Dit artikel is eerder verschenen in het Ouderlingenblad
Wanneer een kerkenraad te maken krijgt met seksueel misbruik, kan er in de gemeente een krachtige dynamiek ontstaan. Soms lijken de gebeurtenissen over elkaar heen te buitelen. En hoe goed de kerkenraad ook geprobeerd heeft om op een zorgvuldige en weloverwogen manier om te gaan met de ontstane situatie, er ontstaat polarisatie in de gemeente. De kerkenraad wordt met wantrouwen bejegend. In dit artikel beschrijf ik enkele kenmerkende ontwikkelingen in het proces. Inzicht in de problematiek kan helpen om grip op het proces te krijgen.
Wat is seksueel misbruik?
Polarisatie in de gemeente is soms een onvermijdelijk gevolg van het bekend worden (van de beschuldiging) van seksueel misbruik. Het begint al meteen met de vraag wat misbruik eigenlijk is. Wat voor de één een onschuldige affaire is, blijkt voor de ander een ongewenste grensoverschrijding te zijn geweest. Dit speelt vooral wanneer beide betrokkenen volwassen zijn. Wanneer is er sprake van misbruik? Wanneer worden grenzen overschreden? De vraag hoe de seksuele of romantische handelingen benoemd en gedefinieerd worden, heeft belangrijke gevolgen. De definitie bepaalt immers niet alleen of eventuele signalen herkend kunnen worden, maar bepaalt ook hoe de kerkenraad over de handelingen zal spreken. Het maakt immers veel uit of men de handelingen ziet als (te) joviaal optreden, als overspel, als het overschrijden van professionele grenzen, als seksueel misbruik of als een combinatie van deze dimensies. Met andere woorden: het spreken over de seksuele handelingen is niet waardevrij. Daarom is het van belang dat een kerkenraad oog heeft voor de vragen die samenhangen met seksueel misbruik. In de beoordeling van een situatie of er sprake is van misbruik of niet, dient gekeken te worden naar de rol en de positie van de betrokkenen. Van seksueel misbruik is sprake wanneer iemand gebracht wordt tot het ondergaan of uitvoeren van seksuele activiteit in woorden, gebaren of handelingen of de dreiging daartoe terwijl hij of zij dat niet wenst of niet in staat is daarover te beslissen. Misbruik vindt plaats wanneer handelingen niet ten dienste staan van de ander, maar gericht zijn op eigenbelang en eigen behoeften. Het is een oneigenlijk gebruik van de positie en de rol van degene die op dat moment meer macht heeft. Ik leg dus de nadruk op ongewenste grensoverschrijdingen vanuit een positie van macht.
Wiens schuld?
Met de vraag naar de definitie hangt ook de vraag naar de schuld samen. Vaak is er onduidelijkheid over de aard van de relatie, waardoor de machtsverschillen niet herkend worden. De verwarring kan vergroot worden door de houding van de beschuldigde. Hij of zij kan het gedrag proberen te rechtvaardigen door de gevolgen te bagatelliseren of uit te zijn op snelle vergeving. De kerkenraad komt voor een dilemma te staan wanneer de verhalen van beide partijen lijnrecht tegenover elkaar staan, en de beschuldigde alles ontkent. Vaak kiest de kerkenraad voor een juridische invalshoek. Dat lijkt voor de hand te liggen maar maakt het wel moeilijk. Het is goed om te beseffen dat de kerkenraad geen mogelijkheden heeft om de waarheid te achterhalen. Ouderlingen zijn geen rechercheurs (in ieder geval niet in hun rol van ouderling). Wel kan altijd op de mogelijkheid gewezen worden om aangifte te doen. De keuze voor de juridische invalshoek gaat ook ten koste van de zorg voor de betrokkenen.
Kan het anders? Als de kerkenraad inzet bij de zorg voor mensen, kunnen de verhalen die verteld worden serieus genomen worden. De klaagster en haar familie vertellen dat zij zich niet veilig voelen. De beschuldigde ontkent, bagatelliseert en eist dat zijn naam gezuiverd wordt. In een pastorale benadering staat niet de rechtsvraag voorop, maar de zorgvraag. Het gaat dan ook niet direct om tuchtmaatregelen, maar om het scheppen van veiligheid. Dat heeft alles te maken met macht en ruimte. De vraag is dan aan de orde hoe de kerkenraad kan bijdragen aan het doorbreken van de machtsverhouding, aan het scheppen van een veilige ruimte. In een pastoraal traject is de fundamentele vraag niet langer wie de waarheid spreekt, maar hoe een kerkenraad recht kan doen aan de verhalen van betrokkenen met alle tegenstrijdigheden. Als een kerkenraad dan moet kiezen doet ze dat niet (alleen) op juridische gronden, maar (ook) vanuit pastorale, theologische en ethische overwegingen. Dit betekent dat een kerkenraad voorrang verleent aan het perspectief van de zwakkere partij, wiens stem in de gemeente verloren dreigt te gaan.
Gekwetste gemeente
De vraag naar de definitie van seksueel misbruik, de vraag naar schuld en de ethische keuzes van de kerkenraad kunnen een voedingsbodem zijn voor beroering in de gemeente. Deze beroering wordt versterkt door de pijn in de gemeente. Het verhaal van seksueel misbruik vindt op allerlei manieren zijn weg in de gemeente.Vaak laat het gemeenteleden niet onverschillig wanneer in hun eigen gemeente seksueel misbruik blijkt voor te komen. Niet iedereen zal op dezelfde manier beïnvloed worden. De ernst van de impact hangt van verschillende factoren af, zoals de relatie met de kerk, de relatie met de beschuldigde en zijn/haar rol in de kerkelijke gemeenschap, de relatie met het slachtoffer, het proces van bekendmaken en de persoonlijke geschiedenis. Ook het handelen van de kerkenraad en de mate van bewustwording van deze problematiek in de gemeente hebben invloed. Gemeenteleden die in hun eigen leven de pijn van seksueel misbruik aan den lijve hebben ondervonden, kunnen opnieuw met hun verleden worden geconfronteerd. Familie en vrienden van de betrokkenen zijn geraakt door het verhaal en laten zich in de gemeente horen. Op basis van loyaliteiten, gevoelens of overtuiging kiezen zij partij, en proberen medestanders te vinden.
Soms kunnen de gevolgen voor de gemeente zo groot zijn, dat we spreken over traumatisering. Kenmerkend hiervoor is een gevoel van machteloosheid en hulpeloosheid. Ook het gevoel dat vaststaande beelden (in onze gemeente gebeurt dit niet, onze gemeente is veilig) verloren gaan, hoort hier bij. Deze traumatisering raakt niet alleen de leden van de gemeente persoonlijk, maar kan ook gevolgen hebben voor de gemeente als geheel. De onderlinge samenhang, de verbondenheid met elkaar staat onder druk.
Wantrouwen naar de kerkenraad
Een belangrijk gevolg van het bovenstaande is dat er in de gemeente een toenemende polarisatie kan ontstaan. De kerkenraad zal meer en meer te maken krijgen met wantrouwen. Hij wordt geconfronteerd met drie perspectieven: het (vermeende) slachtoffer met zijn of haar behoefte aan veiligheid en erkenning; daartegenover de (vermeende) dader met zijn of haar ontkenning of zelfrechtvaardiging; daartussenin de mensen die uitzijn op harmonie en vrede. Als de spanning te lang aanhoudt, wordt vaak de druk op het slachtoffer opgevoerd. Als die immers haar of zijn verhaal afzwakt kan de harmonie weer hersteld worden. Bij de afweging rond geheimhouding en openheid is het voor de kerkenraad belangrijk om deze perspectieven te wegen. Het gaat niet alleen om principes van ambtsgeheim en delen met de gemeente, maar ook om de vraag welke stem door het beleid bekrachtigd en welke stem het zwijgen wordt opgelegd; van wie de belangen worden gediend en van wie de macht wordt hersteld of in stand wordt gehouden.
De verschillende partijen zullen invloed uit oefenen op de kerkenraad. Zowel de partij van het slachtoffer als de partij van de beschuldigde proberen de kerkenraad in het eigen kamp te krijgen, en te bewegen een oordeel uit te spreken. Daarnaast komen vaak latente tegenstellingen en verborgen conflicten aan het licht. Het seksueel misbruik is ingebed in de machtsverhoudingen in de gemeente, en in het conflict daarover staat de identiteit en het voortbestaan van de kerkelijke gemeente zelf op het spel. Het is de vraag of de kerkenraad zich aan het wantrouwen kan ontworstelen.
Hulp van buiten noodzakelijk
Polarisatie en wantrouwen maken onderdeel uit van de dynamiek in een gemeente, na het bekend worden van het seksueel misbruik. De kerkenraad kan wel een aantal acties ondernemen die helpen om het proces te sturen en te begeleiden. Het eerste is dat de kerkenraad hulp vraagt. Bij het Protestants Landelijk Dienstencentrum te Utrecht zijn namen op te vragen van gemeentebegeleiders. Deze personen zijn opgeleid om kerkenraden te ondersteunen om grip te krijgen op de ontwikkelingen in de gemeente. Een gemeentebegeleider ziet er op toe dat er (pastorale) zorg voor alle betrokkenen voorhanden is. Ook kan zij/hij een belangrijke impuls geven tot een dialoog in de gemeente. Hierdoor hebben kerkenraadsleden hun handen vrij, en kunnen ze ook stil staan bij hun eigen verdriet. Juist wanneer er lastige stappen gezet moeten worden in een vastgelopen proces, kan een deskundige van buiten meer betekenen voor de gemeente dan de eigen predikant of kerkenraad.
Seksueel misbruik in de kerken blijft een complexe thematiek. Gemakkelijke oplossingen zijn niet voorhanden. Veel eerder heeft de kerkenraad te maken met dilemma’s en pijnlijke keuzes, waarbij er weinig tot geen kerkordelijke handvatten worden geboden. Onlangs heeft de synode van de Protestantse Kerk in Nederland naar alle kerkenraden een protocol toegestuurd. Dit protocol heeft betrekking op seksueel misbruik in pastorale en gezagsrelaties. Het gaat dus over één bepaalde vorm van misbruik. De lijn die dit protocol volgt, is echter ook breder na te volgen. Het zorgvuldig omgaan met het informeren van de gemeente, het betrekken van visitatie en deskundigen en de aandacht voor de pastorale behoefte van alle betrokkenen hebben een heilzame uitwerking op het proces. Hierdoor kan gewerkt worden aan de wederopbouw van het beschadigde lichaam van Christus. Als een plaats waar gekwetsten stem krijgen, en waar recht en heil gevonden kan worden.
Dank, Alexander. Ik denk nu ook even aan het interne tumult dat zal hebben plaatsgevonden binnen de gelederen van genootschap Castrum Peregrini: vanwege het spirituele, althans devotie-element (de esthetica als hoogste doel.en Wolfgang Frommel als hoogste meester) en de besloten gemeenschap met inwijdingsrituelen ietwat vergelijkbaar met een kerkgenootschap.