Tag Archives: verzoening

Worstelend weerloos

30 sep

Het is nacht. De stilte daalt in alle zwaarte neer over het kamp. Enkele vuren verlichten het kamp. Jacob kan de slaap niet vatten. In zijn hoofd stormt het. Hij voelt zich verloren, angstig. Hij kan geen kant meer op.

Kortgeleden nog, was hij weggegaan bij zijn oom Laban. Nou ja, weggegaan – het had meer iets van een vlucht. Halsoverkop had hij zijn spullen verzameld en zijn vrouwen en kinderen de opdracht gegeven om te vertrekken. Terug naar zijn geboortegrond. Hij krijgt buikpijn als hij daaraan denkt. Zijn geboortegrond, waar zijn broer Esau woont. Wat zou zijn broer doen als opeens Jacob voor zijn neus staat? Zou Esau nog kwaad zijn om de streek die hij geleverd heeft? Het boterde nooit echt tussen hen beiden – waarom is hij in vredesnaam aan deze reis begonnen?

De stem van God. Ergens was daar die stem van God. Iets van een onrust. Of juist van vrede. Een stem die hem in beweging zette. ‘Ga terug naar je geboortegrond. Ik zal je terzijde staan’.  Zo was het gegaan, maar God heeft makkelijk praten. Die heeft geen liegende oom en een boze broer. Daarom besloot Jacob zijn eigen plan te trekken en te vluchten. Gewoon voor de zekerheid.

Laban was hem achterna gekomen, had hem ingehaald. Verwijten gemaakt. Maar het liep goed af. Laban en zijn neef sloten elkaar in de armen. Echt vertrouwen deed Jacob het echter niet. Hij was blij dat het goed was gegaan, maar terug was geen optie. Hij moest verder.

Hoe verder hij ging, hoe dichter hij bij zijn geboortegrond kwam, hoe meer de angst hem in de greep kreeg. Zelfs een doorkijkje naar de hemel bracht geen verlossing. Jacob zag engelen van God op zijn weg – ‘Een leger van God’, riep hij uit. Maar de knagende onrust bleef.

Toen de boden die hij vooruit had gestuurd naar Esau, terugkwamen met het bericht dat Esau met vierhonderd man op weg was gegaan om Jacob te ontvangen, zonk de moed hem in de schoenen. Het angstzweet brak hem uit. Hij besloot zijn kamp in tweeën te splitsen in de hoop dat tenminste een deel zou kunnen ontkomen, als het op een gevecht zou uitlopen.

De confrontatie leek echter onvermijdelijk. Hij stuurde een groot deel van zijn kuddes richting Esau in de hoop hem vriendelijk te stemmen. Midden in de nacht bracht hij zijn vrouwen en kinderen naar de overkant van de rivier de Jabbok, maar zelf ging hij weer terug.

Wat bezielde hem om terug te gaan?

Jacob kijkt zoekend naar de verte, hopend op een uitweg. De dreiging van Esau beklemt hem, maar terug naar Laban ontneemt hem de adem.

Afbeeldingsresultaat voor rembrandt jacob wrestling with the angel

Opeens wordt Jacob aangevallen. Zomaar uit het niets. Jacob vecht voor zijn leven. Niet zo, zo mag zijn leven niet eindigen. Hij worstelt met die onbekende. Hij strijdt voor wat hij waard is. Hijgend rollen de mannen door het zand. In de onheilspellende stilte spant Jacob zijn spieren en probeert zijn tegenstander van zich af te houden.

De worsteling duurt voort. De ochtend wordt al voorzichtig aangekondigd door ontwakende vogels. De vreemdeling kan zich niet ontworstelen aan de greep van Jacob. Dan gebeurt er iets. De vreemdeling raakt de heup van Jacob aan, waardoor de heup ontwricht raakt. ‘Laat me gaan’, zegt de vreemdeling. ‘Ik laat u niet gaan’, antwoordt Jacob. ‘Tenzij u mij zegent’.

Tenzij u mij zegent. Met wie worstelde Jacob? Was het zijn verleden? Een riviergod? Een engel? God zelf? Misschien komt in de worsteling met je verleden, met krachten en machten die je soms klein proberen te houden God zelf wel aan het licht. Misschien vraagt het ontmoeten van God wel om die worsteling met je eigen angsten, met je eigen falen. Jacob was niet echt overtuigd dat God met hem mee optrok. Hij was sceptisch. Ondanks de stem die hij gehoord had. Ondanks de engelen op zijn pad. Pas in de nacht, in de eenzaamheid gebeurde er iets. Werd God tastbaar. Het veranderde zijn leven. Zijn naam, zijn trots. De worsteling liet hem niet onberoerd. Hij liep mank.

Wat gebeurde er in die nacht? Leidde de worsteling tot een verzoening? Een verzoening met zijn verleden? Met zijn falen en zijn schuld? Tot verzoening met God?

Hij krijgt de zegen. Gods licht, Gods vrede.

En het werd dag.

 

 

 

Een tijd om te verzoenen

16 mrt

De derde middag van de seniorenkring ging over vergeven en verzoenen. De ontwikkelingspsycholoog Erikson onderscheidt een aantal levensfasen in een mensenleven. Bij elke fase horen bepaalde thema’s en taken. In de laatste fase maken mensen de balans op. De verwachting van de tijd die rest is beduidend korter dan de tijd waarop men terug kan kijken. Een belangrijke vraag is of je al terugkijkend tot de conclusie kunt komen dat het leven goed is geweest, zoals het gegaan is. In deze levensfase komt het dus aan op acceptatie en zinvinding.

Niet langer verstoppen

Een eerste waardevolle les is dat het nadenken over vergeven en verzoenen uitnodigt om verborgen verhalen aan het licht te brengen, muren te slechten en maskers los te laten. Het meedragen van geheimen is zwaar. Soms lijken we bepaalde episoden volledig te zijn vergeten, maar juist in de ouderdom kunnen deze verhalen weer naar boven komen.

Opgewekt leven

Een tweede les is de opluchting die je kunt ervaren wanneer je vergeven wordt. Het vraagt om moed om fouten onder ogen zien en te erkennen en vervolgens te adresseren. In psalm 103 wordt vergeving en genezing in een adem genoemd. Een vergeven mens ontdekt levensruimte.

Misbruik 

Een derde les is dat vergeven ook een woord is dat vaak misbruikt is om onrecht te verdoezelen. Het is van belang om te bedenken dat wanneer je gekwetst en beschadigd bent je enerzijds tijd nodig hebt om de gevolgen te verwerken en anderzijds de processen van dader en slachtoffer niet parallel lopen. Vergeving heeft te maken met het erkennen van schuld (het is dus niet bagatelliseren of verdoezelen) en het afzien van wraak.

Wanneer iemand tot vergeven kan komen, kan dit rust en ruimte kan geven. Het loslaten van haat, woede en bitterheid helpt om vrede te vinden.

Gods genade

Wat op deze middag naar voren kwam als een vierde les, is dat het begint met de uitnodiging van God. Zijn genade en vergeving is de dragende grond en aansporing om ook zelf vergevend en verzoenend in het leven te staan. De kracht van frere Roger uit Taizé en van de Waarheid en verzoeningscommissie in Zuid-Afrika tonen de kracht van vergevend leven – terwijl er ruimte is voor de verhalen van onrecht en schuld.

Balans opmaken begint met verzoenen

In de laatste levensfase komt het dus aan op het opmaken van de balans. Het verzoenen met de eigen levensgeschiedenis en het eigen handelen is noodzakelijk om het leven te kunnen aanvaarden. Het verzoenen met de ander helpt om vrede te vinden. Het verzoenen met God (1 Korintiërs 5) helpt om zin en houvast te vinden in het leven.

 

 

 

Pragmatische verzoening

10 mrt

Wat de eerste dagen onmogelijk leek, is toch gebeurd. Flower en Charly samen slapend in de zon, op een kleine 20 centimeter afstand van elkaar. Ergens ging bij Flower de knop om. Na hartgrondig negeren, agressief blaffen, opgetrokken neus, het showen van de hagelwitte tanden (na een tandsteenbehandeling bij de dierenarts, overigens), opnieuw passief agressief negeren, viel het kwartje.

Dat beest gaat dus nooit meer weg.

Geen opties

Heel veel opties had Flower niet. Charly is dol op alles wat beweegt. Of wat stil ligt. Of zit. Of staat. Als het maar Flower is. Hij vindt het heerlijk om achter haar aan te rennen. Op haar te springen als ze in haar mand ligt – om een beetje te dollen of in ieder geval contact te hebben. Flower heeft echter wat sociaal-emotionele issues. Na wat geduw en getrek, gegrauw en geblaf van haar kant, besloot Flower het maar over een andere boeg te gooien.

Omzichtige verkenningen

Omzichtig werden de eerste verkennende stappen gezet. Een onopvallende blik op Charly toen hij lag te slapen. Even snel ruiken, toen Charly niet oplette. Niet gelijk woedend reageren toen hij weer eens dicht in Flowers buurt kwam. Hier zagen we het resultaat van pragmatische verzoening. Het gaat niet weg, laat ik er dan maar het beste van maken…

Pragmatische verzoening

Vandaag vond het hoogtepunt van die pragmatische verzoening plaats. Niet zonder slag of stoot, overigens. Flower lag te zonnen in de keuken. Met zijn karakteristieke onbeholpenheid op zijn te grote poten en zijn speels loopje, botste Charly bijna tegen de zonnende Flower aan. Hij hield in en bleef staan. Ik hield mijn adem in. Maar Flower reageerde als door een wesp gestoken – Charly stond in haar zon.

Nu is Charly van de omtrekkende bewegingen. Als hij iets niet mag, zal hij het altijd nog een keer proberen via een ander kant. En zo naderde de aanhouder Flower nogmaals. Nu vanuit de schaduw. Even leek het of Flower opnieuw woest wilde reageren. Maar ze bedacht zich. Ze rolde op haar rug en liet Charly heel dichtbij komen. Mooi. Echt mooi.

Reflex

Tot het moment dat de reflexen Charly parten gingen spelen. Even rook hij aan Flower. Opeens werd zijn aandacht getrokken door de linkerachterpoot. He. Een linkerachterpoot. Hap.

charly en flower

Enkele minuten later daalde de rust weer terug. De zon is er voor iedereen. Samen besloten ze het ervan te nemen. Wel met respect voor elkaars bubbel. Dat dan weer wel. We zien de toekomst zonnig tegemoet.

Verzoening: door de pijn heen naar vreugde

18 apr

Hoe zou Petrus zich voelen? Hoe zou hij vanochtend zijn opgestaan? Het kan niet anders dan dat hij overspoeld wordt door allerlei emoties. Zou hij de stem van Jezus nog elke dag in zijn hoofd horen galmen? ‘Nog voor de haan gekraaid heeft, zul je mij driemaal verloochend hebben’. Zou Petrus de blik van Jezus zien als hij zijn ogen dicht doet? De laatste uren van Jezus heeft hij niet meer meegemaakt. Overmand door schuldgevoelens en door schaamte huilde hij bittere tranen in de nacht van de overlevering. Leegte

Hij zocht steun bij andere discipelen. Zou hij gesproken  hebben over hoe schuldig hij zich voelde? Hij was er bij toen de vrouwen met dat wonderlijke bericht kwamen dat het graf leeg was. Hij is naar het graf gerend en heeft met eigen ogen de leegte gezien. Vol vragen en vertwijfeling zocht hij het gezelschap van de discipelen weer op. Petrus was erbij toen Jezus in hun midden verscheen. Nu was Petrus niet haantje de voorste. Zou hij geworsteld hebben met zijn verraad?

Op zoek naar vroeger

Het is in de dagen na de opstanding. Jezus is verschenen aan zijn volgelingen, maar Petrus blijft onrustig. Petrus is met een paar vrienden bij het meer van Tiberias.  ‘Ik ga vissen’ zegt hij. (Johannes 21, 3). In mijn beleving zoveel meer dan een onschuldige opmerking. Ik ga vissen. Het was zijn oude beroep. Visser. Het was Jezus die hem geroepen had, die richting en bestemming aan zijn leven had gegeven. Maar nu weet hij het allemaal niet meer. Zelfs de ontmoeting met de opgestane Heer kan de onrust in hem niet doven. Zou het kunnen dat de pijn van het verraad, het onvermogen om het uit te spreken, het onvermogen om zichzelf te vergeven zijn leven heeft stil gezet? Het wordt nacht en als een bezetene probeert hij terug te keren naar vroeger. Naar de tijd voordat hij Jezus had ontmoet. Naar de tijd voor de pijn. Maar het is vruchteloos. Ze vangen bot, maar er kraait nu geen haan naar.

Ongemakkelijk heden

Dan in de ochtend staat er iemand op de oever. Johannes herkent in de gestalte op de oever in de ochtendschemering Jezus. Petrus springt overboord om zo snel mogelijk aan land te komen. Met al zijn energie en zijn impulsiviteit probeert hij controle over de situatie te krijgen. De vrienden gebruiken samen met Jezus de maaltijd. Maar ergens blijft het ongemakkelijk. De onuitgesproken gebeurtenissen van de nacht van de overlevering blijven haken en schuren. Jezus mag dan opgestaan zijn, maar voor Petrus overheerst zijn eigen schaduw, zijn eigen duisternis. Hij worstelt om zicht te houden op wie hij altijd hoopte, maar het licht lijkt verder weg dan ooit. Zeker wanneer Jezus het brood breekt …. Vlucht vooruit? Het is Jezus zelf die Petrus de hand reikt om op te staan. Hij spreekt Petrus aan: ‘Heb je mij lief?” Petrus voelt de ogen van zijn vrienden branden. Hij ziet de ogen van Jezus. Hij denkt terug aan die blik van Jezus toen de haan kraaide. Alles – alles heeft hij ervoor over om zijn verloochening ongedaan te maken. Niet meer herinnerd worden aan wat gebeurd is, vergeten en naar voren kijken.

Door de pijn naar de vreugde

Jezus vraagt Petrus tot drie maal toe: “Heb je mij lief?” Bij de derde maal breekt Petrus. In het stil staan bij de pijn, in het realiseren van wat Petrus heeft gedaan, komt ook de ruimte voor heelwording, voor heil. Jezus doorbreekt het zwijgen en brengt in zijn vragen de verloochening ter sprake. Dat brengt de ruimte voor verzoening. De vragen van Jezus brengen het verlangen van Petrus aan het licht. In het doorvragen van Jezus wordt Petrus aan het licht gebracht.

Het licht van de opstanding gaat op aan de oever van het meer van Tiberias. Het licht dat verzoening brengt. Het licht dat ons uitnodigt om na te volgen.

Verzoening: ruimte of beklemming

1 apr

Dit artikel is gepubliceerd in het  Christelijk Weekblad 2013

Tegenover me zit een oudere man. Hij kijkt me aan met vriendelijke, maar droevige ogen. De groeven in zijn gezicht verraden niet alleen een leven van hard werken, maar ook van verdriet. Met zachte stem vertelt hij over zijn zoon die hij zo lang al niet gezien heeft. Enige jaren geleden overleed zijn eerste vrouw en toen hij een nieuwe relatie kreeg, begonnen de verwijten. Zijn zoon vond dat zijn vader te snel aan een nieuwe relatie begon en te weinig ruimte liet om te rouwen om het verlies van zijn moeder. De man had vol onbegrip en boosheid gereageerd – mocht hij dan niet meer gelukkig worden? Door de onverzoenlijke houding van vader en zoon verdiepte het conflict zich, zodat zij elkaar al twee jaar niet meer hebben gezien. Het pijnlijke is dat zijn kleinzoon over enkele weken zal trouwen. Zijn vraag aan mij: ‘Wat moet ik nu?’ eenzaamherid

 Weerbarstige praktijk

Het is een verhaal dat niet op zichzelf staat. In de pastorale praktijk stuit ik geregeld op de weerbarstige verhalen van conflicten, van onvergeeflijke schuld, van gekwetste en beschadigde mensen vanwege onomkeerbare verwijdering. Opvallend is dat de pijn die opgelopen wordt gedurende het proces van geruzie en het zoeken naar het eigen gelijk soms vele malen groter is dan de eigenlijke oorzaak van het conflict.

Het roept de vraag op waarom dit gebeurt. Hoe komt het dat conflicten zo gemakkelijk lijken te ontaarden en onoplosbaar blijken? Wat maakt dat we eerder geneigd zijn de ander te kwetsen dan te zoeken naar een opbouwend gesprek dat ruimte biedt?

Voor een deel hangt dit samen met de behoefte aan genoegdoening en wraak. Wanneer je tekort bent gekomen of gekwetst bent, groeit de terechte behoefte om recht gedaan te worden. Erkenning van de pijn, ruimte voor herstel en berouw zijn voorwaarden om eventueel afstand te kunnen nemen van die genoegdoening.

Daarnaast raken deze conflicten aan een diepe laag: doe ik er toe? Het raakt aan de existentiële angst geen ruimte te hebben om te leven, geen bestaansgrond te ervaren. Het verlangen om geliefd te zijn, een verschil te maken en gekend te zijn, maakt ook kwetsbaar. Juist in nabije relaties in gezinnen of tussen (ex)partners kunnen de conflicten door de onverzoenlijke opstelling van beide partijen enorm oplopen.

Er is dus sprake van een wonderlijke tegenstelling: het verlangen naar ruimte en eigenwaarde verandert door conflicten in een beklemmende situatie waarin angst en wantrouwen leidend zijn geworden. Hoe kan deze situatie ooit veranderen?

 Gods antwoord op schuld

Het lijkt erop dat de stem van Lamech in ons eigen leven en in onze wereld de beslissende stem is geworden: “Kaïn wordt zeven maal gewroken, Lamech zevenenzeventig maal” (Gen. 4, 24). Zorg voor jezelf, want wie zou het anders doen? Het is dit patroon dat doorbroken is door Gods liefdevolle omzien naar de mens. In de hele Bijbel is deze beweging zichtbaar, van de eerste tot de laatste bladzijde: God zoekt de mens en laat niet los wat zijn hand is begonnen. Gods reddende liefde centreert zich in het lijden en sterven én in de opstanding van Jezus Christus. Aan het kruis hield Jezus tot in de diepte van de dood zowel God als ons mensen vast. Zo toonde Hij dat Hij onze Middelaar is. In de opstanding klinkt Gods onvoorwaardelijke ja-woord. Hoewel wij Gods nabijheid in Jezus niet wilden en konden verdragen, wekte God Jezus op als eersteling van de nieuwe schepping. Kruis en opstanding horen onlosmakelijk bij elkaar. De weg die Jezus gegaan is, is onderdeel van de redding van Godswege.

Diettrich Bonhoeffer spreekt in zijn boek Navolging over de consequentie van deze ‘dure genade’. De onverwachte en diepe liefde van God doorbreekt onze angst en onze schadelijke  mechanismen tot zelfbehoud. In het licht van deze God mogen we op adem komen en vinden we grond onder de voeten: we zijn gekend en geliefd. Deze verrassende hoop biedt bevrijding uit onze beklemming en ruimte om in vrijheid opnieuw ons leven vorm te geven.

Als we dit tot ons laten doordringen, kan het niet anders dan dat we met liefde en overtuiging werk maken van onze roeping tot navolging. De Bijbel geeft hoog op van de mens: in Johannes lezen we dat “de grootheid van de Vader zichtbaar zal worden wanneer jullie veel vrucht dragen”(Joh. 15, 8). Door Gods verzoenende liefde opent zich een weg die ruimte en toekomst biedt. In de brieven in het Nieuwe Testament vinden we allerlei oproepen om op een andere manier vorm te geven aan ons leven: geen kwaad met kwaad vergelden. En: als we worden uitgescholden, moeten we niet terugschelden, maar zegenen. We worden opgeroepen niet alleen het goede te doen voor onze vrienden, maar juist voor hen die onze ruimte willen inperken. Daar maakt navolging een verschil. Het is een weg die lijkt in te gaan tegen onze natuur en onze reflexen, maar die uiteindelijk ruimte maakt. Deze weg van navolging, van zoeken naar verzoening in ons eigen dagelijks leven leidt ons weg uit de beklemming van angst, en brengt ons in de ruimte van Gods liefdevolle aanvaarding.

Valkuilen: verzoening als toedekken van onrecht

Is verzoening dus hét antwoord op weerbarstige conflicten? Dat antwoord is te kort door de bocht. Het is van belang om goed te kijken naar de onderliggende oorzaak van het conflict. Wanneer er sprake is van geweld of van andere vormen van onrecht, kan de nadruk op verzoening tot extra spanning en tot meer pijn leiden.

In situaties van onrecht zal er eerst recht gedaan moeten worden. Dat betekent tenminste dat degene die slachtoffer is geworden van onrecht de ruimte moet krijgen om het verhaal te vertellen, en de emoties die het verhaal met zich meebrengt te mogen voelen. Het roepen om recht is een voluit Bijbels roepen.

In deze context betekent liefde: het aan het licht brengen van het onrecht. Ruimte maken voor de pijn en het verdriet. Voorbarige verzoening veroorzaakt beklemming en benauwdheid, omdat het ontbreekt aan ruimte voor het verhaal. Waar verzoening wordt opgedrongen, zullen slachtoffers beschadigd raken. Waar mensen worstelen met schuldgevoelens en schaamte, zal eerst gewerkt moeten worden aan herstel van eigenwaarde. Het is van belang om te bedenken dat de processen van daders en slachtoffers ongelijktijdig verlopen. Wanneer een dader tot inzicht komt, kan er relatief snel een proces van berouw en verlangen naar vergeving en verzoening ontstaan. Voor slachtoffers kan het echter jaren duren om de traumatische gebeurtenissen achter zich te laten – als het al zo ver komt. Soms zijn mensen gewoon te beschadigd.

vrijheid

Tot slot

Verzoening is een stap verder dan vergeving. Vergeving kan de laatste stap in een helingsproces zijn: het loslaten van de gevolgen van het beschadigd en gekwetst zijn. Tot vergeving komen kan een eenzijdige handeling van de gekwetste zijn. Voor verzoening zijn beide partijen nodig. Verzoening is altijd een geschenk, omdat er een weg wordt gezocht in het erkennen van de schuld, en in het verlangen om samen de weg te kunnen vervolgen. Gods liefde opent de ruimte om de minste te durven zijn om de eerste stap te zetten.