eerst gewerkt moeten worden aan herstel van eigenwaarde. Het is van belang om te bedenken dat de processen van daders en slachtoffers ongelijktijdig verlopen. Wanneer een dader tot inzicht komt, kan er relatief snel een proces van berouw en verlangen naar vergeving en verzoening ontstaan. Voor slachtoffers kan het echter jaren duren om de traumatische gebeurtenissen achter zich te laten – als het al zo ver komt. Soms zijn mensen gewoon te beschadigd.

Tot slot
Verzoening is een stap verder dan vergeving. Vergeving kan de laatste stap in een helingsproces zijn: het loslaten van de gevolgen van het beschadigd en gekwetst zijn. Tot vergeving komen kan een eenzijdige handeling van de gekwetste zijn. Voor verzoening zijn beide partijen nodig. Verzoening is altijd een geschenk, omdat er een weg wordt gezocht in het erkennen van de schuld, en in het verlangen om samen de weg te kunnen vervolgen. Gods liefde opent de ruimte om de minste te durven zijn om de eerste stap te zetten.
Tags: onrecht, schuld, seksueel misbruik, vergeving, verzoening