Tag Archives: samenleving

Pek en veren?

3 mei

Mijn twittertijdlijn loopt vol met verontwaardigde reacties. Een persvoorlichter van GroenLinks is ontslagen nadat hij zich schuldig had gemaakt aan aanranding van een stagiaire. Nu, een jaar later, heeft hij een nieuwe baan: persvoorlichter van Liesbeth van Tongeren, stadsbestuurder in Den Haag namens GroenLinks. De felle en harde reacties roepen bij mij enkele gedachten op. Vandaar een blog.

Hypocriet

Wat ik zelf opmerkelijk vind, is dat een aantal mensen die nu scherp en verontwaardigd reageren op de tweede kans voor de persvoorlichter, in de achterliggende periode niet minder scherp en fel reageerden op de #MeToo-onthullingen. Mensen die hun verhaal deelden, werden weggezet als zeurkousen die maar moesten leren incasseren. Als je al geen geintje meer mag maken of een onschuldige aanraking opeens als grensoverschrijding wordt gezien –

Ik zou me kunnen voorstellen dat deze mensen de tweede kans voor de persvoorlichter zouden toejuichen. Eindelijk gerechtigheid immers. Het pakt dus anders uit. Het gaat in de reacties niet alleen om die ongewenste grensoverschrijdingen, maar er spelen ook allerlei andere motieven mee in de verontwaardiging (met name het beschuldigen van GroenLinks van hypocrisie). Deze situatie wordt aangegrepen om ten koste van personen te willen scoren.

De dynamiek hoort echter ook bij hoe wij als samenleving omgaan met ongewenste grensoverschrijdingen en seksueel misbruik.

Bij ons gebeurt het niet

Mensen die te maken hebben (gehad) met ongewenste grensoverschrijdingen lijden niet alleen aan de gevolgen van die ervaringen, maar ook aan het zwijgen van de samenleving. Het is en blijft voor slachtoffers een hele klus om hun verhaal te doen en daar erkenning voor te krijgen.

Dit heeft allereerst te maken met het gegeven dat mensen die te maken hebben met huiselijk geweld en/of seksueel misbruik zich vaak schuldig voelen en zich schamen. De grensoverschrijdingen hebben vaak een negatieve invloed op het gevoel van eigenwaarde. Die negatieve gevoelens versterken het schaamtegevoel. Het valt dus niet mee om deze innerlijke dynamiek te overwinnen en je verhaal te doen.

In de tweede plaats willen omstanders verhalen van misbruik en geweld liever niet horen. Te vaak krijgen slachtoffers te horen dat ze zelf schuldig zijn. Te vaak wordt daders de hand boven het hoofd gehouden. Te vaak zoeken omstanders naar een snelle manier om deze lastige verhalen niet echt onder ogen te hoeven zien.

Verhalen van seksueel misbruik versplinteren de idylle dat onze samenleving, onze straat, onze vereniging, onze kerk, onze politieke partij of onze familie veilig en goed is. Misbruik komt overal voor. En elk onderzoek laat zien dat het vaker voorkomt dan we dachten en dat het dichterbij is dan we ooit vermoed hadden.

Een greep uit de nieuwsberichten van de afgelopen maand: het aantal meldingen van kinderporno is verdubbeld. Al honderden meldingen van seksueel misbruik bij Jehova’s Getuigen. Na de uitzending van de documentaire Leaving Neverland was er een toename van het aantal meldingen bij hulpverlenende instanties. Een atletiekcoach wordt aangehouden vanwege misbruik.

Verhalen van ongewenste grensoverschrijdingen, van huiselijk geweld en van seksueel misbruik tonen een harde en confronterende werkelijkheid: het komt ongelofelijk veel voor en de gevolgen kunnen hevig zijn en een leven lang meegaan.

Zondebok

Hoe moeten we met deze werkelijkheid omgaan? Wat moeten we doen als het niet meer lukt om de ogen te sluiten? Als het niet meer lukt om de lastige verhalen te bagatelliseren of te generaliseren? Wat als het niet meer lukt om het slachtoffer het zwijgen op te leggen? Wat dan voor de hand ligt, is om de geïdentificeerde dader (schuldig of niet) uit de samenleving te verbannen. De dader moet verdwijnen (lynchen als het kan) en mag in ieder geval nooit meer in de openbaarheid treden. Op die manier wordt de veiligheid gevoelsmatig weer hersteld en kunnen we als samenleving verder leven alsof er niets aan de hand is.

Waar het op aan komt is enerzijds recht doen aan wat er gebeurd is: erkenning van het verhaal van het slachtoffer, en een oordeel over de handelingen van de dader. Voor dat laatste hebben we gelukkig de rechterlijke macht en niet het volksgericht. Anderzijds zullen we als samenleving na moeten denken over drie dingen: over hoe we slachtoffers kunnen ondersteunen,  over de vraag waarom in onze samenleving zoveel misbruik voorkomt en over de vraag wat we met daders aanmoeten.

Een tweede kans?

Iemand die veroordeeld is van een zedendelict, heeft zijn straf uitgezeten en zal zijn / haar weg weer moeten zoeken in de samenleving. Wat daarin van belang is dat de kans op recidive goed wordt ingeschat en dat er alles aan gedaan wordt om te voorkomen dat een zedendelinquent nieuwe slachtoffers maakt.

Tegelijkertijd is het ook onzinnig om iemand na zijn vrijlating alsnog elke vorm van toekomst te ontzeggen. Ja, natuurlijk. Slachtoffers hebben soms levenslang. Soms gaan de gevolgen van geweld en misbruik zo ver dat het leven geen houvast meer biedt en alleen maar zwaarte betekent. Het vraagt dus om een evenwicht tussen het aangedane leed, de gerechtelijke straf en het terugvinden van de weg naar het leven door zowel het slachtoffer als de dader.

Een tijd terug heb ik dit artikel geschreven over de haken en ogen van een tweede kans voor een zedendelinquent.

Geef erkenning en ruimte!

Laten we met elkaar bouwen aan een veilige samenleving door ruimte te maken voor slachtoffers om met hun verhalen naar buiten te komen. #Metoo heeft hier een belangrijke functie in. We kunnen werken aan een veilige samenleving door misbruik bespreekbaar te maken, door heldere grenzen te durven trekken en door na te denken over onze cultuur.

Hoe komt het toch dat kinderen, vrouwen en mannen niet zomaar veilig zijn? Waarom reageren we vaak zo lauw en gelaten op verhalen over en onderzoeken naar misbruik? Waar blijft onze verontwaardiging? Waar blijft ons verlangen om te onderzoeken waar onze eigen context misbruik faciliteert of juist aan de kaak stelt?

Ons spreken en ons handelen maken een verschil.

Een onthullende campagne #metoo

27 okt

De hashtag #MeToo maakt veel los. Zoveel is wel duidelijk. Een overweldigende hoeveelheid mensen heeft op sociale media gehoor gegeven aan de oproep van actrice Alyssa Milano om hun ervaringen met ongewenste seksuele grensoverschrijdingen te vertellen.

Afbeeldingsresultaat voor esther veerman

‘Doos van Pandora’ door Esther Veerman

De reacties op #MeToo zijn verschillend. Voor sommigen is het een ondersteuning om eindelijk met haar/zijn verhaal in de openbaarheid te treden. Anderen vinden het  een belangrijk signaal dat seksuele intimidatie diep verankerd zit in onze cultuur. Weer anderen maken zich juist boos over deze actie. Ze zetten vraagtekens bij de verhalen van mensen die vertellen over hun ervaringen. Ze zijn bezorgd dat er een nieuwe preutsheid toeslaat en seksualiteit onder een vergrootglas komt te liggen. Ook zijn er bezwaren tegen stereotyperingen: vrouwen als slachtoffers, mannen als daders.

Al deze verschillende reacties maken het belang en de noodzaak van deze campagne duidelijk. Er is sprake van een serieus probleem dat onze samenleving raakt. Het roept niet alleen herkenning op, maar ook boosheid en frustratie.

Wat #MeToo vertelt

 

Veel mensen hebben gehoor gegeven aan de oproep om hun ervaringen met seksuele intimidatie te delen op de sociale media. Het grote aantal riep ook al snel een tegenreactie op. Is het niet gewoon aandachttrekkerij? Is flirten opeens ook seksuele intimidatie?

De verhalen die onder de hashtag gedeeld worden verschillen sterk van elkaar. Soms gaat het over een vervelende aanraking, soms over stelselmatige verkrachtingen. Soms vertellen mensen dat hun leven getekend is door deze ervaringen, soms melden mensen ook dat ze verder geen last hebben gehad van de seksuele intimidatie.

Het is goed om deze verschillen ook mee te nemen in het waarderen van de impact van #MeToo. Niet elke ongewenste grensoverschrijding is ingrijpend, en niet elke ingrijpende gebeurtenis is traumatiserend.

Toch vertellen juist die ‘kleine’ ongewenste grensoverschrijdingen een belangrijk verhaal. Blijkbaar is er een tendens in onze samenleving waarin fysieke grensoverschrijdingen en seksisme geaccepteerd worden. Dit is niet onschuldig. Het is de voedingsbodem voor misbruik. Potentiële slachtoffers worden aangesproken: zij moeten immers niet zeuren of zelf maar de grenzen aangeven. Potentiële daders worden aangemoedigd: seksistische grappen ten koste van de ander zijn leuk. Een klap op de billen moet kunnen. Tijdens het uitgaan een ander ongevraagd op intieme plaatsen aanraken is eerder regel dan uitzondering.

Waarom tolereren we het dat vrouwen gezien worden als lekkere dingen, dat onze dochters en zonen niet zomaar veilig zijn op scholen, op hun werk, op hun sport? Waarom lachen we deze problematiek weg – geintje, moet kunnen? Dáár zou de frustratie over moeten gaan. Waarom spreken we niet degene aan die grenzen over gaat? Dát zou normaal moeten zijn.

De kleine verhalen laten zien in welk klimaat wij leven, in welk klimaat onze kinderen opgroeien. Dat is een eerste belangrijke uitkomst van #metoo.

Schuld en schaamte

Daar komt nog iets bij.  Wie te maken heeft gehad met seksuele intimidatie of seksueel misbruik kan daar ingrijpende gevolgen aan overhouden. Slachtoffers voelen zich vaak minderwaardig en hebben moeite om anderen te vertrouwen. Vaak worstelen ze met intieme relaties.

Slachtoffers vertellen dat zij kampen met schuld- en schaamtegevoelens. De schaamte over het misbruik en de gedachte schuldig te zijn aan het misbruik weerhouden mensen ervan om over het misbruik te spreken. Soms waren de ervaringen zo overweldigend dat slachtoffers de herinneringen wegdrukken en soms langere tijd niet meer over die herinneringen kunnen beschikken. Ja, de nachtmerries en herbelevingen zijn er, maar het verhaal ontbreekt.

Die schaamte kan alleen doorbroken worden als er ruimte komt voor het verhaal. Erkenning. Daar begint heelwording. Het doorbreken van het geheim en het zwijgen is noodzakelijk om te kunnen beginnen met herstel. Dat is een tweede winstpunt: het helpt mensen om het geheim dat op de schouders drukte te doorbreken.

Hoe kan ik mijn verhaal vertellen?

Het klimaat en de cultuur van de samenleving bepalen mede of verhalen van intimidatie en misbruik verteld mogen worden. In de Eerste Wereldoorlog leden veel soldaten aan zogenaamde shellshock. De voortdurende bombardementen op de loopgraven en de altijd aanwezige dreiging maakten dat soldaten geestelijk instorten. Dit werd echter niet erkend door de legerleiding. Soldaten die leden aan een shellshock werden gezien als laf of als deserteurs. Sommige van hen zijn ook terechtgesteld tijdens de oorlog.

Pas jaren later was er de ruimte om opnieuw naar deze slachtoffers van de oorlog te kijken. Toen werden de symptomen in een ander perspectief geplaatst. Het werd niet langer gezien als lafheid, maar als een posttraumatische stressstoornis ten gevolge van de voortdurende blootstelling aan levensgevaar. Pas toen ontstond er de ruimte voor de soldaten om te herstellen.

Zo werkt het ook met de verhalen van seksuele intimidatie en misbruik. Waarom vinden we het zo moeilijk om niet ons eigen lolletje, maar de perceptie van de opmerking of het gebaar als uitgangspunt te nemen? Als de ander jouw grap of gebaar niet fijn vindt, ligt daar dus de grens. En ja, dat kan per persoon verschillen.

Als signalen worden weggelachen, als slachtoffers worden weggezet als aanstellers, als slachtoffers zelf verantwoordelijk worden gehouden, als er geen taal wordt aangereikt om over de grensoverschrijdingen te vertellen – hoe kan een slachtoffer dan ooit de erkenning kringen die z/hij nodig heeft?

Dat is het derde grote winstpunt van #metoo. Het biedt de bedding waarin de verhalen verteld kunnen worden.

Wat voor samenleving zijn we?

De #metoo campagne onthult. Pijnlijke, lastige en zware verhalen worden aan het licht gebracht. Dat is wat onthullen is: wat verborgen was, komt aan het licht. Maar die verhalen roepen ook weerstand, woede, ongemak en vermoeidheid op.

Erkenning van de verhalen vraagt om een kritische kijk op onszelf en op onze samenleving. Waar versterken onze opmerkingen en handelingen het klimaat waarin ongewenste grensoverschrijdingen plaats kunnen vinden? Hoe kunnen we meewerken aan een veilige samenleving?

Wanneer we slachtoffers opnieuw het zwijgen opleggen, doen we hen ernstig tekort en houden we het kwaad in stand.

Het gaat er niet om om mannen als potentiële daders weg te zetten, maar om mannen en vrouwen de tools te geven om grenzen te stellen en grenzen van anderen te aanvaarden.

 

Afschuwelijk, maar hoopgevend nieuws

21 apr

Vandaag draaide mijn maag verschillende malen om. Het ene verhaal was nog niet verteld, of het volgende diende zich al aan. In Cambodja is een priester van de Oud Katholieke Kerk gearresteerd vanwege het in bezit hebben van kinderporno en het vermoeden van misbruik van kinderen. Ook kwam vandaag het bericht naar buiten dat een hoofdofficier van justitie verdacht wordt van ontucht. Ondertussen werd vandaag bekend gemaakt dat in Canada 104 mannen zijn opgepakt in een grote zedenzaak.  Het ging om mensensmokkelaars, pooiers en mannen de jonge meisjes wilden misbruiken. De politie wist 85 tienermeisjes op te sporen.

Beek13.jpg wordt weergegeven

Ze zitten overal

De berichten grijpen me naar de keel. in de Nederlandse zaken betreft het een priester en een officier van justitie. Mensen op een hoge positie, met aanzien, gezag en vertrouwen. In Canada ging het veelal om mensen zonder strafblad. Het betekent dat verenigingen geen genoegen kunnen nemen met een Verklaring omtrent gedrag. Het is een onderdeel van een veilige organisatie, maar alles behalve een garantie.

Het is goed om te bedenken dat geen enkele organisatie, geloofsgemeenschap of vereniging kan voorkomen dat mensen zich schuldig maken aan seksueel misbruik. Wel kan er proactief gewerkt worden aan een veilige setting. Voorlichting, vertrouwenspersonen, heldere grenzen en duidelijkheid over gevolgen van grensoverschrijdend gedrag. We hoeven niet te wijzen naar andere groepen – het komt ook bij ons voor. We moeten het zeker niet met de mantel der liefde bedekken, maar duidelijk maken dat grensoverschrijdingen niet getolereerd worden. Zorg om en voor de kwetsbare medemens moet voorop staan.

Het gaat er niet om om iedereen te wantrouwen, wel om het gesprek over grenzen, intimiteit en wangedrag te voeren. Het gaat ook over de vraag hoe het kan dat zoveel kinderen, vrouwen en mannen slachtoffer worden van misbruik. Wat zegt dat over onze samenleving?

Vernietigende gevolgen

Seksueel misbruik kan diep ingrijpende gevolgen hebben. Slachtoffers van kinderporno en andere vormen van misbruik vertellen over psychische gevolgen: ze leiden vaak aan gevoelens van minderwaardigheid en schaamte. Ze hebben te maken met angst, paniek en nachtmerries. De slachtoffers vertellen over de moeite om medemensen te vertrouwen.

Het betekent dat jij, als je valt op kinderen of jongeren, als jij bereid bent te betalen voor filmpjes of afbeeldingen, je je moet realiseren dat de levens van kinderen verwoest zijn voor jouw opwinding. Stop hiermee. Zoek hulp.

Hoopgevend

Wat ik hoopgevend vind, is dat deze zaken aan het licht zijn gekomen. Dat justitie de verhalen van misbruik serieus neemt, onderzoek doet en grensoverschrijdende mannen (en vrouwen) oppakt en aanklaagt.

Beste slachtoffers, weet dat er politieagenten en officieren van justitie hard werken om recht te doen. Weet dat jullie niet alleen zijn en dat er zoveel mensen zijn die jullie willen steunen en willen helpen.

Plegers, weet dat jullie medemensen diep beschadigen. Weet ook dat jullie daden zullen worden opgemerkt.

Omstanders, kijk niet weg, maar kies voor recht doen, voor een samenleving waar kinderen veilig zijn.

De engerd zit in de huiskamer

12 feb

Begin februari 2016 presenteerde de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel geweld tegen kinderen, Corinne Dettmeijer, het eerste deel van het rapport Ontucht voor de rechter. De belangrijkste conclusie van het onderzoek is dat daders van fysiek seksueel geweld meestal bekenden van het slachtoffer zijn. In drie kwart van de gevallen blijken de daders familieleden of bekenden van het slachtoffer te zijn.  Het is een schokkende en verontrustende bevinding, omdat het zo haaks staat op het door zovelen veronderstelde beeld van de onbekende dader.

Woonkamer

Het gevaar komt dus niet van buiten, van de enge man in de bosjes, maar bevindt zich in onze woonkamer. In het centrum van ons bestaan. We leren onze kinderen op te passen voor de dreiging van buiten, maar hoe moeten we onze kinderen beschermen als juist onze partners, vrienden, collega’s en familieleden daders zouden kunnen zijn? Dit onderzoek raakt aan de fundamenten van ons bestaan.

Stilte

Het onderzoek heeft gepaste aandacht gekregen. Een interview bij een talkshow. Een artikel in de kranten. Maar verder doen de uitkomsten van het onderzoek geen stof opwaaien. Er is geen maatschappelijke verontwaardiging of zorg om de kinderen. Die stilte is verrassend, omdat de aanrandingen in Keulen en de berichtgevingen over pedoseksuelen wekenlang natrillen in de media. Waarom is het zo stil?

Maatschappelijk probleem

Steeds weer blijkt het zwijgen over seksueel misbruik lastig te doorbreken. Eigenlijk is dat vreemd. Vele onderzoeken tonen steeds opnieuw aan dat meer mensen slachtoffer worden van een vorm van seksueel misbruik dan gedacht. Of het nu onderzoeken zijn naar misbruik van bijvoorbeeld mensen met een verstandelijke beperking, naar misbruik binnen de kerk (Commissie Deetman), binnen de jeugdzorg (Commissie Samson), naar misbruik in Nederland in het algemeen (Movisie) of in Europa – het valt nooit mee.

Ook laten onderzoeken zien dat de gevolgen van seksueel misbruik ernstig kunnen zijn. Mensen kunnen hun leven lang in meer en mindere mate de last van het misbruik met zich meedragen.

Dit brengt ook hoge maatschappelijke kosten met zich mee. De kosten van kindermishandeling voor de samenleving in Nederland zijn voor 2003 door Meerding geschat op meer dan 900 miljoen euro per jaar.

Zwijgen

Ondanks deze gegevens ontbreekt adequaat beleid. Enerzijds mag de strijd tegen huiselijk en seksueel misbruik rekenen op goede aandacht. Overal in Nederland worden centra seksueel geweld opgezet. Ook is Veilig Thuis in veel burgerlijke gemeenten prominent aanwezig. Anderzijds is er in de afgelopen jaren fors bezuinigd op preventiewerkers in de GGZ. Ook is er bezuinigd op goed functionerende traumacentra, waardoor er lange wachtlijsten zijn voor mensen die hulp zoeken voor hun trauma’s.

Een belangrijke oorzaak voor het zwijgen van de samenleving is dat de echte cijfers over seksueel geweld de illusie van veiligheid aantasten. Hoe kun je je verweren tegen een dreiging van binnenuit? Een kenmerk van trauma is vermijden. Het betekent dat de pijn niet onder ogen wordt gezien en wordt ontkend.

Daar komt bij dat seksueel geweld diep in onze samenleving verankerd is. Als er zoveel mensen te maken hebben gehad met seksueel geweld, moeten we ook constateren dat veel mensen zich schuldig maken aan geweld. Het betekent dat we vragen moeten stellen aan onze cultuur, onze taal en onze gewoonten. Waar fasciliteert de cultuur seksueel geweld? Waar worden in onze samenleving slachtoffers hun stem ontnomen?

Te vaak is het seksueel geweld dat in een familie heeft plaatsgevonden een gedeeld geheim. Een taboe. Ten koste van hen die het geweld aan den lijve moesten ondergaan.

Zondebokken

Een van de mogelijkheden om de illusie van veiligheid in stand te houden, is het mechanisme van de zondebok. Vaak is het slachtoffer de zondebok. Als zij/hij met haar verhaal naar buiten komt, volgt er vaak uitsluiting. Aan de verhalen mag geen geloof worden gehecht. Wanneer het misbruik niet te ontkennen valt,  zal alle woede zich richten op de dader. Als deze uit de gemeenschap is gestoten, is de illusie van veiligheid weer hersteld. Er is geen noodzaak meer om naar  de eigen rol, naar mechanismen en processen te kijken.

Hoe dan wel?

Goede voorlichting en preventie zijn noodzakelijk. Een deel van de daders zijn jongeren tussen de 13 en 16 jaar. Hier is een wereld te winnen. Daarnaast is het goed om kinderen en jongeren niet alleen te waarschuwen voor de enge man in de bosjes, maar hen ook en vooral te leren wat grenzen zijn, waar niemand ongewenst overheen mag gaan.

Ook zouden de kerken een verschil kunnen maken. Het spreken over veiligheid, intimiteit, opvoeding, seksualiteit en grenzen zou een standaard onderdeel moeten vormen van het doopgesprek en het huwelijksgesprek.

De cijfers maken duidelijk dat de engerd in de huiskamer zit. We herkennen hem niet, hij is immers onze vriend. In plaats van ontkennen, zullen we onze kinderen moeten leren om hun grenzen te waarderen en aan te geven. En wij, wij moeten leren om naar onze kinderen te luisteren.

 

Wat moeten we met die daderpredikanten?

23 aug

Worden predikanten die zich schuldig hebben gemaakt aan seksueel misbruik onevenredig hard gestraft? In een opiniestuk in Trouw (‘Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen’ 18 augustus 2015) betoogt emeritus-predikant Gerard Zuidberg dat dit inderdaad zo is.

Daders zonder perspectief?

Als vertrouwenspersoon heeft hij met veel veroordeelde predikanten te maken gehad. Het kwaad van misbruik en de noodzaak van straf staan wat Zuidberg betreft niet ter discussie, maar hij vraagt aandacht voor het gegeven dat daders elk perspectief wordt ontnomen om hun leven op enig moment weer op te bouwen.  Het oordeel vanuit kerk en samenleving is hard, het wantrouwen groot en begeleiding ontbreekt volgens Zuidberg. Het gevolg is niet alleen een blijvende reputatieschade, maar ook een isolement voor daderpredikanten.

Aandacht voor daders

Zuidberg vraagt terecht aandacht voor dit probleem. De Protestantse Kerk in Nederland onderkent dit overigens ook. Naast aandacht voor slachtoffers en kerkelijke gemeenten is er wel degelijk ook aandacht voor daders.

Zonder zonde?

In het vervolg van zijn betoog ontspoort Zuidberg echter, waardoor hij het tegenovergestelde bewerkstelligt. Zijn redenering lijkt het misbruik te bagatelliseren en te vergoelijken. Wat is die redenering? Allereerst vraagt hij zich af of anderen wel zouden mogen oordelen. “Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen”. Hij veronderstelt dat iedereen die optreedt tegen daders ook zelf wel iets te verbergen heeft. “Is er dan geen enkel moment in hun leven waarop zij op subtiele manieren misbruik hebben gemaakt van kwetsbare mensen?” Alleen wie volstrekt integer zou zijn, zou mogen oordelen, wat Zuidberg betreft. En die integere persoon bestaat natuurlijk niet …

Daarnaast maakt Zuidberg zich boos over het feit dat misbruik wél de media bereikt, maar alle andere vormen van disfunctioneren en wangedrag nauwelijks. Volgens hem is dit “met modder gooien”, met imagoschade tot gevolg.

Misbruik heeft ingrijpende gevolgen

Door deze argumentatie lijkt het erop dat Zuidberg geen weet heeft van de mogelijke gevolgen van seksueel misbruik. Wanneer iemand binnen een pastorale relatie misbruikt wordt, heeft dit vaak een grote impact op het slachtoffer. De kwetsbaarheid van het slachtoffer wordt misbruikt of het slachtoffer wordt zo gemanipuleerd dat z/hij kwetsbaar en machteloos wordt. Het misbruik heeft tot gevolg dat de meeste slachtoffers worstelen met eigenwaarde, grote moeite hebben om anderen te vertrouwen en moeite krijgen met geloof en kerk. Vaak kampen slachtoffers jarenlang met de psychische, lichamelijke, relationele en spirituele gevolgen.

Gevolgen voor gemeente

Ook voor omstanders is het ingrijpend wanneer een voorganger die het vertrouwen heeft ontvangen op basis van ambt, rol en positie zich schuldig blijkt te hebben gemaakt aan misbruik. Het kan niet anders dan dat dat vragen oproept: was het leven van deze pastor één grote leugen? Wat betekent het misbruik voor hoe we terugkijken op onze trouwviering? Op de uitvaart van onze ouders? Op de doopdienst? Met terugwerkende kracht zullen omstanders de contacten en handelingen van de voorganger herwaarderen. Dat is een logisch en onvermijdelijk gevolg van de handelingen van de grensoverschrijdende voorganger zelf.

Misbruik door een voorganger raakt ook aan de kerk en aan God. De voorganger vertegenwoordigt de kerk. Misbruik is het diepste verraad van het ontvangen vertrouwen.

Terechte aandacht voor misbruik

In die zin is het volkomen terecht dat er veel aandacht uitgaat naar verhalen van misbruik. Er zijn verschillende vormen van wangedrag door voorgangers: financieel, machtsmisbruik en seksueel misbruik. Zonder de ernst van de andere vormen tekort te willen doen, mag duidelijk zijn dat seksueel misbruik het diepst ingrijpt in mensenlevens en in de kerkelijke gemeente.

Een verrassend en wonderlijk argument is de verwijzing van Zuidberg naar de uitspraak van Jezus dat wie zonder zonde is, de eerste steen moet werpen. Het leidt af van waar het over zou moeten gaan. Daarnaast neigt het naar het bagatelliseren en vergoelijken van het misbruik. Iedereen maakt immers fouten?

Realisatie

Hoe dan wel? Om te beginnen heeft Zuidberg echt een punt. In onze samenleving is het moeilijk om verhalen van misbruik aan het licht te brengen. Hoewel onderzoeken keer op keer laten zien dat misbruik veelvuldig voorkomt, een maatschappelijk probleem is dat in alle lagen van de bevolking voorkomt, blijft de aandacht voor deze problematiek achter. De onderzoeken laten immers zien dat onze kinderen en kwetsbare naasten veel minder veilig zijn dan we denken. Gezinnen, scholen, kerken – nergens blijken kinderen en kwetsbare mensen zomaar veilig te zijn. Een reflex is om dan maar weg te kijken.

Wanneer echter een situatie van misbruik aan het licht komt en niet ontkend kan worden, reageert de samenleving over het algemeen met grote woede. De dader wordt tot zondebok gemaakt en uit de samenleving gestoten om gevoelens van onveiligheid en machteloosheid kwijt te kunnen raken. Door de dader uit te bannen, wordt de status quo van non-realisatie hersteld. Uiteindelijk is dit negatief voor dader, samenleving én slachtoffer.

Het begint dus bij het durven realiseren dat misbruik voorkomt in onze vertrouwde kringen. Het vraagt om openheid, ruimte voor slachtoffers om hun verhaal te mogen doen, preventie en beleid om in situaties van misbruik te kunnen handelen. Het is erg belangrijk dat er recht geschiedt.

Het betekent dat er dus ook oog moet zijn voor de bestrafte dader die weer terug komt in de samenleving. Die terugkeer zal goed begeleid dienen te worden, waarbij er ten volle rekening wordt gehouden met de slachtoffers die de dader heeft gemaakt. Bagatelliseren en vergoelijken dient de aandacht voor misbruik niet. Voor overwegingen rond een mogelijke terugkeer van de dader zie: Wolf of zondebok

Als de toverhazelaar bloeit

10 apr

Toen we afscheid namen van de Protestantse Gemeente ’t Harde, kregen we onder andere als afscheidscadeau een bloeiende toverhazelaar. Het is een prachtige struik die in de winter bloeit en midden in de kou en dorheid al vooruit wijst naar de lente. Afgelopen februari liep de struik opnieuw uit en bloeide uitbundig. Als de hazelaar bloeit, is er dus een jaar voorbij – ons eerste jaar in Vriezenveen.

toverhazelaar

 

Hartelijke ontvangst

Terugkijkend kunnen we niet anders zeggen dan dat het een mooi en inspirerend jaar is geweest. Toen we hier kwamen wonen, zijn we hartelijk ontvangen. Een hartelijkheid die het hele jaar met ons mee is gegaan. Het heeft ons alle drie geholpen om ons snel vertrouwd en thuis te voelen in onze nieuwe woonplaats en onze nieuwe geloofsgemeenschap.

Spannende uitdagingen voor een energieke gemeente

Ik heb de Ontmoetingskerk leren kennen als een betrokken gemeenschap met een zeer actieve kern. Het omzien neemt een grote plaats in en er zijn dan ook vele vrijwilligers actief in het bezoekwerk. Het is een gemeente met ruimte, een gemeente die open staat voor nieuwe initiatieven en nieuwe inzichten. Tegelijkertijd is onze gemeente vertrouwd met de rijkdom uit de (liturgische) traditie en wil deze rijkdom ook graag doorgeven aan de komende generaties. Het is een uitstekend fundament om de ontwikkelingen en uitdagingen waar onze gemeente voor staat tegemoet te treden: enerzijds hernieuwd wortelen in de traditie, anderzijds zoeken naar mogelijkheden om aan te kunnen sluiten bij de huidige cultuur. Ik ben enthousiast over de energie in onze gemeente, het meedenken en meedoen van talloze vrijwilligers en de evenwichtige beleidsmatige kaders van de kerkenraad. Spannende ontwikkelingen waar we ons in de komende jaren mee moeten verhouden, is een veranderende betrokkenheid van de nieuwe generaties op geloof en kerk. Het aantal betrokken kerkleden en het aantal vrijwilligers zal minder worden. Tegelijkertijd is er in de samenleving een groeiende behoefte aan zingeving, aan verbondenheid en aan aandacht aan kwetsbare burgers. Veel zaken die nu vertrouwd zijn in de Ontmoetingskerk, zullen heroverwogen moeten worden.

Kerk als gesprekspartner bij levensvragen?

In het afgelopen jaar heb ik veel mensen bezocht. Ik heb geprobeerd om eerst die mensen een bezoek te brengen die door het bezoekteam zijn aangedragen. Mocht u graag met mij een kennismakingsgesprek willen of een gesprek over bepaalde vragen of moeiten, laat het me even weten via ouderling of contactpersoon, of via telefoon of mail. Wat opvalt in de pastorale contacten, is dat de kerk voor de jongere generaties niet meer een vanzelfsprekende gesprekspartner is. Vragen rond gezondheid, levensovertuiging, (ethische) keuzes, zingeving en geloof worden in andere verbanden besproken. Het roept bij mij de vraag op hoe we als kerk weer van betekenis kunnen worden voor een groeiende groep binnen en buiten de kerk.

Haast

Het is een jaar geweest van verkennen, maar ook van haast. Ik heb de indruk dat sommige ontwikkelingen in de cultuur vragen om een snelle reactie. Het is goed dat ik in de gemeente meerdere gesprekspartners heb om mee af te stemmen: wat is wijs, wat is goed, wat is nodig?

Er is zoveel te vertellen over het eerste jaar, maar laat ik hiermee afsluiten: we voelen ons op onze plek, we zijn opnieuw thuis gekomen. Ik kijk met vertrouwen en enthousiasme uit naar het tweede jaar om met de Ontmoetingskerk mee te mogen bouwen aan Gods Koninkrijk.

 

Bankiers verdwaald in hun eigen werkelijkheid

10 apr

Het is opvallend dat de topbankiers (van met name de ABN) zich overvallen voelen door de commotie in de samenleving over de voorgestelde loonsverhoging. De bankiers vinden het vervelend dat mensen die extra salarisverhoging vervelend vinden. Nergens is er een spoortje van herkenning zichtbaar dat de boze reacties misschien terecht zouden kunnen zijn. business millionaire We verdienen het gewoon

Vanuit het gedachtegoed van de bankiers is alle onrust volstrekt overdreven. Zij hebben enkele jaren afgezien van loonsverhoging en vervolgens niet eens het toegestane maximum benut. Een alleszins redelijke looneis dus. Hoe is het mogelijk dat de samenleving dit niet ziet?

Elite 

Een belangrijke reden is dat de bankiers een elite zijn gaan vormen en volkomen los zijn geraakt van de samenleving. Binnen de elite zijn er geen corrigerende krachten meer. De sector houdt elkaar de hand boven het hoofd. De topbankiers hebben in de afgelopen decennia een systeem voor salariëring gecreëerd die niet meer verbonden is met de werkvloer, maar alleen met andere elites van andere banken en financiële sectoren. Dit systeem is niet gebaseerd op dienstverlening, maar op hebzucht.

Samenleving leidt onder de gevolgen van de crisis

Het was het collectieve falen van de banken dat ten grondslag lag aan de crisis waar nog steeds veel gewone mensen dagelijks aan lijden. Veel arbeiders moesten salaris inleveren of werden lang niet meer gecompenseerd. Veel bedrijven gingen saneren en velen verloren hun baan. Overheden moesten krachtig bezuinigen en met name de kwetsbare mensen waren en zijn hier de dupe van. Dat is de werkelijkheid waar het grootste deel van de samenleving mee te maken heeft.

Niet zo belangrijk … 

De topbankiers claimen dat zij uitzonderlijk belangrijk werk leveren. En dat uitzonderlijk belangwekkende werk mag wat kosten. Met alle respect, maar in mijn beleving overschatten deze bankiers zich schromelijk. De vrouwen en mannen in de zorg die dagelijks de verantwoordelijkheid hebben voor onze ouderen en kwetsbare medeburgers, de mensen op de vloer die het werk verrichten dat de managers bedenken, de politieagenten en ambulancemedewerkers – zonder hun inzet zou de samenleving in een chaos veranderen. Arbeid aan de top moet gerelateerd zijn aan de arbeid op de vloer.

Kloof

Wat ik zie, is dat de topbankiers in hun eigen werkelijkheid leven. Zij spreken met de elite die op dezelfde hebzuchtige wijze denken. Ze kijken neer op de commotie in de samenleving. Ze wachten tot de onrust is weggeëbd. Straks, als de ABN een succesvolle beursgang heeft gemaakt, zullen de salarissen van de topbankiers gewoon stijgen. En uiteindelijk zal dit gesteund worden door het kabinet en het merendeel van de Tweede Kamer.

Een nieuwe generatie

Deze topbankiers gaan niet veranderen. Wat nodig is, zijn nieuwe mensen die niet meer uit zijn op zakkenvullen, maar op een dienstbare manier topfuncties willen bekleden. Kernwaarden zijn vertrouwen en verbondenheid, en niet eigenbelang en hebzucht. Het wordt tijd dat er een nieuwe generatie bankiers opstaat die verder durft te kijken dan hun eigenbelang en zich sterk maakt voor een eerlijke samenleving.

De rol van de kerk in de veranderende samenleving

15 mrt

Onderstaande tekst is een lezing uit 2012 voor de WMO-raad in Elburg 

De zorgzame samenleving dichtbij. Dat is het thema voor deze avond; de zorgzame samenleving in de buurt, en mij is gevraagd om hierover iets te zeggen vanuit de invalshoek van de kerken. De kerk in de buurt.

diaconie2

Net zomin als we kunnen spreken over de buurten in het algemeen, kunnen we spreken over de kerken. Er zijn veel verschillen, eigen manieren van verbondenheid. Maar het is wel mogelijk om enkele lijnen te trekken en vervolgens dit te betrekken op uw eigen kerk. Geen buurt is het zelfde, en alle gedachten en voorstellen over buurtgericht werken zullen moeten worden vertaald naar uw eigen buurt. Dat geldt ook voor de kerk. In mijn gedachtevorming heb ik meestal de Protestantse Kerk in Nederland voor ogen, en onze eigen gemeente de Protestantse Gemeente ’t Harde.

Ruimte voor de kerk?

Voordat we iets kunnen zeggen over kerk in de buurt, is het goed om de vraag te stellen of de kerk überhaupt wel iets kan betekenen in de buurt. Juist in deze tijd is er veel te doen over de invloed van religie. In het dagblad Trouw schreef de initiatiefnemer van de actie ‘Er is waarschijnlijk geen god, durf te leven’ dat de invloed van religie uit het openbare leven gebannen moest worden. Blijkbaar is niet iedereen ervan overtuigd dat de kerken op een positieve manier kunnen bijdragen aan het welzijn in de samenleving.

Een punt dat in zo’n opmerking naar voren komt, is dat kerken de neiging hebben om steeds de eigen boodschap te willen verkondigen en leden te werven. Een deel van de niet-gelovige burgers maken bezwaar tegen de soms opdringerige manier waarop kerken hun mening naar voren kunnen brengen en soms ook trachten op te leggen aan anderen. Dat kan een spanning oproepen wanneer de kerk in de buurt een actie op touw zet. Wat willen ze eigenlijk van mij?

Het is goed om te bedenken dat beeldvorming belangrijk is: als de kerk in de buurt naar buiten treedt, dan moet duidelijk zijn met welk doel.

Leren naar buiten te kijken

Beeldvorming van buiten naar binnen. Maar ook: beeldvorming binnen de kerken. In de loop van de tijd zijn kerken voor een groot gedeelte op zichzelf gericht. Veel activiteiten zijn in eerste instantie vooral bedoeld voor eigen leden. Soms zijn kerken erg actief in het uitdragen van de eigen identiteit. Dat maakt samenwerking in een aantal situaties niet gemakkelijker. In den lande is er een opvallend verschil als het gaat om WMO. Ook kerken die niet deelnemen aan interkerkelijke overlegstructuren doen wel samen mee aan WMO. In de gemeente Elburg is het mooi om te zien dat op het vlak van maatschappelijke problemen de kerken samen willen werken. Zo was er een zondag tegen alcoholmisbruik, en zal er gezamenlijke activiteit tegen huiselijk geweld georganiseerd worden in november. Overleg van voorgangers met de burgermeester, twee keer per jaar, goed bezocht.

De WMO biedt voor de kerken kansen en mogelijkheden om naar buiten te treden. De Tweede Kamer heeft besloten dat de plaatselijke kerken door de burgerlijke gemeenten bij de discussies rond de WMO betrokken moeten worden. Dit is een opvallend gegeven, omdat er in Nederland toch ook veel waarde wordt gehecht aan de scheiding van kerk en staat. Maar dit betekent vooral dat de staat geen formele zeggenschap heeft over het beleid van de kerk (bescherming van de kerk) en de kerk geen formele zeggenschap heeft over het beleid van de overheid (bescherming van de seculiere staat).

Kerk als maatschappelijke organisatie

In het kader van de WMO worden de kerken aangesproken als maatschappelijke organisatie. In die hoedanigheid kan de kerk naar eigen inzicht als volwaardig gesprekspartner zich inzetten voor de samenleving.

Hier liggen voor de kerken de kansen. De kerken kunnen zich immers richten op de centrale begrippen: barmhartigheid en gerechtigheid. Het past bij de ontwikkeling waar de kerken doorheen gaan: meer naar buiten gericht, missionair actief. Maar het gaat hierbij niet om het werven van nieuwe leden, maar om bijdragen aan het stichten van gemeenschap. Het biedt een prachtige mogelijkheid om als kerk present te zijn in de samenleving ten dienste van de samenleving en niet ten dienste van de kerk zelf!

Bezuinigingen

Tegelijkertijd is het wel van belang om hier nog een kanttekening bij te maken. Uiteindelijk is de WMO begonnen als een maatregel om te kunnen bezuinigingen. De nadruk op netwerken en mantelzorg maakt ook dat de kerken een interessante partner worden. De kerken herbergen immers een arsenaal vrijwilligers, beschikken over financiën en hebben een goed ontwikkelde interne communicatie. Het is goed om de ontwikkelingen rond de WMO kritisch te blijven volgen. De overheid blijft echter de eerstverantwoordelijke voor het leveren van de basiszorg. De mensen die hulp en zorg nodig hebben, moeten kunnen blijven rekenen op een menswaardige ondersteuning.

Behoefte aan anonimiteit

Nog een andere kanttekening bij de beweging naar de buurt. Een buurt is niet altijd positief. Zeker wanneer je verhalen met je meedraagt of specifieke zorgen hebt, kan het belangrijk zijn om hulp te zoeken van buiten de eigen buurt. Angst voor roddel. Er blijft bv grote behoefte aan anonieme hulpverlening (pastoraat, Sensoor).

Wat kunnen de kerken betekenen voor de buurt?

Voordat de wet van kracht werd, waren er allerlei kerkelijke initiatieven voor de samenleving. Door de WMO hebben dergelijke initiatieven een grotere vlucht genomen. Enkele voorbeelden:

  • Ede, ism Hogeschool. Goud van Oud – mantelzorg en vrijwilligers. Werkgroep langs 150 adressen => vraag naar activiteiten en ondersteuning, aanbod om iets voor een ander te doen. 60 positieve reacties.
  • Dag van de mantelzorg in Bennekom. Folder verspreid onder kerkleden, verzoek namen doorgeven van mantelzorgers. Vervolgesn bloemetjes + kaartjes, verspreid door diaconie.
  • Inloophuizen: diverse doelgroepen en uitwerkingen.
  • Kerk op maandag in Groningen Zuid: eigen zorgloket om mensen te helpen hun weg te vinden naar passende hulp, meedenken, drempelverlagend.

Voordat een kerk besluit om activiteiten te gaan opzetten in de buurt, rekening houden met 3 zaken:

  • allereerst te inventariseren wat er al aan hulp en initiatieven geboden en georganiseerd worden, zowel door de burgerlijke gemeente als door andere organisaties.
  • Daarnaast is het belangrijk om aan te sluiten bij mogelijkheden en activiteiten van de eigen kerk. En met name:
  • Aansluiten bij behoeften van de buurt: oor te luisteren leggen, weten wat er speelt.

De kerken beschikken over goede mogelijkheden om in de buurt van  betekenis te kunnen zijn. Met name op gebied van welzijn, minder op gebied van zorg. NB: wederkerigheid: misschien aanspraak maken op WMO-subsidies!

Het eerste waar de meeste kerken over beschikken is een kerkgebouw. Het is jammer dat deze gebouwen een groot deel van de week niet gebruikt worden. Het is interessant om de mogelijkheden na te gaan die een kerkgebouw voor de buurt kan bieden. Overigens is het wel van belang om in dit nadenken mee te nemen dat buurthuizen, en MFA’s niet over het hoofd mogen worden gezien. Niet in een concurrentiepositie ten opzichte van elkaar belanden.

Het kerkgebouw zou van betekenis kunnen zijn om inloopochtenden of doelgroepenavonden te organiseren. Overigens is de drempel om naar de kerk te komen soms groter dan gedacht. Zo werd een wijkavond in onze gemeente die belegd werd in De Beemd opvallend drukker bezocht dan de wijkavonden in de eigen kerk. Opnieuw: beeldvorming.

Het tweede waar de kerken over beschikken zijn commissies, werkgroepen of colleges. In het kader van de WMO gaat veel aandacht uit naar de diaconieën. Het mag duidelijk zijn dat daar ook een kerntaak ligt, omdat de diaconie zich met name richt op dienstbaarheid aan kerk en samenleving.

Maar als het gaat om de betekenis van de kerken in de buurt, zouden andere commissies ook van waarde kunnen zijn. Wijkgericht werken wordt vanuit de overheid gestimuleerd. Zouden de kerken in staat kunnen zijn om ‘het omzien naar elkaar’ ook op wijkniveau inhoud te geven?  Het is een uitdaging voor de pastorale commissies om na te denken over de vraag of en hoe het omzien naar niet leden ingevuld zou kunnen worden. Het gaat hierbij met name om het thema van eenzaamheid en mantelzorg.

Wat zouden andere commissies kunnen betekenen? Zo zouden commissies voor vorming en toerusting die zich richten op bezinning en verdieping  ook na kunnen denken over activiteiten voor de buurt. Hetzelfde geldt voor jeugdactiviteiten. De centrale vraag is of commissies bruggen kunnen bouwen tussen de buurt en de kerk? Het gaat om ruimte maken voor ontmoeting, creëren van netwerken.

Tot slot: elke kerk bestaat uit een verzameling leden. Deze leden wonen in hun eigen buurt. Wees een betrokken buur.

Zorgzame samenleving 

Wat is er nodig voor een zorgzame samenleving in de gemeente Elburg? Dat is de richtvraag voor vanavond.

  • Een kerk die dienstbaar durft te zijn aan de samenleving, zonder de dubbele agenda van het winnen van zieltjes.
  • Initiatieven voor samenwerking tussen kerken onderling en de
  • Een kerk die op onderzoek uitgaat waar witte vlekken zijn in buurtwerk, en waar de vragen en behoeften van de samenleving.
  • Een gemeente die weet wat de kerken kunnen bieden en een kerk die weet wat de gemeente kan bieden.
  • Maar bovenal: bewogenheid met de mensen om ons heen. Solidariteit en barmhartigheid als basis voor een zorgzame samenleving.

“Je hebt echt een coach nodig, hoor”

1 mrt

Afgelopen vrijdag (27 februari 2015) mocht ik op het interdisciplinaire symposium ‘De weg naar heelwording: gidsen in het land van trauma, dissociatie en zingeving’, een workshop verzorgen over secundaire traumatisering. Aan de hand van mijn eigen verhaal, als partner van een geweldsgetroffene, heb ik iets verteld over de impact van seksueel misbruik op ‘significante derden’.  Over de inhoud van mijn workshop zal ik later nog schrijven. Hier zou ik stil willen staan bij een reactie die mij trof en waar ik wat over heb gemijmerd.

niet alleen

Coaching

Na afloop sprak een van de mensen die mijn workshop had gevolgd mij aan. In de workshop had ik mij niet positief uitgelaten over hulpverleners die op mijn pad kwamen. Uiteindelijk heb ik mijn weg voor een groot gedeelte zelf moeten gaan. Op vele momenten was het een eenzame weg. De deelnemer gaf aan dat er wel degelijk goede hulpverleners zijn en dat ik echt een coach nodig had. Zij had de indruk dat ik niet dicht bij mijn emoties leef en dat er nog een wereld te winnen is. Een goede coach zou mij kunnen helpen om meer uit mijn werk te halen en mij leren om meer in contact met mijzelf te komen.

Uithouden in de pijn

De vrouw sprak mij met de beste bedoelingen aan. Het was haar bewogenheid en meeleven die haar ingaven om mij op het hart te binden om hulp te zoeken. Ik heb geen enkele reden om aan haar goede intenties te twijfelen. Haar reactie bleef me echter bij. Waarom? Ze vroeg mij niet hoe het met mij ging, maar kwam gelijk met een advies. Misschien herken ik in haar reactie een reflex van de samenleving. Het verhaal van seksueel misbruik is rauw en pijnlijk. Het beschadigt en schrikt af. Misbruik is als een steen in de vijver. Het maakt kringen. Hoe dichter bij de inslag, hoe groter de golfslag. Als partner zit ik in de eerste kring. Ik draag geen gemakkelijk verhaal met me mee. Het is een verhaal met scherpe randen, een verhaal dat alleen uitgeluisterd kan worden. Het kan niet worden opgelost. Het vraagt om uithouden. Uithouden in de pijn. Uithouden in de zwaarte.

Verlegenheid

Zou het kunnen zijn dat het aanraden van hulpverleners of het verwijzen naar coaches te maken heeft met verlegenheid? Verlegenheid om stil te staan bij de pijn van de ander? Op dit moment zoek ik geen hulpverleners. Ik leef op in de nabijheid van anderen waar mijn verhaal een plek mag hebben en aan wie ik mij kan laven. Aandacht voor de donkerte en de scherpte geeft de ruimte voor vreugde en geborgenheid. Het begint met luisteren, want ik zoek erkenning. Van mijzelf, van mijn gezin, van mijn vrienden, van mensen om mij heen. In het luisteren kan de vraag naar de coach aan de orde komen, maar dat hoeft niet. Verbondenheid voor het moment kan voldoende zijn. En soms denk ik: mag ik ook gewoon een beetje eenzaam zijn?

Tussen onrust en overgave – naar ‘een nieuw soort christendom’

12 jun

Dit artikel is geplaatst op http://www.nieuwwij.nl op 12 juni 2014 

De toekomst van de kerk

Voor de ingang van het café Het Vliegende Paard staan twee personen die mij uitnodigend aankijken. “Ik kom voor de toekomst van de kerk”, zeg ik. “Die is in de bovenkamer”. Als kenner van de klassieker voelt dat vertrouwd. Ik kijk nog even achter me naar het lonkende terras in de avondzon, maar besluit naar boven te gaan, naar de kleine en broeierig warme zaal.

Het is vol. Geen stoelen. Een paar statafels staan langs de kant. Achterin de zaal is de bar met enkele barkrukken, die natuurlijk allang bezet zijn. Aan de andere kant van de zaal is het podium, fel verlicht. Daar is het nog warmer. De sfeer is goed: een zaal vol betrokken, positieve en verwachtingsvolle mensen.

7keer7

Ik heb zin in wat komen gaat. Het is de derde avond van een serie van zeven bijeenkomsten over de toekomst van het christendom. De initiatiefnemers, Otto Kamsteeg, Herman Wegter, Reinier Sonneveld en Karel Smouter, delen onrust, verlangen, zorgen en huiver als het om het christendom gaat. Enerzijds zijn zij geraakt door het christelijk geloof en is het christendom een niet weg te denken inspiratiebron die hen in beweging zet. Aan de andere kant neemt de kerkelijke betrokkenheid gestaag af, ook onder meelevende christenen. Te vaak velen mensen zich klemgezet door het christendom of raken zelfs beschadigd. Een van de gevolgen is dat het christendom meer en meer uit het publieke domein lijkt te verdwijnen.

De initiatiefnemers willen zich niet bij voorbaat neerleggen bij deze neergaande lijn. Heeft het christendom toekomst? Wat zijn dan de sterkte kanten? Waar zou het christendom afscheid van moeten nemen? Stel dat je helemaal overnieuw zou kunnen beginnen? Die vragen staan centraal op de zeven avonden van 7keer7 (www.7keer7.nl)

De opzet van de avonden is eenvoudig: per avond zijn er zeven sprekers met uiteenlopende achtergronden en die zich verschillend verhouden met het christelijk geloof. Aansluitend is er ruimte om met elkaar in gesprek te gaan. Het is een aansprekende formule. Blijkbaar is er een groeiende groep mensen die de ambivalentie naar het christendom herkent of ervaart. Dat is ook terug te zien in het enthousiasme van de sprekers: alle beoogde sprekers zegden gelijk hun medewerking toe.

De derde avond in Zwolle

Wat de sprekers van deze Pinkstermaandag gemeenschappelijk hebben, ondanks hun verschillende achtergronden en visies, zijn hun passie, hun persoonlijke benadering en hun authenticiteit. Stuk voor stuk maken de sprekers indruk op me, en raken me. Met energie, enthousiasme en een hoofd vol gedachten keer ik huiswaarts, waar het onweer inmiddels in alle hevigheid is losgebarsten.

Het is lastig om de ‘opbrengst’ van de avond onder woorden te brengen. Door de opzet van de avonden (korte toespraken en een brede vraagstelling) ligt het zwaartepunt van de bijdragen bij de persoonlijke ervaringen. Deze benadering is inspirerend, maar maakt het ook lastig om lijnen te trekken. In mijnbeleving bewegen de bijdragen zich heen en weer tussen onrust en overgave.

zeilen

Onrust

De onrust als drijfveer van zoeken naar nieuwe wegen, wordt het sterkst verwoord door Rikko Voorberg, theoloog en theatermaker. Het christendom heeft een krachtig verhaal dat inspireert, aanspoort en bemoedigt. Christenen hebben echter de neiging om dit verhaal in te kapselen en klem te zetten. De onrust van Voorberg drijft hem buiten de kaders van het instituut om ruimte te krijgen het verhaal zichzelf te laten vertellen. Deze onrust put ook uit. Het is opvallend dat hij het klooster opzoekt om op adem te komen.

De moeite met het georganiseerde christendom komt ook naar voren in het verhaal van Rick de Gier, filmjournalist van de VPRO. Het verhaal van Jezus inspireert tot liefde, zorg om elkaar en biedt betekenis aan het bestaan. Tegelijkertijd gaat het mis wanneer christenen samen komen, omdat ze de complexe werkelijkheid te simplistisch benaderen. Het oordelende en buitensluitende karakter stoot af. Tegelijkertijd hunkert de menselijke ziel naar schoonheid, troost en hoop. Daar liggen kansen voor het christendom.

Een vergelijkbare benadering komt van Gerdien Rots, raadslid namens de CU in Zwolle. Ze trekt lijnen naar de beweging van de moderne devotie van Thomas à Kempis. Ook in zijn tijd werd er voorrang aan de economie gegeven, was er sprake van toenemende armoede en werden de kwetsbaren genegeerd en vergeten. Het christendom kan pas relevant worden wanneer handelingen belangrijker worden geacht dan woorden. Het christendom zal misstanden aan de kaak moeten stellen en oog hebben voor mensen aan de rand van de samenleving. Daar waar het christendom verwordt tot een systeem, raakt het op drift. Een systeem wil zichzelf in stand houden en sluit mensen buiten. Een levend geloof vraagt om voortdurende aanpassing aan de culturele ontwikkelingen.

Overgave

De andere lijn die ik uit de toespraken haal, is die van de overgave. De sprekers onderkennen de scherpe kanten en problemen van het christendom, maar benadrukken dat kerk en geloof uiteindelijk van de kant van God komen. Zo benadrukt Charissa Bakema in haar lezing de waarde van het opgroeien in de kerk voor haar geloof en persoonlijke vorming. De kerk is haar dierbaar geworden, juist ook door de verschillen met en tegenstellingen tussen medekerkgangers. Het is de plek waar zij verbondenheid met mensen en met God geleerd heeft. De kerk ziet zij als ‘een psychisch verwarde bruid, die mag schitteren aan de hand van de bruidegom’.

Mirjam Kollenstaart, predikant in de PKN, spreekt met dezelfde liefde over de kerk. Een nieuw soort christendom zal niet zonder de kerk kunnen. Het is God die met ons een weg gaat. De kerk is de plek waar mensen met gebreken en tekortkomingen aanvaarding en verbondenheid vinden, iets opdoen aan God, en boven zichzelf uitgetild kunnen worden. God kiest voor een bont gezelschap en Hij laat niemand achter.

Ook Emmanuel Koney, voorganger in een migrantenkerk, benadrukt het belang van geloof. De kerk zou van organisatie organisme moeten worden: een levende gemeenschap door de kracht van de Geest. Die kracht wordt zichtbaar in de werking van de liefde.

Analyse

Een verdiepende bijdrage komt via een videoboodschap van Brian McLaren, voortrekker van de Emerging Church Movement en auteur van onder andere ‘A new kind of Christianity’. Terugkeren naar de kern van het christendom vraagt volgens McLaren allereerst het onder ogen zien van de geschiedenis. Te vaak heeft het christendom schadelijke ontwikkelingen gerechtvaardigd, gefaciliteerd en vergoelijkt. Zo heeft het christendom een bedenkelijke rol gespeeld bij bijvoorbeeld slavernij, racisme, en apartheid. In de tweede plaats was de kern van de prediking van Jezus de komst van het Koninkrijk van God, en niet het starten van een nieuwe religie.

Geloofsgemeenschappen zullen relevant dienen te zijn in hun liturgie: gaan de liederen en teksten over de vragen en problemen van deze tijd? Helpen de geloofsgemeenschappen ons staande te blijven in alles wat er op ons afkomt?

Conclusie

Ik ben blij dat ik in de gelegenheid was om deze derde avond van 7keer7 mee te kunnen maken. Terugkijkend hoor ik de stemmen uit mijn eigen context, uit mijn eigen gemeente. Mensen die teleurgesteld zijn in het instituut en los van de kerk verder trekken. Mensen die onrustig en ongeduldig zijn, die zoeken naar nieuwe vormen. Mensen die in hun zoektocht soms gefrustreerd raken door de logheid van het instituut. Mensen die benadrukken dat we niet te groot moeten willen denken, die opmerken dat we meer op God en zijn Geest mogen vertrouwen.

Terugkijkend hoor ik de stemmen in mijn eigen hoofd, heen en weer geslingerd tussen onrust en overgave.

In die zin was het goed om er geweest te zijn. Ik neem drie dingen mee: het christendom heeft behoefte aan passie. Onverschilligheid is de grootste bedreiging. In de tweede plaats zijn veel pijnlijke ervaringen met de kerk te herleiden tot het oordeel. Tot slot is er behoefte aan dialoog. Als de onrust in gesprek komt met de overgave, kan het christendom groeien als levende gemeenschap.