Tag Archives: op weggaan

Zeven teksten om op weg te gaan

27 feb

Geloven is op weg gaan. Letterlijk en figuurlijk. In Handelingen worden christenen ‘mensen van de weg’ genoemd. Geloven heeft blijkbaar te maken met opstaan en in beweging komen. In het begin van de Bijbel lezen we hoe Abraham werd geroepen om op weg te gaan. Misschien is dat wel het meest kenmerkende van geloven: het vertrouwde en bekende achter je durven laten, om die Stem te volgen. De weg gaan – het heeft ook alles te maken met een manier van leven. Wandelen met God. Onderstaande zeven teksten nodigen je uit om op weg te gaan.

Zondag: Wandelen in de Hof

Genesis 3, 8 – 9  Toen de mens en zijn vrouw God, de HEER, in de koelte van de avondwind door de tuin hoorden wandelen, verborgen zij zich voor hem tussen de bomen. 9 Maar God, de HEER, riep de mens: ‘Waar ben je?’

Het derde hoofdstuk uit Genesis biedt een tragisch, maar ook hoopvol verhaal. De Bijbel begint met uit te leggen hoe het leven bedoeld is, wat onze bestemming ten diepste is: wandelen met God. Het gaat echter gelijk al mis. In de Hof van Eden, waar het zo goed toeven is, waar God in de avondkoelte een ommetje met ons wil maken, staat ook die boom van kennis van goed en kwaad. Het is die boom die we overal tegenkomen. De boom die ons uitnodigt om even niet die beelddrager van God te zijn, maar om ons eens te gedragen naar onze aard. Even maar. Even in dat land verkeren van eigen belang, wellust en onbegrensdheid. Even geen regels. Het plukken van die vrucht is onomkeerbaar. Het brengt is in het landschap van schuld en schaamte. Het landschap waar we ons verstoppen en waar we onzichtbaar willen zijn. Het is echter God die ons aanspreekt en ons tevoorschijn roept. ‘Waar ben je?’ Het is die stem die ons doet opstaan.

Gebed

God, roep mij tevoorschijn als ik me schaam om wie ik ben, als ik schuld met me meedraag die me dreigt te vermorzelen. Geef dat ik mijzelf mag zien met uw ogen: dat ik kostbaar ben, dat ik opnieuw mag beginnen, m om mag keren naar U. Help me om aangedaan leed onder ogen te zien om goed te maken waar het me gegeven is. Amen

Maandag: geroepen

Genesis 11, 27 – 12, 1  Dit is de geschiedenis van Terach en zijn nakomelingen. Terach verwekte Abram, Nachor en Haran. Haran verwekte Lot; 28 hij stierf nog tijdens het leven van zijn vader Terach, in Ur, een stad van de Chaldeeën, in zijn geboorteland. 29 Abram en Nachor trouwden allebei. Abramsvrouw heette Sarai, Nachors vrouw heette Milka; zij was een dochter van Haran, die naast Milka nog een dochter had, Jiska. 30 Sarai was onvruchtbaar, zij kreeg geen kinderen.  31 Terach verliet Ur, de stad van de Chaldeeën, en nam zijn zoon Abram met zich mee, evenals zijn kleinzoon Lot, de zoon van Haran, en zijn schoondochter Sarai, Abrams vrouw. Samen gingen ze op weg naar Kanaän. Maar toen ze in Charan waren aangekomen, bleven ze daar wonen. 32 Terach leefde tweehonderdvijf jaar. Hij stierf in Charan121 De HEER zei tegen Abram: ‘Trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat ik je zal wijzen.

Op weg gaan. Het klinkt kinderlijk eenvoudig, maar het vraagt veel van je. Als Abram geroepen wordt om op weg te gaan, is het allereerst en vooral afscheid nemen. Hij heeft niets anders in handen dan de stem die hij gehoord heeft en een belofte. Alles wat hij achter zich laat, is tastbaar. Soms is dat nodig: opnieuw opstaan. Opnieuw leren loslaten wat gewoon is geworden. Abram was gewend om onderweg te zijn. Zijn vader Terach had ook al zijn geboortegrond achter zich gelaten, op weg naar Kanaän. Had Terach ook een stem gehoord? Was hij ook op weg gegaan naar dat Beloofde Land? De Bijbel spreekt daar niet over. Wel dat Terach zijn reis niet afmaakt. Hij slaat zijn tenten op in Charan. Een plaats die klinkt als de naam van de zoon die Terach verloren had. Was Terach vastgelopen in het verdriet om het verlies van zijn zoon? In ieder geval stopte de reis. Na het overlijden van zijn vader, hoort Abram een stem. Hij staat op en gaat op weg. Misschien is dat ten diepste wat geloven inhoudt: opstaan en op weg gaan.

Gebed: God van licht en leven, wees met ons als we situaties meemaken waarin we vast lijken te lopen. Wanneer we verlies met ons meedragen, wanneer levensverhalen zwaar op ons drukken. Wees met ons als we ons houvast zoeken in de omstandigheden om ons heen. Roept U ons weer op de weg ten leven. Help ons om in beweging te komen en op uw weg te blijven. Amen

Dinsdag: het begint met opstaan

Lucas 5, 27 – 32 Daarna ging hij naar buiten en zag hij bij het tolhuis een tollenaar zitten die Levi heette. Hij zei tegen hem: ‘Volg mij!’ 28 Levi stond op, liet alles achter en volgde hem. 29 Hij richtte in zijn huis een groot feestmaal voor hem aan, waarop een groot aantal tollenaars en anderen samen met Jezus aanwezig waren. 30 De farizeeën en hun schriftgeleerden zeiden morrend tegen zijn leerlingen: ‘Waarom eet en drinkt u met tollenaars en zondaars?’ 31 Maar Jezus antwoordde: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar wie ziek is wel; 32 ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar om zondaars aan te sporen een nieuw leven te beginnen.’

Gods roepstem vraagt om een antwoord. Levi was een tollenaar. Je zou kunnen zeggen dat hij een eind van zijn bestemming vandaan was. Hij werkte niet alleen voor de bezetter (voor wie hij de belastingen inde) maar hij zorgde ook voor een goed belegde boterham voor zichzelf. Hij gebruikte zijn baan om zichzelf te verrijken ten koste van zijn stadsgenoten. Het riep veel wrevel en boosheid op. Deze Levi had zijn plaats verspeeld. De kerk van die tijd oordeelde hard over hem. Het maakte dat hij zich meer en meer ingroef in het leven dat hij leidde. Toch knaagde het blijkbaar. Als Jezus hem roept, staat hij op en de verandering begint. De roepende stem vraagt om een antwoord – en dat antwoord begint met opstaan. Opstaan uit wat je gevangen houdt en klem zet. Opstaan uit wat je neerdrukt en wat je weg houdt van de weg ten leven. Opstaan, omdat Jezus gekomen is om het verlorene te zoeken. ‘Kom, volg mij’.

Gebed: God van ontferming, dank U wel dat U ons op de weg ten leven roept. We bidden U, geef ons de moed om op te staan, geef ons de kracht om los te durven laten wat niet tot ons heil dient, roep ons aan uw tafel, God. Amen

Woensdag: gedragen door de zegen 

Numeri 6, 22 – 27  De HEER zei tegen Mozes: 23 ‘Zeg tegen Aäron en zijn zonen dat zij de Israëlieten met deze woorden moeten zegenen:

24 “Moge de HEER u zegenen en u beschermen,

25 moge de HEER het licht van zijn gelaat over u doen schijnen en u genadig zijn,

26 moge de HEER u zijn gelaat toewenden en u vrede geven.”

27 Als zij mijn naam over het volk uitspreken, zal ik de Israëlieten zegenen.’

Het klinkt ergens zo eenvoudig. ‘Op weg gaan’. Maar wat kan opstaan soms moeilijk en zwaar zijn. Wat kan loslaten en het vertrouwde achter je laten soms een onmogelijke opgave lijken. Het is goed om te beseffen dat we niet zomaar op pad worden gestuurd. We mogen gaan met Gods zegen. Deze zegen legt Gods naam op ons: Ik ben met je. Op de weg die we gaan, zijn we niet alleen. God gaat met ons mee. God wenst ons al zijn goedheid toe. Wat mooi is, is de nadruk op het gelaat van God dat over ons licht. Het verlicht ons pad, het geeft ons innerlijke rust en geeft ons zodoende moed. Het licht van Gods gelaat geeft hoop, geeft de moed om niet bij de pakken neer te zitten en op weg te gaan.

Gebed: Hemelse Vader, we danken U voor uw trouw en uw bewogenheid. We bidden om uw zegen over ons leven. We bidden om uw zegen over wie ons lief en dierbaar zijn. We bidden om uw zegen over hen die in duisternis en donkerte gevangen zitten. We bidden dat we opgebeurd mogen worden door uw lichtend aangezicht en uw innerlijke vrede mogen ervaren, opdat we wegen mogen gaan die we niet voor mogelijk hadden gehouden. Amen

Donderdag: wandelen in het licht

Efeze 5, 8 – 11 Want eens was u duisternis maar nu bent u licht, door uw bestaan in de Heer. Ga de weg van de kinderen van het licht. 9 Het licht brengt goedheid voort en gerechtigheid en waarheid. 10 Onderzoek wat de wil van de Heer is. 11 Neem geen deel aan de vruchteloze praktijken van de duisternis maar ontmasker die juist

Wat is de weg dan die we moeten gaan? De weg gaan vraagt om een keuze. De keuze tussen duisternis en licht. Die keuze is een levenswijze. De weg kan niet beperkt worden tot ethische dilemma’s of moraal, maar gaat over alle terreinen van ons leven. De vraag bij onze keuzes zal zijn: brengt het goedheid, gerechtigheid en waarheid (betrouwbaarheid) voort? Het raakt aan de grote politieke keuzes, maar ook aan de keuzes in de hobby’s die we uitoefenen. Het gaat over de vraag hoe we ons werk uitvoeren: brengt het licht voort of duisternis? Wandelen we in Gods licht – met zijn zegen? Of moeten we ons verstoppen, zoals Adam en Eva zich na hun keuze moesten verschuilen voor God? De tekst van vandaag is overigens nog een beetje scherper. Niet alleen worden we zelf aangespoord om in het licht te wandelen, maar ook om de praktijken van de duisternis te ontmaskeren. Dát is onze roeping. Om het licht te brengen op die plaatsen waar duisternis het laatste woord leek te hebben.

Gebed: God, licht van de wereld, we bidden U om mensen die een lichtend voorbeeld zijn – om een zegen over hun inspanningen. We bidden U voor onszelf, voor de keuzes die we dagelijks maken, dat we de ruimte vinden om te wandelen in het licht. Help ons om de praktijken van de duisternis te ontmaskeren, zodat we ook hier en nu mogen werken aan uw Koninkrijk. Amen

Vrijdag: Beelddrager van God 

Johannes 15, 5 – 8 Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in mij blijft en ik in hem, zal hij veel vrucht dragen. Maar zonder mij kun je niets doen. 6 Wie niet in mij blijft wordt weggegooid als een wijnrank en verdort; hij wordt met andere ranken verzameld, in het vuur gegooid en verbrand. 7 Als jullie in mij blijven en mijn woorden in jullie, kun je vragen wat je wilt en het zal gebeuren. 8 De grootheid van mijn Vader zal zichtbaar worden wanneer jullie veel vrucht dragen en mijn leerlingen zijn.

Het is verrassend en verwonderend hoeveel verantwoordelijkheid en ruimte Gods ons geeft. Jezus vertelt dat we met Hem verbonden zijn, zoals een ranken zijn geënt op de wijnstok. Het zijn de levenssappen van de wijnstok die de ranken doen groeien. Het zijn de wortels van de wijnstok die de ranken stevigheid geven. Zo mogen wij opleven omdat Christus leven door onze aderen mag stromen. Wat in dit stukje bijzonder is, is dat in hoe wij vrucht dragen, de grootheid van God zichtbaar wordt. Het is een gedachte die stil maakt. Door hoe wij ons leven invullen, door de keuzes die we maken, door het wandelen onder Gods lichtend aangezicht, schijnt Gods goedheid in onze wereld.

Gebed:  Heer Jezus, we danken U dat we met U verbonden mogen zijn zoals ranken met de wijnstok. Geef dat we uw leven in onze aderen mogen voelen, help ons om goede vruchten voort te brengen. Daar waar onze takken geen vrucht dragen, losraken van U, wilt U ons helpen te snoeien, zodat we meer vruchten mogen dragen? Geef dat we door ons handelen en ons gedrag iets van de grootheid van God zichtbaar mogen maken. Amen

Zaterdag: een weg van vreugde

Filippenzen 4, 4 – 6 Laat de Heer uw vreugde blijven; ik zeg u nogmaals: wees altijd verheugd. 5 Laat iedereen u kennen als vriendelijke mensen. De Heer is nabij. 6 Wees over niets bezorgd, maar vraag God wat u nodig hebt en dank hem in al uw gebeden. 7 Dan zal de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren.

We mogen de weg gaan. Het vraagt moed om op te staan, om kracht om keuzes maken. We mogen ons onderweg bemoedigd en bekrachtigd weten door de zegen van God. In de weg die we gaan mogen we iets laten zien van wie God is. Het is een weg die niet neerdrukt, somber maakt en zwaarmoedig. Nee, het is een weg van vreugde. Niet dat er geen tegenslagen en onheil op ons pad zouden kunnen komen – kijk om je heen, en je weet wel beter. Die vreugde heeft alles te maken met weten dat ook als onze weg door een dal van diepe duisternis gaat, als onze weg door de schaduwen van de dood voert, God bij ons zal zijn. Dát is wat het mogelijk maakt om steeds weer de vreugde in ons leven toe te laten. We worden uitgenodigd om vriendelijk te zijn. Vriendelijkheid is een levenshouding die verschil maakt. Vriendelijkheid brengt vreugde voort. Vriendelijkheid opent de weg naar Gods vrede. We mogen die weg gaan, wetend dat de vrede van God onze harten en onze gedachten zal bewaren. In Christus Jezus, de wijnstok.

Gebed: God van vrede en genade, we bidden om uw vrede en zegen op de weg die we gaan. We bidden U dat we de vreugde niet uit ons hart verliezen en dat we de moed blijven vinden om met vriendelijkheid de mensen tegemoet te treden, opdat we zo tot zegen mogen zijn voor uw wereld. Amen