Tag Archives: verdriet

Rouw

11 jul

Het verlies van een dierbare zet je wereld op zijn kop. Van het ene op het andere moment ben je als het ware in een ander land: het land van de rouw. Een nieuw land waar van je de taal niet spreekt en waar je de weg niet kent. Als de dood inbreekt in het leven, dient de rouw zich aan. Altijd en overal. Hoe kun je daar mee omgaan.

Misverstanden

Er zijn verschillende misverstanden als het gaat om rouw. Een eerste misverstand is dat je ‘er over heen komt’ of dat je het verlies kunt verwerken en ‘achter je laten’. Wie afscheid moet nemen van een geliefde, draagt die persoon onder het hart. In leven en in sterven. De relatie die je met de overledene hebt, houdt niet op. De omstandigheden zijn veranderd en daar moet je je mee leren verhouden. Rouwen is niet vergeten of achterlaten, maar meenemen, en je leren verhouden met het verlies: overleven en doorléven.

Een tweede misverstand is dat er maar één juiste manier van rouwen zou zijn. Rouwen is universeel. Hoe je handen en voeten geeft aam rouw is echter persoonlijk en verschilt van persoon tot persoon. Jouw weg is uiteindelijk de goede weg.

Ruimte om te rouwen

Het valt niet mee om de weg van de rouw te gaan. Een belangrijke reden is dat het in onze samenleving lastig is om over rouw te praten. Als er weinig ruimte is in de samenleving om aandacht te besteden aan rouw, zullen rouwenden hun verhalen en emoties bij zich houden.

Daarom zijn gezamenlijke en publieke rituelen zo van belang. Het helpt om een bedding te vinden waarbinnen het verhaal van afscheid en verlies verteld kan worden.

Rouwtaken

Er is veel geschreven over rouwen en omgaan met verdriet. Het is goed om te beseffen dat niemand in een model of een mal gedrukt kan worden. Manu Keirse (Helpen bij verlies en verdriet) spreekt daarom over rouwtaken. Hij onderscheidt er vier. Deze taken lopen soms door elkaar heen. Soms dient een taak zich opnieuw aan.

De eerste rouwtaak is de werkelijkheid van het verlies onder ogen zien. Soms is het verlies niet of nauwelijks te bevatten en kost het moeite en energie om de werkelijkheid tot je door te laten dringen.

De tweede rouwtaak is de pijn van het verlies te ervaren. De pijn van het verlies is een spiegel die de kostbaarheid van je relatie weerkaatst. In het ervaren van de pijn kunnen de emoties een ongekende intensiteit hebben. De emoties kunnen verschillen: boosheid, verdriet of schuldgevoel.

De derde rouwtaak is het aanpassen aan de nieuwe situatie na het overlijden van de dierbare. Het gaat om aanpassingen in het dagelijks leven: hoe ga je verder als vriendengroep als er een vriend is weggevallen? Hoe ga je om met de lege plek aan tafel? Soms moet je ook als het ware een nieuw beeld van jezelf uitvinden. Opeens ben je weduwe. Of een ouder die een kind is verloren. Wat doet dit met je zelfbeeld, met je identiteit? Het kan ook zijn dat je je levensovertuiging of je geloof moet aanpassen aan de nieuwe situatie. Hoe kijk je naar de toekomst? Het vraagt om opnieuw vertrouwen te vinden, het herschrijven van je levensverhaal.

Dat laatste raakt tenslotte aan de vierde rouwtaak die Keirse onderscheidt: de band bewaren in de herinneringen en opnieuw leren genieten. Het gaat er niet om om je dierbare los te laten, maar wel om hem of haar anders te leren vasthouden.

Bijbelse verhalen om in te schuilen

Wat ik zelf opmerkelijk en bijzonder vind, is dat de Bijbel verhalen en geschiedenissen aanreikt die in tijden van ontreddering en wanhoop eeuwenlang mensen hebben geholpen om in duisternis en donkerte zicht te houden op het Licht en vast te houden aan hoop van Godswege.

Het scheppingsverhaal vertoont een overeenkomst met de zojuist genoemde eerste rouwtaak: de werkelijkheid van het verdriet onder ogen zien. Genesis 1 begint juist daar: in de chaos. De aarde was woest en doods. Zo kun je je voelen als je de werkelijkheid onder ogen ziet. Maar dan klinkt daar Gods stem: Er moet licht zijn. En zo wordt vanuit die chaos een ruimte gecreëerd: een hemelkoepel om onder te schuilen, en grond om op te staan.

In Jeremia lezen we hoe het volk Israël dat weggevoerd was uit het eigen land en naar een vreemd en vijandig land was gebracht. Het volk hoopte en verwachtte misschien wel dat God hen zou bevrijden en thuis zou brengen. De boodschap van Jeremia is echter een andere: ‘dit is het. Bouw huizen, sticht gezinnen. Hier blijven jullie wonen’. Maar er is ook de belofte: in die vervreemding, ben Ik bij jullie. Als je te maken krijgt met rouw, kun je je vreemdeling voelen in je eigen lijf, in je eigen leven. Het verlies kan niet meer ongedaan gemaakt worden. Met deze pijn en vervreemding moet je leven – maar niet alleen, God gaat met je mee.

Opnieuw leren leven valt niet mee. Als het volk Israël uit Egypte is bevrijd, vindt het zichzelf terug aan de oever van de Schelfzee. In hun rug komen de Egyptenaren (de pijn, de ontkenning, al het verstillende verdriet) er al weer aan. Er is echter geen weg meer. Voor hen ligt de zee met alle diepte. Dan maakt God een weg waar geen weg was, dwars door het water van nood en dood.

De belangrijkste Bijbelse verhaallijn is het Rijk van God, de toekomst die ons wenkt. Dat is het perspectief waaronder we mogen leven en schuilen. Dat is de toekomst die het mogelijk maakt om ook te kunnen genieten.

Hoe verder?

Hoe kun je rouwen, hoe werkt het? Misschien is het het meest van belang om te vertellen en om te blijven vertellen. Hoe voel je je vandaag? Voor de mensen om rouwenden heen is mijn advies: luister, luister nog een keer en blijf luisteren. Het is van onschatbare waarde.

God gaat mee. Soms wordt Hij heel nadrukkelijk ervaren. Soms ervaren rouwenden troost. Soms is God een wanhopige schreeuw verwijderd. Soms komt God aan het licht in de trouw van een medemens.

God gaat mee. Hij bewaart jouw tranen in zijn kruik (psalm 56). Jouw tranen zijn kostbaar. Of je ze in stilte hebt gehuild of samen met je vrienden. En straks wist Hij je tranen van je ogen. Liefdevol en zorgzaam.

Wij mogen schuilen in zijn naam: Ik ben bij je.

Stil verdriet in tijden van corona

19 mrt

De telefoon gaat. Een gemeentelid ligt in het ziekenhuis en is terminaal. Verschillende gedachten schieten door mijn hoofd. Zouden enkele weken geleden mijn gedachten alleen bij het gemeentelid en de familie zijn, nu is de eerste vraag: is het veilig?

Enkele dagen later zitten we (in zo klein mogelijke kring) om de tafel om de uitvaart voor te bereiden. We zijn verdrietig. Niet alleen om het verlies van een dierbare, maar ook om alle pijnlijke, maar noodzakelijke maatregelen om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Er komt geen fysieke condoleance. Er is geen gelegenheid om na afloop even samen wat te drinken en/of te eten. Er mogen maximaal 30 mensen bij de afscheidsplechtigheid aanwezig zijn – hoe moet je kiezen? Verdrietig, maar noodzakelijk.

Stil verdriet.

Een berichtje via Whatsapp. Een oudere uit de gemeente is overstuur. De instellingen gaan op slot. Er mag niemand meer op bezoek gaan. Zijn vrouw zit op een verpleegafdeling. Hij woont nog in het appartement. Elke dag bezocht hij trouw zijn vrouw. Nu mag het niet meer.

Dementerenden, mensen met een niet aangeboren hersenafwijking, mensen met een verstandelijke beperking. Wat kijken ze uit naar bezoek. Ze begrijpen het niet – waarom komt er niemand? Noodzakelijke maatregelen, maar wat een impact.

Stil verdriet.

Ik hoor van (groot)ouders die hun (klein)kinderen niet kunnen ontvangen. De eenzaamheid die met de isolatie meekomt. Ik hoor van de zorgen van ouders om hun kinderen die werken op de IC of verpleegafdelingen.

Stil verdriet.

Ik hoor verhalen over de ingrijpende gevolgen van het coronavirus – we zijn het verplicht aan elkaar om alles in het werk te stellen om de verspreiding van het virus tegen te houden.

En toch – en toch hoor ik van een God die trouw is. Dat we een anker hebben als we heen en weer worden geslingerd op de golven. Dat we een God hebben die met ons mee optrekt op onze levensweg, zelfs al gaat onze weg door een dal van diepe duisternis – God is daar.

Het licht van Pasen valt op ons. Dat is onze zekerheid. Onze omstandigheden veranderen voorlopig misschien niet. Maar in hoe we ons verhouden met wat op ons toekomt, opent zich de ruimte van Gods ontferming, en ontvouwt zich de hoop.

Wat is er veel stil verdriet. In psalm 56 lezen we dat God ál onze tranen ziet en opvangt. Kostbaar in zijn ogen. We zijn niet alleen.

Stil verdriet, maar niet alleen.

Rouw

18 dec

(Dit blog is op 9 december 2014 geplaatst op mijnkerk.nl

Mijn zwager Johan is overleden. Nog zo kort geleden kreeg hij te horen dat hij kanker had. Het ging snel. Veel te snel. Er was nauwelijks tijd om de moeilijke berichten te verwerken. De ziekte sloeg hard en genadeloos toe. Onderzoeken volgden elkaar op. Al snel kwam het niet te bevatten bericht dat Johan ongeneeslijk ziek was.

Afscheid

Levensverlengende behandelingen bleken niet aan te slaan. Er was voor mijn zus en hun kinderen nauwelijks tijd om de moeilijke berichten die elkaar in hoog tempo opvolgden een plek te geven. Hoe moet je je voorbereiden op het naderende einde? Tien weken nadat mijn zus en hun kinderen te horen hadden gekregen dat hun man en vader aan kanker leed, kwam het bed in de woonkamer. De laatste fase.

Senna

Mijn zus heeft een hond: Senna. Senna is een Berner sennenhond en maakt al lang deel uit van het gezin. Ze heeft de kinderen groot zien worden, de oudsten het huis zien verlaten, aanhang het huis zien binnenkomen. Ze was er in tijden van zorgen en verdriet en in tijden van vreugde en geluk. Nu ze op leeftijd is, deint ze mee op de golven van het gezin. Elke dag in de kofferbak van de auto, op weg naar het paard voor een rit door het bos. Ze moet even in de auto geholpen worden, en ze mag in het bos in het rijtuig zitten. Zo doet ze toch mee met het gezin.

Senna bleef waken

Toen het bed in de woonkamer kwam, veranderde Senna. Ze ging vóór het bed liggen en bleef waken. Dag in, dag uit. Ze wilde nog maar kort uitgelaten worden, omdat ze in de buurt van haar baasje wilde blijven. Toen Johan overleed, wilde Senna niet meer eten. Dat hield ze dagenlang vol. Heel langzaam hervond ze haar ritme en haar plek in het gezin.

Het is bijzonder om te zien hoe Senna reageerde op de gebeurtenissen. Waken en trouw zijn, daartoe beperkte ze zich. Alle andere zaken waren van ondergeschikt belang. Senna koos om trouw te zijn – al haar aandacht ging uit naar haar zieke baas. Na het overlijden was de rouw totaal.

Aandacht voor rouw

Aandacht voor rouw en gemis is noodzakelijk. In onze samenleving gaan we te snel voorbij aan het (soms zo stille) verdriet van mensen om ons heen. Het verdriet bepaalt ons bij de donkere kant van het leven, een kant die we liever niet willen zien. Te vaak proberen we rouwenden af te leiden of te snel te troosten, zodat we het niet meer hoeven te hebben over de nare periode. Wat rouwenden zelf vragen is: wees trouw, en waak met mij.

Verdriet moet een plaats vinden in ons levensverhaal. In de Bijbel staat een bijzondere tekst: “mijn tranen vangt U op in uw kruik”. (psalm 56 vers 9). Voor God is iedere traan kostbaar. Bij God is ruimte voor het verhaal achter die traan.

‘Vang mijn tranen op in uw kruik’ – zondag van de voleinding

23 nov

Op zondag 23 november 2014 is het de laatste zondag van het kerkelijk jaar. Het is om verschillende redenen een bijzondere zondag. Volgende week zondag begint het nieuwe kerkelijk jaar met advent: inkeer, verstilling en verwachting. Het vooruitkijken naar een nieuw begin, naar tekenen van hoop – hoe klein en kwetsbaar die hoop soms ook kan zijn. Vier weken lang leven we toe naar Kerst, het feest van de menswording van God. We leven toe naar de geboorte van Jezus die Gods Naam in onze diepste nood en duisternis heeft gespeld. In het midden van de gebrokenheid, van ontheemding en eenzaamheid, heeft Hij het koninkrijk van God aangekondigd: het Rijk van vrede, recht en barmhartigheid.

traan

Gebrokenheid

Het is de gebrokenheid die we soms tot diep in onze ziel kunnen ervaren. Zeker wanneer we geliefden los hebben moeten laten en onze weg al wankelend en aarzelend zoeken in dat onbekende land van de rouw. Op de laatste zondag van het kerkelijke jaar  noemen we de namen van hen die ons uit ons midden in het afgelopen kerkelijk jaar ontvallen zijn. Als kerkelijke gemeenschap gedenken we. We hechten er waarde aan om ruimte te maken voor verdriet, gemis en verlies. Het noemen van de namen stelt onze overledenen present in ons midden, in de ruimte en de geborgenheid van God. Zoals we ook met het vieren van het Avondmaal ons verbonden weten door het Lichaam van Christus met allen die ons zijn voorgegaan.

We noemen zowel de namen van de overledenen als ook van de dopelingen. De doop vertelt ons van Gods genade: Gods liefde vóór alles uit. De doop tekent Gods bewogenheid en betrokkenheid: door het water van nood en dood worden wij in het licht van het leven geheven. Vanuit deze doopgedachtenis gedenken we. We mogen wandelen onder Gods hoede in het licht van het leven (psalm 56, 14). Het is een hoopvolle belofte die op ons toekomt.

Land van ellende

De dichter van psalm 56 roept vanuit een bedreiging en verdrukking tot God. ‘Wees mij genadig’. De dichter verkeert in ellendige omstandigheden. ‘Ellende’ betekent letterlijk: ‘uitlandig zijn’. Hij is een vreemdeling geworden in zijn eigen leven. Een leven dat gekenmerkt wordt door het verlangen om weer thuis te komen, ten diepste gekend te zijn. Een leven dat gekenmerkt wordt door heimwee. Heimwee naar de tijd voordat … Heimwee naar onze geliefden die er niet meer zijn. Heimwee – een pijn die snijdt door het hart.

‘Wees mij genadig, God’ – een roepen vanuit de diepte, vanuit de gebrokenheid. Een roepen als het diepst denkbare gebed. De dichter David noemt de psalm ‘een stil gebed’. Woordloos en zonder geluid kan ons roepen zijn. Maar in alles wat onzeker is geworden, in de chaos en de dreiging, weet David tot wie hij moet roepen: God! De psalm maakt ruimte voor vragen, voor woede en voor verdriet. Dat is heilzaam.

‘Vang mijn tranen op in uw kruik’

Hier in deze psalm klinkt geen goedkope troost. Geen voorbarige troost. Hier is ruimte voor het verdriet. ‘Vang mijn tranen op in uw kruik’. Dat is ondanks alles de grond onder de voeten van David, de zekerheid in zijn gebroken bestaan. Mijn verhaal is verbonden met deze God. Hij heeft weet van elke traan. Wat kunnen wij soms in stilte lijden. Hoe kunnen we ons soms verstikt voelen in verdriet. Hoeveel pijn kan er soms achter één enkele traan schuil gaan? Voor God zijn onze tranen kostbaar. Voor God mag ons verdriet bestaan. Hij troost ons – zachtjes droogt Hij de tranen van onze ogen. Een liefdevol en troostrijk beeld uit Openbaring 21. Een beeld om vast te houden op deze zondag van de voleinding.