Gastblog door Jos van der Sterre, geestelijk verzorger Mediant
Even voorstellen
We kennen ze allemaal, de krantenberichten over de verwarde man die zijn eigen keuken in de fik steekt, over de vrouw die in de supermarkt haar kar vollaadt met blikken soep en de man die luid schreeuwend op een druk kruispunt het verkeer gaat staan regelen. En dan noem ik nog niet B. van U., de man die oud-minister Els Borst om het leven bracht, omdat hij “een opdracht had gekregen.”
Het zijn de extreme voorbeelden van afwijkend gedrag die in de media komen. Vaak wordt er ter verduidelijking bij vermeld dat de beschreven persoon een psychiatrisch ziektebeeld heeft. En daarmee wordt een grote groep mensen in onze samenleving vereenzelvigd. Op zich heel begrijpelijk, maar wel heel jammer, want het klopt niet.
Voorbeeld: In de krant het bericht dat een dronken, blanke chauffeur een ongeluk heeft veroorzaakt waarbij een kind is omgekomen. De man handelde onverantwoord en heeft onnoemelijk veel leed aangericht. Hij zal daarvoor gestraft worden. En terecht. Maar niemand haalt het in zijn/haar hoofd om vervolgens alle blanke mannen met een rijbewijs, die wel eens een glas wijn drinken, uit te maken voor moordenaar. Want we weten allemaal dat mensen die zich zo onverantwoord gedragen in het verkeer – gelukkig – zeer zeldzaam zijn.
En precies zo is het met mensen met een meer dan gemiddelde psychische kwetsbaarheid. De meesten van hen hebben hun handen vol aan het overeind houden van hun dagelijks leven en hebben niet de ruimte en tijd om aan andere dingen te denken, laat staan uit te voeren. Maar door de beeldvorming in de pers wordt een grote groep mensen gestigmatiseerd.
Eenzaam
We weten allemaal dat er in de zorg fors bezuinigd is en wordt. En dat is nodig, al was het maar om de zorg betaalbaar te houden. Het betekent voor instellingen voor geestelijke gezondheidszorg o.a. dat zoveel mogelijk mensen die voor een psychiatrisch ziektebeeld behandeld worden, zo kort mogelijk worden opgenomen. En dat is goed!
De meeste mensen worden zelfs helemaal niet opgenomen, maar krijgen ambulant begeleiding en/of behandeling. Dat betekent gewoon thuis wonen en met een vaste regelmaat naar de behandelafspraak komen. En dat is beter!
Voor veel van deze mensen is het prima dat je de regie over je leven zelf in de hand hebt en houdt. Zelf kunnen bepalen hoe je je dag indeelt, wat je vandaag eten wilt, wanneer je boodschappen doet enz. enz.
Er is echter ook een schaduwkant. En dat is het spook van de eenzaamheid. Want zelfstandig wonen en je eigen huishouden overeind houden is één ding, van groot belang is ook je een beetje thuis kunnen voelen in de straat/in de wijk waar je woont. En dat doe je door contact te hebben met mensen in de buurt. En juist daar wringt de schoen.
Schaamte en argwaan
Aan de ene kant is er sprake van schaamte. Geen mens vertelt graag van de dingen die verkeerd zijn gelopen in zijn/haar leven. Mensen met een psychische kwetsbaarheid hebben niet zelden een levensverhaal vol schaamte. Een paar voorbeelden: er was bonje in de familie; een uitbarsting tijdens een zware psychose; de studie moest worden opgegeven, soms hebben drank en/of drugs iets in de hersenen onherstelbaar vernield enz.. Allemaal dingen waar een mens niet trots op is en waar je niet graag over praat. Zeker niet als je na een lange periode van behandeling eindelijk weer een beetje stabiel bent.
Aan de andere kant zijn er de mensen die de psychiatrie alleen via de pers hebben leren kennen. En als ze al mensen met een psychische kwetsbaarheid bij hen in de straat kennen, dan zien ze mensen die er soms een ander dag- en nachtritme op na houden dan gemiddeld. En misschien ziet hun huishouden er niet altijd ‘gemiddeld’ uit. Kortom, er is in mindere of meerdere mate sprake van onaangepast gedrag. En dat maakt je als buurtbewoner (een beetje) argwanend. Je houdt wat afstand. Je praat meer óver die ‘aparte’ buur dan dat je met hem/haar praat.
Ervaringen
Zoals de meesten van ons wel weten, wordt er iedere zondag op Helmerzijde een oecumenische viering gehouden. Daar komen cliënten van Mediant en bewoners van de wijk Helmerhoek samen. Wijkbewoners hebben inmiddels een jarenlange ervaring in het omgaan met kwetsbare mensen. Ik zie hoe dat gaat. Er is geduld, er is aandacht, er is humor en we schrikken niet zo gauw als er iets onverwachts gebeurt. Kortom, er is ruimte voor anders zijn. En telkens weer ontroert me dat.
Ambassadeurs van ruimte voor anders zijn
Vorige maand vierden we het Pinksterfeest. In de ervaringen tijdens de vieringen op Helmerzijde, zoals hierboven beschreven, zie ik iets terug van die Geest van Pinksteren. De Geest die vaardig wordt over de leerlingen, zij komen als het ware opnieuw tot leven. Er gebeurt iets. Er gebeurt veel. Lees maar na in Handelingen 2. Als ik daar even over nadenk, duizelt het me. Ga maar na, op die eerste Pinksterdag is de kiem gelegd voor verspreiding van de goede boodschap. Een heel continent wordt er in de daarop volgende jaren en eeuwen door aangeraakt. En de boodschap in één zin samengevat luidt: Geen mens te min!
En om de beweging, die met Pinksteren begon, nu in onze dagen concreet te maken, zouden wij ambassadeurs kunnen worden van wat ik nu maar noem ‘ruimte voor anders zijn’.
Dan zie ik voor me dat we in onze familie- en vriendencontacten dat spook van de eenzaamheid eens ter sprake brengen. Eens even belangstellend vragen of de ander iemand kent die een verleden in de psychiatrie heeft. Of er contact is en zo ja, lukt dat een beetje. En zo nee, hoe dat dan komt. Vaak is er immers enige terughoudendheid wanneer iemand zich wat anders gedraagt. Heel begrijpelijk.
En dan is het Pinksteren, de schroom wordt afgeworpen. Een mens met een gebrek is ook een mens.
Trouwens, wie zichzelf een beetje kent, zal weten dat niemand zonder gebrek is. En als je dat aan elkaar kunt duidelijk maken, kan er iets moois ontstaan in de omgang met elkaar. Kan eenzaamheid een beetje kleiner worden.
Het initiatief Ruimte voor Anderszijn is een aantal jaren geleden begonnen in het Landelijk Dienstencentrum van de PKN. Inmiddels is er in Twente een regionale werkgroep. Deze werkgroep is samengesteld uit mensen met verschillende achtergrond: de rooms-katholieke kerk, het leger des heils, de protestantse kerk en vanuit Mediant GGZ een ervaringsdeskundige en een geestelijk verzorger. De werkgroep heeft zich ten doel gesteld initiatieven te ontwikkelen waardoor mensen met een psychische kwetsbaarheid zich meer thuis kunnen voelen in de straat/wijk waar zij wonen. In de herfst van 2015 is er een symposium georganiseerd. Hier hebben een ervaringsdeskundige, een wethouder, een psychiater en iemand van de Steunpunt Informele Zorg Twente (mantelzorg) vanuit eigen betrokkenheid het woord gevoerd. Van hier uit is de werkgroep verder gegaan, op zoek naar mogelijkheden om mensen met elkaar in contact te brengen.
Jos van der Sterre,
geestelijk verzorger Mediant GGZ.
Aanvulling van Wim den Braber: “Een aanvulling: Ruimte voor anderszijn werd vanuit het Maatschappelijk Activeringswerk in Gelderland gestart, in Oost-Gelderland.Het werd vervolgens aangeboden aan het land (PKN) om dit uit te rollen toen de gehanteerde methode heel goed bleek om kerken te leren Ruimte voor Anderszijn te maken. In Overijssel zijn er twee groepen werkzaam; In Twente en in Salland. 5 oktober 2016 komt er een dag waarop Ruimte voor Anderszijn zich weer presenteert voor Gelderland en Overijssel.”