Labradors houden van eten. Daar staan ze om bekend en Charly is zeker geen uitzondering. Geen maaltijd kan worden klaargemaakt of Charly zit geduldig naast de kok in de hoop dat er iets van het aanrecht valt. Als wij eten, eten hij in gedachten met ons mee – de speekselklieren maken jammer genoeg geen onderscheid tussen fantasie en werkelijkheid.
Zijn eigen maaltijden vormen de hoogtepunten van de dag. Charly kan zich er uren op verheugen, in 4.7 seconden zijn bak leegeten en dan nog uren nalikken. Eten of denken aan eten is hemels en raakt aan het ultieme geluk.
En kauwen natuurlijk. Een beetje knagen, bijten en sabbelen op botten, kauwstaven of takken maakt zijn leven nog meer compleet. Onderweg schept Charly dan ook altijd van alles op in zijn grote bek. Als een shredder loopt hij langs de Singel en vermaalt en vermorzelt talloze takjes die in deze herfst uit de Platanen zijn gevallen. Vrolijk snuffelend, met een relaxte kwispel vervolgt hij zijn weg.
Tot het moment dat zijn gulzig verlangen hem net even een takje teveel in de bek deed nemen. Net even te happig. Net even te weinig gekauwd. Het stokje – niet meer dan een centimeter of 7 vond zijn weg in de bek van Charly. het passeerde de eerste rij snijtanden, op weg naar de malende kiezen. De kundige tong bewoog het stokje verder naar achteren.
Maar in een onbewaakt ogenblik valt het stokje precies achter zijn voorlaatste snijtanden van de onderkaak. Overdwars. Muurvast. Een bijkomend probleem voor Charly is dat hij zijn tong niet meer kan gebruiken. Die zit ook klem achter het houtje.
Verwoed probeert hij met zijn tong en poten zijn vrijheid terug te krijgen. Als hij probeert te blaffen, klinkt er een sneu ‘wrhef’. En dan slaat de paniek bij Charly toe. Niet kunnen blaffen. Zeg nu zelf.
Bij de dierenarts hervindt Charly zijn bravoure. De arts probeert de bek van Charly te openen om te kijken of en zo ja waar het hout in zijn bek zit. Met alle kracht klemt Charly zijn kaken op elkaar. ‘Ik laat me toch niet in de bek kijken’.
Wankelend op zijn poten blijft hij zich verzetten tegen de lichte narcose en welk gefreubel aan zijn lijf dan ook. Uiteindelijk wordt de narcose hem te machtig en kan de dierenarts snel en vaardig het takje verwijderen en Charly’s bek en keel onderzoeken.
We gaan naar huis met een opgeluchte maar uiterst versufte Charly. De rest van de dag komt hij nauwelijks meer uit zijn mand.
Tot 4.00 uur in de morgen. Vrolijk en luid blaffend laat hij weten dat wat hem betreft het tijd is voor een wandeling.
Kijken of er nog ergens stokjes liggen.
Geef een reactie