Tag Archives: politiek

Huiswerk voor D66?

7 mrt

Afgelopen week werden de resultaten gepresenteerd van een onderzoek naar seksueel misbruik en machtsmisbruik in het landelijk bestuur van D66. Het onderzoek was een snelle en adequate reactie op een anonieme klacht die in december 2020 naar buiten kwam. Verschillende media berichtten over deze klacht.

De reactie van lijsttrekker Kaag op de anonieme klacht was voortvarend. Ze liet weten direct een onderzoek te laten uitvoeren door een onafhankelijk onderzoeksbureau naar seksuele intimidatie in de eigen gelederen. Openheid over machtsmisbruik en seksuele intimidatie in eigen gelederen en transparantie over het proces zijn belangrijke voorwaarden om een veilig klimaat te creëren.

Het rapport zelf en de reactie van D66 roepen echter vragen op. “Op deze plaats volstaan wij daarom met een kernachtige conclusie. Uit het onderzoek zijn geen situaties van seksuele intimidatie en machtsmisbruik door betrokkene gebleken” stelt onderzoeksbureau Bink. Tegelijkertijd lijkt een aantal uitkomsten in tegenspraak te zijn met deze conclusie.

Allereerst is in het onderzoek te lezen dat zeven personen zich hebben gemeld omdat zij zich onveilig voelden. Het onderzoeksbureau heeft deze verhalen niet meegenomen in het onderzoek omdat die volgens het bureau geen betrekking zouden hebben op machtsmisbruik of seksuele intimidatie. In de tweede plaats hebben zich negen andere personen gemeld die klaagden over cultuur binnen D66. Omdat deze personen verder niet mee wilden werken aan het onderzoek zijn deze verhalen buiten het onderzoek gehouden. In de derde plaats is er nog een wonderlijk gegeven. De anonieme klacht heeft betrekking op een vooraanstaande D66-er en een medewerker. De D66-er heeft contact gezocht met de medewerker die daar niet van gediend was en de politie heeft verwittigd. Er is geen aanklacht ingediend, meldt het rapport. Tot slot vermeldt het rapport dat het bij het liberale gedachtegoed hoort dat er ruimte is op partijcongressen voor flirten en seksuele relaties.

Hier begint het huiswerk voor D66. Want waar een deel van de geïnterviewden zegt dat dat flirten en seksuele toespelingen er gewoon bij horen, vertelt het rapport ook dit: “Anderen geïnterviewden geven echter aan dat er daarbij soms sprake is van grensoverschrijdend gedrag van bepaalde mannen doordat er ongepaste en seksistische/denigrerende opmerkingen worden gemaakt over en richting vrouwen of doordat bepaalde mannen te veel in de persoonlijke ruimte van (jonge) vrouwen komen. Deze mannen zouden zich er onvoldoende van bewust zijn dat dergelijk gedrag als ongewenst of ongepast kan worden gezien en spreken elkaar onderling onvoldoende aan op dit gedrag, waardoor het blijft voortbestaan. Dergelijke gedragingen kunnen volgens deze geïnterviewden een gevoel van onveiligheid binnen de partij veroorzaken.”

Het is wonderlijk dat de onveiligheid binnen de partij niet tot meer verontwaardiging en onrust leidt. #Metoo heeft in de achterliggende jaren duidelijk gemaakt dat mensen met macht het flirten, de grappen en grensoverschrijdingen heel anders waarderen dan de mensen die in een positie van afhankelijkheid verkeren. Ook is net een onderzoek verschenen dat aangeeft dat een groot deel van vrouwelijke politici met seksisme en haat. Wat zou het fijn zijn als je eigen politieke partij een veilige plek zou zijn waar vrouwen op een gezonde manier support ontvangen.

Het is te weinig om de sfeer binnen te partij over te laten aan de goede intenties van de leden zelf. Die goede intenties zijn er namelijk niet of te weinig. In ieder geval bij de mensen met macht. In een onveilige sfeer draagt flirten bij tot het vergroten van die onveiligheid. Als het flirten en de seksuele relaties niet geproblematiseerd worden in deze onveilige context, zal iedereen in een afhankelijke positie kwetsbaar blijven.

Enkele gedachten over het ambtsgebed

17 apr

Gisteravond (16 april 2015) werd in de gemeenteraad van Ede gestemd over het ambtsgebed. De stemmen staakten, zodat het ambtsgebed in deze gemeenteraad voor het moment gered lijkt. Ook in andere gemeenten wordt er gediscussieerd over het ambtsgebed: is het nog wel van deze tijd? Sluit het gebed niet bij voorbaat bepaalde groepen uit die seculier of andersgelovig zijn? Het Reformatorisch Dagblad constateerde dat het ambtsgebed op zijn retour is. In 1979 sprak 58% van de gemeenten een ambtsgebed uit, in 2007 was dat 21%.

gebed1

 

Nee tegen God

Wanneer het ambtsgebed in een gemeente ter discussie wordt gesteld, lopen de emoties al snel hoog op. De belangrijkste reden hiervoor is dat het ambtsgebed  voor voorstanders tot ijkpunt van christelijk geloof wordt gemaakt. Het lijkt erop dat het ambtsgebed de inzet wordt voor de vraag of de gemeente nog wel het christelijke gedachtegoed wil aanhangen en of er nog wel ruimte is voor God. Met andere woorden: ‘nee’ tegen het ambtsgebed betekent ‘nee’ tegen God en tegen de christelijke cultuur.

Klemgezet

Tegenstanders voelen zich ondertussen klem gezet door het ambtsgebed. Er zijn raadsleden die om wat voor reden dan ook grote moeite hebben met bidden tot God. Een gebed werkt dan niet verbindend, maar leidt tot een ervaring van uitgesloten worden. Raadsleden kunnen een andere levensovertuiging hebben. Is het dan niet huichelen om mee te doen met een ambtsgebed? Het niet mee bidden (opstaan, terug trekken etc) kan ook een veel forsere lading krijgen dan in eerste instantie was bedacht. Zeker wanneer voorstanders het ambtsgebed tot inzet maken van geloof in God en van teken van de christelijke normen en waarden, wordt de tegenstander gepositioneerd als ongelovige die de christelijke cultuur zomaar opoffert.

Algemeen belang

Voor de tegenstanders van het ambtsgebed weegt over het algemeen zwaarder (dan de persoonlijke gevoelens) dat zij burgers van allerlei levensovertuigingen dienen te vertegenwoordigen. Staat een ritueel dat bij één bepaalde levensovertuiging hoort het dienen van het algemeen belang niet in de weg?

Patstelling

Een gevolg is dat de discussie in een patstelling belandt en al gauw ontaardt in felle persoonlijke aanvallen. De een zou er niet willen zijn voor alle burgers, de ander is niet gelovig of ondermijnt Gods heiligheid.  De belangrijkste reden dus dat het ambtsgebed zo gevoelig ligt, is dat het gebed tot symbool van geloof in God en van de christelijke cultuur is geworden.

Waarde van het ambtsgebed

Het is goed om dan ook wat objectiever naar het ambtsgebed te kijken.  In mijn beleving zou het ambtsgebed niet de meetlat moeten worden voor geloof en christelijkheid. Wanneer christelijke politici de meerderheid vormen in een Raad, hebben zij ook de verantwoordelijkheid om een bestuurlijke omgeving te creëren waar iedereen in mee kan komen en niemand wordt buitengesloten. Als het ambtsgebed leidt tot verdeeldheid en scherpe scheidslijnen, wordt dan niet het tegendeel bereikt?

Daar komt bij dat het ambtsgebed een formuliergebed is. In het voorlezen komt niet altijd evenveel beleving of vroomheid mee. Dat hoeft geen bezwaar te zijn, maar het helpt wel om het ambtsgebed ook een beetje te relativeren. Het is meer traditie dan geloof. Tradities zijn erop gericht om gezamenlijkheid en verbondenheid te bieden. Wanneer tradities dit niet meer bewerkstelligen, is het de vraag of de traditie niet toe is aan verandering. Dit roept heftige emoties op omdat voor een deel van de mensen de eigen identiteit verward wordt met de bepaalde traditie. Van politici mag verwacht worden dat zij zoeken naar eenheid en verbinding. Het moment aan het begin van de vergadering is daar een uitstekende mogelijkheid voor.

Christelijke politiek

Wanneer het gaat om het christelijke karakter van Nederland zouden christelijke politici er goed aan doen om niet te strijden voor vormen, maar om christelijke waarden in de samenleving te behouden. Solidariteit met kwetsbaren: chronisch zieken, vluchtelingen, ouderen, gehandicapten. Wat ik merk in gesprekken met christenen, andersgelovigen en seculieren, is dat de onverzoenlijke opstelling, de persoonlijke en harde aanvallen en het onbegrip voor andersgelovigen in de discussies over thema’s die christenen aan het hart gaan, veel schade berokkent aan het beeld van het christelijk geloof.

Geloven in de gemeenteraad

Ik pleit er niet voor om geloven te beperken tot de privésfeer. Integendeel, het zijn juist onze levensovertuigingen die onze idealen en waarden bepalen. Geloof gaat over ons dagelijks leven, over onze keuzes en over onze handelingen. Geloven hoort thuis in het publieke domein. Wat ik bedoel te zeggen: laten we in onze vormen en discussies ruimte maken voor andersgelovigen en seculieren, zodat we veel inhoudelijker met elkaar in gesprek kunnen gaan. Vormen zijn niet heilig, wel onze opdracht om onze naaste tot heil te zijn.  Een voorbeeld hoe het zou kunnen

Waterpas

19 mrt

(Deze column schreef ik in 2011, maar is nog steeds actueel) 

Toen wij nog in Brouwershaven woonden, heb ik eens in een overmoedige bui een plankje opgehangen in het toilet. Ik deed geweldig mijn best: waterpas erbij, aftekenen, boren, de schroeven in de muur, en hup, het plankje hing! Jammer genoeg bleek het plankje alles behalve recht te hangen. Zelfs zonder waterpas was het duidelijk dat het plankje beslist niet recht hing. Het wonderlijke is dat zoiets kan wennen. In eerste instantie irriteerde het mij zo dat ik het plankje opnieuw wilde bevestigen. Maar na verloop van tijd lette ik er nauwelijks meer op. En weer iets later maakte ik mijzelf wijs dat het helemaal niet erg was en ik zelfs trots op mijzelf mocht zijn. Tot het moment dat mijn broer mij erop wees dat het plankje toch echt scheef hing!

waterpas

Hetzelfde gevoel bekruipt mij wanneer ik nadenk over hoe in de afgelopen periode op de PVV gereageerd is. De PVV kiest over het algemeen voor confronteren zonder de bedoeling om tot een serieuze oplossing te komen. Via vereenvoudigde en vaak kwetsende boodschappen poogt deze partij het debat te beheersen. Bestuur vraagt om nadere analyses, het horen van de verschillende kanten aan een zaak, zorgvuldig omgaan met burgers en om visie naar de toekomst. Het spreken van bijvoorbeeld  ‘kopvoddentaks’, ‘tuigdorpen’, ‘knettergek’, is in meer of mindere mate beledigend. Het wegzetten van bevolkingsgroepen vanwege hun religie is schadelijker. Daardoor creëert de PVV een tweedeling in onze samenleving.

Vreemd genoeg nemen steeds meer partijen het taalgebruik van de PVV over. En niet alleen het taalgebruik, maar in zekere zin ook het denken van de PVV. Het roepen van klinkende oneliners lijkt belangrijker dan het zoeken naar een weloverwogen en realistische oplossing. Dieptepunt is toch wel de uitspraak van onze premier: “We geven Nederland terug aan de Nederlanders.” Ook lijken steeds meer politici taalverruwing niet te schuwen om een punt te scoren.

Wonderlijk genoeg is ook de verkiezingsoverwinning van de PVV met opluchting ontvangen: de winst viel in verhouding met de Tweede Kamerverkiezing van mei vorig jaar mee. Het wordt pas echt een politiek gevaarlijke situatie wanneer extremisme en beledigingen geen verzet meer oproepen, maar stilzwijgend worden geaccepteerd of zelfs omarmd.

Het doet me denken aan mijn plankje in het toilet in Brouwershaven. Het was scheef en bleef scheef. Alleen heb je soms iemand nodig om daar aan herinnerd te worden.

Een niet zo veelkleurige kerst

14 dec

Mijn Protestantse Kerk in Nederland gaat reclame maken. We worden opgeroepen om naar de kerk te komen met kerst. Het is een boeiende actie om zichtbaar te zijn in de samenleving. De invloed van geloofsgemeenschappen neemt af, en zelfs met oer-christelijke feestdagen blijkt kerkbezoek bij een toenemend aantal mensen niet meer vanzelfsprekend.

Het zichtbaar zijn in de samenleving juich ik dan ook van harte toe. Laten we als kerk dát uitdragen: we hebben betekenis voor de samenleving. In de afgelopen periode passeerden twee mooie voorbeelden: de doorwerking van de diaconie voor de samenleving, en de klacht door de PKN bij de Europese Raad over de behandeling van vluchtelingen door de Nederlandse overheid. Daar  ligt de kracht van de kerk: opkomen voor de mensen die nauwelijks of geen stem meer hebben. Schouder zijn voor de gemarginaliseerden in de samenleving. We hebben een boodschap voor mens en samenleving, van vernieuwing en hoop. Dat mag verteld worden!

Reclame?

Nu moet ik eerlijk zeggen dat ik wel vragen heb bij het reclamespotje als middel en bij het te bereiken doel. Er gaan veel mensen met kerst naar de kerk, omdat het een goed gevoel geeft. Kerk speelt allang geen rol meer in hun dagelijks leven, en geloof is geïndividualiseerd. Moeten we de ‘gemoedskerkgang’ op deze manier promoten? Gaat de gang naar de kerk op die ene feestdag echt iets veranderen? En daarnaast: is de oproep om met kerst naar de kerk te gaan niet een geweldige open deur?

Los van deze vragen, liggen er prachtige kansen. Persoonlijk geniet ik van de aanloop met Kerstnacht en Kerst.  Blijkbaar kiert het nog naar zingeving en betekenis, en past een bezoek aan de kerk. Enerzijds is er ruimte voor de gezochte gezelligheid en traditie, anderzijds is er het ruimte om iets te vertellen van redding, omkeer en perspectief.

Buma

buma

De commotie over het reclamespotje hield me niet echt bezig. Zelf heb ik er niet zoveel mee, maar als anderen het weten te waarderen, fijn! De commotie heeft echter een pijnlijke en persoonlijke doorwerking gekregen, omdat Sybrand Buma als gezicht van het CDA op veel weerstand stuit. Veel kerkleden herkennen zich niet in de politieke koers, en leggen dus een verband tussen het optreden van Buma met de uitstraling van de kerk. ‘Waarom moet een conservatief politicus mijn kerk promoten?’ Vandaag was in Trouw een reactie te lezen van iemand die overweegt zich uit te laten schrijven vanwege deze commercial. De woordvoerder van de PKN is verrast en verbaasd over de felheid van de reacties. Extra pijnlijk, omdat de commercial ons uitnodigt om samen verbondenheid te ervaren, en er voor iedereen plek is. ‘Komt allen tezamen’.

Lastige veelkleurigheid

De commotie naar aanleiding van de commercial roept twee vragen op: heeft de PKN wel voldoende nagedacht over de doorwerking van ‘het gezicht’ van de reclame? Die keuze is minder waardevrij dat nu wordt verondersteld. Wat mij verwondert, is dat we blijkbaar nog steeds in verzuiling denken. Als Buma optreedt, dan is het als politicus. Zou het niet zo kunnen zijn dat in het tijdperk van na de verzuiling, we niet meer op die manier naar elkaar kijken? Buma gaat naar de kerk, net zoals Havertong en Kips.

De verwijzing naar ‘Buma als kerkganger’ van de woordvoerder van de PKN laat een lastige werkelijkheid zien. We zijn in de PKN veelkleurig.  Dat is wat mij aanspreekt in onze kerk. Verschillende mensen, met verschillende achtergronden, uit verschillende tradities, met verschillende visies op geloof komen in de kerk bij elkaar. Ook mensen met tegenovergestelde visies en meningen vinden elkaar rond het Woord dat open gaat. Door met elkaar de dialoog aan te gaan, en niet de discussie, ontstaat er ruimte om van elkaar te leren. Buma als kerkganger nodigt uit om een gesprek te voeren over de betekenis van geloven. Over de vraag naar de doorwerking in het dagelijks leven en in de politieke keuzes.

Het lijkt er echter op dat we zeggen: ‘veelkleurig zijn is leuk als iedereen hetzelfde denkt of als de ander onzichtbaar blijft als die ongemakkelijke standpunten heeft’. Maar zo is veelkleurigheid niet bedoeld. We zullen elkaar niet moeten verketteren, maar de dialoog zoeken en daarbinnen mogen we elkaar ook aanspreken.

Komen we met kerst allen tezamen? Of vooral die mensen met wie we ons goed weten te verhouden? Dit gezegd hebbend, is de keuze voor Buma niet handig gebleken. Veelkleurigheid vraagt om verbindende mensen die in staat zijn om bruggen te bouwen. Kips en Havertong roepen niet die vragen op die Buma oproept. De eerste associatie bij Buma is CDA-politicus, en de tweede conservatief. Dat raakt aan waarden en normen waar de kerk zich ook over uitspreekt: barmhartigheid en gerechtigheid. Misschien was de commotie minder geweest wanneer er ook een progressieve politicus was aangeschoven. Met kerst gaan we samen aan tafel en raken we met elkaar in gesprek.

De Vluchtkerk – een impressie

3 mei

We zijn net terug van een bezoek aan De Vluchtkerk. Het was onze eerste kennismaking met de plaats die symbool staat voor die grote groep mensen die illegaal in Nederland verblijft. Klem gezet, omdat ze niet in Nederland mogen blijven, maar tegelijkertijd niet terug kunnen naar hun eigen land. De Vluchtkerk. Een betonnen kolos, grijs, kaal en kil. Het is niet een plaats waar je ‘thuis’ komt. 120 mensen, mannen en vrouwen,  hebben hier een onderkomen gevonden. Mensen met eigen levensverhalen. Mensen die niet alleen worstelen met trauma’s uit hun verleden, maar ook lijden onder de onzekerheid over hun toekomst. Mensen die leven met de angst opgepakt te worden, die leven met de boodschap: jullie horen hier niet. 120 mannen en vrouwen die proberen de dag door te komen, houvast te zoeken en te overleven. vluchtkerk

Plaats van hoop

Er is echter veel meer te vertellen over De Vluchtkerk. Het is ook een plaats van hoop. Hier in De Vluchtkerk worden de uitgeprocedeerde asielzoekers in hun mens-zijn gezien en erkend. Een bewoner van De Vluchtkerk is niet de ‘illegaal-die-hier-nier-hoort-te-zijn’, maar medemens, de ander – gelijkwaardig en wederkerig. De Vluchtkerk is een plaats van hoop, omdat buren, moskee, kerk en stad, gelovig en ongelovig, de handen ineen hebben geslagen om het grijze kolos enigszins leefbaar te krijgen. Wat zijn  er veel mensen als vrijwilliger bij De Vluchtkerk betrokken, en wat zijn er veel goede en bemoedigende ontmoetingen. Ik ben onder de indruk van de bewogenheid en bevlogenheid van de vrijwilligers en van de moed van de bewoners. Tot slot is De Vluchtkerk een plaats van hoop, omdat het is gebouwd op het fundament van barmhartigheid. Het begon met een kleine groep die door een actie van Co van Melle een kampement op hebben gezet bij de beelden over de barmhartigheid in de tuin van de diaconie van Amsterdam. Barmhartigheid: je laten raken door de ander, en die niet aan zijn of haar lot overlaten. (Zie ook: http://opendoor-amsterdam.jimdo.com/de-kerk-sliep-buiten/)

Wij zijn hier

Wat de bewoners van De Vluchtkerk willen vertellen, is dat ze er zijn. De Nederlandse wetgeving en de asielprocedure schieten tekort. Natuurlijk kan niet iedereen die dat graag zou willen, in Nederland asiel krijgen. en wie geen asiel krijgt, moet weer terug. Er is echter een  grote groep mensen die klem is komen te zitten. Soms door schrikbarend onzorgvuldig handelen van medewerkers van de IND, soms omdat het land van herkomst zo onveilig is dat onze eigen militairen niet in dat land durven oefenen, soms omdat ze buiten hun schuld om niet terug kunnen, omdat het land van herkomst weigert mee te werken aan terugkeer. Wat deze mensen aan ons vragen is: negeer ons niet, erken onze problemen. Laat ons niet aan ons lot over, maar help ons aan een menswaardig bestaan. Ontroerend om te zien, hoeveel mensen zich laten raken in het hart en ‘met ontferming bewogen zijn’.

En nu?

Wat kunnen kerken, groepen, burgerlijke gemeenten en individuen in bv. ’t Harde betekenen voor De Vluchtkerk in Amsterdam? Meer dan we misschien in eerste instantie zouden denken. Allereerst kunnen we door woord en gebaar de bewoners en vrijwilligers van De Vluchtkerk steunen en bemoedigen. Door een kaartje te sturen, geld over te maken of goederen te (laten) bezorgen. Informatie vind je op deze site: http://www.devluchtkerk.nl/ Daarnaast worden er ambachtslieden (timmerlui, installateurs, elektriciens, fietsenmakers, meubelmakers) die iets van hun kennis willen overbrengen aan de asielzoekers of die praktische hulp kunnen bieden.  Tot slot kunnen we acties organiseren om deze groep mensen te laten merken dat we ze niet vergeten.