Mijn twittertijdlijn loopt vol met verontwaardigde reacties. Een persvoorlichter van GroenLinks is ontslagen nadat hij zich schuldig had gemaakt aan aanranding van een stagiaire. Nu, een jaar later, heeft hij een nieuwe baan: persvoorlichter van Liesbeth van Tongeren, stadsbestuurder in Den Haag namens GroenLinks. De felle en harde reacties roepen bij mij enkele gedachten op. Vandaar een blog.
Hypocriet
Wat ik zelf opmerkelijk vind, is dat een aantal mensen die nu scherp en verontwaardigd reageren op de tweede kans voor de persvoorlichter, in de achterliggende periode niet minder scherp en fel reageerden op de #MeToo-onthullingen. Mensen die hun verhaal deelden, werden weggezet als zeurkousen die maar moesten leren incasseren. Als je al geen geintje meer mag maken of een onschuldige aanraking opeens als grensoverschrijding wordt gezien –
Ik zou me kunnen voorstellen dat deze mensen de tweede kans voor de persvoorlichter zouden toejuichen. Eindelijk gerechtigheid immers. Het pakt dus anders uit. Het gaat in de reacties niet alleen om die ongewenste grensoverschrijdingen, maar er spelen ook allerlei andere motieven mee in de verontwaardiging (met name het beschuldigen van GroenLinks van hypocrisie). Deze situatie wordt aangegrepen om ten koste van personen te willen scoren.
De dynamiek hoort echter ook bij hoe wij als samenleving omgaan met ongewenste grensoverschrijdingen en seksueel misbruik.
Bij ons gebeurt het niet
Mensen die te maken hebben (gehad) met ongewenste grensoverschrijdingen lijden niet alleen aan de gevolgen van die ervaringen, maar ook aan het zwijgen van de samenleving. Het is en blijft voor slachtoffers een hele klus om hun verhaal te doen en daar erkenning voor te krijgen.
Dit heeft allereerst te maken met het gegeven dat mensen die te maken hebben met huiselijk geweld en/of seksueel misbruik zich vaak schuldig voelen en zich schamen. De grensoverschrijdingen hebben vaak een negatieve invloed op het gevoel van eigenwaarde. Die negatieve gevoelens versterken het schaamtegevoel. Het valt dus niet mee om deze innerlijke dynamiek te overwinnen en je verhaal te doen.
In de tweede plaats willen omstanders verhalen van misbruik en geweld liever niet horen. Te vaak krijgen slachtoffers te horen dat ze zelf schuldig zijn. Te vaak wordt daders de hand boven het hoofd gehouden. Te vaak zoeken omstanders naar een snelle manier om deze lastige verhalen niet echt onder ogen te hoeven zien.
Verhalen van seksueel misbruik versplinteren de idylle dat onze samenleving, onze straat, onze vereniging, onze kerk, onze politieke partij of onze familie veilig en goed is. Misbruik komt overal voor. En elk onderzoek laat zien dat het vaker voorkomt dan we dachten en dat het dichterbij is dan we ooit vermoed hadden.
Een greep uit de nieuwsberichten van de afgelopen maand: het aantal meldingen van kinderporno is verdubbeld. Al honderden meldingen van seksueel misbruik bij Jehova’s Getuigen. Na de uitzending van de documentaire Leaving Neverland was er een toename van het aantal meldingen bij hulpverlenende instanties. Een atletiekcoach wordt aangehouden vanwege misbruik.
Verhalen van ongewenste grensoverschrijdingen, van huiselijk geweld en van seksueel misbruik tonen een harde en confronterende werkelijkheid: het komt ongelofelijk veel voor en de gevolgen kunnen hevig zijn en een leven lang meegaan.
Zondebok
Hoe moeten we met deze werkelijkheid omgaan? Wat moeten we doen als het niet meer lukt om de ogen te sluiten? Als het niet meer lukt om de lastige verhalen te bagatelliseren of te generaliseren? Wat als het niet meer lukt om het slachtoffer het zwijgen op te leggen? Wat dan voor de hand ligt, is om de geïdentificeerde dader (schuldig of niet) uit de samenleving te verbannen. De dader moet verdwijnen (lynchen als het kan) en mag in ieder geval nooit meer in de openbaarheid treden. Op die manier wordt de veiligheid gevoelsmatig weer hersteld en kunnen we als samenleving verder leven alsof er niets aan de hand is.
Waar het op aan komt is enerzijds recht doen aan wat er gebeurd is: erkenning van het verhaal van het slachtoffer, en een oordeel over de handelingen van de dader. Voor dat laatste hebben we gelukkig de rechterlijke macht en niet het volksgericht. Anderzijds zullen we als samenleving na moeten denken over drie dingen: over hoe we slachtoffers kunnen ondersteunen, over de vraag waarom in onze samenleving zoveel misbruik voorkomt en over de vraag wat we met daders aanmoeten.
Een tweede kans?
Iemand die veroordeeld is van een zedendelict, heeft zijn straf uitgezeten en zal zijn / haar weg weer moeten zoeken in de samenleving. Wat daarin van belang is dat de kans op recidive goed wordt ingeschat en dat er alles aan gedaan wordt om te voorkomen dat een zedendelinquent nieuwe slachtoffers maakt.
Tegelijkertijd is het ook onzinnig om iemand na zijn vrijlating alsnog elke vorm van toekomst te ontzeggen. Ja, natuurlijk. Slachtoffers hebben soms levenslang. Soms gaan de gevolgen van geweld en misbruik zo ver dat het leven geen houvast meer biedt en alleen maar zwaarte betekent. Het vraagt dus om een evenwicht tussen het aangedane leed, de gerechtelijke straf en het terugvinden van de weg naar het leven door zowel het slachtoffer als de dader.
Een tijd terug heb ik dit artikel geschreven over de haken en ogen van een tweede kans voor een zedendelinquent.
Geef erkenning en ruimte!
Laten we met elkaar bouwen aan een veilige samenleving door ruimte te maken voor slachtoffers om met hun verhalen naar buiten te komen. #Metoo heeft hier een belangrijke functie in. We kunnen werken aan een veilige samenleving door misbruik bespreekbaar te maken, door heldere grenzen te durven trekken en door na te denken over onze cultuur.
Hoe komt het toch dat kinderen, vrouwen en mannen niet zomaar veilig zijn? Waarom reageren we vaak zo lauw en gelaten op verhalen over en onderzoeken naar misbruik? Waar blijft onze verontwaardiging? Waar blijft ons verlangen om te onderzoeken waar onze eigen context misbruik faciliteert of juist aan de kaak stelt?
Ons spreken en ons handelen maken een verschil.