Tag Archives: preek

Broodnodige bronnen

3 jul

Inleiding

Israëls toch door de woestijn is altijd al opgevat als het beeld van een levensreis. De reis gaat met horten en stoten. Het volk heeft te maken met uitbuiting, slavernij en klein gemaakt worden. Maar ook met ongedachte en onverwachte redding. Het verhaal van de bevrijding uit Egypte laat ook zien hoe lastig het is om de banden van het verleden los te maken en hoe snel het verleden je weer in kan halen. Het laat zien hoe lastig de weg van de vrijheid is.

Juist als we in een tijd van uithouden en volhouden terecht komen, vraagt die weg van vrijheid om geloof, om vertrouwen. Geregeld lijkt de weg van de vrijheid hard en uitzichtloos. Wat kun je dan verlangen naar vroeger. Goed, het was niet echt een pretje, maar je wist wat je had en waar je op kon rekenen. Terug naar de vleespotten van Egypte.

Coronatijd

Als geloofsgemeenschap maken we nu ook zo’n beweging door. Anderhalf jaar lang was het zoeken en worstelen. Hoe kunnen we handen en voeten geven aan onze verbondenheid als de erediensten niet meer fysiek bezocht kunnen worden? Hoe kun je gemeenschap ervaren als de activiteiten vrijwel allemaal gestopt zijn?

Er gebeurden en gebeuren prachtige dingen in onze gemeente. We hebben ingezet op digitale vieringen en bijeenkomsten, en op allerlei manieren hebben we geprobeerd om naar elkaar om te zien. Verbinding zoeken: met elkaar, met het dorp, met God.

Maar het was en is niet eenvoudig. Het is een tijd van bezinning. En sommigen komen tot de conclusie dat de kerk geen oase voor hen was. Heeft het nog zin om je te verbinden met de kerk als je het eigenlijk helemaal niet gemist hebt? Kan de kerk of de kerkdienst een oase zijn? Voor anderen waren juist de digitale vieringen een mogelijkheid om zich meer te verbinden aan geloof en kerk. De digitale kerk was en is voor hen een oase die dorst lest. Weer anderen verlangen enorm naar de tijden van voor corona. Het digitale was het niet. En de beperkingen in de fysieke vieringen deden afbreuk aan wat de kerkdienst juist tot een oase maakt: de onderlinge afstand, het niet kunnen zingen en het missen van het kopje koffie. Het riep afstand op – het was eerder een bittere bron dan een dorstlessende.

Al die verschillende ervaringen van de afgelopen periode – hoopvolle, lastige, verwarrende en bemoedigende ervaringen nemen we mee naar de toekomst. De coronatijd versterkte mijn inziens de beweging en de gevoelens die er al onderhuids waren.

Nu we weer voorzichtig mogen gaan nadenken over ‘terug naar normaal’ dient zich de vraag aan: hoe verder? Wat nemen we mee? Wat hebben we van de afgelopen periode geleerd? Hoe kan de kerkdienst voor een ieder van ons tot oase worden?

Oase in de woestijn

Als de woestijnreis van het volk van Israël ons één ding leert, is dat we plekken nodig hebben om tot rust te komen. Om op adem te komen. We hebben plaatsen nodig waar we opnieuw bepaald worden bij de kern van ons bestaan.

Woestijntijd is een tijd van herbronnen. Waar vind je kracht en energie? Hoe houd je het vol? Oases zijn broodnodig.

Israëls geschiedenis is door zijn herkenbaarheid bemoedigend en richtinggevend. Geloven is een weg van vallen en opstaan. Het ene moment kun je je zo opgebeurd, erkend en gekend weten, maar het andere moment kan het gevoel dat je er alleen voor staat je moedeloos maken.

Zeker als we op onze levensreis een periode van woestijntijd moeten doorstaan – door ziekte, onzekerheid, sleur, twijfels of wat dan ook maar – dan kunnen we overvallen worden door een gevoel van leegte. Nee, dan kan je zomaar verloren lopen in de leegte om en in je.

Woestijntijd. Alleen met oases, met bronnen kom je daar die tijd heen. Alleen met het tijdig vinden van een bron kun je je reis vervolgen. Als de bron bitter is, is dat misschien nog wel erger dan als er geen bron zou zijn geweest. Een bittere bron slaat hoop in duigen, spoelt de grond onder je voeten weg.

Dat raakt aan de vraag van vandaag en de vraag naar de toekomst van onze geloofsgemeenschap. Wat is de kern van ons samenzijn? Wanneer zijn we dorstlessend?

Een stuk hout

Wat in de Bijbel steeds weer hoopgevend is, is dat we mogen leren dat ons leven in voor- en tegenspoed geborgen is in Gods hand. Gaan met God betekent niet dat alles ‘rozengeur en maneschijn’ is, maar wel dat tot in de diepste duisternis we niet alleen zijn.

Het stuk hout herinnert ons aan Gods begin met ons. In de Joodse traditie wordt het stuk hout opgevat als een verwijzing naar de Boom des Levens in de Hof van Eden. In de christelijke traditie als een verwijzing naar het reddende lijden en sterven van Jezus aan het kruis.

Het is goed om dat fundament in gedachten te houden. Een kerkdienst gaat niet over mij of over mijn voorkeuren. Het gaat over God en onze dank aan God voor wat Hij ons in Jezus Christus geschonken heeft. Dán komen we bij de kern.

Ook op anderhalve meter is onze God nabij en onze dank waard. Ook als een ander het lied voor ons draagt, prijzen wij God. Ook als wij thuis in onze huiskamers – en soms zo alleen – meevieren, prijzen en loven wij God. Die lofprijzing, die dankbaarheid maakt onze eigen bittere bronnen zoet.

Waar wij vanuit die liefde van God, die ons draagt, leven en van die liefde uitdelen, verandert bitterheid in een bron die leven geeft.

Avondmaal

Laten we zo samen – thuis en in de kerk – het Avondmaal vieren. Luther stelde dat als de bevoorrading faalt, het geloof onder druk komt te staan. Hier aan het Avondmaal herinnert Jezus ons eraan dat we geliefd en waardevol zijn. We eten van het brood dat leven geeft als tegenwicht aan leegte en onrust, aan schuldgevoel of het gevoel op drift te zijn.

Aan het Avondmaal ervaren we ten diepste wat verbondenheid betekent. Met God, met elkaar. Hier worden we aangesproken, geroepen – om op adem te komen én om op weg te gaan.

Preekvoorbereidingsappgroep positief ontvangen

27 jul

Zondag 7 juli was de primeur: in de voorbereiding hadden verschillende gemeenteleden meegedacht over de Bijbelteksten die die zondag centraal zouden staan. Het recept is eenvoudig. In een appgroepje plaats ik de tekst en iedereen is vrij om gedachten, vragen en inzichten over de tekst te delen (of om alleen maar mee te lezen).

Wat ik van de deelnemers (inmiddels 19) terug hoor, is dat deze appgroep helpt om meer bewust naar de zondag toe te leven. Ook brengt het meer betrokkenheid in het luisteren naar de preek. De teksten zijn immers al gelezen en doordacht. En het is boeiend om te mee te maken of en hoe de gedachten uit de appgroep mee komen in de uiteindelijke overdenking.

Als ik voor mijzelf spreek, moet ik zeggen dat ik erg blij mee ben met deze manier van voorbereiden. De reacties helpen me op verschillende manieren: het maakt de vragen inzichtelijk die de tekst (of mijn tekstkeuze) oproept. Het maakt mij ervan bewust dat ik soms even iets meer moet uitleggen, zodat de luisteraars beter mee kunnen komen in de verkondiging. Daarnaast werkt de tekst vaak in mensen op verschillende manieren door. Om daar getuige van te mogen zijn, is erg inspirerend en brengt de tekst ook dichter bij het dagelijks leven. Tot slot is het een geschenk om deelgenoot te mogen worden van persoonlijke ervaringen en verhalen rond Bijbelteksten.

Wat ik misschien nog wel het mooiste vind, is dat er nu al een hele bijzondere diversiteit zichtbaar wordt: ouderen en jongeren, mensen die onderlegd zijn en mensen met minder woorden, gemeenteleden en mensen van ‘buiten’, thuisluisteraars en kerkzaalluisteraars. Een prachtige doorsnee van onze gemeente – mooi om op deze manier elkaar rond het geheimenis te ontmoeten.

Zin om mee te doen? App me even met je naam en dat je mee wilt doen: 06-83663420

Samen preken 2

7 mei

Enkele weken geleden schreef ik over een experiment waarbij ik via internet mensen heb gevraagd mee te luisteren naar een kerkdienst waarin ik voorging. De richtvragen nodigden ook de hoorders uit om hun vragen en verlangen met mij te delen. In dit blog wil ik ingaan op enkele punten van de feedback die mij ook weer verder hebben geholpen.

Beeldend spreken

Hoewel alle hoorders terug gaven dat ze het betoog goed konden volgen (begrijpelijk taalgebruik), de bedoeling begrepen (wat wil de spreker zeggen) en de spreker authentiek vonden overkomen, bleek het toch ook een opgave om tot het einde de aandacht vast te houden. Verschillende hoorders vermoeden dat het verslappen van de aandacht zou kunnen worden ondervangen wanneer ik meer beeldend zou spreken.

In eerste instantie werd gedoeld op de behoefte aan meer voorbeelden die boodschap en leefwereld samen brengen. In tweede instantie raakt deze kritiek ook aan de lessen die ik tijdens de Missionaire Specialisatie heb getrokken na de cursusdagen over presenteren. Het zou het betoog ten goede komen als ik meer tijd zou nemen om een thema uit te werken en te visualiseren en te laten landen in de leefwereld van de hoorders. Dit is dus een belangrijk aandachtspunt.

Vertrekpunt van de hoorders

Een opvallende en mooie input waren de persoonlijke reacties van de hoorders. In het reactieformulier werd de vraag gesteld of de preek ook raakte aan de eigen thema’s. Het betekende dat de vragen niet alleen uitnodigden tot het waarderen van de voorganger, maar ook om zelf te reflecteren. In dit blog wil ik stil staan bij de opmerkingen van drie hoorders. Een hoorder gaf aan dat zij worstelt met God en met zichzelf. Ze ervaart weinig betekenis en heeft grote moeite om het leven als zinvol te beleven. God roept bij haar angst op. Het niet kunnen ervaren en integreren van Gods liefde maakt de angst voor God groter: God zal wel teleurgesteld en kwaad zijn. Mijn boodschap activeerde (tot op zekere hoogte) de angst voor God. Wel gaf zij aan om op zoek te gaan naar wegen om meer over die liefhebbende God te horen.

Een tweede hoorder gaf aan dat ze de (h)erkenning voor de pijn die kerken soms kunnen veroorzaken door hun handelen op prijs stelde. Tegelijkertijd gaf ze aan dat mijn focus op een nabije en aanwezige God in tijden van zorg en zwaarte niet aan haar vragen raakte. Voor haar had het meer mogen gaan over geloven in het gewone leven. Ook vroeg zij zich af of God ook betekenis heeft als het goed met je gaat. Haar vragen hebben te maken met waarheid, met het ontrafelen van de werkelijkheid.

Een derde hoorder luisterde met de ballast van een zware geloofsopvoeding waarin een straffende God, de zondigheid van de mens en neerdrukkende machteloosheid belangrijke ingrediënten waren. Het spoorde haar aan om actiever vragen te stellen bij de God uit haar jeugd en te zoeken naar de ruimte van een liefhebbende God.

Veranderend luisteren en spreken

Wat ik bijzonder vind, is dat de hoorders, ondanks hun verschillende vertrekpunten, zochten naar aanknopingspunten in de preek om met hun eigen vragen aan de slag te gaan. Daar waar de preek een afgesloten betoog werd of waar ruimte voor eigen invulling ontbrak, raakte ook de aandacht en interesse weg. Het is ondoenlijk om te proberen om tegemoet te komen aan alle vragen van de hoorders. Op het moment echter dat in de preek een bepaalde vraag, observatie of probleem wordt uitgewerkt, geeft dat ruimte om ook de eigen vragen mee te nemen.

Ceremoniemeester

Een belangrijk aspect voor hoorders om tot veranderend luisteren te kunnen komen, is veiligheid. Veiligheid wordt ervaren wanneer er ruimte is voor eigen gedachten en verwerking en wanneer de voorganger authentiek spreekt. Wanneer de kerkdienst in een veilige setting plaatsvindt, kan de voorganger functioneren als de ceremoniemeester voor de ontmoeting van gemeente met God. De bruid en de bruidegom. Het is de taak van de ceremoniemeester om de ruimte voor die ontmoeting vorm te geven.

 

Samen preken

26 apr

Voor de missionaire specialisatie hebben wij de opdracht gekregen om een ‘missionaire preek’ te schrijven en voor te leggen aan een publiek dat niet (meer) kerkelijk betrokken is. Nu is natuurlijk de vraag wanneer een preek missionair is. Zou niet iedere preek logischerwijs uitnodigend, begrijpelijk en actueel moeten zijn?

Cartoon preek

Experiment

De opdracht nodigde mij in ieder geval uit tot een experiment. Via WordPress, Twitter en Facebook vroeg ik mensen of ze naar mijn dienst wilden luisteren en aansluitend van commentaar voorzien (aan de hand van een bijgevoegde vragenlijst). Naast deze algemene oproep, had ik (voor de zekerheid …) ook enkele gemeenteleven gevraagd om na de viering de vragenlijst in te vullen. In totaal hebben tien mensen op mijn preek gereageerd. De uitnodiging en de uitwisseling leverden mooie waardevolle ontmoetingen op, ook met mensen die ik alleen via sociale media ken. In die zin is dit experiment geslaagd te noemen.

Effect op de voorbereiding

De uitnodiging via internet ging mede mijn voorbereidingen bepalen. Het maakte toch ook wel zenuwachtig. Het gegeven dat er allerlei mensen zouden kunnen meeluisteren die ik niet alleen niet ken, maar die ook nog eens seculier, zoekende of beschadigd door de kerk zouden kunnen zijn, maakte dat ik scherper naar mijn doelstelling keek. Daarnaast merkte ik dat ik bewuster de stappen van het preekproces bij langs ging. Dit zou toch eigenlijk elke keer mijn focus moeten zijn?

Effect op de hoorder

De hoorders gaven terug dat de vragen hen op een positieve manier hebben beïnvloed. ‘Het luisteren naar de preek werd vooraf of achteraf gestuurd door vragen als ‘gaat de preek over mijn concrete situatie’ of ‘gaat de preek in op mijn eigen vragen. Deze vragen nodigden de hoorders uit om hun eigen vragen ruimte te geven – los van het gegeven of de vragen ook aan de orde kwamen in de preek.

Dit zag ik ook terug in de reacties op mijn preek. Over het algemeen reageerden de hoorders positief of enigszins positief: het betoog was redelijk goed te volgen, de bedoeling was te begrijpen en de spreker werd als authentiek ervaren. Daarnaast brachten ze hun eigen vragen, context en overtuiging onder woorden. Dát laatste heb ik als zeer waardevol ervaren. De reacties beschreven waar ik steken had laten vallen, kansen had gemist of vragen en pijnpunten over het hoofd had gezien. Het feit dat dit is opgeschreven en is toegestuurd, nodigt uit tot een verdiepend gesprek.

Daarmee is dit experiment meer dan geslaagd. Later meer over de inhoudelijke kant.

 

De preek gaat de kerk niet redden

2 feb

Met een zekere regelmaat krijg ik preekvoorzieners aan de telefoon. Het is een verantwoordelijke taak. Zij moeten er voor zorgen dat er iedere zondag voorgangers de erediensten komen leiden. Het is lang niet altijd gemakkelijk om predikanten te vinden die de openstaande zondagen kunnen opvullen. Tegelijkertijd hebben ze ook nog te maken met een geloofsgemeenschap die liever de ene predikant hoort dan de andere. Preekvoorzieners zijn vaak bevlogen gemeenteleden die proberen om zorgvuldig een evenwichtig rooster samen te stellen.

preek

Ongemakkelijk gevoel

Inmiddels ben ik negen jaar predikant en heb in veel kerken mogen preken. Ergens bekruipt mij een ongemakkelijk gevoel. Het is een gevoel dat me sowieso kan overvallen als ik nadenk over de reden waarom we als plaatselijke kerk samenkomen. Als gastvoorganger komen de vragen soms scherper binnen. Wat doen we in de kerk? Waarom doen we wat we doen? We investeren in een gastvoorganger, maar wat brengt het de gemeente als geloofsgemeenschap? Wat is het belang van die preek? De meeste kerkgangers horen tijdens de kerkdienst de Bijbeltekst voor het eerst en hebben misschien niets met de vragen en gedachten die ik als voorganger aansnijd. Natuurlijk, we komen samen om geloof te delen, God de eer te brengen en iets op te doen wat mee zou kunnen gaan in de week die voor ons ligt.  Dat alleen al is van belang.

Ontmoeting 

Voor veel kerkelijk betrokken mensen is de kerkdienst een van belangrijkste gebeurtenissen voor hun geloof. De kerkdienst is de plek waar ontmoetingen plaatsvinden en waar mensen iets opdoen aan God. Tegelijkertijd moet ik echter ook constateren dat we weinig aandacht lijken te hebben voor gemeenschapsvorming. Het is goed zoals het is. We richten ons op de mensen die we kennen en samen ervaren we verbondenheid. Nieuwkomers vallen echter vaak buiten de boot. Als gastvoorganger merk ik soms grote verlegenheid om zich met mij te verhouden. Kerkenraadsleden praten onderling bij en ik wacht tot de dienst begint. (Ik zit hier verder niet mee, hoor. Ik kan goed voor mezelf zorgen en een gesprekje aanknopen. Ook stilte kan ik verdragen, geen zorgen!) Als dit bij mij al gebeurt, dan zal dit ook bij gewone gasten kunnen voorkomen.

Als voorganger zie ik overigens nog iets anders als het om ‘ontmoeting’ gaat. Protestanten lijken de wonderlijke gewoonte te hebben om vooral niet naast elkaar te gaan zitten. Ook zit de gemeente het liefst zo ver mogelijk af van de voorganger. Vindt er echt ontmoeting en gemeenschapsvorming plaats tijdens de eredienst? Of gaan kerkgangers eenzamer naar huis dan ze gekomen zijn?

Ontmoeting met God

Het andere punt – de ontmoeting met God – zet mij ook aan het denken. Als ik naar de ontwikkelingen in de verschillende geloofsgemeenschappen kijk, dan moet ik constateren dat het ons niet lukt om de nieuwe generaties enthousiast te maken om zich te verbinden aan de kerk. Veelal is er sprake van een beweging waarin ouders losser komen van de kerk en haar gebruiken, waarna de kinderen zich uiteindelijk laten uitschrijven. Een andere trend is dat trouwe kerkgangers steeds minder (Bijbel)kennis bezitten.

Rust in Gods ruimte

Het is goed om te bedenken dat de mensen die er zijn. gekomen zijn om iets van rust te ervaren. Niets moeten, gewoon er mogen zijn in de ruimte van God. Daar wil ik niet aankomen. Dat is kostbaar.

Krakende kerk

Ondertussen kraakt de kerk in haar voegen. En ook dat is niet erg. Het biedt mogelijkheden en kansen. Het nodigt uit om ons opnieuw te bezinnen op de vraag waarom we als geloofsgemeenschap samenkomen. Om na te denken over de vraag voor wie wij kerk mogen zijn. Het biedt de ruimte om na te denken over hoe we zelf weer aangesproken worden door het evangelie en hoe we voor anderen van betekenis kunnen zijn. Het is niet erg dat de kerk kraakt. Als we maar niet doen alsof het allemaal goed komt. Een goede preek gaat de geloofsgemeenschap niet redden, maar daar is de preek ook niet voor bedoeld. Met mijn ongemakkelijke gevoel zal ik blijven preken.

Het is echter ook tijd om te zoeken en te verkennen. Om elkaar weer te leren kennen, inspiratie te delen en te groeien in geloof, hoop en liefde. De geloofsgemeenschap als oefenruimte van de Geest. Ik open het raam – de wind steekt op!