Tag Archives: zwijgen

Seksueel misbruik? Laten we het er maar niet over hebben

8 okt

Dit artikel is gepubliceerd in IDDG september 2020

Er zit een roze olifant in de wachtkamer. Dezelfde roze olifant zit elke zondag in de kerk. Ik zie de olifant op de sportvereniging, in instellingen en op de bank in de huiskamer. Nu ik de olifant zie, kan ik hem niet meer niet zien. Hij is er. Zien anderen hem ook? Ik weet het niet, want over deze olifant wordt gezwegen.

Esther Veerman | blogs over trauma, herstel en zingeving
Afbeelding: Esther Veerman

Een epidemie met ingrijpende gevolgen

Het valt niet mee om seksueel misbruik ter sprake te brengen. Er is een krachtige en vreemde dynamiek zichtbaar als het om misbruik gaat. Elk onderzoek naar prevalentie van seksueel misbruik laat onthutsende cijfers zien. Of het nu gaat om onderzoek naar misbruik binnen de hulpverlening, sport, pleegzorg, kerk of samenleving, het valt nooit mee. Een op de zeven mannen en een op de vier vrouwen geven aan seksueel geweld te hebben meegemaakt. Om het nog iets te preciseren: jaarlijks worden volgens de Nationaal Rapporteur Mensenrechten 62.000 kinderen voor het eerst slachtoffer van enig vorm van seksueel geweld.

De gevolgen van seksueel misbruik zijn ingrijpend. Het misbruik kan diepe sporen nalaten op lichamelijk, relationeel, psychisch en geestelijk gebied. Natuurlijk hangt de ernst van de gevolgen van verschillende factoren af, zoals de leeftijd waarop het misbruik begon, de duur van het misbruik, de relatie tot de dader, de aard van het misbruik en de reactie van omstanders op de onthulling.

Zowel het grote aantal mensen dat te maken heeft (gehad) met misbruik als de hevige gevolgen op de lange termijn zouden bij iedereen de alarmbellen moeten laten rinkelen. Seksueel misbruik is een epidemie en er is geen enkele aanwijzing dat dit binnen geloofsgemeenschappen anders is.

Een verhaal uit de praktijk

In mijn pastorale praktijk spreek ik met regelmaat mensen die lijden onder de gevolgen van seksueel misbruik. Zo ook een vrouw van midden 50. Na een kerkelijke activiteit liet ze terloops vallen dat ze ook ‘dat soort dingen’ had meegemaakt. We raakten in gesprek en er volgde een aantal pastorale ontmoetingen. Ze had geleerd om hard te zijn voor haarzelf, maar onder die schil zat een vrouw die worstelde met haar eigenwaarde. Ze had moeite om anderen te vertrouwen en vond zichzelf niet de moeite waard. Op enig moment vertelde ze dat ze als tiener door een huisvriend was misbruikt. Al die tijd had ze gezwegen, maar het verhaal drukte zwaar op haar. Die zwaarte was bij haar gaan horen. Ze had het geaccepteerd en ze zou het niet snel bij een hulpverlener neerleggen.

In de gesprekken die volgden, legde ik uit hoe misbruik doorwerkt in eigenwaarde. Ook drong ik erop aan dat zij goede hulpverlening nodig had en zij dus een afspraak moest maken met de huisarts. Het duurde enkele gesprekken voordat ze de moed vond om naar de huisarts te gaan en iets van haar geheim te delen. De huisarts verwees haar door naar een psycholoog die een behandeling met EMDR voorstelde.

Af en toe stuurt ze nog een berichtje dat ze zich zo licht voelt. Met de therapie en het doorbreken van het geheim verdween de zwaarte uit haar leven. ‘Wat ben ik dankbaar dat ik over het misbruik heb durven spreken. Mijn leven is compleet veranderd.’

Een bedding voor het verhaal

Haar verhaal maakt duidelijk hoe belangrijk het is om het geheim van het misbruik te doorbreken. Om dit te kunnen doen, hebben slachtoffers van seksueel misbruik een discours nodig, een bedding waarbinnen hun verhaal verteld kan worden. Hoe kun je vertellen als je niet weet hoe je de ervaringen onder woorden moet brengen? Hoe kun je woorden geven aan gebeurtenissen die je stom geslagen hebben en waaraan je geen betekenis kunt geven?

In de Eerste Wereldoorlog leden veel soldaten in de loopgraven aan de zogenaamde shellshock. Door de voortdurende bombardementen en de levensbedreigende situatie stortten sommige soldaten geestelijk in. Hun geestelijke nood werd echter niet erkend door de legerleiding, medici en samenleving. Deze soldaten werden gezien als laf. Sommigen van hen zijn als deserteur ter dood gebracht.

Enkele jaren later was er pas weer ruimte om opnieuw naar de slachtoffers van de oorlog te kijken. Toen werden de symptomen in een ander perspectief geplaatst. Het werd niet langer gezien als lafheid, maar als een posttraumatische stressstoornis ten gevolge van de voortdurende blootstelling aan levensgevaar. Pas toen ontstond er de ruimte voor de soldaten om te herstellen.

Als we willen dat slachtoffers van seksueel misbruik de ruimte krijgen om binnen de geloofsgemeenschap hun verhaal kunnen doen en op adem kunnen komen, zal aan de bedding gewerkt moeten worden. Het betekent dat er bijvoorbeeld aandacht is voor misbruik in voorbeden. Ook de kerkelijke taal maakt veel uit. Toch helpt het niet om bepaalde woorden maar niet meer te gebruiken of te vervangen. Wat voor de één een veilig woord is, is voor de ander bijzonder onveilig. Het gaat dus verder en dieper dan dat.

In veel kerken is de liturgische taal en de gebruikte theologie voor slachtoffers verwarrend en soms zelfs schadelijk, omdat het met name op daders gericht is. Een veel gebruikte orde is: verootmoedigingsgebed, genadeverkondiging en leefregel. Het is gericht op zondebesef, vergeving van schuld en het aanzeggen van de genade. Voor daders kan deze liturgische taal vergoelijkend werken: God heeft mij vergeven, ik kan verder met mijn leven.

Slachtoffers daarentegen voelen zich als gevolg van het misbruik minderwaardig en lijden onder het gebrek aan eigenwaarde. Vaak geven zij zichzelf de schuld van het misbruik, schamen zich voor wat gebeurd is en hebben een hekel aan zichzelf. De kerkelijke taal die hun wordt aangereikt is die van schuld en zonde. Het is een taal die past bij hoe zij zich voelen: zwart en slecht. De vergeving kan echter niet landen, omdat er geen sprake is van schuld. Binnen dit taalveld kunnen zij dit dus alleen maar vertalen naar meer schuld. Zij zijn zo zondig, dat zelfs Gods vergeving geen uitkomst biedt.

In zichzelf zijn ‘schuld’, ‘zonde’ en ‘vergeving’ waardevolle geloofswoorden, maar voor slachtoffers moet er een ander taalveld aangeboden worden: die van recht en gerechtigheid, van wraak en woede. Dit discours helpt om de ervaring van machteloosheid in een ander licht te plaatsen.

Om over seksueel misbruik te kunnen spreken, is er dus een bedding nodig om de gebeurtenissen te kunnen interpreteren. Maar waarom is dit zo lastig te realiseren?

Vermijding

Eerder noemde ik dat er sprake is van een krachtige en vreemde dynamiek als het om misbruik gaat. We weten dat misbruik veel voorkomt en dat het grote gevolgen heeft voor slachtoffers. Het zou in de lijn van de verwachting zijn als alles uit de kast zou worden gehaald om het misbruik te stoppen en slachtoffers de juiste hulp te geven zodat ze hun leven weer kunnen oppakken.

De pijnlijke realiteit is echter dat binnen de GGZ bezuinigd wordt op gespecialiseerde traumazorg. Mensen die lijden aan ernstige psychische gevolgen van misbruik kunnen niet of nauwelijks bij hulpverleners terecht. Ik heb jarenlang met een mannelijk gemeentelid opgelopen die een dissociatieve identiteitsstoornis had, suïcidaal was en gekweld werd door nachtmerries. Jarenlang was er voor hem geen hulp, omdat hij te ernstig getraumatiseerd was. Ik heb meegelopen met een vrouw die euthanasie heeft aangevraagd vanwege ondragelijk psychisch lijden. In haar jeugd heeft zij te maken gehad met seksueel misbruik. Binnen therapie wordt hier niet over gesproken, omdat zij eerst moet stabiliseren voordat er aan het trauma gewerkt mag worden. Als het trauma ter sprake komt, wordt ze te onrustig en suïcidaal, waardoor de wond alleen maar wordt opengehouden en nooit wordt geheeld. Ik was voor hen beide verantwoordelijk en probeerde trouw te blijven, maar wat kon ik nu helemaal doen?

Een andere pijnlijke realiteit is dat het voor slachtoffers van seksueel misbruik vaak lastig is om hun recht te halen. Maar een klein percentage slachtoffers komt tot het doen van een aangifte. Slechts een klein deel van die aangiftes leidt dit tot een daadwerkelijke veroordeling.

Spijtig en verdrietig genoeg is het niet vanzelfsprekend dat slachtoffers van seksueel misbruik binnen geloofsgemeenschappen erkenning krijgen. Verschillende recente onderzoeken naar de positie van slachtoffers in geloofsgemeenschappen stemmen niet hoopgevend. Vrijwel alle slachtoffers zagen zich genoodzaakt om een andere gemeente te zoeken of om het geloof vaarwel te zeggen.

Misbruik vraagt om een keuze

Het lijkt erop dat onze samenleving niet ontvankelijk is voor de verhalen van slachtoffers van misbruik. In geloofsgemeenschappen is dit niet anders. Hoe komt dit? In de eerste plaats heeft het ermee te maken dat deze verhalen een appel op ons doen. Seksueel misbruik is onrecht. Aan het psychisch lijden van het slachtoffer, aan het trauma waar het slachtoffer zich mee moet verhouden, ligt onrecht ten grondslag. Dat vraagt om een keuze. Naast het slachtoffer gaan staan houdt in dat de handelingen van de dader ondubbelzinnig worden veroordeeld. Je verhouden met een slachtoffer gaat dus ook over waarheid en ethiek.

Als het om onrecht gaat, bestaat er geen neutraliteit. Het slachtoffer zal vragen om voor haar/hem te kiezen en zo erkenning te geven. Een dader zal niet perse vragen om te kiezen. Het is voldoende als omstanders neutraal willen blijven. Kiezen om neutraal te blijven is een keuze tegen het slachtoffer en voor de dader.

In de tweede plaats raken de verhalen van misbruik onze samenleving, onze geloofsgemeenschappen en onszelf als omstanders in de kern. Uit onderzoek blijkt dat 75% van de daders bekenden zijn van het slachtoffer. Het verhaal van seksueel misbruik verbrijzelt de illusie van de veilige familie of gemeenschap. Voor de omstanders ontstaat er een dilemma: het uithouden bij de verhalen van het slachtoffer vergroot immers ook het besef van verscheurde relaties en van onveiligheid in de eigen families en geloofsgemeenschappen.

Laten we toch alstublieft niet langer zwijgen

Er zit een roze olifant in de huiskamer. Het wordt tijd dat we er niet langer omheen lopen en niet langer wegkijken. We moeten het er over hebben. Seksueel misbruik gaat gepaard met geheimhouding en met zwijgen. De eerste stap op weg naar herstel en heelwording voor het slachtoffer (en daarmee voor de geloofsgemeenschap en voor de dader) is het doorbreken van het zwijgen.

Het valt voor slachtoffers van seksueel misbruik niet mee om met hun verhaal naar buiten te komen. Dit heeft verschillende oorzaken. Allereerst gaat het misbruik hand in hand met schaamte en schuldgevoel bij het slachtoffer. Vaak worstelt het slachtoffer met de vraag waarom haar of hem dit is overkomen. Misbruik brengt een gevoel van hulpeloosheid en machteloosheid met zich mee. Het zichzelf de schuld geven kan een manier zijn om deze onmacht te hanteren. Als het immers aan het slachtoffer zou liggen dan zou hij of zij het in een andere situatie misschien kunnen voorkomen. Als ik nu eens andere kleren aan had gehad? Als ik nu eens niet naar hem gekeken had?

De reactie van omstanders op verhalen van seksueel misbruik maakt uit. Het kan een kwetsende en schadelijke reactie zijn waardoor een slachtoffer zich nog tweemaal bedenkt voor zij/hij nogmaals met het verhaal naar buiten zal treden.

Het kan ook een uitnodiging zijn om het verhaal vrij te luisteren. Door erkenning te geven en de ander echt te zien, kan de zwaarte ontbonden worden. Wat is het tot zegen als die ander haar/zijn weg met lichtheid kan vervolgen.

Ook in de spreekkamer zullen slachtoffers niet zomaar hun verhaal doen. De vrouw die tegen mij zei dat ze ‘dat soort dingen’ had meegemaakt, wilde beslist niet naar de huisarts voor hulp. Toch had ze een goede band met haar huisarts en was ze enkele keren op het spreekuur geweest met lichamelijke klachten. Ze schaamde zich zo voor het misbruik dat ze het niet zag zitten om de assistente te bellen voor een afspraak. Wat moest ze zeggen als de assistente zou vragen naar de reden van het consult? Na het derde gesprek met mij durfde ze het aan een afspraak te maken.

Hoe kunnen (huis)artsen de drempel verlagen zodat slachtoffers meer worden uitgenodigd om hun verhaal te vertellen? De noodzaak is er: de posttraumatische stress werkt door in de gezondheidsklachten. Slachtoffers kunnen soms uit angst ‘uit het lichaam’ gaan, zodat ze geen pijn of andere klachten meer aan kunnen geven. Het zou kunnen helpen om steeds in gedachten te houden dat mensen met relatief alledaagse klachten ook in stilte kunnen lijden aan de gevolgen van geweld.

Als mensen met benauwdheidsklachten bij de dokter komen, aarzelt geen enkele arts om twee – nogal persoonlijke – vragen te stellen: “Rookt u?” en: “Hoeveel drinkt u?” Als een gemiddelde huisartsenpraktijk uit 2200 patiënten bestaat, dan telt elke praktijk op basis van de eerdergenoemde cijfers 154 mannelijke en 275 vrouwelijke slachtoffers van seksueel misbruik. Vraagt dat niet om een gerichtere aanpak?

Wie zonder zonde is … en andere dooddoeners bij seksueel misbruik in de kerk

11 jul

Dit artikel is verschenen in De Oud-Katholiek, Tijdschrift voor de Oud-Katholieke Kerk in Nederland, jaargang 133, juli 2017

De Oud-Katholieke Kerk in Nederland is in de achterliggende maanden opgeschrikt door berichten over (beschuldigingen) van seksueel misbruik door priesters. Deze berichten roepen – zoals eerder ook in andere kerken het geval was – veel emotie en veen verschillende reacties op. Wat vertellen deze reacties?

Er is schrik en verslagenheid, omdat ook de eigen geloofsgemeenschap niet zo veilig blijkt te zijn als gehoopt. Er is ongeloof en verwarring omdat de aangeklaagde priester ook zoveel goede dingen heeft gedaan. Er is woede omdat mensen door vertegenwoordigers van de kerk beschadigd en gekwetst zijn. Sommige reacties benadrukken het failliet van de kerk, andere reacties zoeken nuance. Sommige slachtoffers, die jarenlang gezwegen hebben, kunnen door deze onthullingen de moed vinden om ook met hun eigen verhaal naar buiten te komen. Deze reacties zijn niet uniek. Het misbruik binnen andere kerkgenootschappen, sportclubs, instellingen en families roepen vergelijkbare reacties op. Ook daar is verlegenheid, verwarring, boosheid en ontkenning te zien. Blijkbaar vallen we terug op bepaalde mechanismen en patronen om met de verhalen van seksueel misbruik om te gaan. In dit artikel wil ik deze mechanismen beschrijven. Wat zijn de achterliggende patronen en wat maakt een reactie heilzaam?

 

Esther Veerman, Afscheidsbrief

 

Een cultuur van zwijgen 

Het valt voor slachtoffers van seksueel misbruik niet mee om met hun verhaal naar buiten te komen. Dit heeft verschillende oorzaken. Allereerst gaat het misbruik hand in hand met schaamte en schuldgevoel bij het slachtoffer. Vaak worstelt het slachtoffer met de vraag waarom haar of hem dit is overkomen. Misbruik brengt een gevoel van hulpeloosheid en machteloosheid met zich mee. Het zichzelf de schuld geven kan een manier zijn om deze onmacht te hanteren. Als het immers aan het slachtoffer zou liggen dan zou hij of zij het in een andere situatie misschien kunnen voorkomen. Als ik nu eens andere kleren aan had gehad? Als ik nu eens niet naar hem gekeken had?

Daar komt bij dat het zeker voor kinderen nauwelijks mogelijk is om de schuld neer te leggen bij de volwassen vertrouwenspersonen (zoals bijvoorbeeld een ouder, coach of priester). Als de volwassene door zijn of haar rol wordt vrijgepleit, kan het kind of de jongere alleen nog maar de schuld bij zichzelf zoeken.

Deze (onterechte) schuldgevoelens versterken de toch al aanwezige schaamte. Seksueel misbruik is zo schadelijk omdat het mensen aantast in hun lichamelijkheid. Het misbruik verstoort een gezonde ontwikkeling van lichamelijkheid, intimiteit en seksualiteit. Dat het misbruik juist plaatsvindt in het kwetsbare gebied van intimiteit en lichamelijkheid versterkt de schaamtegevoelens. Het is dus niet verwonderlijk dat een slachtoffer in eerste instantie zwijgt over het misbruik.

Zwijgen uit beschadiging

Ook omstanders lijken liever te willen zwijgen over het misbruik. De eerste reden is dat omstanders in meer of mindere mate beschadigd kunnen zijn door het misbruik in de geloofsgemeenschap, de sportvereniging of het gezin. Een geloofsgemeenschap kan door misbruik mede getraumatiseerd raken (1). Net zoals bij de directe slachtoffers is een eerste overlevingsstrategie om het misbruik geheim te houden. Het is een manier om om te gaan met het gekantelde wereldbeeld. De psychologe Janoff-Bulman (2) laat zien dat we in het schrijven van ons levensverhaal steeds uitgaan van drie kernnoties: de wereld is een logisch geordend geheel en dus betrouwbaar, mensen hebben goede bedoelingen en ik ben als persoon de moeite waard. Deze noties komen door het misbruik onder druk te staan. Wanneer mensen in meer of mindere mate beschadigd zijn, kunnen ze soms scherp reageren om de herinneringen aan de schokkende gebeurtenis te vermijden.

Zwijgen vanwege de veiligheid 

De tweede reden om als omstanders te zwijgen, is dat het gevoel van veiligheid op het spel staat. Als priesters al niet te vertrouwen zijn, wie kun je dan nog wel vertrouwen? Als zoveel mensen misbruikt worden, als het echt in elke vereniging of geloofsgemeenschap plaats kan vinden, als het zo dichtbij komt – hoe kan ik me dan ooit nog veilig voelen? In wat voor wereld groeien onze kinderen op? De omstanders, de samenleving, hebben er belang bij dat gezwegen wordt over verhalen van misbruik om de idylle van een veilige gemeenschap in stand te kunnen houden.

Zwijgen uit bezorgheid

De derde reden om te zwijgen is bezorgdheid over de beeldvorming. De schandalen binnen de Rooms-Katholieke Kerk hebben het vertrouwen in en het gezag van de kerk geschonden. Die zorg is niet voorbehouden aan geloofsgemeenschappen. Ook sportverenigingen zwegen lange tijd over seksuele grensoverschrijdingen van coaches uit angst voor een negatief imago.

Ontkennen, generaliseren en bagatelliseren 

Het vraagt moed en doorzettingsvermogen van slachtoffers om hun verhaal te vertellen. Maar als de geheimhouding eenmaal doorbroken wordt, reageren omstanders vaak met ontkennen, generaliseren of bagatelliseren in een uiterste poging om de confronterende verhalen te kunnen vermijden en de idylle van veiligheid weer te kunnen herstellen.

Ontkennen

Een vorm van ontkennen is de uitspraak: ‘Ik kan me niet voorstellen dat zo’n sympathieke man tot zoiets in staat is.’ Plegers van seksueel misbruik zien er over het algemeen niet uit als monsters. Het zijn vaders, coaches, voorgangers, buurmannen, docentes – mensen die wij vertrouwen geven. De verhalen van misbruik vertellen ons dat mensen verschillende kanten kunnen hebben.

Generaliseren 

Wanneer het misbruik niet langer te ontkennen is, proberen mensen soms het misbruik te generaliseren of te bagatelliseren (3). Generaliseringen zijn de pogingen om de negatieve betekenis van het seksueel misbruik te relativeren door te doen alsof het onderdeel is van het normale leven. Een voorbeeld van generaliseren is: ‘Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen.’ Het begrip zonde wordt zo breed opgerekt, waardoor er geen ruimte meer is voor het stellen van een ethische grens. Wat opmerkelijk is, is dat een dergelijke uitspraak vaak klinkt in de context van seksueel misbruik, maar zelden wanneer er sprake is van moord of lichamelijk geweld. Wat maakt dat er zo snel vergoelijkend over misbruik gesproken wordt?

Een ander voorbeeld van generaliseren komen we tegen in de uitspraak: ‘Je moet het wel in de tijdgeest of cultuur plaatsen.’ Het is zeker waar dat zowel seksualiteit als misbruik cultureel bepaald zijn. Toch is het de vraag of deze opmerking helpend is om om te gaan met misbruik. Uitgangspunt zou moeten zijn wat slachtoffers ons vertellen. Soms gaat er veel tijd overheen voordat slachtoffers taal vinden om hun ervaringen te kunnen vertellen. De slachtoffers van de Britse BBC-presentator Jimmy Savile en de onthullingen van Engelse voetballers die in hun jeugd misbruikt zijn, laten zien hoe schadelijk het misbruik was. Decennia later hebben sommigen nog dagelijks last van de gevolgen van het misbruik.

Bagatelliseren

Het misbruik kan ook gebagatelliseerd worden: wel het feit erkennen, maar de betekenis ervan minimaliseren. ‘Het komt overal voor, niet alleen in de kerk.’ ‘Als het overal voorkomt, kan het toch niet zo diepingrijpend zijn als wordt beweerd?’ Het is waar dat misbruik in alle geledingen en in alle gemeenschappen kan voorkomen. Dit zou geen reden moeten zijn om het misbruik te bagatelliseren, maar om juist dubbel zo hard te werken aan een veilig klimaat. We zijn geroepen om in onze eigen contexten te werken aan die veiligheid.

Zondebok

Wanneer het misbruik niet langer ontkend kan worden en bagatelliseren of generaliseren niet meer werkt, grijpen mensen soms terug op het zondebokmechanisme. Nu het misbruik bekend en erkend is, wordt er gezocht naar een zondebok. Door de zondebok te offeren wordt getracht de veiligheid te herstellen. Pedoseksuelen die hun straf hebben uitgezeten, stuiten op grote weerstand als zij ergens een nieuw leven proberen op te bouwen, zoals zichtbaar werd toen in 2014 voor Benno L. een nieuwe woonplek gezocht werd. Veel mensen vinden dat pedo’s levenslang opgesloten, gecastreerd of zelfs afgemaakt zouden moeten worden.

Deze reacties gaan voorbij aan het pijnlijke gegeven dat het meeste misbruik door heteroseksuele mannen wordt gepleegd die bekenden zijn van het slachtoffer. Onze wereld wordt niet veiliger door pedoseksuelen en pedofielen als zondebokken te offeren. Natuurlijk moet het recht zijn loop hebben, maar een veilige wereld begint met het ruimte maken voor de verhalen van misbruik.

Religieuze taal versterkt het zwijgen

Wanneer het misbruik in een kerkelijke context plaats vindt, kan religieuze taal bijdragen aan het toedekken van het misbruik. Slachtoffers die met hun verhaal aarzelend naar buiten komen, worden vaak opgeroepen om te vergeven. ‘We leven toch van vergeving?’ Voorbarige vergeving maakt het slachtoffer echter monddood. Z/hij wordt immers aangespoord om, nog voordat alle verhalen verteld zijn en de gevolgen van het misbruik aan het licht zijn gekomen, alweer te stoppen met vertellen.

Tot slot is het goed om te bedenken dat kerkelijke taal al gauw ‘dadertaal’ is. Het spreken over ‘zonde’, ‘vergeving’ en ‘verzoening’ is behulpzaam voor mensen die schuld hebben door hun handelen. Voor mensen die iets is aangedaan, is dit spreken niet direct helpend. Een slachtoffer voelt zich vaak slecht en zwart van binnen. Het woord ‘zonde’ haakt aan dit gevoel. Maar er zal geen sprake kunnen zijn van vergeving, omdat het slachtoffer niet de handelingen heeft verricht. Het slachtoffer komt dan slechter de kerk uit: ik ben zo slecht, er is voor mij niet eens vergeving.
Als voorgangers meer zouden spreken over bijvoorbeeld ‘recht doen’, ‘gerechtigheid’ en ‘wraak’, komt er ruimte voor een evenwichtige verkondiging.

Ruimte voor verhalen van misbruik

Wanneer mensen geconfronteerd worden met schokkende gebeurtenissen zoals seksueel misbruik in hun eigen geloofsgemeenschap, zijn zwijgen en vermijden logische reacties. Het geheimhouden van misbruik is echter niet alleen schadelijk voor de directe slachtoffers maar ook voor de geloofsgemeenschap zelf. De geloofsgemeenschap zal in haar reactie de ethische keuze moeten maken om stem te geven aan de kwetsbare en beschadigde mens. De geloofsgemeenschap zal voorbij aan ontkenning en simplificering ruimte moeten geven aan de verhalen van misbruik.

Het bagatelliseren van misbruik leidt niet tot een veilig klimaat. Juist de erkenning van de verhalen maakt preventie mogelijk. Alleen wanneer aan slachtoffers stem wordt gegeven en er aandacht is voor de risico’s binnen de eigen context, kan aan een veilige kerk gebouwd worden.

Dr. Alexander Veerman is predikant van de Ontmoetingskerk te Vriezenveen (PKN) en is in 2005 gepromoveerd op het proefschrift ‘Ontredderd: het proces in de kerkenraad als de predikant seksueel misbruik heeft gepleegd’.


(1) A.L. Veerman, Ontredderd: het proces in de kerkenraad als de predikant seksueel misbruik heeft gepleegd. Zoetermeer: Boekencentrum, 2005.
(2) R. Janoff-Bulman, Shattered Assumptions: Towards a New Psychology of Trauma. New York: Free Press, 1992.
(3) R.R. Ganzevoort en A.L. Veerman, Geschonden lichaam: pastorale gids voor gemeenten die geconfronteerd worden met seksueel geweld. Zoetermeer: Boekencentrum, 2000.

Een cultuur van misbruik

21 jan

Er is veel gezegd en geschreven over de wantoestanden in Keulen in de nieuwjaarsnacht. Een van de scherpste en belangrijkste vragen is of dit seksueel misbruik samenhangt met de culturele achtergronden van de (vermoedelijke) daders. Het is om tenminste twee redenen noodzakelijk om hier goed naar te kijken. Allereerst zijn er opvallend veel meldingen van vergelijkbare seksuele intimidatie door groepen mannen die vrouwen in de menigte isoleren en belagen. Er kwamen meldingen uit andere steden in Duitsland, maar ook uit Finland, Zweden, Zwitserland en Oostenrijk. Steeds lijkt het te gaan om (voormalige) asielzoekers uit Marokko, Algerije, Syrië en Afghanistan.

De tweede reden om goed te kijken naar de culturele achtergronden is dat de seksuele grensoverschrijdingen in een aantal bijdragen worden toegeschreven aan alle (mannelijke) vluchtelingen. Vluchtelingen worden weggezet als een groep potentiële verkrachters. Ook wordt soms gewezen op de islamitische achtergrond van de verdachten. De vraag dringt zich op of de Islam seksueel wangedrag faciliteert. Door het seksueel geweld zo direct te koppelen aan een hele groep of aan een hele religie worden verschillende thema’s met elkaar verward en wordt aan de verschillende thema’s zelf geen recht gedaan. ‘Keulen’ gaat niet meer alleen over seksueel geweld, maar ook over de vluchtelingenproblematiek, de vraag naar de plek van de Islam in de Westerse samenleving en over de Nederlandse identiteit.

Simplistische retoriek over het opsluiten van mannelijke asielzoekers, pepperspray voor vrouwen tegen vluchtelingen, en het spreken over testosteronbommen, is in geen enkel opzicht behulpzaam. Het helpt het vluchtelingendebat niet verder, het vergroot de kloof in de samenleving en het draagt niet bij aan de strijd tegen seksueel geweld.

Seksueel misbruik is een maatschappelijk probleem

Seksuele intimidatie of seksueel misbruik is zelden een geïsoleerd probleem. Het gedijt in een cultuur van wegkijken, bagatelliseren en ontkennen. Vaak praten daders hun daden goed. Ze gebruiken redenaties die gelden in hun gezin of familie, die klinken in de bredere (geloofs)gemeenschap of in de culturele opvattingen van de samenleving. Bill Cosby kon jarenlang ongestoord zijn gang gaan, omdat de vrouwen die hij misbruikte niet met hun verhaal naar buiten durfden komen. In de samenleving heerst immers de opvatting dat ‘die vrouwen het wel uitgelokt zouden hebben’.  In geloofsgemeenschappen kunnen daders zich bedienen van geloofstaal: ‘eer je vader en je moeder’.  ‘Vrouwen zijn ondergeschikt aan de man’.  In gezinnen kunnen misbruikbevorderende opvattingen voorkomen, zoals een slachtoffer van incest mij eens vertelde: ‘dochters leren van hun vader vrijen. Zo heb ik het ook geleerd – zijn mijn moeder tegen mij’.

Pas wanneer er een taal wordt aangereikt, is het voor slachtoffers mogelijk om woorden te vinden voor hun ervaringen van misbruik. Dit is bijvoorbeeld zichtbaar bij mannen die slachtoffer zijn geworden van misbruik. Toen er ruimte kwam voor misbruikverhalen door de strijd van feministen, werden mannen voornamelijk gezien als daders. Hierdoor was er nauwelijks ruimte voor mannelijke slachtoffers om met hun verhaal naar buiten te komen. Daarnaast hadden ze te maken met de opvattingen in de samenleving dat mannen ‘stoer’ horen te zijn en dat je ‘geluk’ hebt als je al vroeg ‘seksuele ervaringen’ hebt opgedaan. Hoe kun je dan nog je verhaal vertellen als je als puber door een leerkracht m/v bent misbruikt? Toen er ruimte kwam voor mannen om hun ervaringen te delen, kwam er een taal waarin de ervaringen gehoord konden worden. Ook de reactie van de samenleving bepaalt of misbruik in stand wordt gehouden of wordt aangekaart.

In de context van het misbruik speelt dus altijd het klimaat van de bredere gemeenschap en de cultuur van de samenleving een rol. Enerzijds in rationalisaties die de dader bezigt, anderzijds in de reactie van de samenleving.

Mannen onder elkaar

Het eerste dat opvalt in het seksueel misbruik in ‘Keulen’, dat de mannen in groepsverband optraden. De politie in Keulen gaat ervan uit dat het een vooropgezet plan was. Deze mannen hebben dus met elkaar zitten nadenken hoe en wanneer ze vrouwen zouden lastig vallen. De persoonlijke ethiek was niet aanwezig of ondergeschikt gemaakt aan de druk van de groep. Dit verontrustend mechanisme is ook terug te zien in de film ‘The Accused’ (1988) met Jodie Foster. Blijkbaar is het niet gemakkelijk om aan groepsdruk te ontkomen en onrecht te doorbreken.

Gender

Het tweede dat opvalt in ‘Keulen’is dat de vermeende daders uit islamitische landen komen. In diverse bijdragen wijzen schrijvers op het vele seksueel geweld in islamitische landen, met name tegen vrouwen die lichaamsdelen niet bedekt hebben. In bepaalde wijken in grote steden in Europa worden vrouwen uitgescholden en seksueel geïntimideerd door bewoners van buitenlandse komaf. Tegelijkertijd maken andere (vrouwelijke) auteurs ons erop attent dat zij zich juist in islamitische landen erg veilig hebben gevoeld en zich niet als lustobject ervaren hebben. De reacties geven dus een genuanceerd beeld.

Wat in mijn beleving echter van het grootste belang is, is hoe er gesproken wordt over vrouwen en over kwetsbare medemensen. Het vrouwbeeld dat naar voren komt in de verplichting om lichaamsdelen te bedekken, is kwetsbaar voor misbruik. De vrouw wordt immers verantwoordelijk gehouden voor ‘kuisheid’. Niet de man wordt aangesproken op zijn ongepaste verlangen en lust, maar de vrouw – alsof zij het misbruik zou uitlokken door blote enkels of schouders.

Wanneer mensen uit een cultuur komen met een andere visie op mannelijkheid en vrouwelijkheid, vraagt dat om een heldere reactie van de ontvangende samenleving. Enerzijds zal elke grensoverschrijding aangepakt moeten worden en niet verdoezelt. Anderzijds zullen asielzoekers die binnenkomen ook les moeten krijgen in de opvattingen rond gender in onze samenleving.

Een cultuur van misbruik

Seksueel misbruik is geen buitenlands probleem dat nu wordt geïmporteerd. In alle culturen en in alle lagen van de bevolking komt seksueel geweld voor. Het heeft te maken met macht, met het willen  bezitten van de ander. Het heeft te maken met het botvieren van eigen verlangens en lust ten koste van de ander. In ons land is een op de drie vrouwen en een op de tien mannen slachtoffer van seksueel misbruik. Het is niet een probleem van individuen, maar een probleem van de samenleving. Om seksueel geweld te bestrijden is het belangrijk om de onderliggende patronen en mechanismen te ontrafelen. Waardoor kan het misbruik plaats vinden? Wat maakt dat het kan blijven doorgaan? Hoe reageert de samenleving op verhalen van misbruik? Wat of wie houdt het zwijgen in stand? Wie mag spreken?

Door de vluchtelingen als potentieel gevaar te bestempelen, wordt er in de eerste plaats een schijnveiligheid gecreëerd. In Nederland worden nog steeds elke dag kinderen, jongeren, vrouwen en mannen slachtoffer van huiselijk en seksueel geweld. Dit misbruik wordt niet gestopt door een zondebok van buiten aan te wijzen. Sterker nog, het werkt een goede bestrijding van seksueel geweld juist tegen.

In de tweede plaats wordt een grote groep onrecht aangedaan. Net zomin als alle dominees en priesters zedendelinquenten zijn, zijn alle mannelijke vluchtelingen verkrachters. Net zomin als alle mannen erop uit zijn om vrouwen te onderdrukken, zijn alle islamitische medemensen vrouwenhaters.

Stigmatiseren werkt averechts

Wanneer op een ongenuanceerde en aanvallende manier over een bevolkingsgroep wordt gesproken, zal die groep sneller geneigd zijn om zich te verdedigen of om de gelederen te sluiten. Het biedt niet de ruimte om het misbruik onder woorden te brengen, om te zoeken naar schadelijke culturele of religieuze veronderstellingen of om als slachtoffers naar buiten te treden. Stigmatiseren van een bevolkingsgroep, religie of cultuur ontneemt juist het broodnodige taalveld om misbruik ter sprake te brengen.

Wat nodig is, is het gesprek over de waarden van onze samenleving. Waar behoefte aan is, is onderzoek dat de risico’s van culturele opvattingen scherp en genuanceerd aan het licht brengt. Slachtoffers van seksueel misbruik willen geen speelbal worden van de discussie over vluchtelingen, maar zoeken naar erkenning en naar recht.

 

Misbruik in de kerk – moeten we het hier echt over hebben?

9 okt

Van verschillende kanten wordt mij de vraag gesteld of ik niet eens zou stoppen met het bloggen en twitteren over seksueel misbruik binnen de kerkelijke context. Sommigen wijzen mij erop dat het schrijven over misbruik de kerk in een negatief daglicht stelt. De pers zit er immers direct bovenop als er weer een verhaal binnen de kerkelijke context bekend wordt. Wat win je ermee om die negatieve berichten te versterken? Anderen vragen zich af of het niet tijd wordt om deze episode achter ons te laten. Er is al zoveel veranderd in de verschillende kerken. Het is tijd om vooruit te kijken. Weer anderen merken op dat het beter zou zijn om de kerk niet in een uitzonderingspositie te plaatsen. Misbruik komt ook voor bij hockeyverenigingen, scouting, instellingen – waarom niet binnen die bandbreedte bespreekbaar maken? Als je al zo nodig de kerkelijke context apart zou willen benoemen  – waarom richt je je dan niet op de breedte van sociale onveiligheid? Spreek dan ook over pesten, over uitsluiten, en niet alleen over seksueel misbruik.

horen zien en zwijgen

Op zich kan ik deze reacties goed begrijpen. De mensen die met mij hierover in gesprek gaan, maken zich zorgen over de beeldvorming van de kerken. Er is zoveel meer te vertellen over geloofsgemeenschappen. Er gebeuren zoveel goede, opbouwende en inspirerende dingen. Door steeds maar in te gaan op het misbruik wordt de toch al negatieve opinie gevoed: de kerk zou niet te vertrouwen zijn en vooral een instituut zijn dat misbruikers hun gang laat gaan. De reacties op mijn schrijven en twitteren worden ingegeven door liefde voor de kerk, door een verlangen naar ruimte om weer trots te mogen zijn op de kerk. Misschien worden deze reacties bij sommigen ook ingegeven voor de angst om wat misbruik teweeg brengt. Uit angst dat de wereld zoveel onveiliger blijkt te zijn dan je zou willen.

Waarom blijf ik spreken over misbruik in de kerk? Waarom richt ik mij niet op het positieve van de kerk of breng ik de thematiek in een breder verband aan de orde? Het eerste is dat er nog steeds – op het moment dat u/jij dit blog leest – er kinderen en jongeren binnen een kerkelijke context worden misbruikt. Terwijl u/jij dit leest, worden mannen en  vrouwen slachtoffer van seksueel misbruik. Soms in gezinnen, soms op het werk, soms op school. Terwijl u/jij dit leest worstelen er talloze mensen die lid zijn van geloofsgemeenschappen of er inmiddels uit zijn gestapt met de gevolgen van seksueel misbruik. Steeds weer maken onderzoeken duidelijk dat seksueel misbruik een maatschappelijk probleem is. Er is geen reden om aan te nemen dat het in de religieuze context de cijfers anders zouden zijn dan in een seculiere setting. Het is in zichzelf een schokkend gegeven dat misbruik in geloofsgemeenschappen net zoveel voorkomt als daarbuiten. Onderzoeken maken duidelijk dat 1 op de 10 mannen en 1 op 3 vrouwen in hun leven te maken hebben gehad met een vorm van seksueel grensoverschrijdend gedrag.

De kerk hoort een veilige plek te zijn. Dat bereiken we niet door te zwijgen over het misbruik, maar juist door het bespreekbaar te maken. Preventie van seksueel misbruik begint met het doorbreken van het taboe. Een kerk kan vertrouwen terugwinnen door duidelijk te maken waar grenzen getrokken worden. We kunnen niet voorkomen dat er zich in geloofsgemeenschappen daders bevinden. We kunnen wel duidelijk maken dat geen enkele ongewenste grensoverschrijding getolereerd wordt. We kunnen helpen om mensen weerbaar te maken. Juist door te spreken over misbruik werken we aan een veilige kerk.

De onderzoeken laten zien dat seksueel grensoverschrijdend gedrag erg veel voorkomt. Die onderzoeken maken ook duidelijk dat seksueel misbruik ernstige gevolgen kan hebben en vaak lang het leven van slachtoffers kan bepalen. Dat is reden om specifiek voor seksueel misbruik aandacht te vragen. Deze thematiek komt zoveel voor en trekt zulke diepe sporen, en vraagt specifieke kennis van dynamieken en processen dat het noodzakelijk is om dit apart onder de aandacht te brengen.

Misbruik binnen een kerkelijke context voegt nog een extra dimensie toe: die van het geloof. Mensen die in een kerkelijke context misbruikt worden, worstelen vaak met hun godsbeeld, lijden onder de te snelle oproep om te vergeven, gaan gebukt onder zondebesef dat gevoed wordt door schuldgevoel. De context van kerk en geloof roept een eigen dynamiek op die aparte aandacht verdient.

Daarom blijf ik spreken over misbruik in de kerk. Omdat ik de kerk liefheb. Omdat ik de mensen liefheb en het me pijn doet om te zien dat slachtoffers de kerk verlaten omdat zij het gevoel hebben dat er voor hen geen plaats in. Ik blijf schrijven over kerk en misbruik, omdat het in onze geloofsgemeenschappen voorkomt. Omdat voorgangers te weinig kennis hebben. Omdat er geen tijd te verliezen is.

Ik blijf schrijven over misbruik in de kerk totdat het kwaad is overwonnen.

Seksueel misbruik nog een groot probleem in veel kerken

26 sep

(Onderstaand artikel komt uit Visie en geplaatst op internet op 5-6-2014)

“Seksueel misbruik is helaas nog een groot probleem in veel kerken,” stelt ds. Alexander Veerman in EO-Visie naar aanleiding van de dramafilm Het Zwijgen van de kerk. “Het is echt schokkend. In welke kerkgenootschap – in binnen- of buitenland – dit ook wordt onderzocht, de uitkomsten vallen nooit mee.”

Vrijdag zendt de EO het bekroonde Franse drama Het Zwijgen van de Kerk uit. Deze film vertelt op indringende wijze het verhaal van misbruik in de kerk. Als de jonge vader Gabriël de pater ontmoet die hem als kind heeft misbruikt, besluit hij het recht in eigen hand te nemen. De film grijpt terug op de zaak Pican uit 2000, toen een pastoor, met verkrachtingen en andere zedendelicten op zijn kerfstok, achttien jaar cel kreeg.

zwijgen van de kerk

Protestants misbruik
De Rooms Katholieke kerk ligt al langere tijd onder vuur vanwege verzwegen misbruik en uitkomsten van rechtszaken. Maar ook in Protestantse kerken en gemeenten komt seksueel misbruik voor. Recent nog meldde het ND een stijging van misbruikmeldingen in kerkelijke relaties bij de vrijgemaakt-, christelijk- en Nederlands-gereformeerden. Het is ook pas sinds een aantal jaren dat er binnen protestantse kerkgenootschappen protocollen en meldpunten zijn voor het melden van (seksueel) misbruik.

Uitkomsten vallen nooit mee
“Seksueel misbruik is helaas nog een groot probleem in veel kerken,” zegt PKN-predikant Alexander Veerman, die promoveerde op seksueel misbruik door predikanten. “Het is echt schokkend. In welke kerkgenootschap – in binnen- of buitenland – dit ook wordt onderzocht, de uitkomsten vallen nooit mee.” In 2011 toonde De Vijfde Dag het schrijnende verhaal van ‘Carolien’ en ‘Lisa’ over het seksueel misbruik in hun kerk waar zij slachtoffer van zijn. In de studio reageert Arjan Plaisier, scriba van de Protestantse Kerk in Nederland, op de rol van de kerk bij seksueel misbruik.

Het zwijgen van de kerk
“Toen ik deze dramafilm zag op het Filmfestival van Berlijn, werd ik erdoor geraakt,” vertelt Jacomien Nijhof, eindredacteur Drama bij de EO. “Het zwijgen van de kerken over seksueel misbruik is hét thema van deze film, die is gebaseerd op een waargebeurd verhaal. Als EO vinden we het belangrijk dat hier meer openheid over komt. Dat daar veel behoefte aan is, zie je aan recente onthullingen over misbruik van jongens door de inmiddels overleden bisschop Gijsen.”

Worsteling
Woede over het onrecht dat hem is aangedaan, is niet de enige emotie waarmee Gabriël in de film worstelt. Hij voelt zich nota bene zelf ook schuldig over het misbruik, omdat de aandacht die hij kreeg, hem soms toch ook wel goed deed. “Die worsteling herken ik in veel verhalen van slachtoffers,” zegt ds. Veerman. “De daders zijn vaak mensen uit de directe omgeving, die misbruik maken van het vertrouwen van het kind, en van de behoefte om ‘gekend’ te worden. Ieder kind wil dat zijn ouders, leraar en anderen hem of haar bijzonder vinden. Het kind heeft recht op dat vertrouwen in de volwassene; die zit in geval van misbruik altijd fout! Maar dit omdraaien van de schuld is vaak een machtig wapen in handen van de dader, om het kind te laten zwijgen.”

Vergeving
Veerman waarschuwt voor al te makkelijk aansturen op vergeving, een thema dat in de film een belangrijke rol speelt. “Zodra kerkbestuurders of de dader op vergeving aandringen, bedoelen ze eigenlijk: ‘We hebben last van jouw verhaal; dat moet maar snel weer van tafel.’ Maar aan vergeving gaan recht en gerechtigheid vooraf. Daar moeten we als kerken nog veel meer werk van maken!”

De zaak Pican
De genuanceerde tv-film grijpt terug op de zaak Pican uit 2000, toen een pastoor, met verkrachtingen en andere zedendelicten op zijn kerfstok, achttien jaar cel kreeg. Het misbruik vond plaats in het bestuurlijk gebied van Bisschop Pican, die de misdaden verzweeg. Voor dit ‘zwijgen van de kerken’ werd Pican in een opzienbarende rechtzaak vervolgd en uiteindelijk veroordeeld. Sinds dat grensverleggend arrest kan een Franse geestelijke zich in soortgelijke strafzaken niet langer op zijn zwijgplicht beroepen.

De film is hier te bekijken

Ondertussen in Nederland – over seksueel misbruik

28 aug

Afgelopen nacht kon ik niet slapen. Ik dacht aan de 1400 meisjes in Rotherham, Engeland, die in de afgelopen jaren geleden hebben onder stelselmatig seksueel misbruik. Gevangen in een verschrikkelijk web van seksueel misbruik.  Meisjes die worden uitgeleverd aan mannen. Bij het woord ‘uitgeleverd’ huiver ik. Wie leveren uit? Het zijn vaders, broers, moeders, vertrouwenspersonen – het zijn de mensen op wie het kind had moeten kunnen vertrouwen. Het zijn de mensen die de plicht, de roeping hadden om onvoorwaardelijk van het meisje te houden. Wat een diep verraad.

door Esther Veerman

door Esther Veerman

Rotherham

Afgelopen nacht lag ik wakker, en dacht aan de meisjes in Rotherham. Niet alleen werden en worden ze op een gruwelijke manier misbruikt, maar ook werden ze niet geloofd. Het niet geloofd worden – hoe verschrikkelijk moet dat zijn? Hoe diep wordt dan je eenzaamheid? Er was niemand die aan de bel trok. Velen waren op de hoogte of konden op de hoogte zijn geweest, maar er werd opzettelijk de andere kant uit gekeken. Een cultuur van ontkenning. In die cultuur kon het misbruik verschrikkelijke vormen aannemen.

Ook in Nederland

Vannacht kon ik de slaap niet vatten. Ik moest denken aan al die jongens, meisjes en volwassenen die op dit moment te maken hebben met misbruik. Elk jaar worden 62.000 kinderen voor de eerste keer slachtoffer van een vorm van seksueel geweld. Ik moest denken aan al die mensen die slachtoffer zijn geworden van seksueel misbruik en worstelen met de gevolgen. Ik moet denken aan de verstikkende eenzaamheid, omdat het zo zwaar en ongelofelijk angstig is om met je verhaal naar buiten te komen. Wat doet het met je, wanneer je niet geloofd wordt, wanneer je gezegd wordt te zwijgen, wanneer je ontdekt dat er een cultuur heerst van zwijgen, ontkennen en de andere kant opkijken.

Geen geïsoleerd probleem

We mogen niet langer onze ogen sluiten. Seksueel misbruik is niet een geïsoleerd probleem van een gestoorde gek of een zieke groep. Seksueel misbruik komt zo breed voor in de samenleving, dat het blijkbaar diep in onze cultuur is verankerd. Dat is het eerste waar we van doordrongen moeten raken. Misbruik komt in alle lagen van de bevolking voor, en in het overgrote deel van het misbruik is de dader een bekende van het slachtoffer. Het meeste misbruik vindt binnen onze eigen gezinnen plaats.

Cultuur van zwijgen

Waarom wordt er zo vaak en gemakkelijk in alle toonaarden gezwegen over misbruik? Dat daders zwijgen ligt voor de hand. Wanneer een situatie van misbruik uitkomt, valt de hele samenleving over de dader heen. De extreme verontwaardiging is geen meeleven met het slachtoffer, maar een ultieme manier om het kwaad te bezweren. De dader is het geïdentificeerde kwaad en moet worden uitgedreven. Er is geen ruimte om na te denken over het klimaat waarbinnen het misbruik kon ontstaan.

Slachtoffers zwijgen omdat ze vaak loyaal zijn aan de daders. Het zijn immers vaak bekenden. Kun je je broer, oom, vader of tante aangeven? Daarnaast gaat misbruik vaak gepaard met dreiging. Daders bedreigen of manipuleren slachtoffers, zodat ze veel moeten overwinnen om het verhaal naar buiten te durven brengen. Tot slot moeten slachtoffers ook de eigen schaamte overwinnen. Slachtoffers voelen zich vaak schuldig over het misbruik en schamen zich voor wat hen is aangedaan. Blaming the victim, ongeloof en onbegrip verergeren de schaamte.

De omstanders zwijgen omdat de verhalen van misbruik de idylle van veiligheid op het spel zetten. Gezinnen blijken niet zonder meer de hoeksteen van de samenleving te zijn. Sportverenigingen, kerkelijke gemeenschappen, instellingen, scholen en crèches blijken veel minder veilig dan gedacht. Ontkennen en de andere kant op kijken is een manier om de idylle in stand te houden. De nadruk om te vergeven of om het misbruik met de mantel der liefde te bedekken zijn middelen om het zwijgen in stand te houden. Het aanhoren en geloven van de verhalen van de slachtoffers vraagt om ingrijpen, om handelend optreden. Het vraagt om naar onze eigen houding en onze eigen rol te kijken. Luisteren naar het slachtoffer vraagt om betrokkenheid. Neutraal blijven speelt de dader in de kaart en houdt het klimaat waarbinnen het misbruik kan woekeren in stand

Het is tijd om wakker te liggen en op te staan.

Nederland is ziek. Het grote zwijgen over misbruik

27 mei

Een groepje jongeren op de fiets haalt me in, terwijl ik met de hond een ommetje maak. Het zijn twee jongens en een meisje; ze zijn een jaar of 13, 14. Een van de jongens heeft het hoogste woord. In het voorbijgaan hoor ik hem roepen ‘Nou, en als zij niet wil zoenen, dan zoen ik toch gewoon een ander meisje. Altijd prijs, haha’. Het antwoord van het meisje gaat verloren in de lach van de andere jongen.

Ik moest aan dit voorval denken, toen ik  het bericht op RTL Nieuws las over het rapport van Corinne Dettmeijer, de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen dat morgen (28 mei 2014) gepubliceerd zal worden. De schokkende cijfers die in het rapport genoemd worden, bevestigen de cijfers van eerdere onderzoeken. Nog steeds loopt één op de drie kinderen het risico slachtoffer te worden van een vorm van seksueel geweld. Ruim 20% van de jongens en meer dan 40% van de meisjes krijgen in de loop van hun jeugd te maken met ongewenste aanrakingen of seksuele handelingen.

Afbeeldingsresultaat voor free pic horen zien en zwijgen

Al vanaf de jaren ’80 wordt keer op keer door onderzoeken bevestigd dat seksueel geweld een zeer omvangrijk probleem is. Toch lijkt het maar niet tot ons bewustzijn door te dringen. Ja, we schrikken als er een groot verhaal naar buiten komt. Ja, we reageren massaal woedend als we weten dat ergens een pedoseksueel is komen te wonen. Deze verontwaardiging is echter selectief en contraproductief. Het overgrote deel van onze kinderen wordt geen slachtoffer van een pedoseksueel, maar van een bekende in het gezin of van mensen die vertrouwd worden. De verontwaardiging lijkt op het zondebokmechanisme. We lynchen de zondebok en doen alsof we daarmee de veiligheid weer hebben hersteld.

Het probleem is echter vele malen ernstiger en komt ons vele malen dichter op de huid. Het hoge percentage kinderen dat slachtoffer wordt van seksueel geweld geeft aan dat het een geaccepteerd verschijnsel is. Zolang als het niet bekend wordt, natuurlijk. Deze cijfers betekenen niet alleen dat er erg veel kinderen groot worden in onveiligheid, maar dat er dus ook talloze mensen zijn die zich schuldig maken aan seksueel geweld. Wie zijn deze mensen? Misschien is dat wel het schokkendste: het zijn de mensen om ons heen, en misschien zijn wij het zelf wel. Deze werkelijkheid is zo scherp, dat het beter lijkt om hierover te zwijgen.

Zwijgen houdt echter in dat we accepteren dat ook de volgende generatie opgroeit in onveiligheid en met de gedachte dat seksueel geweld een normaal gegeven is. Daarom kunnen we niet langer zwijgen en moeten we ongemakkelijke vragen stellen. Waarom zijn er zoveel mannen (het zijn voor het overgrote deel mannen die misbruiken) die geweld plegen? Het percentage is zo hoog, dat het niet meer gaat om individuele daders, nee het gaat om een maatschappelijk probleem. Hoe komt het dat onze samenleving zoveel daders voortbrengt? Wat is de rol van onze instituten, onze scholing, onze religieuze cultuur, onze sportcultuur, van de pornografie?

Martin Luther King zei: “In the end what hurts the most is not the words of our enemies, but the silence of our friends. Het is tijd om het zwijgen te doorbreken, en als omstanders onze verantwoordelijkheid te nemen.  Het verschil wordt gemaakt op de voetbalvereniging, aan de borreltafel. Het verschil wordt gemaakt in preken en gebeden. Het verschil wordt gemaakt in onze opvoeding, in onze beelden van mannelijkheid en vrouwelijkheid die we aan onze kinderen overbrengen.  Het is tijd dat mannen en vrouwen in invloedrijke posities zich uitspreken tegen seksueel geweld en zich sterk maken voor de strijd tegen misbruik. Het is tijd om op te staan. Luister deze TedTalk