Op 11 oktober 2016 verscheen in dagblad Trouw een interview met Renée Römkes, de nieuwe hoogleraar gendergerelateerd geweld aan de Universiteit van Amsterdam. Haar kernboodschap onderschrijf ik van harte: het geweld tegen vrouwen is een probleem van epidemische omvang en vraagt om een doordenking van culturele dynamieken en mechanismen.
Genderprobleem
Twee zinnen in het interview roepen bij mij vragen op en lijken het onderzoek naar seksueel geweld twee decennia terug te werpen. “Overal ter wereld zijn vrouwen veel vaker slachtoffer van seksueel geweld dan mannen, ook in Nederland. Toch kijken we er nog steeds van weg. “ En: “Daarom gaat Römkens seksueel geweld de komende jaren bestuderen vanuit genderperspectief. Omdat het véél vaker vrouwen dan mannen treft, kan het worden opgevat als een schending van een mensenrecht: het recht om vrij te zijn van discriminatie.”
Vrouwen en mannen slachtoffer
Wat we inmiddels weten, is dat zowel vrouwen als mannen opvallend vaak slachtoffer worden van seksueel geweld. De percentages verschillen per onderzoek, maar telkens gaat het om schokkende gegevens. Zo valt in een rapport van Movisie te lezen:
Als geen onderscheid gemaakt wordt tussen fysiek en niet-fysiek en we kijken naar het totale aantal, dan blijkt dat 61% van de vrouwen en 33% van de mannen ooit enige vorm van seksuele grensoverschrijding (fysiek of niet-fysiek) heeft meegemaakt (data uit de Monitor Seksuele Gezondheid 2012, ongepubliceerd).
Complexe dynamiek
De constatering dat vrouwen aanzienlijk vaker te maken krijgen met (een vorm van) seksueel geweld is juist, maar het hoge percentage mannen dat slachtoffer wordt, moet meegewogen worden in de theorievorming. Zeker als men bedenkt dat jongens en mannen moeilijker over hun misbruik vertellen omdat het ontbreekt aan een discours waarbinnen dit kan. Mannen worden vaker geassocieerd met daders dan met slachtoffers. Daarnaast is het lastiger om ongewenste seksuele contacten als misbruik te benoemen. In die zin speelt gender dus absoluut een belangrijke rol als het gaat om misbruik. Deze rol is echter niet eenduidig (vrouwen zitten aan de slachtofferkant en mannen aan de daderkant) en vraagt dus om een zorgvuldige analyse. Alleen dan kan ook recht gedaan worden aan mannelijke slachtoffers en kan hen een taalveld worden geboden om met hun verhalen naar buiten te komen.
Vier mechanismen
In 2000 hebben Ruard Ganzevoort en ik het boekje Geschonden lichaam. Pastorale gids voor gemeenten die geconfronteerd worden met seksueel misbruik. Daarin onderscheiden we vier mechanismen die de dynamiek van seksueel misbruik beïnvloeden: gender, macht, seksualiteit en loyaliteit.
Mensenrecht
Met Römkes deel ik de opvatting dat seksueel geweld een schending is van een mensenrecht. Het gaat echter niet om het recht vrij te zijn van discriminatie, maar om vrij te zijn van geweld. Discriminatie leidt al snel tot (seksueel) geweld, maar het is tekort door de bocht om geweld te zien als discriminatie. Bij geweld speelt meer dan gender. Dat is een van de opbrengsten van onderzoeken van de afgelopen decennia. Grensoverschrijdingen komen in alle afhankelijkheidsrelaties voor. Vrouwen, kinderen en mannen worden hier slachtoffer van. Daarnaast verkleint de benadering van Römkes de ruimte voor mannelijke slachtoffers om met hun verhaal naar buiten te komen. In hun pijn, schaamte en isolement staan vrouwelijke en mannelijke slachtoffers naast elkaar. Het is van belang om beide groepen niet tegen elkaar uit te spelen.