Tag Archives: smpr. seksueel misbruik

Slachtoffer misbruik heeft nauwelijks stem

12 jul
(Dit is een interview uit 2005 nav mijn proefschrift (Ontredderd) in het Nederlands Dagblad)
Wat moet een gemeente doen als de predikant seksueel misbruik heeft gepleegd? Geef de onderdrukten – in de meeste gevallen vrouwen – een stem én versterk de positie van de kerkenraad. Dat is de boodschap van de protestantse predikant Alexander Veerman.
Het bericht dat de predikant jarenlang een aantal vrouwen heeft misbruikt, treft de gemeente tot in het diepst van haar ziel. De kerkenraad, als eerste op de hoogte gesteld van een officiële aanklacht, reageert geschokt. De predikant is immers voor velen een grote zegen, ook in het geloof. Hoe moet de gemeente hier nu mee omgaan?
ontredderd

Alexander Veerman, predikant van de Protestantse Kerk in ’t Harde, onderzocht drie van dergelijke ‘gevallen’ van misbruik, twee in een protestantse en één in een reformatorische gemeente. Op zijn bevindingen, gevat in een proefschrift onder de titel Ontredderd (Boekencentrum, Zoetermeer), hoopt hij woensdag te promoveren aan de Theologische Universiteit (PKN) in Kampen.

Veerman is zeer strikt in zijn opvatting over dominees ‘in het ambt’ die seksuele handelingen met gemeenteleden verrichten. Waar een van de dader-predikanten uit zijn onderzoek sprak over een relatie met wederzijds goedvinden – overspel dus – noemt Veerman het seksueel misbruik. ,,Iemand die met een hulpvraag bij de dominee komt, stapt in een veilige ruimte, die intimiteit oproept. De predikant moet de grenzen van die veiligheid bewaken. Als hij over de schreef gaat, is hij bezig met zijn eigen behoeften, en niet met het probleem van het gemeentelid.”

Slachtoffers 
Het viel Veerman op dat in de drie gemeenten de stem van de misbruikte vrouwen nauwelijks werd gehoord. De reformatorische kerkenraad nam de klachten wel serieus, maar onderhandelde zolang met de dominee over vergeving – het leek meer een juridische strijd – dat de vrouwen alsnog naar de rechter stapten. Zelfs in de kerkelijke taal is er weinig ruimte voor de slachtoffers, vindt hij. ,,De begrippen schuld, zonde en vergeving zijn op de dader gericht. De dominee heeft zonde begaan, kan zijn schuld belijden en vergeving krijgen. Maar het slachtoffer heeft vanuit gekwetstheid veel meer behoefte aan gerechtigheid.”

Hij wil niet afrekenen met een begrip als vergeving. ,,Vergeving brengt de ruimte om dingen los te laten, om verder te kunnen, een belangrijk bijbels gegeven.” Toch moet de kerkenraad daar niet te snel naar toewerken. ,,Laat eerst de hele zaak maar eens boven tafel komen. Je moet alert zijn op het zogeheten dadermechanisme. Een van de predikanten uit mijn onderzoek beweerde dat hij alles had opgebiecht. Toen kwam er nog een derde geval van misbruik. Een andere predikant wilde direct zijn schuld belijden. Toen het proces langer duurde, zag hij er vanaf en voelde hij zich opeens slachtoffer.”
Veerman kiest onverkort voor het perspectief van het slachtoffer. Sterker nog, hij pleit voor het ontwikkelen van een ecclesiologie, een leer van de kerk, waarin de stem van ‘gemarginaliseerden’ wordt gehoord. Daarvoor put hij uit de bronnen van de bevrijdingstheologie, die opkomt voor de armen en onderdrukten. Zij reikt volgens hem instrumenten aan om het verschijnsel macht en de cultuur waarin hij functioneert onder kritiek te stellen.

Deze theologie, die werd ontwikkeld in Afrika en Zuid-Amerika, is op de verhouding tussen mensen gericht. Hoe ziet Veerman de relatie met God? ,,Die kan niet los worden gezien van de relatie met de medemens. Daar vraagt de bevrijdingstheologie juist aandacht voor. Als je vroom praat, terwijl er mensen worden misbruikt, klopt er iets niet. Jezus is wat dat betreft een inspirerend voorbeeld. Hij klaagde de orthodoxe farizeeërs – zeg maar de dominees van die tijd – aan vanwege het misbruik, maar de inhoud van het orthodoxe geloof verdedigde hij.”

Dreigt de dader niet buiten beeld te raken, bij een keuze voor het perspectief van het slachtoffer? ,,Alleen”, beaamt Veerman, ,,als de predikant als zondebok wordt afgeschilderd. Dat is ten onrechte, want het gaat om het klimaat waarin het misbruik kon plaatsvinden. En ook de dader heeft recht op professionele begeleiding. Het is verkeerd als een kerkenraad, om de gemoederen tot bedaren te brengen, zo snel mogelijk van de predikant af wil.”

Episoden 
Hoewel het vertrouwen is geschonden – ook het geloof van de ouderlingen krijgt een douw – wordt de kerkenraad geacht leiding te geven. Dat is moeilijk als de ontwikkelingen over elkaar heen buitelen. Daarom beschreef Veerman de processen binnen de drie gemeenten. Hij ontdekte zes episoden, die tegelijk kunnen plaatsvinden.

Wat is misbruik? Dat is de vraag die in de eerste episode centraal staat. ,,De kerkenraad moet voor zichzelf helder krijgen wat er is gebeurd, waarbij rekening wordt gehouden met de eigen geschokte gevoelens.”

De tweede episode draait om de volgende vraag: onthullen en informatie verstrekken of terughoudendheid betrachten? Bij een landelijk onderzoek door een klachtencommissie die nog loopt, moet de kerkenraad voorzichtig zijn, zowel tegenover de gemeente als de pers. Zelfs de reden voor het op non-actief stellen van de predikant moet volgens hem niet worden genoemd. ,,Dat kan de aangeklaagde tegen je gebruiken bij een rechtszaak. Een gereguleerde informatievoorziening is beter. Toon aan dat je als kerkenraad het proces beheerst, dat je het overwicht houdt. Vraag om begrip voor de situatie.”

Maar wat als de geruchtenstroom op gang komt en de media de zaak oppakken? Veerman aarzelt even. ,,Elke nieuwe situatie vraagt om een nieuwe afweging. Het gaat om het vertrouwen van de gemeente. Dût moet je vasthouden.”

Episode drie behelst de kerkelijke procedures. Veerman pleit ervoor zo snel mogelijk hulp van buiten – van de classis of de synode – in te roepen. ,,Een crisisteam formeren is prima. In ieder geval moet er één persoon van buiten komen die het complexe proces begeleidt.”

Het woord schuld is het centrale begrip in de vierde episode. ,,Veel ouderlingen voelen zich schuldig. Hadden ze niet eerder moeten ingrijpen? Er waren vaak al geruchten. Dat de kerkenraad er ook niets aan kon doen, is een dooddoener. Er moet ruimte komen om deze schuldgevoelens te uiten.” Deze vierde episode treedt volgens hem in de praktijk nogal eens gelijk op met eerste episode, waarin de vraag naar de schuld van de dominee aan de orde komt.

Een dreigende desintegratie of een toenemende saamhorigheid, daar draait het om in episode vijf. Als de kerkenraad ruimte geeft voor de gevoelens die in de gemeente leven en werkt aan een goede communicatie, kan de gemeente er sterker uit komen. Daarbij kunnen geestelijke middelen als bidden en zingen – mits juist ingezet – volgens hem van onschatbare waarde zijn.

Bij de laatste episode die Veerman ontdekte gaat het om de vraag of de kerkenraad zich laat verrassen en achteraf op de ontwikkelingen reageert (re-actief) of er vooraf op inspeelt (pro-actief). Veerman is een voorstander van dat laatste. ,,Een kerkenraad kan alvast nadenken over wat zij moet doen als de dominee misbruik pleegt. Mijn boek kan daarbij behulpzaam zijn.”

In zijn proefschrift pleit hij voor ,,een zelfbewuste kerkenraad die de gekwetste gemeente leidt van ontreddering naar hoop”. Is dat niet te veel gevraagd? ,,De kerkenraad kûn ook iets. Ik realiseer me dat het moeilijk is, maar ze heeft de macht om bij seksueel misbruik het verschil te maken. Als ze maar authentiek handelt.’