Afgelopen vrijdag (11 maart) was de laatste bijeenkomst van de seniorenkring, een waardevolle samenwerking tussen de Ontmoetingskerk en de Vriezenhof. Opnieuw was er een grote groep ouderen aanwezig om met elkaar van gedachten te wisselen over ‘leven, dood en opstanding’.
Kwetsbaar thema
Het is een gevoelig thema, omdat het zo persoonlijk is en raakt aan onze eigen kwetsbaarheid. Die gevoeligheid maakt dat het lastig om te spreken over sterven, over de waarde van leven en de hoop van waaruit we leven. De behoefte om hierover te spreken en om gedachten te ordenen, is echter groot.
In gesprek met de huisarts
Een belangrijk punt dat deze middag naar voren kwam, was de noodzaak om goed door te spreken over de terminale fase met de huisarts. Verschillende aanwezigen gaven aan dat in het verpleegtehuis en in het ziekenhuis eerder gemaakte afspraken niet bekend waren. Opvallend is dat er ook zorg is dat verpleegtehuizen voorstanders zijn van euthanasie. Goede voorlichting en afstemming over palliatieve sedatie, terminale thuiszorg, hospice, euthanasie en noodzakelijke zorg in de laatste fase is van groot belang. Die afspraken zijn noodzakelijk, omdat er op medisch gebied erg veel mogelijk is.
Veerkracht
De aanwezigen benadrukten dat de beperkingen waar ze zich mee geconfronteerd zagen (zowel lichamelijk als geestelijk) geen doorslaggevende redenen waren om over levensbeëindiging na te denken. Opnieuw gaven de deelnemers aan dat de menselijke geest veerkrachtig is en aan nieuwe (beperkende) omstandigheden kan wennen. Daarnaast halen ze ook veel bemoediging uit hun geloofsleven.
Aardse tent
We lazen een gedeelte uit de tweede brief van Paulus aan de gemeente te Korinthe. “ Wij weten dat wanneer onze aardse tent, het lichaam waarin wij wonen, wordt afgebroken, we van God een woning krijgen: een eeuwige, niet door mensenhanden gemaakte woning in de hemel. 2 Wij zuchten in onze aardse tent en zouden willen dat onze hemelse woning er nu al over wordt aangetrokken. 3 We zijn er echter zeker van dat we ook ontkleed niet naakt zullen zijn. 4 Zolang we in onze aardse tentverblijven zuchten we onder een zware last, omdat we niet willen dat deze kleding wordt uitgetrokken; we willen dat er nieuwe over wordt aangetrokken, zodat het sterfelijke door het leven wordt verslonden. 5 Hiervoor heeft God zelf ons gereedgemaakt, door ons de Geest als onderpand te geven.”
Wat herkenning opriep, was enerzijds het verlangen naar Gods heerlijkheid en anderzijds de moeite om afscheid te moeten nemen en los te laten. De verwachting om na het sterven in Gods nabijheid te mogen zijn, is voor de meesten een vooruitzicht waar ze moed en kracht aan ontlenen, waardoor ze ook rust ervaren in het nadenken over het sterven.
Voor herhaling vatbaar
Het was bijzonder waardevol om zo met elkaar in gesprek te zijn. Kwetsbare vragen en kostbare gedachten konden uitgesproken worden. Het was goed om elkaar in deze setting vier middagen ontmoet te hebben. Een veel gehoorde opmerking bij het afscheid: ‘Volgend jaar weer?’
Geef een reactie