De anderhalve meter mag onder voorwaarden worden los gelaten. De verplichting van het houden aan de anderhalve meter wordt een dringend advies. Dat is in het kort de strekking van de laatste versoepelingen die door de overheid zijn aangekondigd. De voorwaarde is in de meeste gevallen dat er een vaccinatiebewijs of een negatieve coronatest moet worden overlegd. De overheid zoekt enerzijds een weg uit de beperkende maatregelen, maar houdt anderzijds rekening met het gegeven dat tussen de 15 en 20% van de Nederlanders niet is gevaccineerd. Ook liggen er nog relatief veel mensen in het ziekenhuis met de gevolgen van corona, terwijl de zorg al langere tijd overbelast is.
Naar aanleiding van deze versoepelingen kwam het moderamen van de landelijke PKN met een advies voor de plaatselijke gemeenten: ‘Geef elkaar de ruimte’. In het advies wordt gesproken over het aanhouden van ‘gepaste ruimte’. Het moderamen geeft aan dat een vaccinatiecheck bij de ingang van de kerk niet wenselijk is. René de Reuver: “Het past niet in het kerkelijk denken om van tevoren te controleren of iemand welkom is”.

Wat betekent dit voor onze kerk en onze vieringen?
Hierover hebben we op de kerkenraad van 20 september doorgesproken. Voordat we de uitkomst van het gesprek meedelen, is het goed om onze overwegingen nader toe te lichten. Allereerst hebben we te maken met een dilemma: er is een groot verlangen om de maatregelen om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, achter ons te laten. De fysieke afstand tussen mensen heeft ook eenzaam gemaakt. Inmiddels hebben de mensen die dat wilden de vaccinaties kunnen krijgen. Kunnen we nu niet gewoon verder met de toekomst? Het lastige is dat het coronavirus niet weg is (en ook niet meer weg zal gaan). Mensen met een kwetsbare gezondheid kunnen vatbaar blijven, met name als een te groot deel van de Nederlanders niet gevaccineerd is. De ruimte die de niet-gevaccineerden vragen, heeft gevolgen voor de ruimte die mensen met een kwetsbare gezondheid durven in te nemen. Daar komt bij dat we als kerk ook een verantwoordelijkheid hebben in het voorkomen van een extra druk op de zorg.
Als kerk moeten we ons met dit dilemma verhouden. We realiseren ons dat het niet mogelijk is om een besluit te nemen waar iedereen zich in herkend en gekend weet. Als we zouden kiezen voor terug naar het oude normaal zonder enige toetsing, betekent dat een deel van de gemeente zich onveilig of te kwetsbaar zal voelen. Als we zouden kiezen voor testen voor toegang, zou een deel van de gemeente dit als een struikelblok ervaren. Als we zouden kiezen om voorlopig maar te wachten met versoepelingen – en dus de anderhalve meter aanhouden – zou dit ook op weerstand en onbegrip stuiten.
In de visie van de kerkenraad is er dan ook maar één passende mogelijkheid in deze tussenfase. We richten de kerkzaal in in twee blokken plus de gaanderij. In het ene blok en op de gaanderij laten we de afstand tussen de kerkbezoekers los. Het is aan de bezoekers zelf of ze samen naast elkaar gaan zitten of met enige ruimte ertussen. In het andere blok houden we de anderhalve meter aan. Mensen die om wat voor reden dan ook het prettiger en veiliger vinden om de anderhalve meter afstand te houden, kunnen in dit blok plaatsnemen.
We maken nog geen gebruik van de hoofdingang. Bij de ingang via de Voorhof staat een steward klaar die nader uitleg zal geven over de blokken in de kerkzaal.
We realiseren ons dat ook deze oplossing niet ideaal is. Tegelijkertijd biedt het voor een ieder op dit moment ruimte. Laten we zo elkaar ruimte geven tot opbouw van de gemeente.